grondwerk, metselaars, timmerlieden, schilders, metaalbewerkers, stucadoors, opzichters en teekenaars. Bepaalde groepen als metselaars, schilders en metaalbewerkers zullen op gezette tijden door een kundig vakman worden geïnstrueerd. lederen dag zal het hoe en het waarom van het werk van den afgeloopen dag en dat van den komenden worden besproken. Jeugdige opzichterteekenaars kunnen den opzichter assisteeren. De teekenaars zullen alle detailteekeningen op het werk zelf vervaardigen.

De werkwijze, de methode van opbouw, kortom de geheele gang van zaken dient gelijk te zijn aan dien op ieder ander normaal werk. Op tijd beginnen, op tijd eindigen, orde en discipline in den waren zin des woords moeten heerschen. Niet de militaire tucht van het arbeidsdienstkamp, maar de vrij willig aanvaarde discipline van een goed geordende arbeidsgemeenschap.

Over het sociale nut van dit werkobject, de derde voorwaarde, schreven wij reeds in den aanvang van dit artikel, waar wij het ontbreken van behoorlijke huisvesting voor Ouden van Dagen een socialen nood noemden. De beteekenis der aanwezigheid van sociale nuttigheid behoeft men geenszins te onderschatten. Nu geen aanleg meer van een electrische leiding, die den volgenden dag weer afgebroken moet worden, geen gemetsel van een muurtje, dat toch weer gesloopt wordt, geen vuilnisbakken timmeren of papiermanden fabriceeren, maar het optrekken van iets, dat van blijvenden aard is. Onder hun naar arbeid dorstende handen zien de werklooze jongeren een huizencomplex verrijzen, dat bovendien nog beoogt den nood der Ouden van Dagen te lenigen. Een sympathiek doel, dat zelfs den onverschilligsten bouwarbeider niet onberoerd zal laten.

Het is juist deze psychische factor, die in zooveel arbeid voor jeugdige werkloozen ontbreekt. Het komt ons voor dat juist dit moreele element voor de geestkracht der jonge arbeiders van de grootst mogelijke blijvende beteekenis zal zijn. Hierdoor is tevens aan de voorwaarde in_punt d. genoemd voldaan.

Dat de woningbouwvereeniging „Arnhem" ook in dit opzicht alle ernst betracht, blijkt wel uit het verheugende feit, dat de medewerking is gevraagd en reeds verkregen van een bekend psycholoog, Dr. Valkema-Blauw, die de jonge arbeiders nauwkeurig zal observeeren. Zijn bevindingen kunnen van groot wetenschappehjk belang worden.

Blijvende geestelijke waarden zullen aangekweekt worden door bevordering der zoo hoog noodige kameraadschap en onderlinge solidariteit. Eén der middelen daartoe zal zijn het houden van gezamenlijke broodmaaltijden, die na afloop der morgenwerkuren op kosten der bouwvereeniging plaats vinden.

Van moreele waarde is ook de ontwikkeling, die bijgebracht en de ontspanning, die den jongelui geboden zal worden. Cursussen van algemeenen aard en speciale vakcursussen zullen gehouden worden. Daarvoor komen in aanmerking cursussen over sociale wetgeving, veiligheidswet, eerste hulp bij ongelukken, architectuur, enz. Deze cursusmiddagen kunnen eventueel op regendagen plaats vinden. De ontspanning zal in hoofdzaak gezocht worden in excursies naar timmerfabrieken, groote werken, bruggenbouw, steenovens, betonfabrieken, lichtfabrieken, enz.

Van de practische uitwerking van dit arbeidsplan voor

jeugdige werkloozen valt in hoofdzaak te vermelden dat de jonge arbeiders een vergoeding krijgen van ƒ 3.- per week, die na verkregen toestemming van den Minister van Sociale Zaken niet van het steunbedrag der werklooze ouders zal worden afgehouden. Speciale voorzieningen ten opzichte van de Ongevallenwet moeten worden getroffen.

Alle hoofdbesturen van de bij dit werk betrokken moderne vakbonden hebben zich met deze wijze van uitvoering accoord verklaard.

De plannen voor de zes woningen zijn ontworpen door den Amsterdamschen architect Jan Gratama. ledere woning zal bevatten een voorkamer, een slaapkamer, een keuken en uitgebouwde bergplaats, alles op den beganen grond, alsmede een reserve-slaapkamer op zolder. Voor de woningen wordt een groote gezamenlijke voortuin van 12 meter diepte aangelegd, die door de vereeniging zal worden onderhouden.

De stichtingskosten zijn geraamd op/12.000.-. De Arnhemsche gemeentespaarbank heeft een eerste hypotheek toegezegd, het gebouwenfonds van het N.V.V. verstrekt een tweede hypotheek van ƒ3000.-, terwijl de rest van het benoodigde kapitaal gevonden wordt uit een 3 % obligatieleening, die reeds zoo goed als volteekend is. De aflossingen op de tweede hypotheek en de obligatieleening worden gefourneerd uit eigen middelen, zoodat deze niet ten laste van de exploitatie komen. Dit wordt dus een renteloos voorschot. De rentevermindering komt in de toekomst huurverlaging ten goede. Voorloopig zullen de huren der woningen, die in het centrum van de stad komen te liggen, ƒ 3.50 per week bedragen.

JJe wonmgbouwvereeniging „Arnhem” laat dit werk uitvoeren om aan te toonen dat een in alle opzichten verantwoorde werkverschaffing aan jeugdige werkloozen mogelijk is. Daar het dus in de eerste plaats een experiment geldt, heeft men opzettelijk nagelaten de hulp van de overheid in te roepen. Zoodra echter het bewijs geleverd is dat met deze wijze van hulpverleening gunstige resultaten behaald kunnen worden, zullen ongetwijfeld meerdere plannen volgen.

Een prachtige taak is hier voor de woningbouwvereenigingen weggelegd. Bijna dagelijks komen de bestuurders der woningbouwvereenigingen met de gevolgen der werkloosheid in aanraking. Geen wonder dan ook dat meerdere woningbouwvereenigingen, waarbij ook „Arnhem” zich niet onbetuigd liet, reeds jaren geleden getracht hebben eenige leniging in den nood te brengen door het laten verrichten van extra-schilderwerk in de wintermaanden.

Wel komt de bouwvereenigingsbestuurder met de gevolgen der jeugdwerkloosheid minder direct in aanraking, doch dat neemt niet weg dat als er op dit gebied wat gedaan kan worden, de woningbouwvereenigingen niet achter mogen blijven.

De materiëele en moreele nood der jonge werkloozen stijgt met den dag. Wij behoeven slechts te verwijzen naar het prachtige boekje van Willy Hartdorf en de brochure van het N.V.V., waarin de rede van Noordhoff op het congres „Jeugd in Nood” is opgenomen.

Allen, die het wel meenen met Neerlands jonge generatie, behooren de hand aan den ploeg te slaan. De woningbouwvereenigingen kunnen hierbij in de voorste gelederen staan. Om dat aan te toonen zal „Arnhem” de zakelijke leiding van den bouw der zes