BEZOLDIGING.

Betrekking. j Standplaats. ! _ " BEVORDERING. OPMERKINGEN.

Minimum. Maximum.

j —————————

^ftchtstoker . . Arnhem, Groningen, Den Daggeld in Gld.

Haag, Kerkrade-Rol- "l „ ...... . ...... —

1 due, Leeuwarden,

j Maastricht, Utrecht,

Vlissingen, Zv/olle . 1,80 1,70 2,30 2,20 idem. jEnschede, Harlingen, . Telkens f 0,10 p. dag.

Hengelo, 's-Hertogenbosch, Leiden, Nijmegen, Roermond, Zut-

phen 1,75 1,05 2,25 2,15

idem. Emmerik Mk. 3,20 3,— Mk. 4,05 3,85 » Mk. 0,20 » »

r., . idem. Overige standplaatsen . 1,70 1,60 2,20 2,10 roiuzadelmaker. Amsterdam, Rotterdam

(inclusief Fijenoord) . 1,65 1,55 2,35 2,25 idem. jArnhem, Groningen, Den Haag, Kerkrade-Rolduc, Leeuwarden,

Maastricht, Utrecht, » f0,10 » »

Vlissingen, Zwolle . 1,60 1,50 2,30 2,20 idem. Enschede, Gouda, Harlingen, Hengelo,

j 's-Hertogenbosch, Leiden, Nijmegen, Roermond, Zutphen . . 1,55 1,45 2,20 2,10

idem. Emmerik Mk. 2,85 2,65 Mk. 4,05 3,85 » Mk. 0,20 » »

idem. Overige standplaatsen .1,50 1,40 2,10 2,— » f0,10» »

^ BETREKKING.

B. Hulppersoneel.

,jeeriing-telegrafist (1,30) (1,30)

ij P'f^nt-conducteur 1,65 1,55 1,75 1,65

I terling-telegraafwachter«) 1,10 1,— 1,60 1,50 a) De bezoldiging wordt

ïerJing-Seinwerker a) 1,10 1,— 1,60 1,50 tusschen minimum en maxi-

^firig-machinedrijver*) 1,10 1,- 1,60 1,50 kwa^mbeTd

L- ,*n8-gasfitter a) 1,10 1,— 1,60 1,50

LP ,^8-seinschilder a) 1,10 1,— 1,60 1,50

«g-ladingmeester (1,—) (1,—)

ciiteres, welke zeven dagen per week

leüst doet (in 1907: met vrije woning). 0,35 0,35 b) 0,85 0.35 b) <') Aan een wachteres, die weduwe wordt en mdienst

/r. at:\ ' /n oc\ gehouden, wordt (in 1911 en 1918: tot eventueel nei-

WapKj . trouwen) een naar omstandigheden te bepalen hooger

interes, welke m den regel om de daggeld toegekend.

aüdere week dienst doet (in 1907: met Door wachteressen wordt boven de bezoldiging ge-

woning) . . . 0,30 0,30 4) 0,30 0,30 4) "teen toelaag van:

(0,20) (0,20) ai) 0,05 f 0,025 per dag, indien het getal der treinen,

1 Per week dat dagelijks gedurende den diensstijd den post passeert,

J°0Piou0*pn fi) f9 f*» f« minder dan 30 bedraagt; , . ,

1J u&en la, I — . |ib,— io,— &i) f 0,12*, indien het getal der treinen als vorenbedoeld

ten minste 30, doch niet meer dan 50 bedraagt;

c») f 0,225, indien het getal der treinen als vorenbedoeld meer dan 50 bedraagt; ,

II. voor zoover zij meer dan een overweg bedienen, bovendien een toelaag van f 0,10 per dag.

Het bedrag der toelaag wordt voor elk afzonderlijk bij den aanvang van iedere dienstregeling voor den ganschen duur van deze vastgesteld. .

Onder treinen zijn niet begrepen rangeerende treinen, noch losse locomotieven, die niet in de dienstregeling zijn opgenomen (1911 en 1913).

Wegens de bediening van (den) overweg(en) ten behoeve van rangeerende treinen wordt eene toelaag genoten naar plaatselijke omstandigheden door den Directeur-Generaal te bepalen (1911 en 1913).

0ll, Zij, die uit hoofde van hunne betrekking aanspraak hebben: a. op vrije woning, vuur en licht, of b. op vrije woning, Vlva»gen, bij gemis daarvan, in het geval onder a bedoeld eene toelaag van 25 pCt., in het geval onder b bedoeld eene aag van 15 (10) pCt. der bezoldiging.

v" egwachteressen ontvangen bij gemis van vrije woning eene toelaag van f 0,10 per dag (1907).