werden er 7 voor rekening der organisatie in een ziekeninrichting of gesticht voor ooglijders verpleegd. Van de 364 ongevallen werden 76 veroorzaakt door wondinfectie, 63 door vallen, 55 door gereedschappen en 46 door verrekken, vertillen of verstuiken. , , ,

De totale onkosten bedroegen in 1912 f 31 381,37. Het totaal bedrag der schadeloosstellingen over dat jaar, met inbegrip der contante waarden voor blijvende uitkeeringen en reserven voor te verwachten blijvende uitkeeringen, bedraagt f 19 013,95. Het totaal dezer contante waarden en reserven bedroeg f 10 936.

Loonregeling der beambten en werklieden bij de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij. ')

(,Salaires des employés et ouvriers de la Compagnie du chemin de fer hollandais.)

Door den Minister van Waterstaat is bij beschikking van 3 Juni 1913 voor de beambten en werklieden bij de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij een nieuwe loonregeling goedgekeurd ter vervanging van die van 1911. De regeling trad 1 Juli 1913 in werking.

De achter in deze aflevering geplaatste tabellen, aan bovengenoemde loonregeling ontleend, stellen tot vergelijking met de regelingen van 1907 (zie afl 8 1907 blz. 71 en vlg.) en 1911 (zie afl. 5, 1911 blz. 355 en ccxlii en afl. 12,1911 blz. 814 en cdlxvii) in staat.

Gemengde mededeelingen.

(Communications diverses.)

Arbeidsvoorwaarden. Bestekbepalingen. Almelo {Ambt-). Door den Raad dezer gemeente werden in zijne vergadering van 27 Juni 1913 „voorwaarden die bij het ten uitvoer brengen, van door de gemeente in het openbaar aanbesteed werk nagekomen moeten worden" vastgesteld. Hieraan is het volgende ontleend.

De aannemer mag aan zijne volslagen werklieden, waaronder werklieden verstaan worden, die hun 21ste levensjaar bereikt hebben, geen lager uurloon betalen dan aan een stucadoor, steenhouwer en straatmaker: 25 ets., een timmerman, metselaar, schilder, behanger, smid en loodgieter: 22 ets., een grondwerker: 21 ets. en een opperman en straatmakershandlanger: 20 ets. Het aantal op elk werk in ieder ambacht werkzame leerlingen of werklieden, die hun 21ste levensjaar nog niet bereikt hebben, mag niet meer dan 30 pCt. bedragen van het geheele aantal werkkrachten in dat ambacht aldaar werkzaam. Van 1 Maart tot en met 30 September zal de werktijd hoogstens 10'/2 uur per dag bedragen en gedurende het overige gedeelte des jaars 9 uur. Hieronder is de schafttijd niet begrepen. Des Zaterdags zal de arbeid niet later dan om 1 uur n.m. mogen eindigen. Voor overwerk wordt het loon met 25 pCt. verhoogd, voor nachtarbeid (tusschen s avonds 10 uur en 's morgens 6 uur) met 50 pCt. en voor arbeid op Zon- en algemeen erkende Christelijke feestdagen met 100 pCt. Indien straatmakers, straatmakershandlangers en steenbikkers in stukloon werken, moet dit aldus geregeld worden, dat door den normalen werkman een uurloon behaald kan worden dat ten minste gelijk is aan het standaardloon. Voor de overige categorieën van arbeiders is stukwerk of onder-aanbesteding aan gezellen verboden.

Indien naar het oordeel van de directie de grootte of de aard van het werk zulks vereischt, moet een schaftlokaal geplaatst worden en voor elk tiental arbeiders een zindelijk privaat aanwezig zijn. _ .

Bij stilstand van het werk door ontbreken van materiaal is de aannemer verplicht het volle loon aan de betrokken werklieden uit te betalen, tenzij de aannemer gedurende dien tijd aan die werklieden ander in hun vak passend werk opdraagt, waarvoor het loon betaald wordt, dat zij volgens de bestekbepalingen verdienen. Ditzelfde is van toepassing voor het geval door de directie bepaald wordt, dat tengevolge van de weersgesteldheid in een of meer ambachten niet gearbeid zal worden, echter met deze afwijking, dat het loon dan slechts over eene week uitbetaald moet worden. Bij ziekte van den arbeider is de

1) Zie afl. 1, 1913, bladz i.