bonden aan de grondpolitiek dekken, door hoogere prijzen voor particulieren bouw, waaruit zij een reserve kunnen vormen. Voor afwijking van deze beginselen voor den huidigen tijd ziet schr. geen aanleiding.

Gemeentebestuur, No. 4, September 1942

De verkoop van met overheidssteun gebouwde woningen aan particulieren, gezien in verband met de taak der gemeentebesturen op het gebied der volkshuisvesting, door Ir. D. Mommaal. Aangelokt door hooge prijzen voor onroerend goed hebben sommige gemeentebesturen getracht hun woningbezit, dat groote tekorten opleverde, van de hand te doen. Schr. gaat na hoe de gemeenten aan haar woningbezit gekomen zijn. Elke gemeente van eenigen omvang behoort z.i. volstrekte zeggenschap te hebben over een deel van den woningvoorraad binnen haar gebied, door rechtstreeksch bezit of door bemiddeling van een corporatie, zulks met het oog op de huisvesting van a-sociale en groote gezinnen, van ambtenaren en gezinnen, die wegens ziekte verhuizen moeten, voor het onderdak brengen van krotbewoners, enz. Er is uit sociaal oogpunt geen bezwaar tegen verkoop van die woningen, die boven het voor deze doeleinden noodige getal uitgaan. Een gemeentebestuur moet zich echter ook afvragen of de verkoop economisch verantwoord is. Schr. ontraadt verkoop van complexen met dekkende exploitatie, terwijl tekorten vaak niet reëel zijn, doordat zij een te groote reserveering en afschrijving bevatten. Verkoop aan de bewoners zelf en wel volgens een spaarsysteem acht spr. van groot sociaal belang.

De Maastunnel, No. 5, Mei 1942

De functie van den gemeentelijken technischen dienst, door v. P. Beschouwing over de organisatie van dezen Rotterdamschen dienst (met afbb.).

Publieke Werken, No. 7, ]uli 1942

Verbetering in de binnenstad van Tilburg, door Ir. ]. de Jong. Korte uiteenzetting van de ontworpen doorbraken aan de hand van een kaartje. De voor de totstandkoming van het verbeteringsplan noodige rooilijnen en bouwverboden zijn inmiddels vastgesteld en goedgekeurd.

Technisch Gemeenteblad, No. 5, Augustus 1942

De inrichting van de exploitatievoorschriften voor bouwterreinen, door Ir. W. van Daalen. Schr. gaat na welke lasten onder de exploitatievoorschriften behooren te vallen en behandelt den vorm der vergoedingen en de wijze van verrekening. Wordt vervolgd.

No. 6, September 1942

De inrichting van de exploitatievoorschriften voor bouwterreinen, door Ir. W. van Daalen. Vervolg, waarin eenige grafieken worden toegelicht betreffende de samenstelling van den grondprijs en de op verschillende bouwklassen drukkende lasten. Schr. toont zich voorstander van een gemeentelijk grondbedrijf, en van exploitatievoorschriften ook voor plattelandsgemeenten.

Tijdschrift der Nederlandsche Heidemaatschappij, No. 6, Juni 1942

Wettelijke regelingen krachtens welke natuurschoon kan worden gespaard, door Mr. J. W. Keiser. Beknopt overzicht van de terzake geldende wetten en verordeningen.

Weekblad voor Gemeentebelangen, No. 26, 26 Juni 1942

Aansluiting aan de drinkwaterleiding, door H. J. Langman. Schr. geeft een overzicht van jurisprudentie en literatuur betreffende de aansluiting aan de waterleidingen. Hij concludeert daaruit dat een verplichting daartoe zoowel bij gemeentelijke- als bij particuliere waterleidingen dwingend kan worden opgelegd; dat ontheffing alleen mogelijk is wanneer een ander deugdelijk middel van watervoorziening aanwezig is; dat de beoordeeling van de deugdelijkheid van het water niet behoort tot de competentie van den Burgemeester, B. en W, of den Raad; dat naast een bepaling inzake verplichte aansluiting een voorschrift inzake verplicht abonnement wenschelijk is.

Wegen, No. 13j14, Ij 16 Juli 1942

De autosnelweg Apeldoorn-Katerveer, door K. C. van Nes. Deze weg doorsnijdt een gebied, dat rijk is aan natuurschoon. Schr. is door de Directie van den Rijkswaterstaat geraadpleegd over het tracé, dat hij goed gekozen achtte. De weg zal geen karakteristieke landschapsdeelen in tweeën snijden. Hij zal de rest van de Veluwe afsluiten van verdere uitbreiding der bebouwing van de streek Apeldoorn-Hattem uit en heeft het voordeel dat hij de automobilisten door een zeer mooi terrein voert.

•, No. 17118, ljl6 September 1942

Wegbeplanting op de Veluwe, door Dr. Ir. W. C. Klein. Schr. noemt een aantal voorbeelden van lanen op de Veluwe en geeft zich rekenschap van de waarde van verschillende vormen van beplanting (enkele rijen boomen, korte onderbrekingen in de laanbeplanting) en van de toepassing van verschillende boomsoorten. Met foto's.

Internationaal

Wohnungswesen, Stadtebau und Raumordnung, No. IlljlV, 1941

Gestaltungsgrundlagen- für den neuen Wohnungsbau, door Prof. Dr. Ing. Hans Spiegel. Van dit artikel, dat een uitstekend overzicht behelst over de voorbereiding van den woningbouw in Duitschland na den oorlog, is een meer uitvoerige samenvatting gegeven onder Bnltoiland.

Rom am Meer, door Prof. Virgilio Testa. De verbinding van Rome met de zee is een van de doeleinden van het werkprogramma voor de stedebouwkundige ontwikkeling van de stad. De aanleg van het Lido, een nu al veel bezocht strand, een der aantrekkelijkste van Italië met bosch in de nabijheid, was een onderdeel van dit programma. Daar het uitbreidingsplan van 1931 intusschen verouderd is, heeft men een commissie niet de samenstelling van een nieuw plan belast, dat nu gereed is. Een reusachtige verkeersader, de Via Imperiale, waarvan al enkele deelen voltooid zijn, zal volgens dit plan de stad met het Lido verbinden en het terrein van de wegens den oorlog uitgestelde wereldtentoonstelling doorkruisen. De weg zal 25 km lang en 50 m breed zijn, later te verbreeden tot 100 m. De wegindeeling omvat 3 verkeerswegen, waarvan de middelste (20 m breed) alleen voor auto’s, de beide andere voor locaal verkeer, 4 groenstrooken, 2 fietspaden en 2 voetpaden. Het tentoonsljellingsterrein, op 17 km van het Lido gelegen, is een belangrijk element in het plan; het is bestemd later een van de schoonste stadswijken te worden. De tentoonstellingsgebouwen zullen na het vervullen van hun taak in het kader van de tentoonstelling een blijvende bestemming verkrijgen. Goede verbindingen van de groeiende stad, die nu al V/i millioen inwoners telt, met de zee op 20 kra afstand; zijn van groot belang. De electrische spoorweg Rome—Lido maakt het contact gemakkelijk. Het kustgebied is vrij gebleven van een storende ontwikkeling. Streefde het oude plan naar een concentrische ontwikkeling, het nieuwe heeft den vorm van een komeet, waarvan de oude stadskern den kop vormt, terwijl de ontworpen wijken, van het Noord-Oosten naar het Zuid-Westen verloopend, de staart vormen. De hoogere heuvelgebieden in de richting van het Lido zijn bestemd voor woondoeleinden; de daartusschen gelegen dalen zullen voor agrarische bestemmingen gereserveerd blijven. Het plan voorziet in den aanleg van een snelspoorweg naar de zee, die de bestaande verbindingen zal aanvullen. In de oude stad zullen' verbeteringen in hygiënisch opzicht en straatverbeteringen worden uitgevoerd. Het artikel besluit met een uittreksel van de wet inzake het beschreven uitbreidingsplan. Zij bevat ook bepalingen omtrent de onteigening. Voor 31 December 1950 moet de stad alle onbebouwde in het uitbreidingsplan begrepen terreinen onteigend hebben, behoudens enkele uitzonderingen. Het Rijk verleent hiervoor voorschotten. De onteigeningswaarde wordt gesteld op de verkoopwaarde op 1 Januari 1930, vermeerderd met 4 % voor elk jaar tot de publicatie van deze wet, ofwel, indien de onteigende hieraan de voorkeur geeft, den verkooppiijs uit het tijdvak van 1930 tot en met 1936. Met afbb.

België

Reconstmction, No. 22, 1942

Les architectures obligatoires, door Marcel Schmitz. Schr. wijst op het gemis aan eenheid in de architectuur van de moderne stadswijken en stelt daartegenover een aantal historische voorbeelden van het tegendeel. Met vele afbb.

[ Les lois dè I'urbanisme au Congo Beige, door Xavier Carton de Wlart. Stedebouwkundig werk in de koloniën heeft zijn voordeelen en bezwaren; eenerzijds groote vrijheid bij het vestigen van nieuwe nederzettingen, andererzijds de eischen der tropische hygiëne, de eisch van scheiding der wijken voor Europeanen en inboorlingen, de eisch van een monumentaal stadscentrum in het belang van het aanzien der koloniseerende natie. Het meerendeel van de steden in de Congo is volgens schr. gelukkig geslaagd. Vervolgens geeft het artikel een overzicht over de wettelijke bepalingen ter zake in deze kolonie. Met afbb. Wordt voortgezet.

Duitschland

Der Soziale Wohnungsbau in Deutschland, Ufo. 17/ 1 September 1942 |

Landschaft und Siedlung, door Dr. Ing. Karl Friedrich Bozenhardt, Schr. wijst op de waarde van een volledige synthese tusschen het bouwprogramma en het landschap. zoowel in het groot • ■ keuze van het terrein voor de nederzetting, keuze van „sleutelpunten", beloop van de ruggegraat; d.w.z. de hoofdverkeersweg, de ligging der brandpunten en de richting der bouwstrooken – als in het klein. Met afbb. |

Der Wohnungsbestand in Würtemberg und seine Struktur, door Dr. Breitmeyer. Daar de laatste Rijkswoningtelling 'in Duitschland in 1927 heeft plaats gevonden en de komende telling nog in voorbe-