Publieke Werken, No. 3, Maart 1938

Woningen voor ouden van dagen te Haarlem, door Ir. D. Kruif. In ~de stad van de hofjes” zijn thans nog 26 hofjes met 379 woningen aanwezig. Sinds 1930 zijn verbeteringen in alle hofjes aangebracht, ten deele met steun van de gemeente, waartoe de Raad rond f 31.000. ter beschikking had gesteld. Ook nieuwe woningen voor ouden van dagen zijn gesticht, één complex van 35 woningen door de gemeente zelf en 64 woningen door woninghouwvereenigingen. Dat dit wenschelijk was bleek uit de groote vraag naar de weinige oudere hofjeswoningen, waarin een echtpaar kan worden ondergebracht. Van de nieuwe woningen voor ouden van dagen zijn twee complexen als moderne hofjes aangelegd rond een gemeenschappelijken binnentuin, echter met den voorgevel aan de straat en met een eigen achtertuintje. De normale woning bevat toegangsportaal, woonkamer van 15 slaapkamertje, keuken en W.C.. De huur is f 2.50 per week, wat slechts door een gemeentelijke bijdrage mogelijk is. Met foto’s, situatieteekeningen en plattegronden,

Saneering van de Jordaan, door Ir, A. F, Bakhoven, Vervolg. Het in het eerste deel genoemde saneeringsplan strekt tot opruiming van talrijke inpandige krotten. Door onbewoonbaarverklaring op groote schaal heeft het gemeentebestuur feitelijk afstand gedaan van de zeer noodige uitwendige saneering, behalve voor twee betrekkelijk kleine gedeelten. Nu deze weg eenmaal gekozen is moeten daarbij aansluitende maatregelen worden genomen, zooals stelselmatige woningverbetering met financieelen steun van de overheid, stelselmatige ontruiming van binnenterreinen met toepassing van achtergevelrooilijnen en scheiding van zuivere woonblokken en blokken waarin bedrijven worden toegelaten. Met foto's en een kaartje.

Tijdschrift der Nederlandsche Heidemaatschappij, No. 4, April 1938

Waardebepaling van landgoederen, vallende onder de Natuurschoonwet 1928, door Dr. G. Houtzagers. De bepaling, welke de Natuurschoonwet omtrent deze waardebepaling bevat, blijkt ruimte te laten voor de vraag of al dan niet rekening moet worden gehouden met de speculatieve waarde over 25 jaar. Schr, bepleit taxatie uitsluitend naar de cultuurwaarde.

Weekblad voor Gemeentebelangen, No. 13, 1 April 1938

Benzinepompen langs den weg, door }. W. J. van Stekelenburg. Schr. stelt de vraag hoe de gemeentelijke wetgever de uit een oogpunt van landelijk en stedelijk schoon zeer wenschelijke beperking van het aantal benzinepompen kan bereiken. Binnen de kom kan met voorschriften ex art. 43 der Woningwet worden gewerkt, al acht schr. een rechtstreeksch verbod van benzinepompen, behoudens vrijstelling door B. en W., blijkbaar gewaagd. Voor het in een uitbreidingsplan begrepen gebied kunnen voor hetzelfde doel de bebouwingsvoorschriften gehanteerd worden, terwijl voor de overige terreinen op grond van art. 168 Gemeentewet regeling mogelijk is. Het is eenvoudiger dezen laatsten weg voor de geheele gemeente te volgen. Schr. kent een bepaling van deze strekking in een politieverordening, die echter alleen vergunning verlangt voor pompen op gronden voor openhaar gebruik bestemd. Schr. stelt een redactie voor, overeenkomend met die van de reclame-verordeningen, waarbij een algemeen verbod voorop staat, ook voor particulier terrein, met de mogelijkheid van vrijstelling.

Wegen, No. 5, 1 Maart 1938

Weering van bebouwing langs secundaire en tertiaire wegen, door Ir. H. H. Rieuwerts de Vries. Het ontstaan van hinderlijke bebouwing langs de secundaire wegen der provinciale wegenplannen en de tertiaire wegen, die straks deel zullen uitmaken van de tertiaire-wegenplannen kan afgezien van het weigeren van uitwegvergunning slechts door toepassing van de tegengegaan worden. Schr. gaat na welke rechtsmiddelen hierbij te pas kunnen komen, waarbij hij een aantal feitelijke opmerkingen maakt, die zeer voor bestrijding vatbaar zijn. Hij beveelt aan, vaststelling door Gedeputeerde Staten van een streekplan speciaal ten dienste van de verkeersbelangen. Het Gollege zou dan bevoegd moeten zijn om de bebouwing langs de wegen te regelen buiten een voor elke kom aan te wijzen uitbreidingsgebied.

—. Extra-nummer, Maart 1938

Enkele resultaten van verkeerstellingen te 's Gravenhage, door Ir, P. Bakker Schut. Het geheele nummer wordt in beslag genomen

door een verslag van de in 1937 in den Haag gehouden verkeerstellingen, in vergelijking met de tellingen van 1934. Met kaartjes, talrijke tabellen en grafieken.

Koloniën

Locale Belangen, No. 3, 1 Februari 1938

Aanleg en onderhoud van particuliere wegen, door Mr. Ch. M, J. Herckenrath. De chaotische aanleg en uitbreiding van villaparken in sommige deelen van Oost-Java heeft doen zien dat de overheid leiding moet geven bij den wegenaanleg. Schr. deelt een en ander mede over de vraagpunten, die Gedeputeerden van Oost-Java daarbij onder het oog hebben gezien en over de overwegingen, die hen hebben geleid en geeft een voorbeeld voor de redactie van eenige artikelen, die ter regeling van deze materie in de bouwverordeningen opgenomen zouden kunnen worden.

Locale Techniek, No. 1, Januari-Februari 1938

Het nummer bevat twee ingezonden artikelen over het Koningspleinplan-1937.

Internationaal

Habitation et Urbanisme, No. 1, 1938

Het nieuwe driemaandelijksche orgaan van de Internationale Federatie voor Volkshuisvesting en Stedebouw te Brussel is thans voor het eerst verschenen, onder bovenstaanden titel. De tekst is in drie talen volledig afgedrukt. Behalve de belangrijke artikelen, die hieronder worden aangekondigd, bevat het nummer o.m. een aantal korte berichten en uitvoerige opgave van nieuw verschenen literatuur en tijdschriftartikelen.

Housing in Newcastle upon Tyne, door R. G. Roberts. Newcastle met 293.000 inwoners is, wat de woningpolitiek aangaat, typeerend voor de Engelsche steden. Praktisch was de aanhouw van arbeiderswoningen tot 1914 geheel in handen van particulieren. De herhaaldelijk gewijzigde woningpolitiek in de jaren na den oorlog wordt in het kort nagegaan. Voor de woningdichtheid werd het cijfer van 12 huizen per acre aangehouden. Eerst in 1925 was in zooverre in den woningnood voorzien dat aan krotopruiming gedacht kon worden. Als gevolg van historische omstandigheden was de krotbevolking in Newcastle zeer talrijk. Het sterftecijfer aan tuberculose was er in 1931 1.40 per mille tegen 0.896 in geheel Engeland. In het bekende vijfjarenplan voor krotopruiming moeten in N. 1352 huizen afgebroken worden. Ook bij de Overcrowding Survey sloeg N. een ongunstig figuur: het percentage van de bevolking, dat in overbevolkte huizen woont, bedroeg er 10.48 (in Londen 7. Red.). Sinds 1919 heeft de gemeente 11.311 huizen gebouwd, meestal in „estates” aan den rand van de stad. Het eengezinshuis met tuin is zeer in trek, maar voor bepaalde groepen arbeiders, die bij hun werk moeten wonen, zijn etagewoningen met twee tot vier verdiepingen gebouwd. Op enkele door krotopruiming vrijgekomen terreinen is een compromis tusschen deze types in toepassing gebracht, dat zeer voldoet, namelijk huizen met twee woonlagen en afzonderlijke ingangen. Ook woningen voor ouden van dageri worden gebouwd. Met talrijke afbb., plattegronden en twee kaartjes.

Wohnungswirtschaftliche und stadtebauliche Entwicklung der Stadt Halle nach 1919, door Jost, De economische ontwikkeling van de stad werd heheerscht door den intensieven landbouw koren en suikerbieten in de omgeving, de bruinkolenmijnen met haar nevenbedrijven en de chemische industrieën. Aanvankelijk ontstonden ook groote bedrijven binnen de stad, maar later vestigden zij zich meer nabij de vindplaats van de kolen, terwijl Halle de zetel werd van allerlei organen van het economische en cultureele leven. Het aantal inwoners is nu 214.000. Het groote woningtekort daalde na 1925, maar bereikte in 1935 een nieuw hoogtepunt met een cijfer van 6112, Het groote gemeentelijke grondbezit, het feit dat in 1918 een algemeen uitbreidingsplan ter hand genomen was en de nauwe samenwerking met houwvereenigingen maakten het mogelijk de bebouwing doelmatig te leiden. Zelfs bij bouw in drie verdiepingen heeft elke woning nog 50 tot 70 tuin. Hoewel het normale type aan woonruimte een oppervlak van 50 tot 55 m 2 had, moest in de jaren van den woningnood genoegen worden genomen met 35 tot 48 m 2, waarbij de woningen werden gebouwd als z.g. Dreispanner en Vierspanner, die later tot grootere woningen gecombineerd kunnen worden. Het nationaal-socialistische bewind ontlastte de stad