ïlë bourgeoisie, was de bijval dien de socialistische leiders bij de vrouwen en de kinderer hebben weten te verkrijgen. Bij de bourgeois» is het slechts het hoofd van het gezin dat ziel met politiek bemoeit. De socialist, hij, zet al de zijnen aan tot den strijd; zijné vrouw en zijne kinderen van hun tiende jaar, zijn socialisten als hij.

Dat feit is vaii géwicht. Er zijn te Berlijn misschien 200,000 .kinderen die het socialisme met de moedermelk hébben ingëzogen. Eri dat ' verzekert ons de töëkonist, zéggen de socialisten. Duizenden vrouwen liepen in Berlijn met fóode strikken op hét hoofd.

In de Backbrauerëi. bij Charlötteribürg, waar minstens 7000 menschen waren, droeg een 13jarig meisje mét ongelooflijk véél gevoel, eën revolutionair gédicht Vo'oï' én toen ze > eindigde, riepen al dé' aanwezige kinderen: Leve de sociale revolutie!

Allën dié tegenwoordig waren kunnen hét getuigen. .De socialisten doen hier gelijk de eersté christëneri, zij vórmen den mensch van af.zijne geboorte.

Het eersté lied dat cfó kinderen lèërén is Öe Marséillaise."

Wanneer een korrégpötideöt tan een kapitalistisch blad er zoo over c'tfrdö'elt, kurinen wij tevreden wëze'rt. ,

Men maakt zich in Dultsëhlarid Örigê'fUst ovér de steeds toenemende werkeloosheid, bovenal in de mijndistriktèn: ...... '

In 't Dortmunder gé'bife'd heeft hiën reeds duizénde jonge arbeiders afgedankt en het heet dat overal nog velen zullen vo'lgen.

In de' mijnen „Ch'ristiaii Ijëvin" eri „Könfg Wilhelm", te' Esséü , wè"rdé;ri è'eïgfS ér 900 arbeiders afgedankt. .

In de groö'te ijzerfabriek van Styrurü,- in "Öberhauseri, werden jl. Zaterdag al de werklieden weggezonden omdat er geene bestellingen ingekomen warén.

In asde'ré plaatseri deS lands gaat hét wéinig beter en er' loo'pën reeds öVëfail Véle werkelozen !

Bewijst dit alles niet ook v'oör dé' blihdstè werklieden dat zij door dé machienen overbodig geworden. als: e'érie bfe'doï'vén waaf wórden behandeld? . .

En wat móét er van' dé1 a'fbéïdef's géwordén tranriëér dit nog ©enigen, tijd voortgaat en jjrij tioh niet vereenigen tot e'en'ê. stérks partij die zich' mééster maakt van al d'lë' nïachienen?

Die noodzakelijkheid dringt zich op etr wéldra wordt ze uitgevoerd.

In ENGELAND zullen dé arbeiders bij dé groote verkiezingen die weldra zullen plaats hébben e«rwr é'êri lé'sjê' gêvèn. Zij hébben tïl. besloten' géén enkelen kandidaat te stèuneri die zich niet vóór de'a wettelijken aelïturigéri arbeidsdag verklaart.

De werkstaking' in' D!u'rlMn' duurt nóg altijd Voort in weerwil vari de ontzéttende ellende ' die er onder de stakers heerscht. De patroons willen niet toegeven en laten nbg liever $e mijnen instorten.

Hoe hoog rioodig wordfl hë't toch' deze Vernietigers van den muafech'appélijken rijkdom d'ë' in* friïimë h'andé'rf^zëér gevaarlijke macht te ontnémen!

. In ITAL IË heeft mén het noodig gevonden het stel niMsïers te doen buitelen en de koning ip tüan 't zorgen voor 'n' Stiel nieuwé.,

De moeite" niét wa'a'rd óm ér zïch dfük over fe maken.

2'el'fs in het Miï RUSLAND onderworpêrié óngelu'kkige PÓlé'n neéft dé'eersté' M-ó'i 'n nieuwé dagéraad doen" gloréri in dén Vó¥m Vari vérzéï tegen1 de' tirannie dei-, uiUziMgêW. . .

Maandag en Dinsdag zijri te Lodz groótë werkstakingen uitgébrökén waar 30,000 arbeiders aan deel nemen'.

De .gouverneur' van Petrokoff heeft een1 manifest tot de werkstakers" gericht,- dat zóndér gevolg blesf. . . ,

Groepën wërklieden doorkruisten de stad en ftebben de joden aangevallen, die daar de rol van patroons vervullen.

Dertien compagnies voetvolk en rüitérij zijn fer plaats gekomen; en-hébben de „orde" hersteld., maar aangézién sfeldatén nlebiands lot k-unri'eiT veïbeterén hèbbéft zij niëtls hersteld; mtiar dé opstarid uitgesteld.-

Komaan, er komt nieuw leven en nieuw licht tot zélts in het donkere Czarenrijk!

't Is waar, dat daar het bloed van vele, véle Martelaren voor de'zaak dei- vrijheid heeft ge* vloeid!

&EMEÜT&D NIEUWS.

Wij maken onzen Roermöndschen lezérS'opxherkzaam op de openbare vergadering in hunne plaats.- (Zie advertentie.)

Maartdag behandelde de rechtbank te Maastricht tweë'zaken; ons betreffende.

De eerste was een aanklacht door dériopzichter der papierfabriek-, Sëhuttelaar, tegen ons ingediend, daar hij- zich bëleédigd gevoelde over een stukjé door ons-op'geZag Van'een berkman der papierfabriek- geschreven eii geplaatst-. ...

Daar de werkman niet meer opde'papiërfa'Btiëk wérkte en zelf toestemming gaf, noemden wij hém, hij bekende de zegsman té wézen'ën' toch, in plaats van bedoelden man, werd alleen Vliegen gedagvaard.

De Off. v. Justitië vond natuurlijk alle termen aanwezig tot straf-en eischte een boete van 30 gld. of 15 dagen hechtenis. Vliegen verdedigde zich zelf:

Uitspraak- 23 Mei.

Dë tweede zaak was zoo mógelijk nbg mooier.

Op zekeren dag- ontving-Vliegen van Verham één stukje tef' plaatsing' in* dé Volkstribuun

- Het stukje werd vervolgd, Vliegen zeide dat l hij het van Verham had gekregen, hij kende ! wel de man van wien 't afkomstig was en wiens naam er op stond, doch noch Vliegen, noch Verham wilde dén naani rioémeri, terwijl uit de op de terechtzitting tónwëzige kopie die naam was uitgeknipt. , v

De Öft v. J: dagVilardë ên Vërliam die niéts gfedaan had datf eëri ddo'dgewóne boodschap, en Vliegeri ë'n eischte vóbï den eerste een Straf van 30 gld: b'oëté óf 15 dagen hechtenis, voor dén twëêds' 40 gld. boete of 20 d agen hechtenis,

De böidë' beklaagden verdédigden zich zelf én dë uitspraak is eveneens bepaald op 23 Mei.

Men is béstig dé Völlestribiiitn 't lèvën lastig te makén. Mogen zijn vrienden zich ëvën wakker bëtooritri als zijn vijanden!

De brievenbesteller van Valkenburg tegen wien G maandep gevangenisstraf was geëischt wegens het stélen tan fl.75 heeft die straf gehouden.

't Is mooi, wij zbüdëri alleen maar ëens willen weten hoe lang Lhoest of de Regouts wel te goed zouden hebber; indien zé tïaar dat tarief werden uitbetaald?'

. Te Zwolle heerscht groote gisting ónder dé bevolking tegen de politie en voornamelijk tégen de majëchaussées en hun kapitein Wijnands,

. O'p 1 Mei hebben zich die korpsen «Jarigè'êfeld als bezetenen en weerlooze mannén en vrouwen mishandeld. Sinds dien tijd is het nog bekend gèwórden dat die kapitein Wijnands dezelfde persoon is die bij het palingoproè'r in Amsterdam het eerst bevel gaf ofh op het vólk te Schieten, en dit hëeft dé v'olkswó'éde nóg v-ö'rhoö^d:

Iéder oógëTiblik kari het té Zwóllé tot èrjgé ongeregelheden koméri.

Welvaart? ■— Niet minder dan 783 personen zijn in de afgelöopen maand aangeworven voöT het Indische leger.

Mén profiteert da!ar van de groote werkeloosheid.

't divldend deit abbkidkfe. — Tè Gflly (Henegouwen) viel bij \ afdalen van 5 mijnwerkers de bak naar bè'nèden.

Dé" ongelukkïgan bleven alle vijf dood.

D'ë bladen dé'elen met een ernstig gêzfcht mede dat de kroonprins van Pruisen op zijn tienden verjaardag de vang hééft vèrkré'gëïi ■ Van.... luitenant.

Er staat niet bij of hij zijin broék Zèi'f knoopt.

Maa-st-nchtsche Brieven,

Dé lé'zeVs Vari dë Volh'tribuitré zulfóri 'f taij zeer zeker ten goedé duiden', dat ik hëderi1 een, kleine aanmerking maak omtrerit mijn briél van 23 Apïil jl. betreffende' dè fabriélt Van F. Regout.

Zondér' dat ik het vé'rffi'oecleri kon, ben ik de dupe geworden van een leugenaar en wat nog hét ergste is,, i'k héb rfrijn woord gsgéVeu, om zijn1 naam' geheim té hoüdéh' e'n lï'ari dit dus niet verbreken.

Het koint mij echter vreemd voor, wanneer ik in de Volkstribuun van jl. Zaterdag lees dat niet minder daiï cfrie stukken daartegen zgn ingekomen, plus nog een' in de Grmsbode.

Vreemd, niét zqózèer .óm het feit, dan wel óm de ornfÊaridighéid. wanri'éer de arbeiders opkomen tegen leugens Vind ik dit flink van hen en het bewijst mij dat ze zoo maar niet meer alles slikken wat hen wordt voorgezet, evenmin van mij als van een ander. Maar, men doet dan goed, wanneer men zijn aanvallen niet richt tot personen die er heehnaal onschuldig aah zijn. Imnrérs; het heele schrijven van de vorige wéék was gericht tegen' dé rëdaktié Van dfe', Vcltetribuïién', tefwij-l m'ëli toch weé't dati de redaktie erin iö géloopën door mij en na mij.

Daarom,- tégen leugens proteSteêren, zég ik nog eens, is flink, maar men' rïélrte datt zifti aanvallén aan het goedé adrés en men moét dit dan ook niet alleen dóén1, wanneer er ééns een leugen wordt geschreven tën nadeele van een of ander patroon, maar niert'moet dan onk even flink vooï den dag kóTOfetf, wanneer er'in andcré bladéit, héële kolommen vol leugens worcl-ön' nëërgeschf'èvéri ten nadééle Van de werklieden-.

Wannéér dé personén di'e nu den m'oed hstdclën om tegen te spreken, zullen toonen ook den' m'óëd te hebben' om op te korilén wanneer ze zelf béklad wórden, dan zal ik hun houding flink noemen, niaar wanneer ze dit alleen durven dóen om'een patróón die beklad wordt; schoon te wasschen,- terwijl zij hetvuil wat men op hen zelf werpt laten zitten, dan 1 noem ik dit gewoon weg: hielenlikkerij.

Dit als'antwoord aan de mij onbekende inzenders.

* J

* * <

Thans nog eens iets over den Feestdag der : arbeiders. i

Wat heeft' mén zich' hier in Maastricht toch druk' gemaakt om ons'; alles maar tegen te wérken; ére.... óm' ons bevreesd té maken; Het ] grootste vermaak móet men echter hebben, i wanneer mëft ziet dat dë tegëhwerkers en bang- < makers ten slotte zelf zoo baiïg zijïi' dat ze niét < meer weten Wat' te doen. .

Waarlijk 't is al heel min, vari' marinen die : allés kunnen doen1 en hebben dat ze willen, : om- het zoover te brengén; dat' zé iëdere huurdeï van één geschikt lokaal; met éën ofander middel weten të dwingen otn ons hun lokaal niet' té verhuren. Daardoor alleen bëwijzén ze reeds, dat- ze niet recht in hun schoenen gaan en de wóórden, vreezen van een wérkman. Veel eervollër zöü het- vóór hén zijn, óm te zórgen dat1^ wij- e'ëif flinké lokaliteit hadden en dat ze'

daar dan de arbeiders eens overtuigden va: den onzin dië wij verkondigen. Immers, zo zé er zelf niet toe in staat waren, kónden z wel een advökaat némen, die naar de Hi èveei heid 'guldens die mén hem gééft; wóórden e voor iri dë plaats lévert.

Dit durven de heb'reli liifit aitri;.-êii daaróh maar gëzofgd dat wij gëeti lokaliteit ktthner krijgën.

Dit ig min. Maar dé Heëreii zife'n tegéri ifiin heden niet op, vooral wailnèef 't iets is, da! ze vreezën. 't Is tóch al zéef niin, hoé meri fici hiér heeft aahgestë'ld vah vrë'ës voor ëeri étui papier mét letters óp, dat aarigëplakt wefd. 't Was alsóf dë gèböuwën waarop zë aangëplakt waren in de lücht zouden springëri. Nu ik wil bekennen dat dergelijke biljetten zeer gevaarlijk zijn, vooral wanneer er iets op staat vari uitzuigers-. Het is tè vèrschrikkelijkër wanneer men dan nog moet zien dat zóó 'n gevaarlijk ding midden in Regouts moordhol aangeplakt wordt, zonder dat mén eenig spóór van den „misdadiger" heeft!

En nu eens iets over den dag van 1 Mei zëlf. # Wat was er niet gelogen en gekletst over dien dag in dë ons vijandige pérs. Mén' loog zonder te wetën dat mén dóór dié leugens zijn aïigst Verraadde. Zoo kon m^n nog op dén vooravond vari 1 Mëi in het liimbürgsch NieUwsIrfad dë belacrielijiiaitë tëgenëtellingeri lézën. E-eröt komt mén ons vertellen dat dë manschappen van dé lichting 1891 met. groot vérlof zijn vertrokken en haalt dit aan als b'èwijé dat h'iën hier niet bang ié vóór défi I Meidag. En ,önmiddëlijk efop Volgt eëri bericht, d-At mén mer goede voorzorgSmaatregelèh hééft genomén voor dén 1 Meidag, Zóndér er échter o.nder té zétten, dat meri itJel bang Is. O, dié Suffers!

Dè -ovèrheid bewèëê óni echter dat zë batig was.' Dë geheele hoofdwacht zat volgestopt met doodslagers, 't WaS alsof ér een générale irispèktie moest plaats hébbén ovér dé. politieagenten. Daarbaitén moè'sféri rióg twéé bataljons soldaten thuis blijven, terwijl dè maréchaussees klaar stonden naast de gézadéldè paardën-, Daarbuiten nog de kommaridant dér schutterij op Vrijthof, öf óófc dezè. zijn paard rêèds gëzacteld bad, kan' ik niet met zekerheid zeggen.

Intusschen hebben de Maastrichtsehe arbeidèrs getoond niets te geven om het flauwe machtsvertoon der heeren. Zij hebben begrepen waarom het hen te doen was en hebben hen geantwoord op eeri wijze die flink te noëmeri is, ni door iri maJS'g op het.bepaalde u'u? én: plasfts tégenwoo'rdig te zijn. Mén heeft nu o'ok kunnen zién, dat de orde niet verstoord wérd _toen de politie er tusschen uit bleef; Ördelijk en geestdriftig schaarde men zich om den spreker en evenzoo trok men door dé stad.

De arbeiders hebben daardoor bewézén, dat >-e niet meer hooré'n naaf dé pTaatjêï'Vari lèffl'e tegenstanders en dat ze niet méér loó'pén iri 't gareel van' hunri'e verdrukkers, en dit móéten wij toejuichen, want het atschuddén van de' vooroordeéleii is eëri begi'rf der ve'rlossirig.

Er is' efehter nog, méér té dóë'ri, en dat is: aansluiten. Laat iédér we?knïari dfe het mét öuS s^evén ééns % tobrfê» dat' h'épi dit érijSt is,dóbr lid té' worden Vari orize afdéèlirig. Allëêiï dé versterking van órizëgelédérëri'karions aanïrioédigéri oir dén zwa'réri strijd dife , wij "Üe strijden hebben vol te houden en met móed' voort te gaan op' den eenmaal ingeslagen wég. Laat ook iéder werkman beseffen dat het' zijn1 plicht is om ons te helpen in dién Strijd, daar het ons aller belang is en dëh'k dim- aan het spreekwoord: Velé h'arideir mlaken den arbeid

licht. ,

Onzen strijd is géeï p'érsoónlijké strijd, maar een maatschappelijke en daarom zal voor ons geen duurzame verbetering komen, vooraléer de oude maatschappij met bare ónrechtvaardigé instellingen vérvangen is door een nieuwé en rechtvaardiger.

Maar dit is niet zoo gemakkelijk'wanneer dit ovér wordt gélatën ' aan een gedeelte der verdrukten. Hét is echter zeer gemakkelijk' wanneer dé' verdruktén allen in' één gelid gcschaard, öptrekkeri tégëii'. derf wérkëlijïfen' vijand dér ïfbeidérs', tegën liet kapitalisme.

Daaïom arbéidérs, latén wij toori'en béréi'd 5e zijri onf voor onze zaak té strijden én laat de 1 Meidag vó'oï ons één spbbrsTag zijri óm de h'andêri' aan dén' r ploeg te slaan én gézamtenlijk te strijden voor ëeri"bëtér bëSt'aah véor ons ën de onzen. Denk na over dë wóórden van dén diclïtër, waar hij ohs toeroépt: Worst'lirig kenschetst orizen' tijd,

Hebt er oog voor allerwegen.

Slechts wie deelnam aan den strijd, Smaakt de vruchten van den zege. Maastricht1 12-5-92. Gesak.

ïï i t B r e d a. '

1

v,

„Hoe staat het toch' friet de waterleiding bij elui?" vroeg me laatst een kennis uit eëhe mdere" plaats. „Ik' héb' daaróvéf . al zoolang én :ooveet gelezen; die zal nu toch wél zoówat n órde wezen."

Het kostte mij' wel wat1 nióëite hern aan het verstand te brengen, dat we met' die zaak nóg preciés éven Ver zijn'als vroeger. Ik cléélde hém nede, hoe reëds sedert' géruimón tijd" allerlei jnderzoekingen gedaan werdén ih den omtrek itó eenë geschikte plaats tè vinden vanwaar roortdur'ehd éénë' voldoöiidé hoeVeelhéid Water aaar' dë stad kon gevoerd . wórdën, maar hoe au ééns dézé, dan wéér dié bezwaren w'érdén te bërdé gebracht", waardoor de gemaakte plünaen niét tot' uitvoering kwatnen.

„Jelui treft het'ook niet,dat de bürgeméëstér zoolang ziëk- is", merkte mijn kënnis op. „Die zou er wel- meer spoed achter zettën" ,

Ilc antwoordde daarop, dat dé spöéd van dén burgeméestér; in die zaak nu liiët zöó bijzondér gróót was en Vertélde, #atr men mij- ook'

1 verteld had, hoe deze eens zijné Vèrwcfid-.-siag

0 had te kennen gegeven, dat men zoo 'n drukte e over de watërléiding maakte, ^ant dat hij èèn

goede pomp' had. r Dezè opmerking dééd mij altijd denken aan den man, die , mét ^ eenige sindeien aan tafel

1 zittend, eensklaps ppMb'tid én jsè'ide: „kóin, nu 1 gaü'n we weg: ik Heb' gélióèg:"

Bëidë vefhalen zijn eene .aardige illustratie ' vari onze egoïstische riiaatschappij, vvHarin zij, ' dië het redelijk of goed hébben, zich liièestal niet kunnën begrijpen hóé hét mógelijk is, dat ér zoovele ontevredenen zijn, dië verbétering iri hunnen toestand willen.

Maar in die waterleidingskwestie is êéiïe zaak, die mij niet erg duidelijk is, én wel deze: dat mén, heeft afgezien van een dér oorspronkelijk plannen óm ergens in dë oostelijk en rioordöoètëlijk Van Breda gelegen heidèstreek de^ prisë d'ëau tè nemen. Ieder in die streek wéét tóch, dat daar water in overvloed is; of hoe verklaart meri het, aridërs', dat ëeiie g ó< te steénbakkërrj tb Gllzë-Rijèri, dié héél wftt water Verbruikt riog rióoft daaraan gebrék hééft géhad, ja, dat men rióg frooït efcrié,, verlaging vaiï h'(t' niveau hééft vvaargënoinen f

Mèri niag toch niet veroriVlérstellëri, dat hét • onderzoek maar gefëkt ëri gerékt wordt Ofn enkele personen é'efï aafdigè bijvèrdiènsté te bezorgen ?, . . .

j Hoe het zij, van' het grootstö'belang vó'or de inwoners van Bréda is hét, dat aah dèri ónh'oudbaren toestand (van de si'iclspompfc'n zijri er sléchts een paar, clie liiei bepaald éc)t0vMjk drinkwater léveren) zoo spoédig ïii'ógeïijK eert éiride gé'm'aakt wordt.

'Een krachtige Völksbëwèging zou m'isschieri goed helpen.

Meldde ik in eén mijne vorige brieven, dat ér sprake was van de oprichting Van eën soort Volkshuis alhiér, laatst verriam ilc, dat daa'rvvan wel niets zal kóm'eri. Meri doet al1 zöo^éèï vóór hè't volk, wéét gé. . ^ ,

Zoo is laatst wéét cene afdeelirig vfl!n dé Véreénigfn'g tot Bescherming van Dieren' ópgèfi'éht,' dié vóór eeriigé jaren was fèriiètgégaan'. . 't Is te hó'pén, dat mén dè giootè hoevéélheid liefde, clie mén in sommige kfrngèn bézit, nu niet géheëï eri al uitpüt tën' béhoeyc ( van paarden eri horideri én' ézélSj r. &Mi dat é'i'6'ok n'og geöoeg zal ovciblgvèn vóór dó; méuscbèu. , Ik bédoél daa'fm'èdé rii'ët, döit. ilf ytffl Müürmgé'ri pp wat nïèn', géwóoriliji. filantropie rióëmt, O neen, volstrekt niét. Wij1, socialisten hoüdcn daar nu éénmaal niet van; wij' vér- langen rech t.

Maar als men dierénbèschéririers vraagt „wïiar-" toe dient toch jelui vèreenigirig?; er zijn nog zoovel e .meriscliciï, dié beSehefirid, moésten ftór-. cferi", dari is het aritwoord m'eesta.T: . „Och, die arbVé diéféu kunnen niet sprékéin, als men hen te lang laat wérken öf te zware vrachten laat trék kén; daarom spreken wij voor hen. Menschen kunnen' wél voor ziehzélven oibkoméh."

Dit ariCwérord bevat veel waiijs". Mïiilr tië is' bét eén' éigéuaardig verschijnsel; dat xi0 de drerè'ri, die niet sprekéri' kunnen1, óftWijls zéér véél zétèg gédragéri wordt, ëri &£ Jheii nienfech'én', die duidélijk, hbóïbaöif Vragéri', óm Vermiiidériri'g vari wérktijd ót pis bétéf fó'óri vooi liéfgeën' zé verrichten',' stille tjéï vóórt laat' tobb.én én z)voégjéri én' dat m'éri.' pVé'creó' d'óét, alsof e'r liiët geklaagd ,wórdï.

E'ené" zondériingé' frikorisëk'wentié, niét \Vaar? , Wij zullen niaar hopën, dat de Bredasche,' dierenbeSchérriiéfS iri' dézé een bét'ef voorbeeld gévén! D'.!

Korrespondentie»

S. t'e M. Wij begrijpen vari rrw sb^rijVcfn niet veel. Het is absoluut' onwaa^datwnj'iriét'GabHëls in de .minstte Vefbiridrhg srakri4. .D'a^ liij' óp 1 Méi dë vlaw uitstak' k'ur*A-éè.' wij biet. bèlctt'en en évënmiff dst hij- zibh' bi kroegen' als „socialis'tisfch hbordmun" uitgeeft en dat- hij langs éen omwég rnottós laat plaatsen in de strijd penning. IV bedoelde motto's'óver R. warén echter niet van hem. Zoo het' waar is dat ér békende socialisten zijn dié vriertdschappelijkën qiqgabgmet hem houden', dan betreuren wij.dat mek ü, missen echter dë macht' er iëts'aab té dóéflV Volkomen gelijk hebt gij, vyatihëéi', gij z#gt <$ia$ dé personén dié Voor 't' publiék de socMStén zijn, uitriiuhten'móetfen'doót en

ernstigén' lëvénSwandel' ëri' wij dóéri' on$' best het zoover t'e brerigeh. Uwé Ve^ijtén' t'réfien dus niet' óns, wan* wij hébben mét dat alles niéts té maken: Lid' oriïser vereénigiug' iS G. nooit gewéést' én zou als zóódanig Ook niet aanvaard worden'.

Nógmaals verzoeken wij dringend aan ónzen' wë&erverkoópérs om afrekening ovex' hét kwar-' taal Jan.-Maart'.

Th: J. A'., te R'. Kelim! int' géwooiHijk .Het' abónhemenfègeld té R. Zöó gij 't'eéh-tér' öp&é'ndëiï wilt', is mé'liever.

Strijdpennmg

VOOR DE VOLKSZAAK IM' SET ZüfóEN.

Transport vorigé wéék, f 40,53.'

Van W. 5 ét, Iri de hoop' dat allé arbeiders lid' v>'or'dën van dé soè; dëni! afdëeling. —- Van A. 5 ct. Léve 't SbcialiSmë!: —1 Vari C. A. te R. 10 et. Bocb dië rntérnationklé Soziiildemokratié! — 5 ét. Vö'ör 'n bril voor. dén O. v. J.' dan kan hij bster dé nkmen der pérsönen zien waarover hij praat. — 5 ct. Vóór een nieuw stïafwétböék. — 5' "ct. Ómdat' Hustirtcx' zijn köffiéüitzoekers zoo goéd betaald. — 5 ct. Ómdat de vróUwen ministens 15 cent voor éen half brood klinnën verdienen. Nog 5'cent.' Vóór 'n kaars voor dat heer in'de processie.' — 5 ct. Omdat Christbph óp de Gröote Gratéht"1 óp z*ir kont-' gévallen is.1