Amsterdam (in werking getreden 1 Juni 1907; 1.1. gewijzigd 16 Juni 1913). Volgens de gewijzigde regeling bedraagt het dagloon thans

Delft en Woerden. Amsterdam.

i u ui. ( na 6 jaren dienst f 2,45 f 2,65 of f 2,45

voor meesterknechts ^ miJnder dan g jïiren dienst _ , 2)35 » 2,55 » » 2,35

Van de werklieden te Delft en Woerden, wier loon wordt geregeld in verband met den leeftijd, zijn de dagloonen (resp. met ingang van 1 April 1912 en 1 April 1913) met f 0,10 verhoogd, terwijl het loon van werklieden van 35—37 jaren te Delft en Woerden en te Amsterdam resp. f 2,— en f 2,10 en van hen van 38 jaar en ouder resp. f 2,10 en f 2,20 bedraagt. Voor 2 werklieden te Delft, belast met machinaal snijden van kleeding worden de loonen met f 0,10 per dag verhoogd, terwijl voor hen, die een betrekking van vertrouwen vervullen, of die werkzaamheden van bijzonderen aard verrichten, de loonen met ten hoogste f 0,10 kunnen worden verhoogd, gedurende den tijd dat zij als zoodanig werkzaam zijn (zie voorts afl. 6, 1907, blz. 39).

Militaire bakkerijen te 's-Gravenhage, Groningen, Breda, Amsterdam en Utrecht (in werking getreden 1 Januari 1907; 1.1. gewijzigd 9 Juni 1909). Volgens het gewijzigde voorschrift is thans bepaald, dat op de dagen, waarop in de militaire bakkerijen door het geheele personeel een arbeidstijd van 10 uren wordt overschreden, zoomede ingeval op Zonen feestdagen door het geheele personeel wordt gewerkt, voor de loonberekening van dat personeel geldt het bepaalde in punt 3 van art. 23 W.R.L. Het loon voor waakdiensten in de militaire bakkerij te 's-Gravenhage bedraagt: f 0,15 per uur dienst op Zon- en erkende Chr. feestdagen van 6 uur v.m. tot 12 uur n.m. en f 0,10 voor de overige uren, waarin die diensten buiten den vastgestelden werktijd van 10 uren worden verricht. (Bij het verrichten van vorenbedoelde waakdiensten is art. 18 ') van het W.R.L. 1909 niet van toepassing.) De overige bepalingen blijven van kracht (zie afl. 6, 1907, blz. 40).

Militaire magazijnen van levensmiddelen in bijna alle garnizoensplaatsen (in werking getreden 1 Jan. 1907). De werklieden bij deze inrichtingen worden aangenomen op dagloon. Het dagloon bedraagt voor vaste knechts: na 12 jaren dienst f 1,90, na 6 jaren dienst f 1,70. Het aanvangsloon bedraagt f 1,50. Deze loonen worden met f 0,20 per dag verhoogd voor vaste knechts te Amsterdam. De werklieden die op 1 Januari 1907 een hooger loon genoten dan hun ingevolge de betrekkelijke bepalingen kon worden toegekend, behouden dat loon, zoolang zij bij de inrichting werkzaam zijn.

Garnizoensmagazijnen van kleeding en nachtleger in bijna alle garnizoensplaatsen (in werking getreden 1 April 1906). De loonen der oppassers van deze inrichtingen zijn onveranderd gebleven (zie afl. 4, 1906, blz. 38).

Magazijnen van het Regiment Genietroepen in verschillende plaatsen (vastgesteld 21 Juli 1905). De loonen van de magazijnknechts worden geregeld in verband met den leeftijd en bedragen op

23—25 jaar f 9,— \

26—28 » » 9,60

29—31 » » 10,20 ) per week.

32—34 » » 10,80 l

35 en ouder » 11,40 ]

Zij kunnen worden aangenomen op een aanvangsloon, lager dan het leeftijdsloon, doch zal dit ten minste f 9,— bedragen. Eene verhooging van f 0,90 per week zal alsdan jaarlijks worden toegekend, totdat het loon vastgesteld voor den leeftijd is bereikt. Bij detacheering wordt een verhooging van f 0,35 per dag toegekend.

Magazijnen van het Regiment Genietroepen in verschillende plaatsen (vastgesteld 21 Juli 1905). Het aanvangsweekloon voor de lijnwerkers is bepaald op f 11,40. Na 3 en 6 jaren dienst ontvangen zij resp. f 12,60 en f 14,40. De vaste lijnwerkers te Amsterdam woonachtig genieten per week f 1,20 meer. Indien het aantal werkuren per week meer dan 60 bedraagt, wordt voor elk meerder uur een bijslag van '/go van het weekloon uitgekeerd. Waakdiensten worden gelijk gesteld met werkdiensten. Wanneer een vaste lijnwerker van Rijkswege in het genot van vrije woning is gesteld, wordt zijn weekloon verminderd met f 1,75. Aan de vaste lijnwerkers wordt (vanaf 1 Juli 1912) eene tegemoetkoming van hoogstens f 75,— in de twee jaar toegekend voor de aanschaffing van dienstkleeding en schoeisel.

Militaire inrichtingen voor biologische reiniging te Ede (vastgesteld 28 December 1909). In het voorschrift wordt bepaald dat het weekloon van f 14—f 16,— moet bedragen. De arbeidstijd wordt door het Hoofd der inrichting bepaald en omvat ook de nachtelijke uren en Zon- en algemeen erkende Chr. feestdagen. Aan het personeel kan het genot van vrije woning worden verleend.

Militaire ziekeninrichtingen (in werking getreden 1 Januari 1907). De werklieden worden aangenomen op dagloon. Het bedraagt voor kleermakers en naaisters te Amsterdam f 1,15,

') Bij gedwongen verblijf in de inrichting gedurende den middagrusttijd zal, wanneer dientengevolge het onafgebroken verblijf aldaar 10 uren zou overschrijden, aan hen, die op uur- of dagloon werkzaam zijn, deswege één uur loon of l/io gedeelte van het dagloon worden toegekend.

8