En dit beheer wenschte ze in handen van de beschaafde vrouw. Maar dan van iemand, die opgeleid was voor het werk; ze zeide: Ik weet in het diepst van mijn hart, dat alles berust op geestelijken invloed, op persoonlijke macht. Maar het helpt niets, dat de ware geest er is, wanneer de sanitaire en de financieele zaken niet in orde zijn. Zorg daarom, dat de afvoerbuizen goed functioneeren, dat de trappen schoon zijn, dat de woningen op tijd gezuiverd worden, dat de boekhouding perfect in orde is, en voegde ze hieraan toe, daarvoor zijn opgeleide, sociale werksters noodig.

Financieel was haar werk dus een succes, en verder ? Voor mij is het altijd een der sterkste kanten van haar wezen geweest, dat ze al haar werk opbouwend trachtte te doen zijn, dat ze den geest van zelfstandigheid, van self-help bij haar bewoners trachtte aan te kweeken. Zelf had ze in eigen leven de groote waarde daarvan leeren beseffen, in haar jeugd, in de jaren van armoede; maar vooral later in den tijd, toen ze geheel alleen stond met haar wenschen en verlangens, toen ze moest strijden tegen ingewortelde misbruiken, toen ze nieuwe denkbeelden ingang moest doen vinden, toen ze ongebaande wegen ging betreden, toen heeft ze zelf ondervonden, hoezeer self-help den mensch staalt.

Zooals ik reeds zeide, haar werk groeide, zeer vele en groote groepen woningen werden haar in beheer gegeven; en in dien eersten tijd heeft zij vast gemeend, dat, indien haar werkwijze slechts in het groot werd toegepast, dit tot oplossing van het woningvraagstuk zou leiden; ze verwachtte alles van persoonlijk initiatief, niets van massale actie, vandaar ook haar wantrouwen in bemoeiingen van rijks- of gemeentewege: ~I have the profoundest disbelief in any good arising from municipal enterprise nor do I believe, that municipal bodies will be wise landlords”. Maar ook haar heeft de ervaring geleerd dat de individu dikwijls machteloos staat tegenover de hindernissen, die aan woningverbetering in den weg staan, en later heeft zij het ingrijpen van overheidswege, heeft zij wettelijke maatregelen en wettelijke voorschriften van ganscher harte toegejuicht. Maar alleen het beheer der woningen, dit was haar vaste overtuiging, het beheer moest zijn in handen van de vrouw, en liever in handen van particulieren dan van publieke lichamen.

l — Haar uitgangspunt is altijd geweest, zelf huurophalen, en hoe groot ook de blokken zouden worden, die aan haar werden opgedragen, ze is hiervan nooit afgeweken; dit was immers het zuiver zakelijke aanrakingspunt, waaruit alle verdere bemoeiing zou kunnen voortkomen, en hoewel ze de voorkeur gaf aan den naam: Management of houses, boven dien van rent-collecting, het eerste sloot onherroepelijk het laatste in.

In Londen werd ze langzamerhand een der autoriteiten op woninggebied; bij plaatselijke en landelijke enquêtes werd ze geraadpleegd en had haar woord gezag; wanneer ze sprak in vergaderingen of in de regeeringscommissies, waarvan ze deel uitmaakte, had ze algemeen gehoor; haar expressieve gelaat, haar diepe welluidende stem, haar literaire begaafdheid werkten daartoe mede, dat een ieder onder den indruk harer woorden kwam.

In de National Gallery in Londen hangen in een der zalen de portretten van kunstenaars, schrijvers, leiden-

de figuren uit de 19e eeuw, eminente mannen en vrouwen uit alle rangen der maatschappij; daaronder bevindt zich ook de beeltenis van Octavia Hill, die haar leerlingen en vrienden van haar hebben doen maken door den kunstschilder Sargent, toen ze 60 jaar oud was. Dit is Octavia Hill, zooals ze leefde, hier is dezelfde sterke uitdrukking in haar gezicht, hieruit spreekt diezelfde bezieling, waardoor iedereen, die met haar in aanraking kwam, onherroepelijk werd gegrepen.

Ze was een vrouw met een diep religieuse natuur, een vrouw met een hoog ideaal, die van geen transigeeren wist, waar het de hoogste goederen betrof; ze was een vrouw met een teer en gevoelig gemoed, met een groot verstand, en met de bizondere gave voor een woningopzichteres van buitengewone waarde —, om geen detail over het hoofd te zien. Niettegenstaande ze altijd van groote dingen was vervuld, zou geen lekkende kraan en geen gebroken sleutel aan haar aandacht zijn ontsnapt. De combinatie van deze zoo verschillende eigenschappen, die samen vloeien in kracht en liefde, is zonder twijfel het geheim van haar persoonlijkheid geweest.

Reeds dadelijk bij haar eerste woningblokken heeft ze getracht een stukje open grond te reserveeren of vrij te maken voor de bewoners; daar plantte ze de eerste boomen, daar werd de Meiboom geplaatst, daar speelden en dansten de kinderen; en in nauwen samenhang met het woningwerk ze noemde het de aanvulling van haar werk —, heeft ze steeds geijverd voor het reserveeren van stukken groen in het midden van de groote stad en in de directe omgeving daarvan. ~Meer lucht voor Londen , noemde ze het. En wanneer thans menige Londensche arbeidersvrouw met haar kinderen rust en verademing kan vinden in zoo’n klein parkje te midden van het tumult der wereldstad, dan dankt zij dit zij het ook onbewust aan Octavia Hill.

Ook het behouden van groote, wijde, mooie stukken natuur in heel Engeland is een steeds brandender vraagstuk voor haar geworden; deze te bewaren voor het nageslacht, heeft zij met heel haar kracht en heel haar hart trachten te bevorderen.

Waarlijk, Octavia Hill is sociale werkster bij uitnemendheid geweest I En nu de beteekenis van haar leven?

Die ligt in het werk, dat ze ons heeft nagelaten, het werk der woningopzichteres, dat ze met zooveel liefde heeft gediend, dat ze met zooveel enthousiasme heeft gepropageerd; het werk, dat wij in onze beste oogenblikken trachten te benaderen; het werk, dat natuurlijk wijzigingen heeft ondergaan, maar waarvan wij den geest hopen te bestendigen.

Die beteekenis li9[t d33rnaast in den eenvoud en de verheid van haar beginselen, in haar bezieling voor al wat goed en schoon is, in haar streven, om alle hulp opbouwend te doen zijn, in haar dienende liefde, of, zooals in den kerkdienst na haar overlijden werd gezegd, in haar ~Power of Personal Service".

L. V. d. Pek-W^ent