TABELLEN.

<TABLBAUX.)

Lijst van de beroepsgroepen volgens de uitkomsten der beroepstelling

van 31 Dec. 1899.

(Liste des groupes des professions, selon les résultats du dénombrement des professions au 31 déc. 1899.)

Nummer

der beroepsgroep. „

(NurJ-o BEROEPSGROEPEN.

du groupe des (Groupes des professions.)

professions.)

1 Fabricage van aardewerk, glas, kalk en steenen. (Fuience, verre, chaux, pierres.)

2 Bewerking van diamant en andere edelsteenen en fijne gesteenten. (Diamant

et autres pierres précieuses.)

3 Boek- en steendrukkerij, drukken van hont-, koper- en staalgravuren, photo-

graphie, enz. (Imprimerie, etc.)

4 Bouwbedrijven (incl. reiniging van gebouwen, onderhouden en reinigen van

wegen en straten). (Construction, voirie.)

5 Chemische nijverheid, fabricage van kaarsen, olie, vernis, vet, zeep, ontplofbare

stoffen, verfstoffen. (Industrie chimiqite.)

6 Hout-, kurk-, stroobewerking, snij- en draaiwerk van verschillende stoffen.

(Industrie de hois, lïège, paille.)

7 Kleeding en reiniging. (Habillement.)

8 Kunstnijverheid. (Industrie artistique.)

9 Leder, wasdoek, caoutchouc. (Industrie de cuir, toile cirée, caoutchouc.)

10 Oer, steenkolen, turf. (Minéraux, houille et tourbe.)

11 Bewerking van metalen. (Metallurgie.)

12 V ervaardiging van stoom- en andere werktuigen, instrumenten, oorlogsmaterieel.

(Construction de machines a vapeur et autres instruments.)

13 Scheepsbouw, vervaardiging van rijtuigen. (Construction de navires et devoitures.)

14 Papier. (Papier.)

15 Textielnijverheid. (Industrie textile.)

16 Fabricage van gas en electriciteit. (Fabrication de gaz et d'électricité.)

17 Bereiding van voedings- en genotmiddelen. (Fabrication ii'aliments.ï

18 Landbouwbedrijven. (Agriculture, etc.)

19 \ isscherij (incl. vischkweekerij en jacht). (Pêche et chasse.)

20 Warenhandel. (Commerce, etc.)

21 Verkeerswezen. (Transport.)

22 Crediet- en bankwezen. (Crédit et banque.)

23 Verzekeringswezen. (Assurances.)

24 Vrije beroepen. (Professions libérales.)

25 Onderwijs (exel. openbaar en godsdienstonderwijs). (Enseignement [excl. l'en-

seignement public et religieux~].)

26 Verpleging of verzorging van armen, ouden, kraamvrouwen, zieken, enz. (Soin

des pauvres, vieillards, accouchées, malades, etc.)

27 Huiselijke diensten (huis- en stalbedienden e. d.). (Doniestiques et personnel de

l'écurie.)

28 Losse werklieden en andere niet in een bepaald beroep arbeidenden. (Personnes

ne travaillant pas dans une profession spéciale.)

29 Li dienst van den Staat (excl. posterij, telegraphie, telephonie, landsdrukkerij

e. a. nijverheidsbedrijven). (Fonctionnaires de l'État.)

30 In dienst van eene provincie. (Fonctionnaires d'une province.)

31 h' dienst van eene gemeente (excl. gasfabrieken, dienst der openbare werken

en andere nijverheidsbedrijven). (Fonctionnaires d'une commune [a l'excl. des travaux publics et des autres industries].)

32 In dienst van een waterschap. (Fonctionnaires d'un polder.)

33 In dienst van een kerkgenootschap of kerkelijke gezindte. (Cultes.)