Zweden. (Suède.) December 1912. ') Bij de openbare arbeidsbeurzen boden zich in December 1912 6 151 mannen en 4 199 vrouwen, te zamen 10 350 werkzoekenden, aan (in December 1911 resp. 5 760, 3 558 en 9 318); aangevraagd werden 3 758 mannelijke en 4 542 vrouwelijke werklieden, te zamen 8 300 personen (in December 1911 resp. 3 175, 3819 en 6994) en geplaatst 3092 mannen en 2 788 vrouwen, te zamen 5 880 personen (in December 1911 resp. 2 684 2 416 en 5 100). v

(—) Januari 1913.2) Gedurende de maand Januari kwamen bij de arbeidsbeurzen te Stockholm 10 468 aanbiedingen van werklieden in. De patroons deden aanvraag om 7 111 werklieden en het aantal plaatsingen bedroeg 3 784. Deze cijfers waren de voorgaande maand resp. 6 679, 4 022 en 3133.

Werkstakingen en uitsluitingen.

(Orèves et lock-outs.)

België. (Belgique.) Januari 1913. 3) Nieuwe geschillen: 16 stakingen en 1 uitsluiting; aantal bij de stakingen betrokken werklieden: ongeveer 1 500 direct en 44 indirect. De uitsluiting omvatte + 3 000 werklieden. Oude geschillen: 12; aantal betrokken werklieden: ongeveer 3 130 direct en 1137 indirect. Van de nieuwe stakingen kwamen 6 in de textielnijverheid, 3 in de chemische nijverheid 2 bij den kolenmijnbouw, 2 bij de houtbewerking, 2 bij de metaalbewerking en 1 in de schoenindustrie voor. De uitsluiting vond plaats in de textielnijverheid. Verdeeling der nieuwe stakingen naar de oorzaken of eischen: loonsverhooging 5, andere looneischen 2, we'derindienstneming van ontslagen werklieden 6, ontslag van personeel 2, regeling van het werk 1. De uitsluiting vond plaats om een staking te doen eindigen. Aantal geëindigde stakingen: 16; afloop: ten nadeele der werklieden 7, gedeeltelijk te hunnen gunste 1, te hunnen gunste 2, geschikt 5; één geschil ten slotte eindigde, doordat de stakers elders aan het werk gingen. De uitsluiting liep ten gunste der patroons af.

( ) Staking van stoelenmatsters te Mechelen. 4) (Grève des rempailleuses a Malines.) Den 6en Maart 1.1. brak te Mechelen een staking van stoelenmatsters uit, welke ging om loonsverhooging. Bij de patroons (64 van de 70), die het loon per mat van 52 op 60 (of 58) centimes brachten, werd het werk hervat.

Canada. 1912 5). In dit jaar begonnen 148 stakingen en uitsluitingen, waarbij 40 511 werklieden betrokken waren (tegen 28 898 in 1911 en 19 554 in 1910) en waardoor 1 099 208 arbeidsdagen — d.i. iets meer dan half zooveel als in 1911 — verloren gingen. Bovendien duurden in 1912 2 geschillen voort, die in het vorige jaar waren aangevangen. In geen enkel jaar sedert den-aanvang dezer statistiek (1901) braken zooveel geschillen uit. Een groot deel daarvan was echter van betrekkelijk geringen omvang: 111 omvatten n.1. minder dan 300 arbeiders. Tot de belangrijkste conflicten behooren twee geschillen bij den aanleg van spoorwegen in Britsch-Columbië (+ 9 000 betrokken werklieden, + 441 000 verloren arbeidsdagen) en een staking in de kleedingindustrie te Montreal (± 4 500 betrokken arbeiders ± 143 500 verloren arbeidsdagen).

Bij 5 der 148 geschillen waren 2 000 of meer werklieden betrokken, bij 5 1000—2 000, bij 5 500-1 000, bij 6 300- 500, bij 16 200—300, bij 26 100—200, bij 29 50—200, bij 35 25—50 en bij 19 6—25; in 2 gevallen bleef het aantal betrokken werklieden onbekend. Het grootste aantal kwam voor in de maanden Juni (23), Mei (21), Juli (20) en Augustus (17), het kleinste aantal in December (3), Februari (5) en Januari (6).

Uit onderstaand staatje, dat een overzicht geeft van het aantal geschillen, betrokken arbeiders en verloren arbeidsdagen in de verschillende bedrijven, blijkt dat verreweg de meeste conflicten in de bouwbedrijven voorkwamen.

!> Soeiala Meddelanden 1913, no. 1. Dit tijdschrift wordt thans niet meer door het Kommerskollegium maar door het Sociajstyrelsen (zie afl. 8, 1912, bladz. 558) uitgegeven.

2) Statistisk Manadsskrift van Januari 1913.

3) Revue du Travail van 28 Februari 1913.

<) Mededeeling van den Consul-Generaal te Antwerpen d.d. 21 Maart 1913.

a) Labour Gazette van Canada van Februari 1913. Zie voor 1911 afl. 2, 1912, bladz. 152.