Sept.-Oct.-Nov. 1952 12e Jaergant ■ No. 9>lo-11

De Woningbouwvereniging

Uitgave van de Nationale Woningraad, Algemene Bond van Woningbouwverenigingen

Verschijnt maandelijks

Adres Toor Redactie en Abonnementen i Wouwermanitraat 27, Amsterdam Z., Telefoon 24298 Adres voor Advertenties) Keizersgracht 188, Amsterdam C., Telefoon 49128

Een afscheid en een welkom

Nu door bijzondere omstandigheden ■— waarover elders in dit nummer meer de regelmaat in de verschijning van ons maandblad wat is verstoord, wordt de verleiding groot om de intussen alweer tot „geschiedenis” geworden portefeuillewisseling op het departement van Wederopbouw en Volkshuisvesting onbesproken te laten. Wij bieden echter aan deze verleiding het hoofd, omdat wij er behoefte aan hebben de scheidende bewindsman ook in onze krant iets van onze gevoelens te laten blijken en omdat wij het verder gepast achten de nieuwe minister van onze kring uit te verwelkomen.

Wij willen het niet verhelen: toen de dagbladen eindelijk en tenslotte de samenstelling van het nieuwe kabinet bekend konden maken, besprong ons even de teleurstelling over de verandering in de bezetting van de ~Van Alkemadelaan”. De mens is van nature geneigd om veranderingen, die hem of zijn bedrijf raken, met enig wantrouwen gade te slaan en te beoordelen. Dat dit in de politieke verhoudingen misschien niet geheel opgaat, moge de uitzondering zijn, die de regel bevestigt. Het is bepaald niet alleen een soort van geestelijke gemakzucht, welke einde van de ambtsperiode van Mr J. in ’t Veld een weinig doet betreuren. De verhoudingen brachten soms mede, dat wij in de afgelopen jaren op bepaalde punten van het beleid van de minister In ’t Veld enige

critiek moesten uitoefenen. Ten dele koesteren wij nóg critische gedachten. Wij menen echter, dat men een bewindsman geen dienst bewijst door alles, waarvoor hij de verantwoording draagt, wat hij doet en nalaat, wat hij zegt van plan te zijn, bij voorbaat toe te juichen. Alleen reeds terwille van de vrijheid, die regeerders en geregeerden jegens elkaar dienen te behouden, doet men goed om op een gepaste manier uiteraard te waarschuwen, te prijzen of te laken waar dat wenselijk of nodig lijkt.

Goed, er waren in bepaalde opzichten dus meningsverschillen tussen de oud-minister en ons. Dat verschil van inzicht staat evenwel in het minst niet in de weg aan de grote bewondering, die wij hebben voor de wijze, waarop Mr In ’t Veld ongeveer jaar leiding heeft gegeven aan een waarempel niet gemakkelijk departement. Deze bewondering wordt door feiten gedragen. De woningproductie steeg van jaar tot jaar en bleek altijd groter dan de minister in het vooruitzicht had gesteld. Bij het optreden van de minister begin 1948 ■— was de woningbouw ternauwernood op gang gekomen. De resultaten van het fameuze „Bouwplan-1947” waren slechts in staat tot het wekken van hoon en schandegeroep in vrijwel alle kranten en krantjes in ons lieve vaderland. Onder het bewind van minister In ’t Veld heeft van de grond af opgebouwd de woningproductie een peil bereikt, dat in technisch en financieel opzicht bijna als Nederlands maximum