den Rijksdienst en de Nederlandsche Arbeidsbeurs te Oberhausen weder een aantal veenarbeiders in de Duitsche veenderijen zijn gaan werken, wat een tijd lang- niet mogelijk is geweest.

De toestand in de turfstrooiselfabrieken bleef ongunstig en was einid Juni niet beter dan een jaar geleden. Als gewoonlijk in dezen tijd van het jaar, nam de vraag naar het artikel geleidelijk af. Voor leveringen naar Engeland noemde -men de prijzen nog steeds verliesgevend. De verslagen bleven dan ook werkloosheid aanwijzen.

De berichten over de werkgelegenheid in verscheidene ondernemingen der Metaaimetaalindu'strie wijzen op min of meer verbetering. Bood dan ook de " usre' toestand over het geheel niet meer zulk een ongunstigen aanblik als in het tweede kwartaal van het vorige jaar, dit neemt intusschen niet weg dat in het algemeene «beeld van deze bedrijfsgroep toch nog altijd vele en niet zelden diepe sporen van den ongunst der tijden aanwezig waren, Talrijke fabrieken (in sommige branches meer, in andere minder) kostte het nog immer veel moeite om, zelfs voor beperkte capaciteit, de noodige orders te verkrijgen, terwijl uit werkgeverskringen nog bij voortduring menige klacht werd vernomen over onbevredigende prijzen. Een idoor de directie eener groote onderneming te Amsterdam noodzakelijk geachte loöns- en tariefsverlaging heeft aldaar geleid tot een werkstaking, welke begin Mei uitbrak en tot 10 Juli geduurd heeft, terwijl inmiddels ook aan enkele fabrieken elders conflicten van] kleineren omvang ontstonden, omdat gezellen geen zgn. besmet werk wilden verrichten!.

De voormelde toeneming der werkgelegenheid kwam niet alleen tot uitdrukking door een geleidelijke vermindering der werkloosheid, doch tot op zekere hoogte ook door een toegenomen aantal berichten over liet niet of moeilijk verkrijgbaar zijn van verschillende categorieën prima geschoolde arbeiders, die onder het toch nog altijd vrij groote overschot van werkkrachten vaak niet te vinden zijn. Zulk een te gering aanbod van geschoolden was o.a.

hier en daar merkbaar in den scheepsbouw, de machinefabricage en de constructiewerkplaatsen, in welke bedrijfstakken weliswaar verscheidene fabrieken' min of meer belangrijke orders verkregen, maar over het geheel toch nog niet de vroegere bedrijvigheid was teruggekeerd en zich in den loop van dit kwartaal ook nog wel gevallen van inkrimping heibben voorgedaan. Ook de mededeelingen over de ijzergieterijen wijzen in liet algemeen nog niet op een vlotten gang van; zaken, zij het ook dat er ondernemingen waren met voldoende of ruimschoots werk. Enkele staalgieter ij e n rapporteerden stationnaire of nog toegenomen slapte, doch geen verdere afneming van het reeds vroeger ingekrompen personeel. Het tot heden afgebouwde deel (nl. 1 hoogoven, 1 cokesbatterij en bijbehooren) van het bedrijf der Kon. Nederl. Hoögqvens en! Staalfabrieken werkte op volle capaciteit; van tijd tot tijd konden wij belangrijke aantallen1 losse arbeiders gezet wol-den aan tijdelijke werkzaamheden, doch nog maar bij uitzondering werd eenig geschoold personeel gevraagd. In de emailleerfabrieken was de toestand tamelijk ongelijk: wel ■constateerden enkele berichtgevers grooteren afzet en was hier en daar voldoende werk, maar elders ondervond men nog slapte (geen volle capaciteit en-of-werken in voorraad) en bleef men klagen over coïicurrentie van omliggende landen. De fabricage van blikverpakking kenmerkte zich door een bevredigende bedrijvigheid.

Deels had men tamelijk veel moeite om genoeg jeugdig of vrouwelijk personeel te bekomen, een verschijnsel dat zich o.a. ook in! de capsulefabric a g e wel heeft voorgedaan. In de fabricage van draadnagels, klinknagels, sp ij kers, schroefbouten en moeren heeft een deel der fabrieken in dit kwartaal meer personeel aangenomen (in sommige zelfs drukte, ook door exportorders). Anderdeels werd weliswaar geen ontslag van arbeiders gemeld, maar wees men op den nadeeligen invloed van verschillende factoren, zooals: buitenlandsche concurrentie, vooral van Duitschland; onbevredigende export naar Engeland; meer vraag naar lichtere klinknagels dan vroeger, wat nadeelig is op de algemeene onkosten doordat in gewicht te weinig wordt omgezet. Volgens een rapport over de ketting- en arikerfabricage hield de reeds in het vorige kwartaal merkbare verlevendiging aan, maar was er nog geen reden om meer personeel aan te zetten. Ook in de brandkasten'fabricage begon wat meer leven te komen, hetgeen blijkt uit eenige uitbreiding van vroeger sterk ingekrompen personeelen. Een