die, welke in Februari 1912 intrad, bleef zij achter. Volgens de meeste berichten uit de industrie gaf de toestand reden tot tevredenheid. Bij den kolenmijnbouw in het Ruhrgebied, Opper- en Neder-Silezië heerschte groote druktë. In de bruinkolenbekkens van Midden-Duitschland en den Neder-Lausitz werd nog wel met volle kracht gewerkt, doch de afzet verminderde tengevolge van het aanhoudend zachte weer. In de ruw-ijzerindustrie ging iets minder om dan de vorige maand. De ijzer-, machine-, electrische en chemische industrie hadden over het geheel nog genoeg te doen, ofschoon de bestellingen afnamen. In de textiel- en papierindustrie, waar ook minder bestellingen inkwamen, heerschte over het algemeen middelmatige drukte. In de meeste bouwvakken lag het werk tengevolge der dreigende staking volkomen stil.

Volgens de opgaven der ziekenkassen is de bedrijvigheid in Februari toegenomen. Op 1 Maart 1913 waren 29 211 personen meer werkzaam dan op 1 Februari (17 996 mannen en 11215 vrouwen); de vermeerdering was echter veel geringer dan in Februari 1912 (87 669 personen). Stelt men het aantal op 1 Januari 1913 werk hebbende personen voor beide geslachten op 100, dan is op 1 Maart 1913, vergeleken met 1 Januari, het aantal werk hebbende mannen tot 99 gedaald en dat der werk hebbende vrouwen tot 101 gestegen. Van de 2 042 806 leden van 48 vakbonden was einde Februari 1913 2,9 pCt. werkloos, tegen 3,2 pCt. einde Januari 1913 en 2,6 pCt. einde Februari 1912. In vergelijking tot de voorgaande maand valt dus vermindering, doch tot het vorige jaar vermeerdering van de werkloosheid te constateeren. De cijfers der arbeidsbeurzen wijzen bij vergelijking met de vorige maand voor de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders op meer werk. Bij alle arbeidsbeurzen, die vergelijkbare opgaven inzonden, kwamen n.1. in Februari 1913 op 100 aanvragen door patroons om mannelijke arbeidskrachten 190 aanbiedingen voor, tegen 178 in Februari 1912 en 191 in Januari 1913; voor de vrouwelijke arbeidskrachten zijn deze cijfers resp. 91, 88 en 98. De ontvangsten uit het goederenvervoer op de Duitsche spoorwegen bedroegen in Februari 1913 164070452 M., d. i. 6805341 M. meer dan in Februari 1912, hetgeen overeenkomt met een vermeerdering van 96 M. of 3,23 pCt. per K.M.

Frankrijk. (France.) Januari 1913.') De drukte in den wijnbouw in het zuiden verminderde, omdat enkele werkzaamheden wegens den overvloedigen regen moesten worden gestaakt. Daarentegen viel in het houthakkersbedrijf eenige verbetering waar te nemen; terwijl de arbeiders in den regel tegen October worden aangenomen, geschiedde dat ditmaal eerst tegen 1 Januari. Zooals gewoonlijk kwam in den tuinbouw om Parijs slechts een zeer beperkt aantal werkloozen voor. In de textielnijverheid verbeterde de toestand aanzienlijk, voornamelijk in het noorden. De bedrijvigheid in de metaalindustrie bleef goed. In de drukkersbedrijven ging, vooral te Parijs, minder om. De werkloosheid onder de bouwvakarbeiders nam toe, in het bijzonder onder de metselaars. Bij de leder- en huidenbewerking bleef zij aanzienlijk, al was zij ook geringer dan de vorige maand.

1 042 vakorganisaties met 276 785 leden hebben voor Januari de vragenlijsten omtrent den stand der arbeidsmarkt en de werkloosheid beantwoord. Van deze organisaties gaven 794, met 230 127 leden, het aantal harer werkloozen op, n.1. 12 573 of gemiddeld 5,5 pCt. — de mijnwerkers in het departement Pas-deCalais medegerekend — en 6,4 pCt. wanneer dezen niet medegeteld worden. Dit laatste percentage bedroeg de voorgaande maand 5,7 en in Januari 1912 8,5. Door 15 pCt. der werkliedenorganisaties, met 22 pCt. der leden, werd geoordeeld dat er in Januari, vergeleken met de vorige maand, meer werk was, door 56 pCt. der organisaties, met 52 pCt. der leden, dat er evenveelen door 29 pCt., met 26 pCt. der leden, dat er minder werk was. De vraag: „Acht gij den stand der arbeidsmarkt voor den tijd van het jaar bevredigend?" beantwoordden 56b vakorganisaties met 127 258 leden bevestigend, 279 met 72 174 leden daarentegen ontkennend.

Groot-Britannië en Ierland. (Grande-Bretugne et Irlande.) Februari 1913 2) De stand der arbeidsmarkt bleef deze maand over het algemeen goed. De bedrijvigheid nam toe in het drukkersbedrijf, het bouwbedrijf, bij de houtbewerking en de steenfabricage, doch verminderde in de ijzer-, staal- en blikindustrie. De vraag naar arbeidskrachten bleef groot bij den scheepsbouw en de machinenindustrie;

1) Bulletin de I'Office du Travail van Februari 1913.

2) Labour Gazette van Maart 1913.