door hem bedrogen te ziin, aan de inquisitie overleverde. De dichter laat den wijsgeer een trouwe aanhangster vinden in de jeugdige gemalin van den graaf, en de Jezuiet Lorini vindt hierin een welkome gelegenheid om den zoogenaamden verleider bij den graaf in verdenking te brengen die dan zweert zich bloedig te zullen wreken. Onder het masker van vriendschap drijft de graaf zijn gast tot het verwekken van een volksgeloop om een slachtoffer der Jezuieten te redden. De kamerdienaar Paolo heeft den vader zijner bruid, den ouden Petrucci, die in vroeger jaren uit een klooster ontvlucht was, aan de Jezuieten verraden. Petrueci's dochter ziet vooruit welk ongelukkig lot haren vader wacht en doorsteekt op het Marcusplein te Venetië den verrader, waarna ze zich zelve doodt. Bruno ziet in dat alles het werk der Jezuieten, kiest partij voor den ouden Petrueci die gevangen zai genomen worden, en roept de hulp van 't voik in. Dit tooneel eindigt hiermede dat Bruno den index der verboden boeken voor de Marcuskerk verbrandt — het einde is zijn gevangenschap in den kerker der Jezuieten.

De groote waarde van 't gedicht ligt in de teekening van het karakter van den wijsgeer. De woorden die de dichter hem in den mond legt grijpen onwillekeurig aan, wekken groote gedachten op.

Zuik een drama behoort overal en aan allen bekend te zijn. Laten Vrijmetselaren er 't hunne voor doen, dat dit geschiedt.

Zedelijke hoogheid.

In het Weekblad van het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde van 18 Augustus vonden wij ! t volgende schrijven van den Amsteraamschen Hoogieeraar Korteweg.

Amsterdam 15 Augustus 1900.

„Amice Straub!

Den isten Juni 11. ontving ik een schrijven van den Voorzitter van het Royal College of Surgeons of England. Mac Cormac. Het voornemen bestond mij. bij geiegen'neid van het eeuwfeest van dat college Honorary Fellow te maken. Ik zou daarvoor den 2Óen Juli peisooniijk te Londen moeten komen en werd verzocht zoo spoedig mogelijk te meiden of ik daartoe bereid was.

Den ioden Juni heb ik geantwoord, „dat ik de bedoeling welke tot die uitnoodiging geleid had, op hoogen prijs stelde en dat ik mij persoonlijk door die onderscheiding ten zeerste gestreeld gevoelde, maar dat ik tot mijn spijt in deze tijden aan geen feestelijke bijeenkomst te Londen kon deelnemen, omdat de handelingen van het Engelscne Gou-