met name in Boston, New Orleans e.a. In de stad Richmond is een plan in overweging voor de aanleg van een ..expressway” met beperkte toegankelijkheid, door het hart van deze hoofdstad van Virginia, met zes verkeersbanen. Een plan ter verbetering van de inwendige verbindingen in Pbiladelpbia en een dergelijk plan in New York, het laatste tot een bedrag van 125 millioen dollar, met parkeergarages, snelwegen op boog niveau, ondergrondse voetgangerswegen en éénrichtingsverkeersaders worden vermeld.

Het parkeerprobleem blijkt in vele steden nijpend te zijn. Uit verschillende steden wordt de voorbereiding of de uitvoering bericht van ondergrondse parkeergarages. In zeer vele gemeenten zijn op de openbare parkeerterreinen parkeermeters in gebruik.

Wat betreft de volkshuisvesting wordt melding gemaak van de benoeming van Wilson Wyatt tot administrator van de National Housing Agency en van diens programma voor 2.700.000 woningen in twee jaar. Tegen het eind van het jaar ontstond er achterstand in de uitvoering en Mr. Wyatt legde zijn ambt neer.

Ook het Wagner-Ellender-Taft wetsontwerp wordt genoemd, met zijn maatregelen tot woningonderzoek, tot het in één hand brengen van stedelijke terreinen voor reconstructie van bestaande wijken, prikkels tot investering van particulier kapitaal en tot beschikbaarstelling van fondsen voor overbeidsbouw. De behandeling werd telkens en telkens uitgesteld en raakte ten slotte van de baan.

Noodwoningen speelden een rol in de voorziening in de behoefte voor oud-militairen.

Verschillende steden voltooiden bestemmingsplannen, bijv. Richmond, Virginia, Lancaster, Pennsylvania en Chicago. Plannen voor een geheel nieuwe stad werden aangekondigd, voor een bevolking van 25.000 zielen op een terrein van 2300 acres 25 mijl Zuidelijk van Chicago. Van de 48 staten zijn er thans 28 in het bezit van een wettelijke regeling voor de reconstructie van bestaande wijken, terwijl het congres een dergelijke regeling trof voor het district Columbia, onder welke regeling een algemeen plan voor dit district gereed kwam.

Van ouds zijn de parken in de Verenigde Staten een onderwerp, waaraan veel gedaan wordt. De Planning Commission in St. Louis bereidde grote plannen voor, omvattende een parkweg van 62 mijl, 9 grote parken en ongeveer 70 sport- en andere recreatieterreinen verspreid in het graafschap. De Mississippi River Scënic Highway Association bereidde een plan voor een 2500 mijl lange parkweg langs de Mississippirivier voor.

In vele steden waren oorlogsgedenktekens in de vorm van parken, speelvelden, sportcentra, gehoorzalen of gemeenschapsgebouwen in overweging. Van gedenktekens in de vorm van standbeelden iblijkt geen sprake te zijn. De stedebouwkundige ontwikkeling van het rivier- of meerfront heeft in vele steden de aandacht. In Detroit werd op dit punt een belangrijke studie verricht, beogende de reconstructie van de Oostelijke zes mijl van het rivierfront en het gebruik van meer dan 2/3 van het waterfront voor ontspanning. Een deel van deze ontwikkeling vooronderstelt een parkweg. De plannen voor winkelcentra met allerlei oplossingen voor het parkeervraagstuk worden afzonderlijk genoemd. Uit sommige steden worden belangrijke plannen vermeld, evenwel met te weinig bizonderheden om ze voldoende te kunnen beoordelen.

Ten slotte worden de vliegvelden, de zoning, de riolering en watervoorziening ter sprake gebracht.

Overzicht van tijdschriften

Nederland

Bouw, No. 19, 10 Mei 1947

De Amsterdamse Jodenbuurt, door J. Rog. Beschrijving met afbeeldingen van het bekende wederopbouwplan. De toegang tot kleine flats. Enige oplossingen voor dit probleem, ontleend aan een artikel van de Engelse architect Walter Segal.

•, No. 21, 31 Mei 1947

Afschrijving op huizen. Technische en economische levensduur, door W. de Ridder. Schr. betoogt de noodzakelijkheid van afschrijving op huizen. Hij onderscheidt technische en economische levensduur. Daarnaast is de huuropbrengst voor de afschrijving van betekenis. De normale afschrijving van 2% is economisch ten volle verantwoord. De fiscus en het Prijzenbureau laten echter andere normen gelden, namelijk 10% van de bruto-huurwaarde, wat veelal aanmerkelijk minder is. Ten slotte herinnert schr. met instemming aan’ de voorstellen om een commerciële afschrijving verplicht te stellen (het Stuttgarter systeem).

Onderhoudskosten van woningen, door Ir. D. Kleyn. In de Financieringsregeling Nieuwbouw 1947 is voor onderhoud een bedrag uitgetrokken van 12% van de huur. Schr. toetst dit cijfer aan zijn ervaringen met de exploitatie van ca. 2500 woningen te Amsterdam. Het percentage zou volgens hem 37 moeten zijn. De uitdrukking van de onderhoudskosten in een percentage van de huur is opzichzelf onjuist, aangezien de huur een kunstmatig bedrag is. Het ligt meer voor de band verband te leggen met de bouwkosten. Volgens schr. had ca. 40% van de voor onderhoud bestede kosten bij de meergenoemde woningen vermeden kunnen worden, indien geen ontwerp- en bouwfouten waren gemaakt, waarbij hij enige veel voorkomende gebreken aanduidt.

Tennessee Valley Development. Het einde van een mythe, door Rein H. Fledderus. Journalistiek verslag van een bezoek aan het gebied, in zeer critische geest. Met afbb.

No. 23, 14 Juni 1947

Een pleidooi voor huurverhoging van 20% en loonsverhoging van 4%, door Mr. F. H. van der Meulen. Schr. schetst de moeilijkheden bij de exploitatie van huizen ten gevolge van de geldende regeling van de huren. Hij argumenteert de in de titel weergegeven loonsverhoging met de overweging dat voor de oorlog de arbeider gemiddeld 1/5 van zijn inkomen verwoonde. Wat de huurprobleraen bij de nieuwbouw betreft toont bij zich voorstander van een hurenfonds, gevoed uit een huurbelasting, die gekoppeld wordt aan de loon- en inkomstenbelasting.

Berekening van grondoppervlakken voor bebouwde kernen. Enkele Amerikaanse cijfers, door jbr. Ir. ]. de Ranitz. Schr. geeft een aantal cijfers weer, die gebruikt zijn bij berekeningen voor de nederzetting van de UNO in de staat New York.

Ernstige achterstand bij het onderhoud van woningen. Enige berekeningen en wegen tot verbetering, door J. Spek. Men neemt algemeen aan dat in de oorlogsjaren minder voor onderhoud is uitgegeven dan normaal. Een onderzoek bij een aantal woningbouwverenigingen te Amsterdam heeft echter uitgewezen dat de toeneming van het batig saldo van de onderhoudsfondsen betrekkelijk gering is. Dringende werkzaamheden, die voortgang moesten hebben, zijn namelijk zeer duur betaald. Het buitenschilderwerk moet nu vrijwel overal gebeuren en zal met bijbehorend timmerwerk de volle onderhoudsnorm over vijf paar opeisen. Een commissie uit de Nationale Woningraad heeft geadviseerd het achterstallig onderhoudswerk te bekostigen door uitstel van de aflossing der Woningwetvoorschotten gedurende maximaal drie jaar. De kostprijzen zullen naar beneden moeten. Het indexcijfer van de onderhoudskosten schat schr. op 230 a 235. De mindere arbeidsprestatie kan vermeden worden met tarief- of aangenomen werk. .

Bouwbedrijf en Openbare Werken, No. 11, 29 Mei 1947 Ontwerp-problemen, door Ir. C. J.. van Mansum. De keuken. Schr. bespreekt een aantal vraagpunten van de inrichting van de keuken. Met afbb.

Economisch-Statistische Berichten, No. 1566, 14 Mei 1947 Financiering van de woningbouw, door Dr. Ir. H. G. van Beusekom. Het artikel begint met een terugblik op de vormen van steun aan Woningwetbouw en particuliere bouw tijdens en na de oorlog, schetst daarna de Financieringsregeling 1947 en geeft enkele mededelingen over de huidige woningpolitiek. Ten slotte worden de overeenkomstige regelingen in Engeland, de Verenigde Staten en Denemarken kort uiteengezet.

De Ingenieur, No. 19, 9 Mei 1947

Spoorwegplannen te Eindhoven, door Ir. J. van der Waerden en Ir. J. A. G. van der Steur. Aanvulling op een artikel terzake van Ir. van Veen in een vorig nummer. Met afbb.

No. 24, 23 Mei 1947

Beschouwingen omtrent de organisatie van de wederopbouw. Nota van de Vakafdeling Bouw- en Waterbouwkunde van de Orde van Nederlandse Raadgevende Ingenieurs.

Stadsverwarming, door Prof. Ir. A. J. Ter Linden. Enkele bedrijfservaringen van de warmtelevering door de N.V. P.E.G.U.S. te Utrecht, door Ir. H. J. Boon. Wordt vervolgd. Twee voordrachten gehouden in een vergadering van de Afdelingen Gezondheidstechniek en Werktuig- en Scheepsbouw van het Instituut van Ingenieurs,

; No. 22, 30 Mei 1947

Afstandsverwarmlng in het kader van de Wederopbouw, door Jhr. Ir. A. C. D. de Graeff. Eveneens een voordracht voor de genoemde vergadering. Enkele economische beschouwingen. De schijnbare tegenspraak van de idee van afstandsverwarming met de materia.enschaarste wordt aangestipt. Gewezen wordt op de ruimtebesparing bij de nieuwbouw, op het belang van tijdige aanleg van de leidingen, de besparing van moeite bij vermijding van kachels. De verwarmingsman kan profiteren van het vooronderzoek van de stedebouwkundige.

Het project-Stadsverwarming Rotterdam, door Ir, M. C. Hoenkamp. Een overzicht van het Rotterdamse plan, dat wij in het vorige nummer al onder Binnenland vermeldden.

Maandblad van N. Samson N.V., No. 6, Juni 1947

Ons Woonpeil. Het artikel beveelt aan klein en goed te bouwen voor jonge gezinnen en bestaande grote woningen, die niet geschikt zijn voor samenwoning, vrij te maken voor grotere gezinnen. Vorderingsbesluit Woonruimte. Schets der nieuwste jurisprudentie. De kwestie wordt behandeld of een woonschip onder het vorderingsrecht ingevolge het vorderingsbesluit woonruimte valt. De President van de Rechtbank te Leeuwarden had dit ontkend, het Hof te Leeuwarden had in beroep de vraag bevestigend beantwoord.

De Nederlandse Gemeente, No. 20, 16 Mei 1947

Regionale adviesbureaux inzake woningbouw en woningbeheer, door Mr. H. W. Bloemers. Aankondiging van dit rapport van de commissie uit het Instituut.