Werkloosheid en arbeidsbemiddeling:.

Gegevens arbeidsbemiddeling te Soerabaja, Semarang, Ban-

doeng, Batavia. Herplaatsing wachtgelders. Eerste Bandoengsche ingenieurs.

Vakbeweging:. V.V.L. rapport inzake rechtstoestand Indische ambtenaren. Verdere V.V.L. actie. Spoorbond. Vakactie

militairen. Suikerbond. Advies Inlandsche Vakcentrale over

den rechtstoestand. Inlandsche Onderwijzers-congres.

Uit de opgaven) van het Plaatsingsbureau van den Handelsbond te Soerabaja viel aldaar eene, zij liet nog geringe, verbetering in de werkloosheid te bespeuren.

Bijl gemeld bureau daalde n.1. het aantal ingeschreven werkzoekenden van 71 op 1 Maart tot 61 op 24 Mei. Ook te Semarang liep bij het MalaiseCom ité, dat binnenkort zijn werkzaamheden gaat beëindigen, het aantal ingeschrevenen terug van 46 op uit. Februari tot 34 op uit. April. Uit het jongste jaarverslag van dit comité moge nog worden aangehaald, dat het gehalte der zich aanmeldende personen daalde na,armate het jaar verstreek. Het bleek, dat het ontslag op grolote schaal, vooral op de handelskantoren, tot stilstand was gekömen, zoiodat aan het einde van 1923 het grootste gedeelte der nog overgebleven door de malaise getrolfenen behoorde tot de zwakken, die nui eenmaal altijd in den stryd om het bestaan het slachtoffer wonden. Met de ,a.s. beëindiging zijner werkzaamheden wil het Comité echter geenszins beweren, dat er in1 het geheel geen malaise meer zon zijn, doch slechts dat er naar de ondervinding van het Comité thans in Indië voldoende gelegenheid tot plaatsing is voor volwaardige werkkrachten, welke gelegenheid in den werkelijken malaise-

tijd niet voldoende bestond. x)

Waarschijnlijk als gevolg van de verbeterde werkwijze der Bandoengsche arbeidsbeurs, die sedert eenige maanden onder een) afzonderlijken leideï kwam te staan', viel aldaar een beduidende stijging van. het aantal werkzoekenden te constateeren; deze bedroeg n.1. 204, 285 en 375 op resp.

28 Maart, 16 April en 16 Mei.

Bij de Bataviasche arbeidsbeurs stonden op uit. Maart, April en Mei resp. 62, 56 en 54 werkloozen ingeschreven, hoofdzakelijk Inlanders.

Het aantal plaatsingen door! het Malaise-Comité te bemarang, en de Arbeidsbeurzen te Bandoeng en Batavia bedroeg in Maart, April en Mei resp. 0, 6, 0; 0, 11, 12 en 1, 1, 1.

Door de Regeering werden nieuwe instructies verstrekt nopens de herplaatsing van niet in werkelijken dienst zijnde landsdienaren; in herinnering werd hierbij gebracht dat geen nieuwe ambtenaren in dienst mogen worden genomen zoolang voor die betrekkingen geschikt geachte wachtgelders of op nonactiviteit gestelde landsdienaren beschikbaar zijn, waarbij geen nöodeloos hooge eischen mogen worden gesteld. 2) Aan den anderen kant werden den Departementshoofden nadere opgaven gevraagd van landsdienaren, die reeds aanspraak op maximum pensioen hebben verkregen, waarbij geen uitzondering meer gemaakt werd voor diensten, die geen overcompleet hebben 3), zoomede van nog in tij del ijken dienst zijnde gepensionneerde ambtenaren, wier pensioen in totaal ± 1° meer 's jaars bedraagt. 4) Ten behoeve van1 de eerste ingenieurs der technische Hoogescliool te Bandoeng werd den verschillenden diensthoofden verzocht bij aanstelling van personeel — ook in met-technische betrekkingen — met de belangen van bedoelde ingenieurs zooveel mogelijk, uiteraard met inachtneming van de aanspraken van anderen op plaatsing of herplaatsing in landsbetrekkingen, rekening te willen houden. 5)

In de afgeloopen periode werd de voorzitter van den Cultuurbond, G J. van Lonkhuijzen, door de Eegeering benoemd tot lid van den nieuwen Volksraad; deze benoeming werd van vakvereenigingszijde algemeen met instemming begroet als een erkenning vaii overheidswege van de belangen der Indische werkgeversgroep.

De Schakelcommissie uit bet Verb. van Landsdienaren, welke sedert permanent werd verklaard, kwam gereed met baar verslag en prae-advies nopens de door de Begeeringscommissie ontworpen regeling van den rechtstoestand der Burgerlijke Ambtenaren in Ned.-Indië. Van de door de Alg. Vergadering van het V.V.L. in 1923 naar voren gebrachte urgentiepunten, n.1. 1. het georganiseerd overleg, 2. het beroep, 3. de straffen, meende de Schakel-commissie een regeling van „het beroep" als meest urgent te moeten beschouwen. Voorts meende de commissie, evenals dit

1) Locomotief, 17 Maart 1924. . T

2) Circ. G. S„ 31 Maart 1924, no. 788/11 A I.

3) Circ. G. S., 9 Mei 1924, no. 1105/111 A I.

4) Circ. G. S„ 10 Mei 1924, no. 1130/III A I.

5) Circ. G. S., 22 Mei 1924, no. 1214a/III A X.