baaien, sommige met een mooi strand. De grootste baai is het Schottegat, dat een voortreffelijke haven is en waaromheen zich Willemstad heeft gevormd.

De Handelskade

De drijvende markt

De Noordkust, aan de Noord-Oost passaat blootgesteld, is zo smal dat aan weerszijden de zee te zien is. Een wegennet van ontelbare onverharde plattelandswegen en een zich steeds uitbreidend aantal verharde wegen, jammer genoeg met een ergerlijke lintbebouwing, maken het eiland toegankelijk.

Stadsbeeld

Het stadsbeeld moet, in zijn soort, uniek genoemd worden met veel elementen van Hollandse oorsprong. Opvallend zijn de rode pannedaken met de zich scherp tegen de blauwe lucht afstekende, witte vorsten en de kleurrijkheid van de beweeglijke gevels.

De Annabaai scheidt Willemstad in twee delen, die met elkaar door een bekend geworden draaiende pontonbrug zijn verbonden.

De stad ontstond, nadat de forten aan de ingang van de Annabaai gebouwd waren, oorspronkelijk aan de Punda-zijde en breidde zich langzamerhand uit tot practisch de gehele omvatting van het Schottegat. Behalve vele 17e eeuwse gevels bezit Willemstad verschillende representatieve oude gebouwen, waaronder de Fortkerk uit 1769 en de oudste synagoge op het Westelijk Halfrond uit 1732.

Het stratenplan, vooral in de binnenstad, is nagenoeg willekeurig gegroeid en bevat nog vele nauwe straten, sommige minder dan 4 m breed. Hier en daar bevinden zich tussen de bouwblokken doorgangen van ongeveer 1,5 m breed, die toegang gaven tot de achtererven en gelegenheid boden tot kruisventilatie van de aangrenzende percelen.

Het oude stadsbeeld onderging de laatste jaren een opmerkelijke wijziging. Straten werden breder, het verkeer drukker, de bebouwing hoger en compacter, groter van schaal en van groter afmeting.

Opvallend is de levendigheid van de binnenstad, waar niet alleen de gevels kleurig zijn, maar waar ook de kleding en de auto’s het stadsbeeld opfleuren.

Gevels Herenstraat

De bestuursvorm

De bestuursvorm van de Nederlandse Antillen is een parlementaire democratie. Het land is, sinds enige maanden, een autonoom deel van het Nederlandse Rijk. Als vertegenwoordiger van H.M. de Koningin fungeert de Gouverneur.

Binnen dit Rijksdeel, het ~land genoemd, hebben de verschillende eilanden een zekere mate van zelfbestuur, slechts gedeeltelijk vergelijkbaar met de Nederlandse gemeenten, omdat zij meer zeggenschap hebben.

De Eilandsraad (tot op zekere hoogte te vergelijken met de Nederlandse gemeenteraad) wordt direct gekozen. Het dagelijks bestuur heet het „Bestuurscollege" met aan het hoofd de Gezaghebber (te vergelijken met Burgemeester en Wethouders). De verhoudingen tussen „eiland” en „land” waren tot nu toe slechts voorlopig geregeld en zullen binnenkort enigszins veranderen.

De bestaansbronnen

In de eerste periode van het koloniale tijdperk was Curagao een middelpunt van handel. In die tijd ontstonden ook de landhuizen, veelal omringd door plantages. Toen de plantages