storten, hetzij in de gemeentekas, hetzij bij een bankinstelling ten , ■enoMe van het Bemeentebestuur. |

" TeiTeinde eens na te gaan boe tee aangelegenheid sindsdien in de practijk geregeld is, hebben wij ons in het najaar van 1933 gewend tot een 27-tal besturen van grootere gemeenten en hierover inlichtingen verzocht. Door 24 gemeenten werd aan ons verzoek voldaan. Het waren Alkmaar, Amersfoort, Amsterdam, Arnhem, Bussum, Dordrecht, Enschede, Gouda, 's Gravenhage, Groningen, Haarlem, Helmond, ’s Hertogenbosch, Hilversum, Leeuwarden, Leiden, Nijmegen Rheden, Rotterdam, Utrecht, Velsen, Vlaardijl®|*, Zaandam en Zwolk. _

I In al deze gemeenten is het regel, dat de bouwvereenigingen haar overtollige kasgelden storten hetzij bij den gemeente-ontvanger, hetzij bij den gemeentelijken girodienst, hetzij bij den gemeentelijken dienst, die in het bizonder met het toezicht op het beheer der vereenigingen is belast. _ |

In vele gemeenten is voor de vereeniging hiertoe de verplichting opgenomen in de voorschotacte. In andere gemeenten berust de storting op een vrijwillig door de Vereenigingen met de gemeente aangegane overeenkomst. In weer andere gevallen heeft het gemeentebestuur hiertoe eenvoudig een verzoek gericht tot de vereenigingen en hebben deze laatste aan dit verzoek gevolg gegeven. In enkele gemeenten is nauwkeurig bepaald welk deel van haar inkomsten een vereeniging verplicht is te storten. Te Amsterdam is dit in het algemeen gesteld op 80% van de ontvangen huren, te Haarlem op 8o a 90°o- Te ’s Gravenhage, Velsen en Zwolle is bepaald dat de vereenigingen een bedrag van respectievelijk ƒ300.-, ƒ5OO.- en ƒlOO.- onder haar berusting kiinnen houden voor loopende uitgaven. Sommige gemeenten schrijven voor dat de vereenigingen elke maand tenminste i; 12 deel van de verschuldigde annuïteit moeten storten. Soms is ook voorgeschreven dat alleen bedragen van ƒ 100.- of veelvouden daarvan mogen worden gestort. I

Belangrijk is de vraag, welke rente de vereenigingen ontvangen voor haar op deze wijze belegde gelden, en welke rente zij hebben te betalen voor eventueele debetsaldi op haar rekening bij de gemeente. Hieromtrent vermelden wij een aantal bizonderheden. Wij merken hierbij op dat de ons gedane mededeelingert als regel dateeren van September/October j.l. en dat het mogelijk is dat hier of daar sindsdien eenige verandering in de rente-percentages is gebracht. J

Te Alkmaar wordt de rente halfjaarlijks door B. en W. vastgesteld. Over het eerste halfjaar van 1933 bedroeg zij voor creditsaldi 4% en voor debetsaldi 3!%. Te Amsterdam bedraagt de rente voor door de vereemgingen op haar verplichte rekening bij het gemeentelijk girokantoor gestorte bedragen momenteel 2j %• |

Te Arnhem vergoedt de gemeentelijke stortingsdienst, bij wien de vereenigingen haar overtollige kasgelden moeten storten, over het creditsaldo een rente van 3 “ó- ... De rente, welke de gemeente Dordrecht vergoedt of in rekening brengt, houdt verband met de rente, welke de gemeente zelf ontvangt bij credit-stand harer rekening bij de Bank of moet betalen bii debet-stand. _ .

“■'tV Enschede is de te vergoeden rente gelijk aan die, welke de Bank voor Nederlandsche Gemeenten aan de gemeente vergoedt voor creditsaldi. _J

Te Gouda wordt de rente telkenmale vastgesteld, rekenitig houdende met de rente, welke in het algemeen voor z.g. kort geld wordt vergoed. J

Te Groningen wordt de rente Jg regel gesteld op de ppcentages, naar welke aan de gemeente zelve door de bankinstellingen, met welke zij in rekening-courant staat, rente in rekening wordt gebracht, resp. wordt |

Te Haarlem bedraagt de door B. en W. vastgestelde rente voor creditsaldi 3% en voor debetsaldi 4 %. De gemeente Helmond berekent over de saldi dezelfde rente en provisie als zij in rekening-courant m.et haar bankinstelling verschuldijd is of ontvangt. ..

De gemeente ’s Hertogenbosch vergoedt over credit-saldi een rente, welke i % lager is dan het promesse-disconto der Nederlandsche Bank tot een maximum van 4V4 %• Over debet-saldi berekent zij een rente, welke 3 4 % hooger is dan het promessedisconto. I

Te Hilversum wordt over de saldi een rente vergoed van 3 %. Te Leeuwarden is de rente gelijk aan die, welke de gemeenti ontvangt van of betaalt aan den bankier, waarmede zij in rekenmgcourant staat.

De gemeente Leiden vergoedt over het saldo der door den gemeente-ontWgr te houden deposito-rekeningen een rente, welke

% lager is dan het promesse-disconto van de Nederlandsche Bank.

,i ■ j r> wr Te Nijmegen wordt de rente na afloop van elk jaar door r>. en W. vastgesteld. Over 1932 bedroeg zij voor credit-saldi 2 %> voor debet-saldi %.

Te Rotterdam lÉömt rentevergoeding overeen met die, door de gemeente zelve in rekening-courant genoten. Te Utrecht is de rentevergoeding voor credit-saldi lager dan die voor debet-saldi. Telkenmale, wanneer daartoe aanleiding bestaat, wordt het rentepercentage herzien. j

Te Velsen wórdt de rente aan let einde van elk jaar door B. en W. vastgesteld, waarbij de percentages van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten als maatstaf worden aangenomen. Te Zaandam, waar de vereenigingen storten bij het gemeentelijk girokantoor, gelden ten van de rentevergoeding de gewone bepalingen voor rekeninghouders* De rente bedraagt daar i.Bo %.

Te Zwolle wordt de rente aan het begin van elk kwartaal door B. en W. vastgesteld. Zij wordt voor de credit-saldi gelijk gMteld met de rente, vergoed door den gemeentelijken stortingsdienst, voor de debet-saldi met die, verschuldigd voor debet-saldi in rekenine-courant bij de Nederlandsche Bank.

In verschillende gemeenten is bepaald dat over door de vereenigingen gestorte gelden alleen kan worden beschikt met machtiging van het gemeentebestuur. Hiermede besluiten wij dit overzicht.

J. B.

VERHURING VAN WONINGEN

De gezamenlijke woningbouwvereenigingen te Hoorn hebben besloten voortaan geen woningen meer te verhuren aan gegadigcten, die niet in het bezit zijn van een bewijs van den Directeur der Gemeentereiniging, waarin wordt verklaard dat de door hen te verlaten woning vrij is van wandgedierte.

BIJEENKOMSTEN

De afdeeling Groningen van den Nationalen Woningraad hield op Zaterdag lo Maart j.1., te Groningen een ledenvergadering. Aanwezig de heer Bommer van het Hoofdbestuur. Van het bestuur der afdeeling waren ter vergadering de heeren Iwema Bakker, Stinissen, de Jonge, Kalk en Koerts; terwijl 38 afgevaardigden 23 bouwvertemgiafen vertegenwoordigden^

De heer Iwema BaklTer leidde de vergadering. In zijn openingswoord heette hij alle aanwezigen van harte welkom, bracm hulde aan de nagedachtenis van den oud-vooizitter, den heer Eversen, die bijzonder veel heeft gewerkt in het belang der volkshuisvesting en sprak den wensch uit voor het algeheel herstel van den voorzitter, den heer Meihuizen. Tevens deelde hij mede dat de heer Stimssen om gezondheidsredenen het secretaris-penningmeesterschap had neergelegd en dat de heer Koerts bereid is gevonden dit voorloopig op zich te nemen.

“Het jaarverslag, dat opgesteld was en uitgebracht werd door den heer Stitiissen, memoreerde het overlijden van den heer Eversen. Tevens werd herinnerd aan het congres van den Woningraad, dat in den zomer 1933 te Groningen is gehouden. Ten slotte werd gewezen op de moeilijke tijden, die vele bouwvereenigmgen doormaken. I

Op voorstel van den voorzitter keurde de vergadering het verslag goed, waarna de heer Bakker den samensteller een woord van hartelijken dank bracht voor het uitgebreide en nauwkeurige verslag. Den penningmeester werd décharge verleend over zijn gehouden beheer. De exploitatie-rekening sloot met een nadeelig saldo van ƒ 266.72, wat een gevolg was van de bijdrage ad ƒ 350.- voor net congres. Het bezit der afdeeling bedroeg i Januari 1934: ƒ850.-. De heer Rugge werd als bestuurslid hejkpzen. |

De voorzitter deelde mede dat het in de bedoeling van het bestuur ligt in den loop van den zomer nogmaals een vergadering te houden ter behandeling van den beschrijvingsbrief yan het congres. Het bestuur denkt er over deze bijeenkomst te Delfzijl te houden. De vergadering hiermede

Nadat nog géiJiscussieerd was over de aansluitirig van woningen op de Provinciale waterleiding en over de activiteit van het atdeelingsbestuur in verband met de wijziging der hield de secretaris van den Nationalen Woningraad, de he» Bommer, een inleiding over het onderwerp: „De wijziging van de Woningwet en de hurenpolitiek der Regeering. Verschillende afgevaardigden stelden na afloop vragen, weUK door den inleider werden beantwoord.