Volgens Deensch recht ontvangt de moeder van een onwettig kind van overheidswege de door den vader verschuldigde uitkeering tot onderhoud, indien deze de uitkeering op een door de overheid vastgesteld tijdstip niet heeft uitbetaald. Zij behoudt dit recht na den dood van den vader. De verlaten of gescheiden vrouw heeft ditzelfde recht ten aanzien van de uitkeering tot onderhoud, door den man verschuldigd ten behoeve van de kinderen, uit het huwelijk gesproten, zelfs na den dood van den vader. Een dergelijk recht is echter niet toegekend aan de vrouw, die behoeftig wordt, wanneer zij reeds weduwe is. Aan deze leemte komt het nieuwe ontwerp tegemoet, dat tevens op kinderen van weduwnaars toepasselijk is.

Het ontwerp wil aan kinderen van behoeftige weduwen en weduwnaars een staatstoelage toekennen. Het bedrag wordt bepaald in overeenstemming met de sociale omstandigheden van de(n) betrokkene, evenwel moet het toereikend zijn om het kind een voldoenden levensstandaard te verzekeren, welke niet lager mag zijn dan de gewone ter plaatse waar het kind wordt opgevoed, doch ook niet hooger dan in overeenstemming is met gemiddelde levensomstandigheden. Bij de vaststelling van het bedrag der toelage wordt rekening gehouden met den leeftijd, het loon, de geschiktheid tot arbeiden en het aantal kinderen van de(n) kostwinner van het gezin. De toelage wordt uitgekeerd tot het kind 15, in bijzondere omstandigheden totdat het 18 jaar oud is; zij kan gewijzigd worden naarmate het kind ouder wordt of de geldelijke omstandigheden van de(n) kostwinner van het gezin veranderen. In het laatste geval kan de toelage zelfs ingetrokken worden. Intrekking geschiedt steeds bij hertrouwen en wanneer het kind ten laste van de openbare armenzorg of onder toezicht van den voogdijraad komt.

Deze toelagen worden voor '/3 door den staat en voor 2/3 door de gemeenten betaald.

Duitschland.

(Allemagne.)

Inrichting en werkwijze der arbeidsbeurzen. ')

(.L'organisation et les procédés des offices de placement.)

Mede naar aanleiding van het te Zürich in September 1912 genomen besluit der vergadering van gedelegeerden der Internationale Vereeniging tot bestrijding der Werkloosheid, waarin de medewerking der nationale vereenigingen werd ingeroepen voer een statistisch onderzoek betreffende de arbeidsbeurzen, is door het Kaiserliches Statistisches Amt zulk een onderzoek ingesteld.

Het onderzoek strekte zich uit over de einde December 1912 bestaande arbeidsbeurzen, welke hen, die voor loon hand- of hoofdarbeid verrichten, aan een betrekking trachten te helpen, voor dat doel speciaal zijn ingericht en aanteekening houden van de bewerkstelligde plaatsingen.

De volgende tabel geeft een overzicht voor de jaren 1909 tot en met 1912 van de werkzaamheid der verschillende soorten van arbeidsbeurzen.

i) Erhebung über Arbeitsnachweise im Demschen Reiche nach deni Stande von Ende 1912- Sonder-

beilage zum Reichs-Arbeitsblatte van Juni 1913.