dezen Dienst en de Overheden en organisaties van de streek zelve. In het tweede geval wordt begonnen met het vinden van een organisatie, die representatief mag heeten voor de belangen van de betrokken streek en dan zal nagegaan worden in overleg met deze organisatie (Streekplancommissie) op welke wijze de door ~deskundigen” te verrichten arbeid georganiseerd moet worden. Dit kan dan zoowel zijn in den vorm van een ambtelijken dienst, als in den vorm van een contract met een particulier, daartoe geëigend bureau. Mocht een Dienst de voorkeur verdienen, waarvan ik nog geenszins overtuigd ben dan zal deze natuurlijk het werk van de geheele provincie moeten verrichten, zij het dan ook in samenwerking met bovenbedoelde streekplancommissies. (De bezwaren van dergelijke diensten zijn, dat zij in het algemeen langzamer en omslachtiger werken dan particuliere bureaux, terwijl de kosten evenmin lager zijn).

In Zeeland is nadrukkelijk de tweede weg gekozen. Hiertoe was in dit gewest alle reden. Ten eerste heeft de veelal zoo weinig bewonderde ~Wettelijke Streekplancommissie” hier heel goed en daadwerkelijk werk verricht en ten tweede leidt de geografische toestand van deze provincie ertoe om de zeer duidelijk afgebakende ~streken” afzonderlijk te behandelen. De problemen in deze streken loopen zoo sterk uiteen en de aard der bevolking is zóó verschillend, dat de plannen niet alleen naar hun inhoud, doch ook naar de te voeren tactiek, die tot de vaststelling zal moeten leiden, verschillend behandeld dienen te worden.

Teneinde den voor iedere streek meest geëigenden vorm te vinden, hebben Gedeputeerde Staten besloten een zestal z.g. ~kerncommissies” in te stellen en wel voor: a. Walcheren, b. Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, c. Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, d. Zuid- en Noord-Beveland, e. Schouwen en Duiveland, f. St. Philipsland en Tholen.

De taak dezer commissies is, te overwegen op welke wijze het streekplanwerk in hun gebied georganiseerd moet worden. Zij zullen daartoe voorloopig na moeten gaan, op welke terreinen de Overheid regelend zal moeten optreden ten aanzien van het bestemmen van grond. De Commissie kan ook ..alarmeeren”, teneinde de Provincie of den Inspecteur er op te wijzen, dat op een of ander terrein een stedebouwkundige regeling noodzakelijk en urgent is. Om de Commissies geheel op de hoogte te brengen van hetgeen er in stedebouwkundig opzicht in hun gebied geschiedt, zenden Gedeputeerde Staten alle stukken over deze zaken aan de Commissies om advies.

De Commissies zijn niet z.g. ~deskundigen commissies”, integendeel, het zijn kleine commissies, samengesteld uit een viertal personen uit het gebied zelve, waarvan verwacht kan worden, dat zij: le. groote belangstelling hebben voor dit werk, 2e, met een groot aantal menschen contact hebben en 3e, door hun persoonlijkheid en ambt gehoor en gezag genieten. Zoo hebben in deze commissies zitting enkele burgemeesters en een aantal notarissen, groote landbouwers of personen uit kringen der landbouworganisaties, personen, wier belangstelling voor het landschapsschoon bekend is, en nog anderen, echter met dien verstande, dat het aantal leden uit de streek zelve voor iedere kerncommissie tot vier beperkt blijft. Alle commissies worden gepresideerd door een lid van

Gedeputeerde Staten, terwijl vertegenwoordigers van de Rijks- en Provinciale Waterstaat leden ad hoe zijn. De Inspecteur van de Volksgezondheid zal q.q. alle vergaderingen bijwonen, teneinde de noodige voorlichting te geven.

Verwacht mag worden, dat van deze kernen de noodige propagandistische werking zal uitgaan. De eerste besprekingen met deze commissies geven daartoe alle hoop. Om deze ~kernen” moet het streekplanwerk gebouwd worden. Deze kerncommissies zijn bij alle Colleges van Burgemeester en Wethouders geïntroduceerd, doordat in aansluiting op de eerste vergadering dezer commissies, alle bovengenoemde Colleges uitgenoodigd zijn, om een uiteenzetting aan te hooren over het doel van het streekpianwerk en de taak dezer kerncommissies. Van het eerste begin af zijn dus de Gemeentebesturen van deze aangelegenheid op de hoogte gehouden. Dit is noodig, omdat zonder daadwerkelijke medewerking van de Gemeentebesturen alle stedebouwkundig werk zich beperken moet tot dat der negatieve zijde: het eventueel weigeren der bouwvergunning. Waarlijk opbouwende medewerking is echter voor de realisatie van de streekplangedachte noodzakelijk deze kan nimmer verkregen worden door „decreteeren”. Bij decreet kan iets verboden worden, doch zelden iets tot stand komen!

Mocht op deze wijze het streekplanwerk in dit prachtige gewest aangevangen kunnen worden, dan zal het hopenlijk niet als een ~van boven opgelegd” en dus in wezen vreemd element gevoeld worden, doch waardeering vinden bij de plaatselijke Overheden en bij tallooze anderen, die in eenigerlei vorm met dezen arbeid in aanraking komen. Ik ben te dien aanzien vol vertrouwen en het is ook daarom, dat ik het slotwoord van het hoofdstuk, betreffende de gezondheidscommissies uit het eerste deel van Mr. van der Drift's boek over de Volkshuisvesting als motto boven dit artikel geplaatst heb.

Moge dit woord ook ditmaal bewijzen waarheid te bevatten!

Over het uitbreidingsplan in de Noordelijke provincies

door J. W. Verdenius

I In het Mei-nummer 1940 van dit Tijdschrift verscheen naar aanleiding van het artikel van Mr. J. Kruseman over „Bouw- en woningtoezicht in de plattelandsgemeenten”, een beschouwing van Ir. W. Gijzen, waaruit ik de volgende zinnen aanhaal.

~Maar zelfs, indien het bouw- en woningtoezicht aan ~redelijke eischen voldoet, is men dan gered? Wat heeft ~men aan goede woningen, als de terreinen slecht ge,,kozen zijn, als de grond drassig is, de wegen slecht, ~de stank van slooten ondragelijk is, de onderlinge lig,,ging ondoelmatig: als de rioleering een toekomstdroom ~is, die door de groote afstanden later niet te verwezen,,lijken is, als winkels en scholen, bij gebrek aan goede ~kernvorming versnipperd en verspreid liggen, om van ~openbare verlichting maar niet te spreken,” ~Zeker er zijn uitbreidingsplannen, soms zelfs goede.