lfnmpn hii de arrondissementsrechtbank. Tegen de2er| beslissing staat geen hoogere voorziening open.

'Verzoeken ten aanzien van vorderingen, voortvloeiende uit overeenkomsten, gesloten na i September i935> zoomede verzoeken ten aanzien van hypotheken op landelijke eigendommen zijn niet-ontvankelijk. Is de uitwinning reeds aangeyangen voor de inwerkingtreding van de wet, dan kan de schuldenaar alsniOlE binnen veertien dagen na den dag der inwerkingtreding een verzoek indienen.

Intrekking van de geheele regeling, zoodra de omstandighedjß toepassing niet meer noodzakelijk maken, uiterlijk voor i JanMlß igjiB, wordt in het vooruitzicht gesteld.

Bij het afdeelingsonderzoek van het ontwerp in de Tweede Kamer bleken sommige leden, van ingrijpen in verhoudingen afkeerig, de indiening te betreuren. Zi) vroegen nadere inlichtingen over den omvang van de opzeggingen van hypotheken. Andere leden, die minder bezwaar hadden, achttien de taak, welke het ontwerp aan den rechter opdraagt, met des rechters, omdat hij hier geen scherp omhjnde bepalingen zal hebben toe te passen, maar zonder vasten maatstaf belangen moet afwegen. Men wees in dit verband op de bepaling, welke den rechter afwijzing van een verzoek om uitstel of wijziging van aflossingsplichten voorschrijft, indien „er andere omstandigheden zijn (behalve de belangenverhouding van partijen), welke inwilliging onredelijk zouden maken”. Hierdoor immers wordt een vrijwel onbegrensd gebied in het rechterlijk oordeel betrokken. Daarom werd aangedrongen op nadere preciseering van de wette lijke normen, welke de rechter bij de beoordeeling van verzoekschriften in acht moet nemen. Sommige leden meenden dat het de voorkeur verdient het deskundig element een grootere rol in de beslissingen te geven, waarbij gedacht werd aan een college in den trant van de vroegere huurcommissies._

Sommige van de vele leden, die zich met de strekking van het ontwerp konden vereenigen, achtten de beperkende voorwaarden zoo bezwarend, dat het ontwerp huns inziens van zeer geringe praktische beteekenis is. Overigens laat de tekst van het ontwerp, aldus enkele leden, ruimte voor de meening, dat de rechter bevoegd zal zijn de gewijzigde tusschentijdsche aflossing voor de toekomst tot minder dan i‘’„ te beperken. Uit den kring van degenen, wien het ontwerp niet ver genoeg ging, werd de wenschelijkheid bepleit van het overnemen der hypothecaire crecheten, waar noodig, door een Rijksvoorschotbank of een met Rijksgarantie werkende instelling, waartegen anderen bezwaar nmkten met het oog op de financiëele gevolgen voor den Staat. Voorts werd door sommigen gewezen op het gevaar, dat crediteuren, die reeds een groote toegeeflijkheid betrachten, de nieuwe wet als norm zullen gaan beschouwen en daardoor minder soepel zullen worden, een gevaar, dat anderen leden praktisch niet groot scheen.

" Van verschillende zijden werd betoogd dat de overweging, welke leidt tot maatregelen ten opzichte van hypotheraire vorderingen, zonder onderscheid geldt ten aanzien van alle vorderingen. Sommige leden zagen dan ook in het ontwerp een streven om door hypotheek gedekte vorderingen achter te stellen bij andere, hetgeen echter door andere leden werd gebilhjkt, onredelijke executie door concurrente schuldeischers door het aanvragen van surseance van betaling kan worden ontgaan, een oplossing, welke ten aanzien van hypothecaire vorderingen met werkt. I

Verscheidene leden tenslotte wezen erop dat de hier voorgestelde voorzieningen in sommige opzichten afwijken van die, vervat in het wetsontwerp tot verlaging van vaste lasten en huren.

WONINGBOUW MET OVERHEIDSSTEUN BUITEN DE WONINGWET OM

De gemeenteraad van Hilversum besloot aan een woningbouwvereeniging aldaar een voorschot te verkenen van ten hoogste ƒ 231.850 voor den bouw van 73 woningen.

WONINGCOMMISSIES

Bij het afdeelingsonderzoek in den gemeenteraad van Amsterdam van de begrooting-1936 werd de opmerking gemaakt dat het tempo der onbewoonbaarverklaringen kan worden bevorderd door de instelling van een woningcommissie, als bedoeld in art. der Woningwet. In verband hiermede werd gevraagd of B. en W. bereid zijn bij de Regeering aan te dringen op uitvaardiging van

een algemeenen maatregel van bestuur, welke ten aanzien van de woningcommissies de noodige voorschriften geeft. In hun antwoord deelen B. en W. mede dat de wijziging van de Woningwet, waardoor de taak, welke de gezondheidscommissies bij de voorbereiding van onbewoonbaarverklaringen vervulden, is opgedragen aan den Inspecteur van de Volksgezondheid, inderdaad een vertragenden invloed op den gang der onbewoonbaarverklaringen heeft gehad. Op hun schrijven aan den Minister van Sociale Zaken, waarin B. en W. aandrongen op een algemeenen maatregel van bestuur in zake de woningcommissies, heeft deze Minister op 17 September geantwoord, „dat de Regeering met het oog op de tijdsomstandigheden voorloopig geen vrijheid kan vinden gebruik te maken van de bevoegdheid tot het uitvaardigen van een Koninklijk Besluit te dezer zake".

INTERCOMMUNALE GEZONDHEIDSDIENST

In een op initiatief van de Zuidhollandsche vereeniging het Groene Kruis gehouden vergadering is in beginsel besloten tot de oprichting van een intercommunalen gezondheidsdienst voor het land van Lek en IJssel, omvattende 18 gemeenten. De aanleiding tot dit plan is gelegen in de opheffing van de gezondheidscommissies. Men stelt zich voor, voor zooveel mogelijk, ook de volkshuisvesting in de bemoeiingen van den op te richten dienst te betrekken.

STREEKPLANNEN IN ZUID HOLLAND

Het Jaarverslag van den Rotterdamschen Dienst van Stadsontwikkeling bevat enkele mededeelingen omtrent het streekplanwerk in de provincie Zuid Holland. Daaruit blijkt dat de streekplancommissie-IJsselmonde een aantal voorloopige rapporten heeft uitgebracht, welke gegevens bevatten omtrent bodemtoestand, landbouw, veeteelt en industrie, markten en veilingen, bevolking en natuurschoon en richtlijnen geven voor de ontwikkeling van industrie en verkeer.

VERZAMELING LICHTBEELDEN

Men verzoekt ons de aandacht te vestigen op een door den Heer W. van Boven bijeengebrachte verzameling van 323 lichtbeelden, betreffende de stedebouwkundige ontwikkeling van Nederland gedurende zijn 33-jarige ambtsperiode. Voor een deel hebben deze lichtbeelden betrekking op de te geringe toetreding van licht en lucht en de te dichte bebouwing als gevolg van de te lage eischen in de bouwverordeningen van 1904 en 1905, voor een ander deel op uitbreidingsplannen, tuindorpen en complexen Woningwetwoningen, terwijl de verzameling voorts een aMtal luchtfoto’s omvat van goed- en slechtgebouwde wijken te s Gravenhage. De lichtbeelden berusten ten bureele van den Hootdinspecteur voor de Volkshuisvesting.

UIT DEN KRING DER BOUWVEREENIGINGEN

TOELATING INGEVOLGE DE WONINGWET

Sedert de vorige opgave is ingetrokken de toelating der Woningbouwvereenigingen „Volksbelarig” te Bergh en „Excelsior te ißiddcrkc rk Het aantal toegelaten instellingen bedraagt thans 1089.

LEENING DER VEREENIGING „BOUWMAATSCHAPPIJ TOT VERKRIJGING VAN EIGEN WONINGEN”

De Bouwmaatschappij tot Verkrijging van Eigeii Woningen te Amsterdam heeft een tweede pCt obligatieieenmg uitgeschreven ter financiering van den bouw van nieuwste vyoningcomplex. Het complex bevat 781 woningen. Een belangrijk deel der stichtingskosten wordt verkregen uit eigen middelen en door het nemen van hypotheken op oud bezit. Daarnaast moet nog een bedrag van / ij-io.ooo.- bijeengebracht worden, waarvoor de obligatieleening dient. _|

De animo oin op deze kening in te teekenen, is wederom zeer groot. Momenteel is al een bedrag van ruim ƒ 460.000.- pi)een. Waarschijnlijk zal de leening worden afgploten op een fteOMg van ƒ 500.000.-. Het meerdere boven de ƒ 350.000.-, welke men