personen in 1910. Het totaal der verblijfdagen bedroeg in 1911 1668 698 voor

?QinmaHnfn fei" J 22F 1910 en voor de vrouwen 61 174 tegen 69 128 in 1910. Het aantal dagen dat door de gezamenlijke bevolking in een bijzondere feneesk-d.ge inrichting of elders werd doorgebracht, beliep 44 096 (44 428

: Onderw'Js en bibliotheek. In de gezamenlijke Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen werd in het jaar 1911 aan gewoon onderwijs (lezen schrijven en rekenen) 778 uur (848'/2 uur in 1910) per week besteed, waarvan'623'/2 uur in de gewone Strafgevangenissen. 12

Van de bevolking waren tot het onderwijs toegelaten 3678 (3 941 in 1910) Kr 'n ^ verschillende categorieën van gestichten in verhouding tot de bevolking 40,2 pCt in de bijzondere Strafgevangenissen, 30,7 pCt. in de gewone Strafgevangenissen 1,5 pCt. in de Huizen van Bewaring en 7,4 pCt. in dfSswerkinnchtingen. Voor zoover de personen betreft, die tot het onderwijs waren toegelaten konden bij hun opnemmg 5,8 pCt. (6 pCt. in 1910) niet lezen, 7,7 pCt. (7,8 pCt. in 1910) niet schrijven en 28,8 pCt. (26,2 pCt. in 1910) niet rekenen?910°respen2°2 7 en 9P^rcentages biï ontslag bedroegen resp. 1,7, 2,1 en 6,8 (in

5t8 •5ers?nen, in Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen werd in 1911 TV vakonderwijs gegeven, tegen 578 in 1910; 481 van hen behoorden tot de bevolking der gewone Strafgevangenissen (529 in 1910). kir in aantal boeken (aantal nummers bij het einde des jaars) inde

fón Sofi.Vhapnt Ge7"genissen en Rijkswerkinrichtingen aanwezig! bedroeg in

gegeven beliej 29 497 perSOnen' aan wie een of meer boeken ter lezing werden

IQiwS; h dC 8ez3menl'jke Gevangenissen en Rijkswerkinrichtingen, waar in 1 oim h WeJ oeg, het totaal aantal verblijfdagen 1769 856 (2 030 477 n Q m' i^Hp01 fWur5n be£rfPen 1 448 029 verplichte werkdagen (1 660 234 in 1910). In deze gestichten werd echter van de 1 448 029 werkdagen 143 954'/, dagen met gewerkt of 9,9 pCt. (6,7 pCt. in 1910). Het aantal feitSe arbeids-

ÏEp ehr°HgHm 1911 l320006'/2 ')■ 59 427 dagen, d.i. 4,1 pCt. ian de vïarbe'dsdagen> werd in de verschillende gestichten niet gewerkt wegens

SS? d iTia pc?e(o^kpct(2i? &>!" '9W> en'844 dage"

*1999**/ °"dersch®iding naar de bestemming van den arbeid werden in 1911 stichten en 38QJW V°°r de/efchte" zelf, 68321'/2 dagen voor andere gehéf Riik n i fi^ 87Q Hg voor de departementen of 970 352 dagen in totaal voor Ho a £ i J dagen in 1910). In percenten van de gezamenlijke arbeids-

SoS de>eia?eTI1902e^/mC1J ieQinVOOr + tlet1jaar 1911 reSp' 38>8' 5'2' 29>5 e" 73-5;

1 902 t/m. 1910 in totaal resp, 72,5, 75 9 77 4 771 77 3 7eV

dl bebngrykste'isWaarUit bHjkt' ^ 06 arbe'd te" behoev'e'van' het Rijk verreweg'

pesticnht19^fifiQerHf«A 27210 daSf.n besteed voor ambtenaren in dienst van het gesticht, 23 669 dagen voor particulieren buiten het gesticht, 298 775'/, daeen

da?LiTi t0taai 349654'/2 dagen voor particulieren (388 176

cfifera resn 2 1 I R de.gefame,nliJ'ke arbeidsdagen bedroegen deze

27 5 24 1 22 6 22 9 22 7 91? ' 99",o^ 3' 1902 Vm- 1910 resp.

\\ornr, u'I'h \i 1 ' 'J' , ' ' 22'' > 19,6 en 25. Wat den arbeid voor particulieren betreft, valt de aandacht er op te vestigen, dat het relatief aantal arbeidsdagen voor wederverkoopers, dat van 1904 t/m. 1909 was gedaald doch in 1910 weer vrij belangrijk gestegen, in 1911 wederom is toegenomen

, i < i was! e deelneming aan Rijksarbeid over de verschillende gestichten verdeeld als volgt: bijzondere Strafgevangenissen 56 878 dagen gewone Strafgevangenissen, Huizen van Bewaring en Kleine Huizen van Bewanna «091/ dagen en Rijkswerkinrichtingen 479 326 dagen Inpantel^va^de glzameS

fegen resn698*8 5H?4hbcdroeSen deze ciJ'fers resp. 99,3, 59,6 en 93,1 tegen resp. yy,}}, 58,4 en 93,3 in het voorgaande jaar.

Betreffende den aard van het verrichte werk ten behoeve van het Rijk valt

bLtemd™ vnnr"'hf 970 352. werkdagen, het grootst aantal dagen werd voor lokaalopzichters-, reinigers- en huisdiensten, n.1. 206 217 dagen

Ve volgens veld- en tuinarbeid, boschcultuur, verzorging van den veestapel en

gewerkt werd""" Zii" begrepe" 4 803 Zon" en Mestdagen, waarop in de Strafgevangenis te Breda vrijwillig