buitengebieden van de stad is typerend voor de huidige industriële ontwikkeling.

Er worden nu bijna een millioen stedelijke woningen per jaar gebouwd met een overeenkomstig aantal andere elementen van stedelijke groei. In dit tempo zou voor bet einde van de eeuw de gehele herbouw van de verouderde delen van bet stedelijk apparaat voltrokken kunnen worden. Hoewel veel nieuwe aanbouw nodig is om de bestaande stedelijke economie in gang te houden, zou toch een aanzienlijk deel geleid kunnen worden in de richting van de aanleg van nieuwe goed aangelegde woonwijken en nieuwe steden, zonder enig nadelig gevolg voor de bestaande steden. Dit is echter alleen mogelijk als een krachtige nationale politiek wordt gevoerd, die financiële hulp voorbehoudt aan werken, die overeenstemmen met de ontwikkelingsplannen, als de Bond, de staten en gemeenten krachtig werkzaam zijn voor de sanering in ruime zin van verouderde stadskernen en als de staten een apparaat in het leven roepen, dat de plannen en de ordelijke ontwikkeling van gehele stedelijke districten mogelijk maakt.

Overzicht van tijdschriften

Nederland

Bouw, No. 40, 7 October 1950

Het probleem der onrendabele toppen, door Mr I. Brautigam. Ditmaal wordt behandeld de kwestie van de aanvullende bijdragen, aan de hand van artt. 71 en 72 van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden. Premieregeling Woningbouw 1950, door Mej. P. H. Graamans. De kwestie van de premie in de nieuwe regeling wordt bekeken. De conclusie luidt, dat de overheidsinstanties en de particulier, die over enig kapitaal beschikken, het meest van deze regeling kunnen profiteren.

No. 41, 14 October 1950

Eén uitbreidingsplan, twéé gedachten. Granpré Molière en Peutz te Breda, door Jhr Ir ]. de Ranitz. Van het nieuwe uitbreidingsplan „Heuvelstraat” te Breda, is de westelijke helft ontworpen door Granpré Molière, de oostelijke door Peutz. Aan elkaar grenzend zijn zodoende twee wijken ontstaan, die getuigen van geheel verschillende stedebouwkundige visie. Juist daarom zijn zij de aandacht waard. Met afbb.

Grote bouwplannen in Nieuw-Guinea. Voor de vele Europeanen, die zich in Nieuw-Guinea zullen vestigen, bestaat nog geen woonruimte. Hollandia is voor uitbreiding ongeschikt. Zodoende is het plan gerijpt een geheel nieuwe stad te vestigen op 30 km afstand van deze havenstad. Ongeveer 500 woningen van verschillend type, met voorts de nodige gouvernementsgebouwen, scholen e.a. voorzieningen zullen hier verrijzen. Men zal bij de bouw zoveel mogelijk gebruik maken van geprefabriceerde onderdelen.

Overheidsbeleid inzake volkshuisvesting in België, door R. Bottelberghs. De werking van de beide wetten (De Taeye en Brunfaut) inzake de financiering van de woningbouw in België wordt beschreven.

No. 42, 21 October 1950

Woningbouw in Italië, door Guglielmo Pepe. Een lid van het Italiaanse ministerie van Openbare Werken verhaalt van de moeilijkheden bij de wederopbouwwerkzaamheden in zijn land. Steunverlening van de Staat is gering. Bij het herstel van enkele zwaar door de oorlog getroffen gebieden, is daarom niet te rekenen op het particulier initiatief. De oppervlakte van de volkswoningen is gering, 65 tot 110 Met afbb.

De Zwitserse bouwactiviteit sinds het begin van de tweede wereldoorlog, door E. Meyer. Een overzicht van de maatregelen die de overheid genomen heeft teneinde de woningbouw te stimuleren. Eind 1949 is de financiële hulp gestaakt, daar de woningnood practisch was opgeheven. De huren van de woningen, gebouwd voor 1 Augustus 1939 zijn bevroren op basis van die datum. Een huurverhoging in etappes is noodzakelijk. Met afbb.

Om de bescherming van het architectenberoep. Verslag van een persconferentie, belegd door het bestuur van de B.N.A. en gewijd aan het ontwerp-Architectenwet.

Zweedse ervaring leert dat hoogbouw niet duurder is dan laagbouw, door F. J. Jansen. Enige indrukken van de reis van Z. E. Minister J. in ’t Veld naar Scandinavië. Met afbb.

■, No. 43, 28 October 1950

Nog eens; de bouwmodulen. De practische betekenis ervan voor de woningbouw, door Prof. Dr Ir J. P. Mazure en Ir A. Langejan (Stichting Ratiobouw). De vraag die gesteld wordt, luidt: Biedt invoering van een moduulsysteem de mogelykbeid tot het vaststellen van efficiënte standaardmodellen voor verschillende bouwonderdelen, die zonder moeilijkheden naast elkaar kunnen worden toegepast, met als gevolg verlaging der bouwkosten? Uit bet onderzoek blijkt dat de moeilijkheden in bet vinden van een dergelijk systeem vele zijn en dat slechts ten dele een gunstig resultaat bereikt kan worden. Toch zou meer standaardisatie van bouwelementen bijdragen tot kostenverlaging.

Een Duitse studie over de bouwmodulen, door Dr Ir J. P. Mazure. Aansluitend op bet vorige artikel bespreekt schr. het boekje van M. Mittag, ..Untersuchungen zur Maszordnung im Hochbau (uitgave Bauforscbungsinstitut Hannover, 1949). Hier komt men tot de conclusie dat een bouwmodulus grote voordelen biedt, hoewel een eigenlijke motivering ontbreekt.

Bouwbedrijf en Openbare Werken, No. 20, 5 October 1950

Moderne hoge kantoor- en woongebouwen, door v. R. Enige voorbeelden van hoogbouw in Zuid-Amerika, met afbb. Eigenbouw in Amerika, door C. ]. v. M. Scbr. vermeldt enige bizonderheden over de eigenbouw (d.w.z. bouw van woningen voor de markt). Het blijkt dat, nu de ergste woningnood tot het verleden behoort, meer zorg aan deze woningen besteed zal worden, vooral wat betreft de bij de woning behorende voorzieningen.

V No. 21, 19 October 1950

Meer duplexwoningen, door v. R. Schr. prijst het initiatief van de overheid aangaande de bevordering van de bouw van duplexwoningen. Hoewel aan bet systeem bezwaren verbonden zijn (verlaging van het woonpeil, waarvan schr. niet zo overtuigd is, dat deze slechts tijdelijk zal zijn), staat aan de andere kant het voordeel, dat aan vele gedwongen samenwoningen een eind wordt gemaakt. Enige voorbeelden van duplexbouw worden besproken. Met afbb.

De Bouwkas der Gemeenten, No. 1, September 1950

Assen krijgt „Bouwkaswijk” van 32 woningen. Voor het eerst zal een complex woningen in enige blokken, waarvan de bouw mogelijk is gemaakt door de Premieregeling Woningbouw 1950, door de Bouwkas worden gebouwd. De bewoners van dit complex zullen een coöperatie vormen. Enige werkzaamheden, o.a. het onderhoud van de voortuinen, zullen gemeenschappelijk uitgevoerd worden. Men overweegt de aankoop van een wasmachine voor gemeenschappelijk gebruik. Met afbb.

Bouwkundig Weekblad, No. 40, 3 October 1950

te Velsen, door Ir P. H. N. Briët. Een nieuw complex van 107 woningen, waaronder vier duplexhuizen, gebouwd door de Hoogovens en in exploitatie bij een bouwvereniging, met een 25-tal woningen van de Papierfabriek van Gelder, is in Velsen verrezen. Uitvoerige beschrijving hiervan aan de hand van foto’s en tekeningen.

■, No. 41, 10 October 1950

In afwachting van de Architectenwet, door H. van Helvoort. Overzicht van de ontwikkeling van architectenberoep en -werkzaamheden en pleidooi voor een wettelijke bescherming van titel en beroep van de architect. Het ontwerp Architectenwet, door Ir A. J. van der Steur. Toespraak van de voorzitter van de B.N.A. op de persconferentie over het ontwerp-Architectenwet (October 1950).

No. 42, 17 October 1950

Woningbouw te Roosendaal, door M. Duintjer. Vele foto's en constructietekeningen geven een beeld van het complex van 127 woningen, deel uitmakend van het uitbreidingsplan Kalsdonk te Roosendaal.

Cobouw, No. 41, 13 October 1950

Torenhuizen in Zwitserland. Ongesigneerd artikeltje, waarin enige ontwerpen van torenflats worden besproken. Met plattegronden.

■, No. 42, 20 October 1950

De bouwactiviteit in 1951. Redactioneel artikel over het bouwplan 1951. In deze eerste publicatie worden de cijfers van dit plan vergeleken met die van het bouwplan 1950. Wordt vervolgd.

No. 43, 27 October 1950

De bouwactiviteit in 1951, 11. Behandeld wordt de verdeling van het woningbouwvolumen, zowel over de verschillende sectoren als over de gemeenten.

Economisch-Statistische Berichten, No. 25 Oct. 1950 Premieregeling \Voningbouw 1950, door de Ridder. Schr. bespreekt de inbond van deze regeling en gaat vervolgens na, hoe haar werking in de praktijk zal zijn.

Financieel Overheidsbeheer, No. 10, 15 October 1950

Natuurschoon en gemeentefinanciën, door P. Bergsma. Naar aanleiding van een onlangs verschenen proefschrift van de hand van Mr J. W. Keiser, getiteld „Overheidszorg voor het natuurschoon” (Brusse’s Uitgeversmaatschappij N.V., Rotterdam), doet schr. een beroep op de overheid, om zuinig om te gaan met het natuur- en landschapsschoon.

De Gemeente, No. 2, 15 October 1950

Woningsplitsing, door M. J. Goedée Jr. Gewezen wordt op de mogelijkheid een premie te verwerven voor het splitsen van woningen, volgens de Premieregeling Woningverbetering en -Splitsing, die ten aanzien van de splitsing nog steeds van kracht is.'

’s Gravenhage. Mededelingen van het Bureau voor Statistiek en Voorlichting der Gemeente ’s Gravenhage, No. 40, 1950

De woningvoorraad te ’s Gravenhage. Beschouwingen over bouwtype, eigendoms- en huurverboudingen en grootte van de Haagse woningvoorraad.