VI. Hout-, kurk- en stroobewerking, snij- en draaiwerk.

(Bois, liège, paille.)

Kuiperijen. Geregeld werk, evenals verleden jaar, was er te 's-Hertogenbosch, Schiedam en te Rotterdam in de nat- en droogkuiperij. Slapte heerschte te Vlaardingen en gedurende bijna het geheele kwartaal in de vetkuiperij te Rotterdam (arbeidsdag op de 2 grootste fabrieken verkort; toestand ongunstiger dan in 1912).

Te Vlaardingen was het aanbod van werkkrachten grooter dan de vraag. Te Schiedam overtrof de vraag naar werkkrachten het aanbod. Te 's-Hertogenbosch was vraag noch aanbod, terwijl te Rotterdam tusschen beide vrijwel evenwicht bestond. Werkloosheid heerschte alleen te Vlaardingen.

's-Hertogenbosch, Rotterdam en Schiedam (3 K.). —- \laardingen (1 W.).

Kistenmakerijen. Geregeld werk was er te Amsterdam (voor enkele ploegen nu en dan korter werkdagen), Rotterdam en Schiedam, terwijl drukte heerschte te Hengelo (volgens W iets meer overwerk) en Leerdam (meer personeel, eenige loonsverhooging). Toestand te Rotterdam ongunstiger dan verleden jaar wegens geringeren uitvoer van jenever, in de overige plaatsen dezelfde. Het aanbod van werkkrachten was kleiner dan de vraag, behalve te Amsterdam, waar meer aanbod was, vooral van werklieden zonder vakkennis. G. w.

Rotterdam en Schiedam (2 K.). — Amsterdam '), Hengelo (O.) en Leerdam (1 KF., 1 P. en 2 W.).

') Berichtgever rapporteerde alleen omtrent zijn eigen onderneming.

Houtzagerijen. In de Zaanstreek was de toestand wel iets gunstiger dan in het vorige kwartaal, doch was het nog niet druk. Verder was het slap te Amsterdam (minder overwerk, korter arbeidsduur), daarentegen druk te Klundert (langer arbeidsduur) en te Zwolle (overwerk). Ook te 's-Gravenhage was flink werk. Te Middelburg constateerde KF drukte, W niet meer dan geregeld werk. In alle overige plaatsen was vrijwel geregeld werk. Te Alfen en Amsterdam was de toestand ongunstiger, te Groningen en in de Zaanstreek daarentegen iets gunstiger dan in 1912; overigens was de toestand dezelfde (geen opgaven van Deventer, 's-Gravenhage en Middelburg). Vraag en aanbod van werkkrachten over het algemeen gelijk. G. w.

Alfen, Amsterdam, 's-Gravenhage 1), Groningen, Leiden en Rotterdam (6 R.). Deventer, Klundert, Middelburg, Zwolle en Zaanstreek (2 KF., 2 P. en 2 W.).

') De opgaven betreffen de maanden April en Mei.

Timmerfabrieken. Drukte te Groningen (verlevendiging in het bouwvak; toestand gunstiger dan in 1912) en te 's-Gravenhage. Geregeld werk, evenals verleden jaar, te Rotterdam en Tilburg.

Te Groningen meer vraag naar werkkrachten dan aanbod, te Rotterdam evenwicht. Geen opgaven hieromtrent uit 's-Gravenhage en Tilburg. G. w.

's-Gravenhage '), Groningen en Rotterdam (3 K.). — Tilburg (1 P.).

') Geen inlichtingen over Juni.

Meubelmakers. Drukte heerschte er te Groningen (hier en daar overwerk), Rotterdam (in enkele fabrieken meer overwerk) en, deels door het seizoen, doch voornamelijk door de tentoonstellingen, bij de spiegel- en lijstenmakers te Amsterdam (zelden overwerk; meer personeel en verhooging van het uurloon van 25 tot 27 ets.). Daarentegen ondervonden de meubelmakers in laatstgenoemde gemeente bij enkele patroons eenige slapte (vermindering van overwerk), terwijl bij andere de toestand normaal was. Geregeld werk was er te Breda, Hilversum en Bussum en voor de spiegel- en lijstenmakers te Groningen.

Gunstiger dan in 1912 was de toestand voor de meubelmakers te Groningen en Rotterdam en voor de spiegel- en lijstenmakers te Amsterdam. Daarentegen ongunstiger voor de meubelmakers in laatstgenoemde gemeente. Overigens viel er nagenoeg geen verschil met het vorige jaar waar te nemen. Vraag en aanbod van werkkrachten waren gelijk, behalve te Rotterdam (meer vraag). G w.

Amsterdam, Breda, Groniugen, Hilversum, Bussum en Rotterdam (5 K.).

Klompenmakers. Geregeld werk, evenals verleden jaar. Vraag en aanbod van werkkrachten gelijk. G. w.

Alfen, Aarlauderveen en Oudshoorn (1 K.)