Te Zwolle heerschte zij vooral in zekere buurten buiten de Kamperpoort, meer bepaaldelijk in het zoogenaamd Frankenhof, een geheel met woningen ombouwd pleintje, met een greppel vol vuil water, zonder afwatering, en waar zich het plaveisel en de privaten in ellendigen toestand bevonden.

In 19 gemeenten kwamen sterfgevallen aan aanhoudende koortsen voor, ten bedrage van 30 , tegen 45 in 1882. De meeste (4 en 3) kwamen voor te Olaemarkt en te Oldenzaal, waar geen gevallen van typhus werden aangegeven, alsmede te Zwolle, waar 3 personen er aan overleden.

(•rollingen. In 27 gemeenten dezer provincie kwamen 101 gevallen van typhus en febris typhoidea voor. De gemeente Groningen had daarvan 46 , terwijl in de 25 ander gemeenten dus slechts 54 te zamen zich voordeden.

Volgens de sterftestaten overleden 50 persoüen aan genoemde ziekten , waarvan 16 te Groningen. In deze gemeente overleden in verloop van 5 dagen, 6 personen, allen lijdende aan vlektyphus. Deze waren alle afkomstig uit eene woning, waarin een 20tal bestedelingen van het burgerlijk armbestuur, onder dak waren gebracht.

De inspecteur verzocht den burgemeester onverwijld de noodige maatregelen van reiniging, ontsmetting en persoonsverplaatsing te nemen. Bij hunne opneming in de barak bleken deze lijders in hooge mate van onreinheid te verkeeren, betgeen bij het burgerlijk armbestuur niet bekend scheen te zijn.

Ook patienten uit andere gedeelten der stad werden in de barak opgenomen. In een der werkhuizen te Groningen, kwamen kort na elkander 3 gevallen van typhus voor. Ook deze werden in de barak verpleegd. Te Haren, nabij de stad kwamen eenige gevallen voor, van daar werd de ziekte door eene dienstmeid overgebracht naar Hoogkerk.

Van de 3 lijders in één gezin onder Haren, overleden er 2.

In Oldehove schreef men het ontstaan der ziektegevallen van febris typhoidea toe aan het drinken van slecht slootwater.

Te Veendam overleed eene moeder aan typhus, die haren zoon, aan die ziekte lijdende, had opgepast. Eene woning waarin de ziekte ook voorkwam , was slechts 3 meters verwijderd van een sloot, waarin faecaliën en ander vuil ronddreven; hier was de vorm ileotyphus.

Te Noordbroek werd de ziekte overgebracht uit Appingedam. Hier hadden 2 onteigeningen plaats ter zake van typhus. Te Scheemda bepaalde zich de ziekte tot één geval.

Drenthe. Uit 21 gemeenten in Drenthe kwamen berichten aangaande typhus of febris typhoidea.

De meeste gevallen kwamen voor te Coevorden (16), voorts te Borger 13 in 8gezinnen, te Hooge veen 10 en te Dalen 8, in 2 gezinnen. Het gezamenlijk aantal heeft ongeveer 90 bedragen. Daarvan overleden 37 lijders, verdeeld over 17 gemeenten , namelijk : 9 te Odoorn , 6 te Hoogeveen, 3 te Coevorden en 3 te Meppel.

In 7 gemeenten kwamen 11 sterfgevallen voor aan «aanhoudende koortsen", waaronder 3 te Norg. In 1882 bedroeg dit aantal 16 in 10 gemeenten.

Limburg. In Limburg trad typhus slechts sporadisch op.

Vele der gevallen van typhus werden aangebracht uit Luik , ze droegen allen het karakter van febris typhoidea.

De volgende gevallen dezer ziekte werden aangegeven t