sterkte steden boden aan de aanvoerders der vechtende troepen welkome steunpunten bij hun militaire operaties. Tot grooten bloei zijn de meeste van die stadjes nimmer gekomen, blijkbaar tengevolge van het feit, dat niet economische overwegingen maar militaire factoren tot hun stichting aanleiding hebben gegeven.

Afb. 11. Vestingmuur van Aigues-Mortes Bastide in de Rhóne-delta, gesticht in 1241 door Lodewijk de Heilige

Afb. 10. Montpazier, bastide in Z.W. Frankrijk. Middeleeuwsche stad met volkomen regelmatigen plattegrond (naar G. H. Peters – De Nederlandsche Stedenbouw)

De meeste van deze bastides vertoonen een systematischen aanleg, welke geheel afwijkt van hetgeen men zich van den middeleeuwschen plattegrond pleegt voor te stéllen. Sommige, zooals Montpazier (afb. 10) en Aigues Mortes (afb. 11) vertoonen een volkomen regelmatigen plattegrond, een indeeling in rechthoekige bouwblokken, een rechtlijnig beloop der straten. Andere, zooals Montségur, vertoonen wel een min of meer regelmatig beloop der straten, maar zoowel de ommuring der stad als het straattracé zijn aangepast aan de natuurlijke gesteldheid van het terrein. Slechts enkele dezer steden hebben een volkomen onregelmatigen plattegrond.

Een tweede en zeer belangrijke groep gestichte steden met regelmatigen plattegrond wordt gevormd door die, welke in de 12e en 13e eeuw door Duitschers werden gesticht in het gebied ten Oosten van de Elbe, eerst in Mecklenbur'g, Brandenburg, Pommeren, West- en Oost-Pruisen, later in het voormalig Poolsche gebied. Het was het kolonisatie-gebied bij uitnemendheid: men spreekt dan ook van het ~ostelbische Kolonialgebiet”. Het ligt voor de hand, dat bij zulke vestigingen in een vijandig gebied, de veiligheid van de koloniseerende bevolking diende te zijn verzekerd: vestiging bij de bestaande Slavische dorpen en stadjes was niet aanlokkelijk. Men ging dus over tot den aanleg van nieuwe vestigingen op maagdelijk gebied, waarin alleen de Duitsche bevolking kwam te wonen: steden die natuurlijk dadelijk door een ommuring werden versterkt en afgesloten.

Deze stedestichting geschiedde op groote schaal: alleen in Oost-Pommeren werden tusschen 1250 en 1300 niet minder dan 40 koloniale steden gesticht en in totaal zijn verscheiden honderden van dergelijke steden in het

Oosten tot stand gekomen. Blijkbaar vond de aanleg plaats naar vooraf weloverwogen plattegronden en min of meer volgens vaste beginselen. Niet echter in dien zin, dat men verviel in een dor' schematisme, zooals later bij den Noord-Amerikaanschen stedebouw zou geschieden. 'Want er is bij veel gelijkénis wat de hoofdzaken betreft genoeg verscheidenheid in details.

Het initiatief voor de stichting dezer steden ging in enkele gevallen (speciaal wat betreft de steden langs de kust) uit van de hanseatische steden, in het bizonder Lübeck. Bij een zeer groot aantal is de totstandkoming te danken aan het initiatief der Duitsche Ridderorde, die zich op dit gebied zeer actief betoonde. Somtijds geschiedde de stichting door wereldlijke vorsten of kerkelijke machthebbers.

Het is een zeer dicht net van steden 2), dat op deze wijze tot stand kwam. Men ging daarbij tamelijk stelselmatig te werk. Veelal werden de steden op zoodanigen afstand van elkander geprojecteerd, dat de boeren uit den omtrek in 'één dag de markt in de meest nabijgelegen stad konden bezoeken.

De omvang dezer steden is zeer gering. De totaal oppervlakte beslaat dikwijls niet meer dan 12 a 15 ha; het aantal inwoners bedraagt niet meer dan een paar duizend, somtijds nog minder. Zeer sterk komt in de platte-

1) Over deze in het Oosten van Duitschland gestichte steden zijn talrijke boeken en artikelen gepubliceerd. Men zie 0.a.:

W Franz. Bilder aus der Geschichte des deutschen (Stadtebauliche Vortrage, Band 11, Heft III). Berlin 1909. Fr. Meurer. Der mittelalterliche Stadtgrundrisz im nordhchen Deutschland. Oldenburg 1914.

J. Siedler. Markischer Stadtebau im Mittelalter. Berlin 1914. O. Kloeppel. Siedlung und Stadtplanurig im _Osten._Berlin_^^26.

T. Gantner. Grundformen der. Stadt. vrien | É. Hamm. Deutsche Stadtgriindungen im Mittelalter (Raumfor^ schung und Raumordnung. 194 h Heft 3/4)_.

o. Reuther. Gründung und Anlage der alten Stadte des deutschü Ostens (als voren).]

2) Zie de desbetreffende kaart in: „Geschichte der altdeutschei Kolonisation", door Dr. R. Kötzschke en Dr. W. Ebert. LeipziQi 1937.