BROOD.EN SPELEN VOOR HET VOLK

Er is in Nederland een groepje van mensen, die heel bijzonder ingenomen zijn met de bestaande toestand, de bestaande regeringsvorm en het Huis van Oranje. Een groepje van mensen, die zich een behoorlijke, soms zelfs ietwat overdreven, staat van welstand hebben veroverd, en die deswege wel enige reden hebben, uiting te geven aan hun vreugde over de genietingen en zaligheden van hun tijdelijke aardse bestaan. Het jubileum van ons onvolprezen nederlandse staatshoofd is voor dezen een prachtige gelegenheid, hun gevoelens van dankbare vreugde over het vele goede en schone dat hun deel werd, en hun gevoelens van blijde hoop, dat het toch voorlopig zo moge blijven, op ruchtbare wijze uit te dragen.

De leiders (bezitters) der grote industrieën, de N.V.- en bank-directeuren, de menslievende zielen, die Indonesië beschaving brachten — omdat hun harten tè zachtmoedig en tè godsvruchtig waren om het na te laten — en tegelijkertijd de indonesische bevolking vertrapten en uitmergelden — omdat de economische ontwikkeling nu eenmaal aan ijzeren, onmeedogende wetten gebonden is — de leden van de bezittende en uitbuitende klasse hebben onder de regering van de huidige kroondraagster geen slechte zaken gedaan. De constitutionele, democratische regeringsvorm, met het huis van Oranje als versiering en praalstuk voor de gapende massa, heeft een regelmatig elk jaar weerkerende winst van millioenen voor de grote heren gewaarborgd. En met trots en overtuiging spreekt men dan ook van bloei en welvaart, doch bedoelt

ongestoorde uitbuiting.

Zijn er dus ontegenzeggelijk lieden, die alle reden hebben in een feeststemming te geraken en zich dankbaar en voldaan te voelen voor een veertig jaar lange ongestoorde en winstgevende uitbuiting, de vraag dient dan toch gesteld, of de overgrote meerderheid der nederlandse bevolking óók reden heeft zich dankbaar en verheugd te gevoelen. Dat dit niet het geval is zal door deze bevolking ongetwijfeld worden ingezien. Ook de heren, die zo vriendelijk zijn de gehele bevolking van ons land in de feestvreugde der weinige bevoorrechten te laten delen en die daarom de grote steden tot het terrein ener nationale kermis en zelfs van de

amsterdamse Jordaan een waar feestparadijs

wensen te maken, zien dit zeer goed in. De bewuste bedoeling en zuiver politieke achtergrond van dit hele feestgedoe is geen andere, dan het volk in een massa-roes zijn ellende te doen vergeten en het verlangen en de wil tot verlossing uit deze ellende uit het bewustzijn te verdringen. Alle middelen worden te baat genomen, om onder de arbeiders wat valse feestvreugde te verwekken. Men kóópt Oranje-liefde, en de prijs die men betaalt is verre van koninklijk te noemen...... Indien uw

werkloze zoon of man een kleinigheid verdiend heeft en vergeet dit aan de ambtenaar van de steun op te geven, dan wordt als regel

het gehele gezin gestraft door inhouding van steun,

terwijl bovendien de werkloze voor zijn snoodheid kans loopt enkele weken of maanden opgesloten te worden. Thans, nu men een welwillende stemming moet kweken en het volk moet overhalen in ieder geval een beetje Oranje-liefde en -verknochtheid voor te wenden, thans worden werklozen uit de Jordaan in de gelegenheid gesteld aan de versiering van straten en huizen een paar stuivers te verdienen

zonder dat de steun hiervan zijn deel opeist!

Dat men dus niet veel vertrouwen stelt in de spontaniteit van de gevoelens jegens vorstenhuis en regering door de Jordaan-arbeiders gekoesterd, blijkt hieruit wel zeer duidelijk.

Wij zijn overtuigd, dat het overgrote deel der nederlandse arbeiders, en ook die van de speciaal uitverkoren Jordaan, zich niet door het minderwaardig en opgeblazen gedoe van „feest"-comité's en organisatoren van hos- en zuippartijen zal laten meeslepen. De arbeiders zullen een welbewuste, afwijzende en waardige houding tegenover dit opgezwiepte Oranje-spektakel aannemen. De arbeiders, tenminste een belangrijk contingent van hen, op wier eergevoel en klasse-bewustheid wij volkomen vertrouwen, zullen het bewijs leveren, dat men hen te laag getaxeerd heeft en dat zij de kreet der romeinse plebejers-massa om brood en spelen slechts voor de eerste helft overnemen.

Zij zullen naast de millioenen-winsten der heren groot-uitbuiters de schamele lonen der werkers en de onmenselijke vertrapping en uithongering der werklozen stellen. Zij zullen denken aan het arbeidsloos inkomen der koningin van ruim 23.000 gulden per week en aan hun eigen inkomen van misschien 10 of 12 of 14 gulden. Zij zullen denken aan de ergerlijke behandeling van hun kameraden in de werkverschaffingen, waar gelukkig van tijd tot tijd de geest van verzet opleeft.

Zij zullen zich de Juli-dagen van 1934 herinneren,

MARXISTISCHE ORANJEKLANTEN

Tegen de pogingen om in de amsterdamse Jordaan de Oranjeliefde uit een ver verleden te doen herleven wordt door socialistische arbeiders terecht stelling genomen. En wat zegt het bolsjewistische Volksdagblad daarvan? Ziehier:

„Gisteravond werd de Jordaan van twee kanten onveilig gemaakt. In de Tuinstraat op één der hoeken hebben Trotskisten gisteravond een bord aan de verlichtingsdraad gehangen met de woorden: „Wel feest, geen brood!" met de kennelijke bedoeling de Jordaanse bevolking te provoceren. Hun arbeidersvijandige bedoelingen vallen nog meer op door het uitlokken van discussies, waarbij zij onze partij op de gemeenste manier aanvallen. Deze „discussies" zijn slechts een aanloop tot relletjes, zoals ze door hun broeders, de fascisten, werden georganiseerd op de MarnixstraatElandsgracht.

Ofschoon de Jordaanse bevolking van deze heren niets moet weten, doen wij toch een dringend beroep op haar om koelbloedig te blijven. De provocaties zijn gericht tegen de arbeidersbeweging en tegen de veiligheid van alle fatsoenlijke Jordaanbewoners. Daarom: wacht u voor deze provocateurs!"

toen een verbitterde en moe-gesarde stempelaarsklasse op kogels en sabelhouwen getracteerd werd, zoals ze thans op „Oranje"-bitter en stempelvacantie gefuifd wordt. Zij zullen inzien, dat hier thans sprake is van een goedkope en minderwaardige poging

het verzet der arbeiders af te kopen

en dat men later, indien deze toeleg niet volledig gelukt en de toenemende ellende en onderdrukking toch nog tot uitbarstingen zouden leiden, ook nog over andere middelen beschikt, om

het verzet der arbeiders te smoren.

De instelling van het volk tegenover koningshuis en nationalisme is thans een geheel andere dan voor veertig jaar. Een gouden koets zal er ditmaal zeer waarschijnlijk niet op overschieten! En trots de intense en heftige propaganda van velen voor de nationale gedachte en

voor de nationale oorlog,

trots het feit, dat het koningsschap als „de samenbundeling aller nationale gevoelens" door de leiders ener ontaarde sociaal-democratische arbeidersbeweging geëerd wordt, heeft bij de arbeiders het nuchtere inzicht veld gewonnen, dat het goed betaalde beroep van prins, koning of koningin toch eigenlijk een sinecure is.

Tegen nationalisme en oorlogs-ophitsing heeft men stelling te nemen, tegen het koningsschap past een zelfbewuste negatie: het heft op de duur zichzelf

op. Overal waar arbeiders in beweging en tot macht kwamen verdwenen de van god gezonden kroondragers zonder slag of stoot.

Naarmate de arbeiders zich meer en beter bewust worden van de historische overbodigheid van het koningsschap en de tijdelijke aard van elke regeringsvorm, naar die mate zullen zij zich meer en beter van eigen kracht en eigen maatschappelijke functie bewust worden. En op de vele pogingen, door belanghebbenden en hun politieke handlangers ondernomen, om een minderwaardig cachet van onmondigheid op de gehele bevolking te drukken, zullen naar onze vaste overtuiging de arbeiders het juiste antwoord geven:

de arbeiders zullen de eer van hun klasse hooghouden,

de arbeiders zullen zich tegen elke onderdrukking en ontrechting verzetten,

de arbeiders zullen filantropie, met of zonder „feest", afwijzen,

de arbeiders zullen productieve arbeid voor allen eisen,

de arbeiders zullen een menswaardig bestaan voor allen eisen.

De arbeiders zullen de leiding van het gehele maatschappelijke bestel in eigen hand nemen en een toestand van welvaart voor de gehele mensheid scheppen. W.

VROUWEN, BESCHERMT UW KINDEREN TEGEN DE NATIONALE KOORTS!

Nu de economische toestand de laatste jaren steeds slechter is geworden en dientengevolge de werkloosheid al maar stijgt, stelt men alles in het werk om hieraan paal en perk te stellen. Een der middelen om de werkloosheid onder het mannelijk deel der bevolking te verminderen meent men gevonden te hebben door de arbeid voor de vrouw te beperken, zo niet onmogelijk te maken. Voor de gehuwde ambtenares geldt deze beperking reeds en zodra men de kans schoon ziet zal deze reactionnaire maatregel wel verder doorgevoerd worden.

Maar ziet, terwijl men aan de ene kant alles in het werk stelt om de vrouw terug te dringen in het enige domein, dat huiskamer heet, en haar van alle maatschappelijke arbeid tracht uit te sluiten, gaat men alom in den lande feest vieren omdat een andere vrouw gedurende veertig jaren het hoogste ambt heeft bekleed, dat in de staat kan worden vervuld. Men is hierover zo enthousiast, dat kosten noch moeite worden gespaard om dit jubileum luister bij te zetten en dat terwijl voor allerlei sociale en culturele doeleinden geen geld beschikbaar is.

Blijkbaar acht men de prestaties, die deze dame verricht, van zodanige aard en zijn haar diensten den lande bewezen zo belangrijk, dat ze zulke buitensporigheden rechtvaardigen.

Deze dame heeft gedurende haar veertigjarige ambtsperiode jaarlijks een salaris genoten waar minstens duizend arbeidersgezinnen van moeten leven.

In naam van deze vrouw gebeuren de meest onrechtvaardige dingen, in haar naam worden dienstweigeraars achter de tralies gezet, omdat ze weigeren zich tot moordenaar te laten opleiden, worden grove straffen opgelegd aan andere arme on-

DE OUDE BEWEGING

Propagandatochten organiseerde men in Twente veel, vooral in de jaren 1892—'94 ging men des Zondags naar omliggende plaatsjes, om lectuur te verspreiden, en, indien mogelijk, ook de bewoners van de plaats toe te spreken. Dat dit geen gemakkelijke taak was, laat zich begrijpen. Men vroeg dan ook geregeld moedige mannen, om aan zo'n propagandatocht deel te nemen.

In Boekelo, een plaatsje met een kleine industrie, waar thans de zoutfabriek gevestigd is en de badplaats „De zee op de hei", zou voor het eerst Domela Nieuwenhuis spreken. Van alle plaatsen in Twente waren de socialisten gekomen om tegenwoordig te zijn, doch ook de politie liet zich niet onbetuigd. Toen de politie bekend maakte, dat Nieuwenhuis niet in de open lucht mocht spreken, ging deze in de deuropening staan en sprak de menigte toe. Toch maakte de politie proces-verbaal op, daar volgens haar Nieuwenhuis buiten stond. Dit deed Domela opmerken, dat misschien wel één van zijn lange haren naar buiten was gewaaid, doch dat hij zelf niet buiten stond. Daar de politie doorging met onhebbelijk optreden, begaven enigen zich naar een boerderij om een paar eindjes hout te halen, waardoor de politie spoedig het zwijgen was opgelegd.

Ook op de tochten naar Vriezenveen, Wierden, Markelo en andere plaatsen kwam men geregeld met de politie in aanraking. Dat met zo'n propagandatocht een gehele Zondag heenging, laat zich begrijpen. Eerst een paar uur lopen, dan verspreiden, vergadering houden, een dracht slagen van de politie ontvangen, en dan zingende de Internationale weer naar huis.

Waren de propagandatochten zwaar, niets kon de socialistische arbeiders weerhouden er mee door te gaan. Proces-verbaal, gevangenisstraf, ontslag op de fabriek, alles had men er voor over. De moedige mannen, die dan ook gevraagd werden om op Zondag 20 Mei 1894 een propagandatocht mee te maken naar het plaatsje Losser, wisten dat deze dag voor hen geen rustdag zou zijn. 's Morgens te 9 uur vertrokken een 50-tal kameraden vanuit Enschedé, van het gebouw „Vooruit". Na een flinke wandeling van twee uur kwam men in Losser aan. De geschriften, die men er verspreidde werden door de inwoners grotendeels verscheurd. Toen de geschriften verspreid waren, en de kameraden zich gereed maakten om de terugtocht te aanvaarden, was men hen van uit het dorp gevolgd. De kameraden meenden van deze gelegenheid gebruik te moeten maken, om de bewoners van Losser ook met he^gesproken woord

derdanen, die ten einde raad door de honger gedreven gaan stelen om voedingsmiddelen voor zichzelf en hun gezinnen te kunnen kopen, in haar naam worden Indonesiërs verbannen naar Djigoelkamp, omdat ze durven wijzen op de ten hemel schreiende toestanden, die in Indië heersen. In ruil voor dit alles heeft ze haar vrijheid moeten geven, heeft men haar haar mens-zijn ontnomen en heeft men haar tot marionet verlaagd. Geen handeling mag zij uit vrije wil verrichten, precies wordt haar voorgeschreven hoe ze leven moet, zodat zij eerder een beklagenswaardig schepsel is dan iemand om achting voor te hebben. Het koningschap is een aftandse instelling, maar aangezien het in de huidige samenleving nog dienstbaar kan worden gemaakt aan de belangen der heersende klasse heeft men het nog in ere gehouden.

Deze heersende klasse grijpt dan ook elke gelegenheid, die aanleiding kan geven om de Oranjeliefde aan te wakkeren, gretig aan, opdat het volk zijn verknochtheid aan het Oranjehuis kan tonen. Datzelfde Oranjehuis dat reeds enige malen in de geschiedenis smadelijk werd verdreven. Om hierom te gaan feestvieren is het toppunt van verdwazing. Wij doen hieraan niet mee! Wij niet en onze kinderen niet! Het is al erg genoeg, dat deze op de scholen door de nationale koorts worden vergiftigd. Vrouwen, geef ze thuis het nodige tegengif en vertel ze wat het koningschap eigenlijk inhoudt. Protesteert op de scholen tegen het nationalisme, waarmee men ze volstopt om ze later als volwassenen beter te kunnen gebruiken voor de belangen der bourgeoisie. Houdt uw kinderen verre van deze oranjezwijmel en neem ze liever een dag mee de vrije natuur in.

Een Vrouw.

even duidelijk te maken, wat eigenlijk die socialisten dan toch wel wilden. B. Lansink Sr., thans wonende te Amsterdam, was daartoe nauwelijks in een boom geklommen, of de burgemeester kwam ter plaatse, die na enige vragen door Lansink tot hem gericht, bevel gaf om uitéén te gaan. Direct hierop trok de politie de blanke sabel en sloeg als wilde beesten op de socialisten in. Ook de inwoners van Losser werden door de burgemeester bevolen om te helpen, en deden dan ook met knuppels en hooivorken hun best om de socialisten te verdrijven. Dat hierbij velen gewond werden, laat zich denken en velen onzer kameraden stroomde het bloed uit de wonden. Meer dan een half uur lopens werden de socialisten vervolgd, waarbij ook nog revolverschoten werden gelost. Toen eindelijk de rust enigszins was teruggekeerd, werden de wonden van de geestverwanten verbonden, en ging men weer huiswaarts, 's Avonds was de burgemeester van Losser met de politie al in Enschedé om een vervolging te doen instellen tegen verschillende deelnemers. De zwaargewonden, die in Losser waren achtergebleven, waren direct gearresteerd; daarnaast werden des nachts enkelen van hun bed gelicht. Onder de gearresteerden waren ook B. Lansink Sr. en J. Pietersen, welke laatste ook nog in leven is.

Op Dinsdag 22 Mei werden de gearresteerden aan twee ketenen naar de strafgevangenis te Almelo overgebracht. De oorzaak van de gevangenneming moet gelegen zijn in het feit, dat een politie-agent in de schouder werd getroffen en de burgemeester door de'jas werd geschoten. In het geheel werden acht slachtoffers gemaakt: vier in de gevangenis, twee zwaar gewonden en enigen ontslagen op de fabriek. Het proces in deze zaak begon Maandag 9 Juli 1894 en eindigde Dinsdagsavonds om 5 uur. B. Lansink Sr. werd veroordeeld tot 8 maanden, Overbeek tot 6 maanden en Froeling tot 3 jaar. Op de dagen van de terechtzitting had zich een ontzaggelijke menigte voor het gerechtsgebouw verzameld en het was zeker goed gezien van de burgemeester van Losser om maar door een achterdeur het gerechtsgebouw te verlaten. Een grote vergadering had des avonds te Almelo plaats, waar mr. P. J. Troelstra sprak, die ook de verdediger was geweest van J. Pietersen, B. Lansink Sr. en Overbeek. Enkelen waren na de uitspraak op vrije voeten gesteld, en hun werd in Enschedé een grootse hulde gebracht.

Deze propagandatocht kon de laatste niet zijn, de wonden waren nog niet geheeld of er gingen stemmen op voor een tweede tocht. Twente stond voor de zoveelste keer in het teken van een grote activiteit. Grote protestvergadering en meetings

werden gehouden, die alle druk werden bezocht' Op 21 October gingen weer 70 moedige mannek naar Losser om voor de tweede keer te trachtef1 contact met de inwoners te krijgen. Voor dezf propagandatocht was de heer H. van Kol uit Belgie overgekomen, die dan naast de heer J. Pietersen zou spreken. Deze keer had men succes: ruim 300 mensen luisterden met aandacht naar de sprekersDe 27ste October van dat jaar overleed J. H. TeU' telink aan dè verwondingen, bij de eerste prop3' gandatocht opgedaan.

Op 2 Januari 1895 werd Overbeek ontslagen efl B. Lansink Sr. werd op 9 Maart ontslagen en me{ muziek trok men naar gebouw „Vooruit" waar me^1 een welkomstavond had belegd.

Froeling die tot 3 jaar gevangenisstraf was veroo^ deeld, kreeg hiervan 2 maanden gratie en werd " April 1897 uit de gevangenis ontslagen.

OPEN BRIEF

AAN KAMERAAD PIETERSEN

Je vraagt mij, of ik het gehoord heb, dat Teulings» voorheen gesalarieerd bestuurder van de Ned. Fed' van Sigarenmakers, thans lid is geworden van de moderne bond.

Inderdaad had ik dat reeds vernomen van eeï1 kameraad bouwvakarbeider. Deze kameraad sprak er zijn verwondering over uit, doch ik meende* dat dit toch geen grote sprong was.

Volgens mijn gevoelens is dit één der voorloper^ De tactiek der Federatie van Sigarenmakers j5 toch niet anders meer dan die der modernen. Ér zijn enkel nog maar een paar tactische tegenstej' lingen. Principiële verschillen zijn niet aan te wij' zen.

Vóór het NAS.-congres 1937 was er een mening bij enige leden van de Federatie, dat wanneer het NAS.-congres de zogen, comité-gedachte zou aafl' vaarden, dit zou betekenen, dat de Federatie ziet1 zou afscheiden van het NAS. en het zich dan l°' gisch zou aansluiten bij het NSV. Deze verwachting in m.i. ongegrond.

Toen reeds heb ik als mijn mening te kennen ge' geven, dat de Federatie dan als zelfstandige org0' nisatie zou verdwijnen en zich spoedig zou oploS' sen in de moderne bond.

Kameraad Pietersen, volgens mijn opvatting is & geest van de Federatie van Sigarenmakers nie{ naar het NSV. gekeerd.

De kameraden uit de Federatie, welke menen, daf zij zich zullen moeten aansluiten bij het NSV-> meenden dat in elk geval voorkomen moest wor' den, dat het zelfstandig bestaan der Federatie in gevaar kwam door een oplossing in de moderne bond.

Dat dit voorkomen dient te worden ben ik met deze kameraden van de Federatie eens.

Het is onze plicht om de sigarenmakers, georgani' seerd in de Federatie, er op te wijzen, dat zij zic^ niet weer als een speelbal moeten laten gebruike^ door de leiding.

De leiding heeft geen principiële doelstelling meC' het zijn slechts tactische verschillen, doch indie11 het enigszins mogelijk is, worden deze overbrugd' Enkelen, zoals Teulings, voelen dit heel goed aan' en denken nu zij niets meer verdienen kunne11' laten wij maar vast gaan, misschien is er in naaste toekomst voor ons nog wel wat te hale11' Voor hen is dit geen principiële stap. Zou dit zijn, dan was hierover wel geschreven.

Niets echter vinden wij in het vakblad *der Fede' ratie, alleen in het vakblad der modernen wordt f1 een afdelingsbericht uit Deventer mededeling ge' daan, dat Teulings, ex-Federatie lid, na ballota9e met algemene stemmen is aangenomen. Teulings zelf heeft op de huishoudelijke vergade' ring der afdeling Deventer het woord gevoerd, ter verdediging van zijn aanmelding als lid. Jamm^' dat in het verslag de redenen daarvan niet vermei zijn.

Kameraad Pietersen, hiermede wil ik eindige^' hopende dat ge, wanneer ge leden van de Fed^' ratie van Sigarenmakers ontmoet, met hen deZe brief bespreekt. Het zou kunnen zijn, dat zij eefj andere mening hebben, dit zouden zij dan jou Wf kunnen zeggen, of wel zij kunnen een brief schrij' ven, waarover wij dan verder kunnen discussiërC1' Dit zou een stap in de goede richting zijn, war,t dan was tenminste de belangstelling gewekt. Wij werken voor de syndicalistische gedachte.

Kam. groetend, M. Kna^

"P1 mim1 '■ ii «Ml H—ll III lin—11 — i —a—i——

TREURIG

„Twee verschijnselen worden geconstateerd in de NAS.-gelederen, die onrust verwekken bij de bes*6 NAS.-kameraden. Het gaat aan de ene kant o^e[ vrijwillige dienstneming van NAS.-leden in he land van Hitier. Het gaat aan de andere kant o? het lidmaatschap van NAS.-leden van buurtcofl11'

te s, aie ingeschakeld zijn voor de Oranjefuit v* September."

(De Arbeid, 12 Augustus 1938)

FIS. NEDERLAND

2-0-5-3-3-0

is het qironummer van L. van der Maas. Lnnise

Colignystraat 47u, Amsterdam.

Verantwoording van ingekomen gelden van 13 tot 20 ^. gustus. Afd. Den Haag ƒ 22.—; J. C. S. te BI. ƒ 1 R. V. te A'dam ƒ 0.50; Argus te A'dam ƒ 25.—; 50 ze9®. van V. H. te A'dam ƒ 2.50; Ir. F. O. te Soest ƒ 2.50, L- j S. te Arnhem ƒ 2.50; Fam. V. te A'dam ƒ 7.50. Tot3 ƒ 72.50.

Men zou zeggen: dat is geen slecht cijfer, d°c'-j1 aangezien er verleden week zo goed als niets '5 binnengekomen, is deze som alweer zo goed ^ verteerd; dat wil zeggen dat we iedere week s>°°. dezelfde moeilijkheden staan. Alleen het solid9'1. teitsbesef onzer kameraden en vrienden kan helpen! Toont uw medeleven door ons fonds steunen met regelmatige stortingen of door lid ^ worden. Hier is doorlopende hulp nodig, verge dat niet. Helpt ons regelmatig! De secreta1"1 '

M. te Slaa, Warmon . straat 79111, A'dam