waren velen doordrongen van de onrechtvaardigheid in deze, men zoude niet rusten voordat de bedoelde ons grootelijks beleedigende artikelen waren gewijzigd of geschrapt.

Het is dan ook om deze en meer andere re¬

denen, dat op de lagere scholen volstrekt geen gelegengeid wordt gegeven om maar een klein denkbeeld van or.ze wetten te kunnen vormen, want gebeurde dit, menig kind zoude op lateren leeftijd meer lust of idee gevoelen die wetten te onderzoeken en aan het goed recht te toetsen, zij zouden dan ook meer besef krijgen hoe in vele, zoo niet in alle zaken de werkgevers (ik zeg het kapitaal) grootelijks bevoorrecht wordt boven den werkenden stand, men zoude meer gevoelen wie de wetten gemaakt hebben en voor wie dezelve gemaakt zijn, men zoude meer en beter begrijpen dat het kapitaal en niet de kennis regeert, en dat wel geschermd wordt met de woorden, kennis en ontwikkeling, maar dat zulke wettenmakers en regeerders al het mogelijke zullen doen om het volk dom te houden, overtuigd als zij zijn, dat bij eene goede ontwikkeling het met, hunne geldregeering gedaan zal zijn.

Dat de verschillende werklieden-vereenigingen hunne aandacht gevestigd houden, vooreerst nu op de art. 1638 en 1639 Burgerlijk Wetboek, dezelve zooveel als in hun vermogen is bespreken op de vergaderingen met de leden opdat allen eene duidelijke beteekenis leeren kennen der bedoelde onrechtmatige artt. en opdat wanneer er middelen worden beproefd om de wijziging of afschaffing dier artt. te bewerkstelligen en dat niemand tern;;blijve om aan die beproeving bevorderlijk te zijn of zich terughouden, wanneer zij door adressen of door petitionementen bij de Hcoge Regeering op wijziging of opheffing dier artt. wordt aangedrongen.

Rotterdam, Nov. '76. Th. de Rot.

MEN KENT DEN BOOM AAN DE VRUCHTEN.

Mijnheer de Redacteur I

Aangenaam zou het mij zijn als gij onderstaand schrijven in uw blad wildet opnemen.

Ik begaf mij de vorige week, Dinsdagavond, met een vriend naar //Frascatïe", om aldaar een voordracht van het Volksvermaak bij te wonen. Ongeveer 15 minuten vóór den aanvang kwamen wij de zaal binnen, waar wij tot onze verwondering alle plaatsen reeds bezet vonden; dat dit aanleiding gaf om onze nieuwsgierigheid op te wekken behoeft ik u wel niet te zeggen, ons vast overtuigd houdende, dat hetgeen de volksvrienden ons dien avond zouden verschaffen, bijzonder leerzaam en wetenschappelijk zoude zijn.

Nadat de tijd voor den aanvang verstreken was, hadden wij het genoegen van een dier heeren te vernemen, dat, behalve dat Amstels mannenkoor eenige stukken zou zingen, de heer Maju ons zou vergasten met een voorstelling van zijn tooverlantaarn enz. enz.

Wat de sang aanging voldeed ons uitermate en is ook niet genoeg naar waarde te schatten, het was werkelijk schoon. Doch wat aanging de voorstelling van den heer Maju, waaraan het grootste gedeelte van den avond gewijd was, daarover wil ik mijn gevoelen wel eens zeggen; namelijk, dat het mij duister is hoe leiders van het volksvermaak het in 5t hoofd kunnen halen, zulk een rarekiek-voorstelling voor volwassen menschen te doen plaats heben; heet zoo iets nu tot veredeling van het volk medewerken, een verzameling van karakituren voor te stellen ? Het bezat hoegenaamd niets leerzaams of degelijks, en toch werd er tot mijn leedwezen hartelijk om gelachen op eene wijze die van voldoening getuigde, wat zeker nog een slecht teeken des tijds mag genoemd worden, dat het volk in zulke flauwe aardigheden nog genoegen kan vinden. Zooveel is echter zeker, die daar ter p: \atse het laatste lachte was er het beste aan toe.

Het is volstrekt mijne bedoeling niet den heer Maju met zijne toestellen bespottelijk te maken, want wanneer iets dergelijks bij de eene of andere kinderpartij plaats had, zou het ten allen tijde voldoen.

Doch bij dit alles kwam noch tot opluistering,

dat de heei T e s t a s nu en dan bij de verschijning der figuren als explicateur optrad; nu in een zeer ernstig dan weder in komisch genre;

een van de vele explicaties acht ik wei de moeite waardig om het onder de oogen van de lezers te brengen, om 's mans innigheid voor het volk

goed te doen uitkomen, o. a.:

//Het figuur stelde voor: een man, een schoothondje en een ezel. De beteekenis der fabel was, zeide de explicateur, dat de man bezat een schoothondje, hetwelk hij voortdurend liefkoosde en streelde; de ezel hierop jaloersch wordende, dacht bij zich zeiven, hoe is het mogelijk dat mijn meester dien hond zoo aanhaalt die niets doet, terwijl ik die het meeste werk verricht, nog op den koop toe slagen krijg? Op zekeren dag begaf zich de ezel naar zijn meester om ook geliefkoosd te worden, doch werd onthaald op een pak slagen en naar den stal gejaagd.

Hier vond de ge-ac«-te spreker gelegenheid zijne toepassing uit zulk een schoon voorbeeld der goegemeente op te disschen, namelijk: Er was volgens hem uit te leeren, hoe ieder zijne positie moest weten, en zich in zijn lot had te schikkea; de meester bewijst zijne gunsten wien hij wil, niet naar verdiensten, maar naar zijne bestemming; het schoothondje om niets te doen en geliefkoosd te worden; de werkezel om te sloven, geslagen, achteruitgezet te worden, en 's meesters opmerkzaamheid onwaardig, het afschijnsel van den geminachte.7'

Hoewel de man voor zijne, alle waarheid (?) in zich vereenigende explecatie geen toejuiching mocht ten deel vallen, velen was het aan te zien, dat zij zijne overtuiging volkomen- deelden.

En werkelijk, de philanthroop had gelijk , in dien verstande, dat zijne verklaring voor twee

!opvattingen vatbaar blijft: öf de goede man

c«eft bedoeld dat het grootste deel der werklieden nog ezels zijn en hun positie niet begrijpen om pogingen in het werk te stellen die zoo spoedig mogelijk te verbeteren; öf te berusten in hun lot, in het lot van den ezel; beter nog: in haar ezelachtig werkmanslot, wel waren arbeid, maar ..... geen genot.

Ik zou niet durven denken dat de geachte spreker het laatste heeft bedoeld, maar veeleer het eerste, waarmede ik ook van harte kan instemmen, dat dit voor menigeen een waarschuwing moge zijn om de middelen te gebruiken die tot verbetering lelden, die werkelijk niet liggen in het geven van //vermakelijkheden voor het volk", terwijl de inwendige mensch totaal gebrek lijdt.

'tls waar, veel wordt er voor den werkman

gedaan. De vraag is evenwel: wat en hoe ?

Lees en oordeel, maar weet dat de schijn geen werkelijkheid is!

H. L.

ALLERLEI.

Een herziening der wet op de personeele belasting is aan het departement van finantiën in bewerking; de herziening der patentwet is reeds ver gevorderd; de minister van finantiën vleit zich dat beide ontwerpen in den loop dezer zitting nog door de Tweede Kamer worden onderzocht. Ook wordt eene herziening der registratie wetten voorbereid.

Uit Kampen schrijft men:

//Kampen is in den laatsten tijd niet zeer gelukkig met zijn kassiers; doch nu is 't verlies voor "t algemeen énorm groot, doordien een firma failliet is, die groot vertrouwen had bij de Kampenaren, en aan 't hoofd der firma mannen stonden, die door verschillende betrekkingen die zij vervulden, in dubbele mate dat schenen te mogen verdienen, Een groot aantal ongelukkigen zijn thans weder gemaakt; pas gehuwden, die hun fortuiu bij de firna in kwestie hadden; ouden van dagen, die er hunne waarden hadden en meenden hunne laatste dagen gerust te kunnen slijten, zijn onverwachts in armoede gedompeld.

//Is het daarbij niet erg, dat bij zulke gelegenheden zoovelen in 't ongeluk worden gestort, terwijl zij, die dit onheil stichten, er gewoonlijk en zelfs zoo vrij goed afkomen?"

De minister van binnenlandsche zaken is, gelijk in de troonrede is aangekondigd en in he^.

antwoord op hoofdstuk V der staatsbegrooting

wordt bevestigd, bezig met een voorstel tot herziening der kieswet.

In het plan des ministers is o. a. een verla¬

ging van den census opgenomen, doch naar het schijnt in zeer kleine afmetingen. Zoo wordt ons vermeld, dat voor Zalt-Bommel het getal der kiezers is gevraagd bij een census van ƒ28 (thans f 30), te Groningen f 40 (thans ƒ50).

In Noord-Brabant is van Ged. Staten gevraagd een opgaaf van het getal kiezers in de gemeen* ten 's Bosch, Breda en Eindhoven bij een census van f 86, f 28 en ƒ 20, terwijl het cijfer daar thans f 40, f 30 en f 24 is. Het is dus waarschijnlijk, dat de minister alleen een verlaging in de voornaamste steden wenscht voor te dragen, waar thans hoogere census worden vereischt dan in de overige plaatsen van het district waartoe zij behooren. In de drie genoemde Brabantsche gemeenten zal het getal kiezers ongeveer bij de lagere cijfers 10 procent grooter worden.

Aan het Departement van Justitie wordt een statistiek bewerkt nopens de goederen in de doode hand. De Regeering zal nader overwegen, in hoeverre de uit die statistiek te verkrijgen Wetenschap aanleiding zal' geven tot het voorstellen van wettelijke maatregelen om het bezit der goederen in de doode hand te beperken.

liet budget van oorlog, hetwelk aanvankelijk op f 20,662,700 was vastgesteld is door den betrokken minister verhoogd tot 26,029,451. Ik roep aan het Nederlandache Volk: past op uwe dubbeltjes.

De minister van oorlog is van plan maatre¬

gelen te nemen, waardoor meer dan tot heden het s>eval was den militair, die trouw zijn plicht

heeft vervuld, bepaald uitzicht wordt gegeven

op burgerlijke betrekkingen.

In de Kamerzitting van den 29sten Novem¬

ber zeide de Minister van Binnenl. Zaken dat de herziening der kieswet vergevorderd is en de

schoolwet nog voor het reces zal inkomen.

De Deventer rechtbank heeft een knaap, die

4 öf 5 peren onder een boom had weggenomen, tot 5 dagen cellulaire gevangenisstraf veroordeeld. Wel een bewijs dat men kleine dieven streng

weet te straffen maar wat doet

men met de grooten? Men beoordeele het bericht uit Kampen waarna men het antwoord

vinden kan.

Naar de Landbouw Ct. verneemt, heeft het hoofdbestuur der Hollandsche maatschappij van landbouw zich naar aanleiding van het besluit der algemeene vergadering te Rotterdam tot de hooge regeering gewend, met verzoek eene wet in te dienen, waarbij het verbod van het gebruiken van kinderen beneden de 12 jaren tot fabriekarbeid ook worde uitgestrekt tot landbouw.

De koning van Birma heeft onlangs 24 nieuwe kanonnen, waarvan een Kruppkanon, op de verdedigingswerken zijner hoofdstad Mandalay doen plaatsen. Om hunne werking te beoordeelen, schoot de moderne Nero, tot zijn groot genoegen, een dorp aan de overzijde der Ironaddy in brand, boorde hij een met rijst geladen kano in den grond, en zond hij eenige granaten te midden vaneen aantal toeschouwers, waardoor 20 menschen gedood of gekwetst werden. Zijne majesteit amuseerde zich kostelijk.

Nederland. CRITICUS.

De Smeden-Vereeniging //de Volharding"» verzond dezer dagen de onderstaande circulaire

aan:

11.11. Patroons en Werkbazen, der Smeden.

M. M.

Beleefd neemt de Smeden-Vereeniging Volharding", de vrijheid zich tot^ UWe wenden, met verzoek: om indien U in uwe plaatsen gezellen zoudt kunnen gebru1 en' WelEd. wel daarvan kennis zoudt willen g