godsdienst, verkiezingsuitslagen, welstandsstatistiek, geboorte- en sterftecijfers, migratie-statistiek worden bijeengebracht door de afdeling Statistiek der Gemeentesecretarie in overleg met de Gemeentelijke Dienst van de Wederopbouw en de Stadsontwikkeling;

b. oriënterende besprekingen met de werkers van de in de buurt werkzame ambtelijke (Politie, Onderwijs, Dienst voor Sociale Belangen e.d.), kerkelijke en particuliere organisaties.

11. De gezinskaetotheek

Na deze globale oriëntatie, welke als basis zal moeten dienen voor de eerste, hoofdzakelijk collectieve, aanpak, zal het, wanneer na enige tijd het werk meer individueel gericht moet worden, nodig zijn nauwkeurige gegevens omtrent de afzonderlijke bewoners van de buurt te verzamelen. Voor dit doel zal het nodig zijn een gezinskartotheek aan te leggen. Bij de samenstelling daarvan zullen de gegevens van bevolkingsregisters van overheid en kerkelijke instellingen en van de woningkartotheek (huurbedragen, verhouding tussen grootte van woning en het daarin gehuisveste gezin) de grondslag vormen. Deze gegevens moeten dan worden aangevuld met de inlichtingen, verstrekt door hen, die het onder A aangegeven werk uitvoeren en hen, die door beroep of functie op de hoogte zijn van de toestand in de gezinnen; als zodanig zijn te beschouwen: het wijkhoofd van het sociaal wijkcentrum, de wijkambtenaar van de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Belangen, woninginspectrices, de ambtenaar van het Gemeentelijk Bureau voor "Werklozenzorg, het hoofd van het Politiebureau, schoolhoofden, schoolartsen, de geestelijkheid, de psychiater van de Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst, de arbeidsbemiddelaar van het Gewestelijk Arbeidsbureau, de arts van het Consultatiebureau voor Zuigelingen en Kleuters enz..

De wijze, waarop daarna aanvullende gegevens worden verzameld, is van grote betekenis, omdat de gezinskartotheek de grondslag zal moeten vormen voor de ten aanzien van elk gezin afzonderlijk te treffen maatregelen. Verzameling dezer gegevens door middel van een schriftelijke enquête houdt het gevaar in dat geen inzicht wordt verkregen in de vaak zeer uiteenlopende maatstaven, welke de verstrekkers der inlichtingen bij de beoordeling van de gezinnen hanteren.

Ofschoon dit organisatorisch meer werk vereist, moet er de voorkeur aan worden gegeven de kerkelijke en particuliere organisaties, welke straks bij de opheffingsarbeid betrokken zullen zijn, reeds bij de enquête in te schakelen.

Deze organisaties zullen uitgenodigd worden enige enquêteurs aan te wijzen, aan wie wordt opgedragen een enquête in te stellen bij de gezinnen, waarmede hun organisatie reeds bemoeiingen heeft.

De enquêteurs zullen daartoe door persoonlijk contact met deze gezinnen een eigen indruk over hen trachten te verkrijgen en voorts door middel van persoonlijke gesprekken met de hiervoren genoemde functionarissen alle gegevens verzamelen, welke voor de straks door hun organisatie aan deze gezinnen te verrichten opheffingsarbeid van belang kunnen zijn. Door het persoonlijk gesprek en door de eigen bekendheid met het gezin is de enquêteur tevens in staat de verschillende meningen over een gezin te toetsen, waardoor de genoteerde gegevens zo zuiver mogelijk kunnen zijn en hij zich een zo juist mogelijk eindoordeel kan vormen. De organisaties verstrekken aan de gemeentelijke functionaris, die in het bizonder met de behandeling van de saneringsvraagstukken in de buurt is belast, van elk gezin die gegevens, welke hij voor het uitstippelen van het algemeen saneringsbeleid in deze buurt nodig heeft. Met deze gegevens stelt hij de gezinskartotheek samen. Gezinnen, welke door de kerkelijke en particuliere organisaties niet worden bereikt, zullen moeten worden geënquêteerd door enquêteurs, die rechtstreeks door de zoéven bedoelde gemeentelijke functionaris worden aangewezen.

Het nadeel dat inschakeling van meer enquêteurs moeilijk

tot uniformiteit in de beoordeling kan leiden, zal in de practijk door het gebruikmaken van een uniform enquête-schema en door zorgvuldige instructie van en een nauw contact tussen de enquêteurs kunnen worden ondervangen.

Ad B, Het oplossen van de direct met de verhuizing samenhangende problemen

I. Collectieve aanpak

a. Globaal opschuivingsplan

Aan de hand van de bij de globale verkenning (A. I) verkregen gegevens enerzijds en de in het vooruitzicht staande mogelijkheden van vervangende woonruimte andererzijds, zal een globaal plan voor de ~opschuiving” kunnen worden opgemaakt.

b. Spaaractie

De geldelijke lasten van de gezinnen, welke door de stadssanering moeten verhuizen, zullen aanzienlijk worden verzwaard. De verhuizing op zichzelf, de inrichtingskosten van de nieuwe woning, de steeds terugkerende hogere huishuur vorderen belangrijke bedragen. 'Weliswaar zullen de bewoners zich voor het grotere comfort, dat zij in hun nieuwe woning vinden, een offer moeten getroosten, doch maar al te vaak zullen de gezinnen er niet toe kunnen komen hun budget zodanig in te richten, dat de hogere huursom en de verhuisen inrichtingskosten geen bezwaren opleveren. Het systeem van de huurtoeslagen, dat tegemoet komt aan de moeilijkheden, welke zijn verbonden aan het betalen van een hogere huursom, kan, omdat de regeling van aflopende aard is, slechts een tijdelijke oplossing brengen.

Wanneer vroegtijdig (enige jaren vóór de verhuizing) met een spaaractie als algemene maatregel kan worden begonnen, waarbij de overheid op de geleidelijk opklimmende spaarbedragen een toeslag geeft (zoals reeds geruime tijd met succes in de oorden waar vanwege het Ministerie van Maatschappelijk Werk de heropvoeding van maatschappelijk-onaangepaste gezinnen ter hand is genomen, geschiedt), zullen de gezinnen zowel voor de verhuizings- als voor de inrichtingskosten een reserve kunnen kweken; zij behoeven dan niet hun toevlucht te nemen tot het afbetalingssysteem, dat juist voor deze gezinnen zo verleidelijk is.

Wanneer het sparen aan de gezinnen welke veelal doordat de huur van hun woning laag is in de gelegenheid zijn gesteld te reserveren tijdig wordt geleerd, dan zal het hun later in de nieuwe woning mogelijk zijn een deel van het wekelijkse reservebedrag te besteden ter betaling van de hogere woninghuur.

C. ' Gezinsbudgetering

Waarschijnlijk zal het nodig blijken sommige gezinnen voor de verplaatsing naar een nieuwe woning te leren budgeteren of tot betere budgetering op te voeden, vooral nu straks door de hogere huurprijs de besteding van het inkomen niet op de oude voet kan worden voortgezet. Hierbij kan de Commissie voor de Huishoudelijke en Gezinsvoorlichting direct, of via een maatschappelijk werkster, die reeds met het gezin contact had, goede diensten bewijzen. Tevens zal door een dergelijke voorlichting de bevolking tot een hogere waardering van de woning kunnen worden heropgevoed.

Door voorbereiding met een goed spaar- en budgeteringssysteem zal de spanning in het budget minder groot zijn en minder aanleiding geven tot de negatieve uitkomsten, welke waarneembaar waren na het Engelse experiment van het Ministerie van "Volksgezondheid in de Borough of Stockton on Tees.

(In Stockton on Tees werd een ..unhealthy area" gesloopt en de bewoners overgebracht naar een nieuwe woonwijk met goede woningen, moderne sanitaire voorzieningen en ideale wijkvoorzieningen. Sterftestatistieken van deze groep gedurende 5 jaren vóór de verhuizing werden vergeleken met de statistieken gedurende 5 jaren na de verhuizing en met statistieken van groepen, welke in een vergelijkbare, niet verbeterde buurt achterbleven. Het verrassende was dat de sterftestatis-