Deze commissie zal bestaan uit 9 leden, die op advies en behoudens goedkeuring van den Senaat door den President worden benoemd; minstens drie van de leden zullen werkgevers en eveneens minstens drie vertegenwoordigers van vakvereenigingen moeten zijn. Het Departement van Handel en Arbeid is bevoegd met de commissie op alle mogelijke wijzen en in de door den betrokken Minister noodig geoordeelde mate samen te werken. Zoowel in het eerste als in het tweede jaar na haar benoeming behoort de commissie minstens eenmaal aan het Congres verslag uit te brengen van de resultaten van haar onderzoek, terwijl uiterlijk 3 jaar na de bekrachtiging der wet — welke 23 Augustus 1.1. plaats had een eindrapport moet worden ingediend. Zoodra dit geschied is wordt de commissie ontbonden. .

De commissie zal o.m. onderzoek moeten doen naar: de algemeene arbeidsverhoudingen in de voornaamste industrieën en den landbouw; de bestaande verhoudingen tusschen werkgevers en werklieden; den invloed van de toestanden in de industrie op de algemeene welvaart en het recht der gemeenschap zich daarmede te bemoeien; de maatregelen ter beveiliging van het leven en de gezondheid der werklieden; de ontwikkeling der patroons- en der arbeidersorganisaties en den invloed van deze op de verhouding tusschen werkgevers en werklieden; de stelsels van collectieve regeling van arbeidsvoorwaarden en de resultaten daarvan; de middelen, welke in de bondsstaten of het buitenland beproefd zijn om de goede verstandhouding tusschen patroons en arbeiders te handhaven; de middelen om werkstakingen te voorkomen of deze door vreedzame en verzoenende bemiddeling en onderhandeling te doen eindigen; het doel, de wijze van werken en de hulpbronnen der bestaande arbeidsbureaux, alsmede de middelen om het nut daarvan te verhoogen. Voorts zal de commissie een onderzoek moeten instellen naar de grondoorzaken der onbevredigende toestanden in de industrie en daaromtrent haar conclusie mededeelen.

Ten slotte bevat de wet nog bepalingen nopens de aan de leden der commissie toe te kennen vergoedingen, de bevoegdheden der commissie (dagvaarden van getuigen, opleggen van den eed enz.). Ten behoeve van de commissie is uit de staatskas voor het begrootingsjaar, dat 30 Juni 1913 eindigt, een bedrag van 100 000 dollars beschikbaar gesteld.

Wet op het minimumloon in Massachusetts. ')

(Loi sur le salaire minimum en Massachusetts.)

Den len Juli 1913 zal een wet in werking treden betreffende de instelling van een Minimum Wage Commission, welke bevoegd is looncommissies in het leven te roepen voor bedrijven, waarin bij onderzoek aan vrouwen loonen blijken te worden uitgekeerd, die ontoereikend zijn voor het noodzakelijk levensonderhoud. Elke looncommissie zal bestaan uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de patroons en de vrouwelijke werklieden in het betrokken bedrijf (van elke partij minstens 6) en een of meer — doch hoogstens de helft van het aantal vertegenwoordigers eener belanghebbende partij — onzijdige, het publiek vertegenwoordigende personen. De Minimum Wage Commission benoemt de laatstgenoemde leden, kiest uit hun midden een voorzitter en stelt voorschriften vast nopens de verkiezing der leden en aangaande de werkwijze der looncommissies.

Door de commissies zal getracht worden minimum tijd- of stukloonen aan te geven voor de in de betrokken bedrijven werkzame arbeidsters van normale bekwaamheid, leerlingen en werklieden beneden 18 jaar. Van deze minima en — voor zoover"mogelijk — van de namen der werkgevers, die lagere loonen uitkeeren, behooren zij aan de Minimum Wage Commission kennis te geven. Deze zal, indien zij de haar voorgelegde minimumloonen goedkeurt, de patroons, die minder betalen, in het openbaar hooren na hen minstens 14 dagen te voren te hebben opgeroepen. Blijft de goedkeuring daarna gehandhaafd, dan zal zij de namen der werkgevers, die niet verschenen of weigerden de vastgestelde minimumloonen in te voeren, alsmede de door hen betaalde minima en de hoofdzaak der verkregen gegevens in minstens vier nieuwsbladen in elk district der Commonwealth publiceeren.

Op verzoek der werkgevers of werklieden in een bedrijf, waarvoor minimumloonen bestaan, kan de Minimum Wage Commission de betrokken looncommissie

') Labour Gazette van Augustus 1912.