Het vorenstaande biedt uiteraard igeen oplossing complexen Woningwetwoningen, welke zonder Rijksbijdrage worden geëxploiteerd. Ten aanzien van het exploitatie-risico van deze complexen draagt het Rijk geen verantwoording. Deze verantwoording toch berust bij de desbetreffende woatoabouwcoT**ratie of |

In dit verband deel ik U mede, dat bij mij de vraag in overweging is, of voor die plaatsen, waar het huurpeil zo uitzonderlijk laag is, dat de ingevoerde huurverhoging niet toereikend is om de stijging der exploitatielasten op te vangen, gebruik moet worden gemaakt van de mogelijkheid, welke de Huurwet biedt, om afwijkende huurprijzen vast te stellen. Ik vraag tenslotte Uw aandacht voor een bijzondere categorie Woningwetwoningen, ten aanzien waarvan bij het vaststellen van de Rijksbijdrage met een „minimum huur’ wordt rekening gehouden; het betreft hier de woningen, die in de jaren 1919—1923 zijn tot stand gekomen met een z.g. crisisbijdrage. Het Rijk heeft destijds medewerking aan het tot stand komen van deze woningen verleend onder de voorwaarde, dat een bepaald bedrag aan huuropbrengst tenminste op de exploitatie-rekening wordt verantwoord, ongeacht ot dit al dan niet werkelijk werd ontvangen. De gemeente heeft daarbij aanvaard, dat zij een eventueel verschil tussen de minimumhuur en het ontvangen bedrag zou moeten bijpassen, zulks uit hoofde van het belang dat zij bij het tot stand komen van deze woningen had.

i • Teneinde te waarborgen, dat de algemene huurverhoging in de eerste plaats wordt aangewend voor het doel waarvoor zij dient, zal de minimum-huur in de desbetreffende gevallen opnieuw worden vastgesteld en worden verhoogd met het bedrag van de door het Rijk erkende stijging der exploitatielasten sedert 10 Mei 1940, een en ander tot een maximum van het bedrag der huurverhoging.

De Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting, w,g. J. in ’t Veld.

MINISTERIE VAN WEDEROPBOUW EN VOLKSHUISVESTING

Afdeling: Technische Zaken. No. 414001 c.

Onderwerp: Regeling risico-verrekening 1951.

De gemeentebesturen. l2 April 1951.

Ik stel U er mede in kennis, dat op 13 April 1951 in werking treedt de ~Regeling risico-verrekening 1951”, welke is vervat in mijn beschikking d.d. 7 April 1951, nr 20844, afgekondiqd in de Nederlandse Staatscourant van 12 April 1931, nr 71. Het ligt in mijn voornemen II zo spoedig mogelijk een overdruk van de publicatie in de Staatscourant toe te zenden. Indien U meer exemplaren van deze overdruk wenst, «elieve U deze te bestellen bij de Staatsuitgeverij, Fluwelen ■htrewal 18. te ’s-Gravenhage. |

Deze regeling zal van toepassing kunnen zijn voor objecten, die worden gebouwd met een financiële tegemoetkormng van het Rijk op grond van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden, op grond van de Woningwet en haar uitvoeringsmaatregelen en op grond van de Premieregeling Woning- Immw T950. I

Hoewel’ten gevolge van de opschorting van het verlenen van Rijksgoedkeuringen voor woningen momenteel slechts weinig nieuwe werken in uitvoering worden genomen, meen ik goed te doen zulks mede in verband met de yoorbereiding van nieuwe bouwplannen, welke momenteel wellicht plaats vindt er thans reeds Uw aandacht op te vestigen, dat verrekening van het risico op de basis van vorengenoemde regeling ten aanzien van na 13 April 1951 aanbcstedl werken alleen mogelijk is, indien in de bestekken een I Mline is die overeenkomt met de in artikel 3,

sub a, van mijn beschikking d.d. 7 April 1951, nr 20844, vermelde tekst. Deze tekst luidt als volgt: |

„Wijzigingen in de bouwkosten tussen de inschrijvingsdatum en de datum van eerste algehele oplevering, uitsluitend ten gevolge van vanwege de Overheid toegestane of voorgeschreven wijziging der uurlonen, sociale lasten, prijzen van bouwstoffen, vervoerkosten, handelaarsmarges, belastingen en opslagpercentages, zullen worden verrekend met behulp van een correctiefactor, welke op kosten van de aannemer zal worden berekend op de wijze, als is aangegeven in de Regeling riciso-verrekening 1951, bekend gemaakt in de Nederlandse Staatscourant van 12 April 1951, nr 71. Partijen verbinden zich over en weer te zullen medewerken tot het aanvratten van de berekening van deze correcdefactor. |

Ten aanzien van bouwwerken, die in eigeit bdieor worden uitgevoerd, moet binnen 10 dagen, nadat met de bouw is begonnen, bij mij een verklaring worden ingediend. Deze verklaring dient voor objecten, vallende onder de toepassing van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden, te luiden: _

~Ondergetekende, Jnaam en aflresj, verklaart hierbij te wensen, dat de bijdrage, de rentevergoeding, het renteloze gedeelte van het crediet of de aanvullende bijdrage, hem ingevolge de Wet op de Materiële Oorlogsschaden toegekend ter zake van het door hem in eigen beheer te stichten bouwwerk, bestaande uit (omschrijving), te (plaats), omvattende (aantal) woningen, na de voltooiing van genoemd bouwwerk zal worden herzien op basis van een op zijn kosten te berekenen correctiefactor op de wijze, als is aangegeven in de Regeling risico-verrekening 1951, bekend gemaakt in de Nederlandse Staatscourant van 12 April 1951, nr 71. Voor objecten, die in eigen beheer worden gebouwd met een premie ingevolge de Premieregeling Woningbouw 1950, moet de volgende tekst voor de bedoelde verklaring worden gebezifld: |

, ~Ondergetekende, (naam en adres), verklaart hierbij te wensen, dat de huurprijs, vastgesteld bij het toekennen van de financiële steun van het Rijk ter zake van het door hem in eigen beheer te stichten bouwwerk, bestaande uit (omschrijving), te (plaats), omvattende (aantal) woningen, na de voltooiing van genoemd bouwwerk opnieuw zal worden vastgesteld op basis van een op zijn kosten te berekenen correctiefactor op de wijze, als is aangegeven in de Regeling risicoverrekening 1951. bekend gemaakt in de Nederlandse Staatscourant van 12 April 1951,nr71. Ik verzoek U voor zoveel nodig de belanghebbenden met het vorenstaande in kennis te stellen.

De IMinister van en Volkshuisvesting, w.g. J. in ’t Veld.

Inhoud

De woningbouw wordt wezenlijk bedreigd . . • •47' De moeilijkheden in de kapitaalvoorziening . . • •

De oogst van 1950 . . ‘j * ' sil

Mededelingen van de Nationale Woningraad . . • | Circulaires van het Ministerie van Wederopbouw en . . T/51

Volkshuisvesting

Dit orgaan wordt gezonden aan alle lezers van het voor Volkshuisvesting en Stedebouw.^

Leden van de Nationale Woningraad en van het Ned. In. stituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw kunnen extn abonnementen nemen tegen de prijs van f. Voor hen, die niet zijn aangesloten bij Woningraad of Instu tuut voor Volkshuisvesting, bedraagt de abonnementspri)< f. pM jaar.