Nr. 17

ACHTSTE JAARGANG

1875

Been rechte» soader

plichten, geen plichten xonder rechten.

Oe vrijmaking vau den arbeider behoort hem selvea toe.

Orgaan voor Arbeiders-Ver eenijringen

Prijs van het abonnement:

per week. f 0,04

h 3 maanden (zonder disponeerkosten) „ 0,50

Afzonderlijke nommers 0,05

Ad vertentiën:

Tan 1-5 regels 25 cent, elke regel meer 5 cent.

Advertentiën in te jende» vóór Donderdagavond 10 ure.

Zsierdtg 11 December»

Bureau van Redactie en Administratie: H. BOMMEBT8, 8t. Jakobdmmtraat L 7 bij de N. Z. Kolk,

Toezendingen moeten franco geschieden.

i 4-Tton' rrTJ1-" Sche®Pe's»St Jansplaats 4; Bolsward, L.de Jong; Brummen,E. 3. Reevoort; Dordrecht. J. H. Scholenbere;'s aae Ambaehtseebouw• ^ijverheidshoge 120; Harlmgen, P. J. Bakker, Boekhandelaar; Joure, Ph. L. Berends; Lemmer, J. Duim; Leeuwarden, I. Colerus Terrein Werkmanslust' Rotterdam, O. Ph. Jonkman, Lange P^Jgtat 'bxj ,de Prn,sensh-aat 9-143; Sneek, J. FHlstra, Hoogênd en Th. Pasma°&bi

'Savpemeer'. W. Jagerte" Kalkwijk' SwadeVsfïaa'rsS ü'20.' 9; Gromng6n' * Breuker> ^angesteeg; Appingedam, F. Nanning; Hoogezand

In andere plaatsen worden nog agenten gevraagd.

Afzonderlijke nommers van dit weekblad zijn te Amsterdam verkrijgbaar: Aan de drukkerij buiten de Raambarrière XX 57 J M DesDrez 8™ri= stnat hoek Lijnbaansteeg, des Zaterdagsavonds in het gebouw van den Amsterdamschen Werkmanibond, te 'sHage in het Ambachtséebomv oD he^HooMzand en te Rotterdam in 'tgebouw „de Samenwerkende Werkman," Lange Torenstraat 74. ! •«■muacnisgeoouw op tiet ttooge

BERICHTEN.

Dinsdag 14 December. Typografen-Commissie (A), bijeenkomst te 9 uur precies.

De abonnenten buiten Amsterdam op het weekblad

„rfe Werkman"

worden bekend gemaakt dat met No. 13 het eerste kwartaal van den 8sten jaargang verschenen is, en dat wij heden de kwitantie's hebben verzonden om over het bedrag te disponeeren. Wij verzoeken dientengevolge, ter voorkoming van onnoodige portkosten, dezelve op vertoon te voldoen.

Namens de Comm. van Administratie,

C. F. SCHE VELENBOS. Spuistraat bij de Lijnbaansteeg G. 62

ONDERWIJS—MILITIE.

III.

In de Leeuwarder Courant van den 5den September jl. vinden wij onder de rubriek „Mengelingen" een artikel waarin die schrijver ijverig te velde trekt, tegen de //Anti-dienstvervanging» bond* en dus vóór het behoud van plaatsvervanging en nummerverwisseling.

Door onzen hooggeachtcn vriend. O. Rommerts is gemeld artikel voldoende weerlegd in No. 5 van de Werkman van Zaterdag den 18den September 11.

Daaraan iets te verbeteren kan ik niet en is ook niet mijn doel.

Niettegenstaande dit moet het artikel van de Leeuwarder Courant mij dienen in de voldoening van mijn werk, hetgeen ik mij heb voorgenomen en bijgevolg ontleen ik er aan:

//IJdel toch noemen wij de meening en het voorwendsel van velen, dat door het opnemen van zulke fatsoenlijke jongelieden de kern en en kracht van het leger verbeterd zal worden. iNeen, deze zullen minder worden, omdat men "en mftiligen zal vinden, die zich niet kun•: vTf™6,eren J°t bet verrichten van allerlei, nan liedpn noodzakelijke, dienstplichten, waar-

maar als werktuigen op bevel handelen, zich gereedehjk onderwerpen en eerbiedig gehoorzamen, zooals hunne meerderen recht hebben dit te eischen.

En wat zal daarvan het gevolg zijn?

Wrok, wrevel, tegenstand en verzet, zoodat zal Wijken, dat men van fatsoenlijke jongelieden, die eeue hoogere roeping hebben te vervallen'dan *jet nietige kazerneleven, nooit goede, dit is onaergeschikte, blind-gehoorzamende soldaten kan veïwachten. Veeleer is het te voorzien dat zij

door hunne meerdere ontwikkeling dien invloed op hunne kompagnie zullen uitoefenen, dat deze gezamentlijk weigert bevelen te volgen, die hen onredelijk voorkomen, b. v, wanneer de kolonel hen in brandende hitte naar het open veld wil zenden om manoeuvres uit te voeren, die tot gelegener tijd uitgesteld kunnen worden, Van fatsoenlijke jongelieden, die met dwang het geweer in de hand is gegeven, die aan aangename en nuttige betrekkingen ontrukt zijn en voor wie de dienst een walg is, — van hun zal men nooit zulke goede soldaten kunnen te ge moet zien dan van personen uit geringere standen, die veelal niet denken, maar getrouw dienen en gehoorzamen ; enz. enz., te veel om er meer van over te nemen.

Reeds heb ik gezegd, dat dit artikel door onzen vriend O. Rommerts voldoende is weerlegd geworden. Bovendien, dien blinden schrijver in de Leeuwarder spreekt zich zeiven tegen, bijna of wel geheel van woord tot woord. Oppervlakkig beschouwd behoefde ik er dus niet meer over te spreken maar, ongelukkig zijn alle lezers geen voldoende denkers; zelfs alle schrijvers zijn dat niet, zooals ons uit de Friesche en Leeuwarder Couranten gebleken is. De schrijver in de L. Ct. neemt nota bene nog wel het air aan als of hij met de grondwet zeer goed bekend is en toch geeft hij blijken, dat hij er letterlijk niets van begrepen heeft.

Het regt van plaatsvervanging grondt hij op het regt van loting. Meer bewijs weet hij voor zijne stelling niet aan te voeren, hetgeen hij trouwens niet kan doen, wegens dat plaatsvervanging en nummerverwisseling in de Grondwet niet is toegestaan. Hij besluit nog wel met dikke woorden, door te zeggen: „dewijl het den vrijgelote vergund is voor een aangelote te dienen j dus een regt, dat geen wet kan of mag veranderen of benemen zonder de Grondwet te schenden," In welk artikel van de Grondwet zijn voorgewend regt te vinden is, zegt hij niet, maar dit kan hij ook niet, want het staat er niet. Van de Defensie staat er wel.

Art. 177. Het dragen der wapenen tot handhaving der onafhankelijkheid van den Staat en tot beveiliging van zijn grondgebied blijft een der eerste plichten van alle ingezetenen.

Art. 178. De koning zorgt dat er ten allen tijde een toereikende zee- en landmacht onderhouden worde, aangeworven uit vrijwilligers, hetzij inboorlingen of vreemdelingen om te dienen in- of buiten Europa, naar de omstandigheden.

Art. 179. Vreemde troepen worden niet dan met gemeen overleg des Konings en der Staten(ieneraal in dienst genomen.

Art. 180. Er is steeds een nationale militie, zooveel mogelijk zamen te stellen uit vrijwilligers, om te dienen op de wijze in de wet bepaald,

Art. 181. Bij gebrek aan genoegzame vrijwilligers, ^ wordt de militie voltallig gemaakt door loting ^ uit de ingezetenen, die op den eersten Jannari van elk jaar hun twintigste jaar zijn ingetreden. De inschrijving geschiedt een jaar te voren.

.. aldus in de militie te land

zijn ingelijfd, worden in vredes tijd na een vijfjarige dienst ontslagen.

Is de staat in oorlog of andere buitengewone omstandigheden, zoo kan eene wet, jaarlijks te vernieuwen, hen tot langere dienst verplichten.

Art. 183. De militie te land komt, in gewone tijden, jaarlijks eenmaal te zamen om, gedurende niet langer dan zes weken in den wapenhandel te worden geoefend, tenzij de Koning het raadzaam mocht oordeelen, dat samenkomen geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.

De Koning kan een deel der militie door de wet te bepalen, doen samenblijven.

De ligting van het loopende jaar kan tot eerste oefening hoogstens twaalf maanden onder de wapens gehouden worden.

Art. 184, Ingeval van oorlog of andere buitangewone omstandigheden, kan de Koning de militiie te land, hetzij geheel, hetzij ten deele, buitengewoon bijeenroepen.

Ten zelfden tijde roept de Koning de StatenGeneraal bijeen, opdat eene wet samenblijvende militie, zooveel noodig, bepale.

Art. 185. De lotelingen bij de militie te land mogen niet dan met hunne toestemming naar de koloniën en bezittingen van het Rijk in andere werelddeelen worden gezonden.

Art. 186. Een gedeelte der militie kan voor de dienst ter zee worden, bestemd op de wijze door de wet te bepalen.

Voor dat gedeelte wordt, behalve andere door de wet toe te kennen voordeelen, een korter diensttijd bepaald.

, Het voorgaande artikel is op deze zee-melitie niet van toepassing.

Art. 187. Al de kosten voor de legers worden uit 's lands kist voldaan.

De inkwartiering en het onderhoud van het krijgsvolk, de transporten en leverantiën van welken aard ook, voor 's Konings legers of vestingen gevorderd, kunnen niet dan tegen schadeloosstelling, 0p den voet in de reglementen bepaald, ten laste van een of meer inwoners of gemeenten worden gebracht.

De uitzondering voor tijden van oorlog regelt Q6 Wét.

Art. 3 88. In de gemeenten worden schutterijen opgericht. Zij dienen in tijd van gevaar en oorlog tot verdediging des vaderlands en ten allen tijde tot behoud der inwendige rust,

Art. 189. De sterkte en inrichting der militie en der schutterijen worden geregeld door de wet."

Men ziet het, dat plaatsvervanging en num-