8e Jaargang.

31 December 1913.

Afl. 12.

MAANDSCHRIFT

VAN HET

CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK.

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

(Het overnemen van artikelen, berichten en andere stukken uit deze publicatie is echter toegestaan met duidelijke bronvermelding.)

NEDERLAND.

(PAYS-BAS.)

Arbeidsmarkt.

(Bulletin du travail.)

Voorloopig overzicht van den stand der arbeidsmarkt in enkele bedrijven in November 1913. ')

Timmerlieden, metselaars en opperlieden. Doordat de werkzaamheden over het geheel bleven afnemen, is de werkloosheid weder eenigermate gestegen. Op enkele uitzonderingen na was zij echter ook nu nog niet van veel beteekenis. Verleden jaar was de toestand beter.

Stukadoors en witters. Evenals in October viel er zoo goed als geen witterswerk te verrichten. In het eigenlijke stukadoorsbedrijf heerschte nagenoeg overal — hier in grootere, daar in geringere mate — slapte. Uit sommige plaatsen werd vrij groote werkloosheid gerapporteerd. De toestand was ongunstiger dan in 1912.

Schilders. De in de vorige maand vermelde vermindering van werkzaamheden hield over het geheel aan en had toeneming van de werkloosheid ten gevolge, welke daardoor in verschillende gemeenten vrij groote afmetingen begon aan te nemen. Nochtans was de toestand minder ongunstig dan verleden jaar.

Lood- en zinkwerkers. De maand November bracht hier en daar eenige achteruitgang, doch in de meeste plaatsen was nog geregeld werk. Werkloosheid kwam slechts sporadisch voor. Verleden jaar was de toestand nog iets beter.

Behangers en stoffeerders. Het aantal plaatsen, waaruit in verband met het seizoen slapte en vermindering van werkzaamheden gemeld werden, was weder grooter dan de vorige maand, doch werkloosheid kwam weinig voor. Dooreengenomen verschilde de toestand zoo goed als niet met dien in 1912.

Heerenkleeding (maat en confectie; geen fabrieken van confectie). Het zachte weder oefende ook in de afgeloopen maand een nadeeligen invloed. In onderscheidene plaatsen maakte de in October ingetreden verlevendiging reeds weder plaats voor slapte, welke hier en daar tot — in hoofdzaak gedeeltelijke — werkloosheid leidde. Daar de confectiewerkers in voorraad kunnen werken, was de toestand voor hen over het algemeen beter dan voor de maatwerkers.

Naaisters- en modistevak (kleeren en hoeden). Over het geheel verminderden de werkzaamheden weder, vooral in de tweede helft der maand. In verschillende plaatsen verliep de seizoendrukte vrij snel door het zachte weder en moest öf tot verkorting van den arbeidsduur öf tot ontslag van seizoenpersoneel worden overgegaan. Verleden jaar was de toestand beter.

Confectiefabrieken voor heeren- en vrouwenbovenkleeding en ateliers van loonconfeciionairs. Slapte, met kortere arbeidsdagen en werkloosheid als gevolgen. Ook hier werd voor een deel de nadeelige invloed van het zachte weder ondervonden. Over het algemeen was er verleden jaar meer werk.

Wasch- en strijkinrichtingen. De werkzaamheden bleven afnemen, een verschijnsel, dat aan dezen tijd van het jaar eigen is. Toch waren er nog enkele verslagen, welke drukte en gebrek aan geschikt personeel meldden.

*) Het definitieve en meer uitgebreide overzicht over de maanden October, November en December betreffende alle bedrijven zal worden opgenomen in de Januari-aflevering.