krijgen, zal eveneens een groot, nieuw gebouw verrijzen, dat huisvesting moet verlenen aan de Openbare Leeszaal, thans veel te klein behuisd aan de Brink, en aan de historische Athenaeumbibliotheek, met het oud archief der gemeente, beide nu in het ook met groot ruimtegebrek te kampen hebbende stadhuis, op het Grote Kerkhof, ondergebracht. Dat brengt ons naar dit plein, dat weinig schade heeft geleden en waar de Grote Kerk er gelukkig, naar omstandigheden, goed is afgekomen, al zal het herstel der schade toch nog wel ruim een ton vergen. Tevens wil men nu het Hemonycarillon uit 1647, het oudste van die gieters hetwelk ons land bezit, herstellen, verbeteren en uitbreiden.

Afb, 8. Achterzijde Bergkerk naar het Wederopbouwplan

Aan de voet van de imposante toren is, in een inham, het Deventer oorlogsmonument gedacht, een waardige en symbolische plaats: in het hartje van de stad, op een rustig hoekje van het plein zal een eenvoudige sarcophaag komen te staan, terwijl een drietal bronzen reliefs episoden uit de bezettingstijd zullen uitbeelden en de toren zelf als eigenlijk gedenkteken fungeert.

Voor de voormalige Mariakerk, thans Arsenaal, geeft het plan de suggestie er een grote gehoorzaal, die dan een zeer bizondere sfeer zou hebben, van te maken, hetgeen met betrek, kelijk weinig moeite te bereiken zou zijn, terwijl het onoverdekte gedeelte een interessante binnenhof zou kunnen opleveren.

Door wat bomen te plaatsen voor de beide op het Grote Kerkhof liggende hotels, die met hun achtertuinen als caféterrassen op de Welleboulevard uit zullen komen, wordt de steenmassa van dit plein wat gebroken en verlevendigd.

Het stadhuis, dat, zoals gezegd, zeer met ruimtegebrek heeft te kampen, zal inwendig, nadat oud archief en Athenaeumbibliotheek zijn verhuisd, doelmatiger ingericht worden, waarbij het voormalige Landshuis, met zijn rijke Renaissancegevel van 1632, thans politiebureau, er aangetrokken wordt. De politie zal dan, met de brandweer, die nu wel fraai, maar nogal onpractisch gehuisvest is op de Kleine Poot onder in een huis met een gevel uit het jaar 1659, verhuizen naar een nieuw gezamenlijk gebouw, hoek Welle—^Vispoort.

De Schouwburg, eveneens op het Grote Kerkhof, zou ook dringend vervangen dienen te worden door een representatiever gebouw. Daar de kosten daarvoor evenwel momenteel niet te betalen zijn, zal voorlopig worden volstaan met inwendige verbeteringen.

Toch blijft er een terrein voor een nieuwe schouwburg cum annexis gereserveerd en wel aan de Singel, daar, waar nu de gebouwen van het oude Ziekenhuis liggen.

Men wil de bocht van de Singel daar ter plaatse verbeteren, en wel in dier voege, dat alleen het wegtracé een verbetering ondergaat, maar het talud, met zijn uitspringende bastionvorm, gehandhaafd wordt. Een gelukkige oplossing, aangezien het zeer te betreuren zou zijn als dit laatste overblijfsel van Maurits’ vestingwerken had moeten verdwijnen.

Verder komt de vraag en zelfs de twijfel op, of een bruggetje voor voetgangers en fietsers over de gracht met een weg door het plantsoen, als rechtstreekse verbinding van de Hoge Hondstraat met de binnenstad werkelijk in een dringende behoefte zal blijken te voorzien, waarbij het argument dat plantsoen en gracht daardoor zeker er niet mooier op zullen worden, toch ook gewicht in de schaal moet leggen. En verder heeft de stad hier haar beide toegangswegen over Drakenbrug en Leeuwenbrug.

C. Ook de Spoorbrug was, begrijpelijkerwijze, mikpunt voor geallieerde bommenaanvallen; een zeer groot gedeelte van de arbeiderswijk buiten de Noordenberg is daardoor in puin komen te liggen (zie afb. 11) en zal nu in verbeterde vorm herrijzen, niet in perceelsgewijze herbouw, maar bloksgewijze in handen van één architect.

De loswal aan de IJssel blijft daar ter plaatse: de Lagestraat wordt een deel van de IJsselboulevard en in dit stadsgedeelte met zijn destijds nauwe, troosteloze straten, verouderde huisjes en inpandige bebouwing zullen nu aantrekkelijke en moderne woningen verrijzen.

Het Noorderplein, dat eveneens daar in de buurt ligt en voor het steeds drukker geworden verkeer te klein is geworden, wordt aanzienlijk vergroot, het viaduct aldaar wordt verbreed.