Een van deze is de Noorsche havenstad Trondhjem. In 1681 woedde in deze stad een brand, die een keerpunt in haar ontwikkeling is geworden, i) Ook hier werd namelijk een ontwerp voor den opbouw ingediend, dat zich afwendde van de oude middeleeuwsche structuur en naar een modernen stadsaanleg, in renaissance-stijl streefde. Maar, anders dan in Londen, werd hier het radicale ontwerp door de overheid aanvaard. Het was in opdracht van den Deenschen koning samengesteld door zijn generaal Johan Gaspar Cicignon, die in de Nederlandsche maritieme geschiedenis met eere genoemd mag worden, omdat hij in 1664 als commandant van de vesting Bergenhus een Hollandsche vloot, die onder het bereik van zijn geschut lag, tegen de Engelschen verdedigde. Dat een militair deskundige geroepen werd als stedebouwer op te treden is begrijpelijk, omdat de opbouw van een sterke vesting een der hoofdmotieven was. Maar Cicignon heeft zich ook goed rekenschap gegeven van de andere kanten van de opgave. Bezorgdheid voor een herhaling van de ramp was een der leidende gedachten van zijn ontwerp. De verdeeling van de stad in vier kwartieren door een scheef kruis van zeer breede hoofdstraten en de scheiding van pakhuizen en woonhuizen, eveneens door een zeer breede straat, zou ertoe bijdragen dat een eenmaal uitgebroken brand gemakkelijk gelocaliseerd kon worden. Ook aan de esthetische zijde van den stedebouw schonk Cicignon zijn aandacht. De monumentale hoofdstraat, langzaam afdalend naar het water, met de Domkerk op den achtergrond en een wijd uitzicht over de fjorden en de velden, legt hiervan nog getuigenis af. Kjobmandsgaten, de straat, die de pakhuizen scheidt van de overige bebouwing, is niet minder belangwekkend. Zij omvat eerst een laagliggenden weg, vervolgens een breede grasstrook, dan de eigenlijke straat, die hooger ligt, en eindelijk achter een rij populieren de oude aristocratische

Afb. 2. Plan van Cicignon voor den wederopbouw van Trondhjem. Ontleend aan Town Planning Review, Vol. IX

Afb. 1. Plattegrond van Trondhjem voor den brand van 1681. Ontleend aan Town Planning Review, Vol. IX

*) Vgl. Sverre Pedersen in Publikation No. 2 van de Fereningen „Det gamle og det nye Trondhjem”, en A. C. Holliday, an example of Town Planning in Norway, Town Planning Review, Vol. IX.

houten huizen. De kaden, de sappige grasvlakten met de frissche groene kleur, de donkere populierenrij en de prachtige houten huizen voegen zich samen tot een zoowel mooi als karaktervol straatbeeld, dat den voorbijganger op het drukste punt van de stad bekoort, zoo schrijft Pedersen.

Maar, zal men allicht vragen, hebben de groote bezwaren, die in Londen op het beslissende oogenblik den overgang van de middeleeuwsche stad tot een modernen aanleg tegenhielden, zich hier niet doen gevoelen? Het plan van Cicignon hield immers met de bestaande verkaveling geen rekening. Het schijnt inderdaad veel beroering verwekt te hebben, en talrijk waren de bezwaren, die werden ingediend. Maar de angst voor nieuwe catastrofale branden en ook de toezegging van den Koning om ieder, die iets van zijn grond moest afstaan, evenveel grond van den Staat in ruil te geven, hebben het verzet bezworen.

Bij de uitvoering van het plan is één groote fout aan het daglicht gekomen. De bouwblokken waren te diep en dit heeft ertoe geleid dat binnen deze blokken de oude middeleeuwsche straten als straten van lageren rang opnieuw werden bebouwd. Zoo vertoonde het stadsplan ten slotte, in weerwil van het feit dat het ontwerp bijna geheel is uitgevoerd, een vermenging van tweeërlei aanleg. Een poging na een lateren brand in 1708 . om de secundaire straten op behoorlijke breedte te brengen, mislukte. Het plan, dat deze verbetering inhield, was wederom afkomstig van een militairen bevelhebber. Het had zeer moderne karaktertrekken: bouwblokken in de richting Noord^ en een toelichting met teekeningen van de woningtypen, die in die blokken gebouwd konden worden, met een berekening van de bouwkosten. De stedebouwer van onze dagen vindt dus hier een onverwachten voorlooper.

Veel opbouwwerk is in den loop der tijden in Duitschland verricht. Het werk van Waldemar Kuhn, Kleinbürgerliche Siedlungen in Stadt und Land (1921) bevat een aantal voorbeelden van nederzettingen in