JAARGANG XII/5 (580)

4 AUGUSTUS 1934

WEEKBLAD VAN HET NEDERLANDSCH SYNDICALISTISCH VAKVERBOND

AANGESLOTEN BIJ DE INTERN. ARBEIDERS-ASSOCIATIE TE IÜADRID

NAAR DE EENHEID? ONZE TAAK

Maar hoe ?

In de afgeloopen weken is maar al te duidelijk gebleken, welk een funesten invloed de verdeeldheid der nederlandsche arbeiders heeft op de Mogelijkheid van gezamenlijk optreden. Schier niemand had tot voor kort gedacht, dat een verzetbeweging als deze zou kunnen ontstaan en toen het verzet eenmaal een feit was, bleek duidelijker dan ooit de onmogelijkheid van gezamenlijk front maken der organisaties. Toch kan men niet zeggen, dat tot dusver geen pogingen zijn ondernomen om deze noodzakelijke eenheid tot stand te brengen, integendeel bijna geen partij of beweging of zij heeft een of meerder oproepingen tot eenheidsfrontvorming, massa-appel e.d. gedaan. Een feit is het, dat deze pogingen evenveel mislukkingen hebben opgeleverd.

De verscheidenheid van parolen, de zondvloed van manifesten en de moeilijkheden van contactzoeken zijn evenzoovele hinderpalen en oorzaken van verwarring in dezen strijd geweest. Vanzelf is dus de kwestie van het georganiseerde, althans voorbereide eenheidsfront thans opnieuw aan de orde. Teneinde niet weer in dezelfde fouten van vroeger te vervallen, zal noodig zijn ons rekenschap te geven van gemaakte fouten en opnieuw na te gaan wat voor een strijdbare eenheid noodzakelijk is.

Los daarvan komt nog de vraag, of een zoo breed mogelijke eenheid voor ieder op dit moment noodzakelijk en gewenscht is.

Over de fouten van vroeger willen wij thans kort zijn. Wij weten, evenals elk revolutionnair arbeider, dat, waar gedurende eenigen tijd van samengaan sprake was, het bijna steeds „partijbelangen" of leiders-conflicten zijn geweest, die de oorzaken waren, dat samenwerking werd verbroken, waarbij de schuld door elk deelnemer op de tegenpartij werd geschoven.

Door den druk der regeering en het als een zwaard van Damocles boven alle revolutionnaire partijen hangende verbod komen deze partijbelangen dichter bijeen en verzinken naar wij hopen de conflicten der leiders in het niet. Toch zou het van naïviteit getuigen zonder meer aan te nemen, dat thans een dergelijke eenheid zou ontstaan. Hier voor is n.l. noodig o.a. een sfeer van

onderling vertrouwen

en juist dit hebben vooral de leiders en partijbesturen voortdurend ondermijnd. Niet alleen door fel opgezette hetze- en lastercampagne's tegen de besturen en bestuurders der andere partijen, maar ook door eigen gedrag en voorbeeld.

Walgelijk is bijvoorbeeld de zucht van de diverse partijen om als „leiding gevend" in dit verzet erkend te worden. In hun poging om op deze manier arbeiders in hun partij Oi vakbeweging te kunnen inschrijven, om de arbeiders zoo in den waan te brengen, dat zij de heiligmakende genade van de onverzoenlijke klassestrijd bezitten, gebruiken zij het platste ön-socialistische middel, dat wij kennen:

de leugen.

Vóór ons ligt een pamflet uitgegeven door OBWM. en NAS. Na eenige min of meer oppervlakkige en bijna persoonlijke verdachtmakingen van vooraanstaande NVV.-ers (en dus van het NVV.) lezen We dan:

Ook de Syndicalisten wisten niets beters te doen dan de daden van de werklooze hongerlijders af te keuren.

Vervolgens:

kameraden blijft gij nog langer hen steunen, die zich met huid en haar hebben overgegeven aan de bezittende klasse ?

j^it werd geschreven en zoowel in Amsterdam als botterdam verspreid, terwijl onze menschen door de politie waren opgesloten en vervolgd; terwijl ^eeds vóór er van ernstig verzet sprake was in "otterdam door ons aan huuractie tegen steunverlaging werd gewerkt, hetgeen het NAS.-bestuur bekend was. Waartoe deze leugens ? Zie hier het Antwoord:

^ordt het geen tijd, dat gij met oude sleur breekt en die 0rganisaties, die den strijd der arbeiders in den weg staan Nachtelijk den rug toekeert en U plaast in de rijen der

°BWM. ?

^'j beschikken over meer dan één bewijs welke °rganisaties den strijd der arbeiders in den weg staan (Stucadoorsstaking), maar daar gaat het niet Het gaat ons om andere belangrijkere dingen dar> leden winnen, namelijk

de strijd der arbeiders zelf.

'n het belang van dezen strijd vergaderden wij 0|"telings met de verspreiders van deze laster om °t eenheid te geraken, hiertoe door hen uitgerJ^digd. Op deze vergadering, waar behalve NAS., RJB. en NAS.-vrouwenbond, alleen de IA v- en het NSV aanwezig waren, werd discussie ^ver de te volgen taktiek en te gebruiken middelen verbodig geacht. Vóórondersteld werd, dat het

■gemeenschappelijk doel: verzet tegen Colijn, dermate bindend was, dat principieele verschillen onbesproken konden blijven, zoowel ter vergadering als in de actie. Wij zijn van meening, dat nu, juist nu, waar de situatie met den dag verscherpt, waar de onmogelijkheid van gewapende opstand, de hopeloosheid van den barricadenstrijd zoo duidelijk is gebleken, duidelijke-uitspraken op dit gebied geboden zijn.

Met het voorbeeld van Duitschland, Oostenrijk en thans ook Nederland voor oogen, meenen wij, dat een dergelijke actie niet alleen buiten-parlementair maar

anti-parlementair

moet zijn. Scherper nog dan eertijds zullen wij dus de laatste resten van parlementarisme hebben te bestrijden. Juist nu, nu verwoede stembus-socialisten beseffen, dat van parlement en gemeenteraads niets, maar dan ook niets, is te verwachten, hebben wij de taak hun nieuwe wegen te wijzen. Wij heffen daarom de leuze aan. Terugroeping van de socialistische volksvertegenwoordiging. Hun deelname aan de regeering is een beleediging voor hun kiezers. Wij moeten revolutionnairen van OSP. en RSP. doen beseffen, dat het geld en de energie, besteed aan parlementaire propaganda wegge¬

smeten en verspild is. Dat deze bedragen beter, nuttiger en effectvoller hadden kunnen worden besteed voor directe actie. Wij moeten hun leeren omgaan met het economisch geweld in plaats van zich voortdurend te laten lokken op het gebied, waar de reactie steeds de sterkste is: het militaire geweld. Wij moeten hen wijzen op de resultaten onzer spaansche kameraden, die op deze wijze de werkloosheid bestrijden. Niet slechts verhooging van werkloozensteun, maar steeds in de eerste plaats:

Wederopname van alle werkloozen in het bedrijf.

Het bedrijf in handen der arbeiders.

Het spreekt van zelf, dat evenmin als in 1868 de leuze van algemeene werkstaking, thans deze leuzen als gemeenschappelijke basis voor gemeenschappelijke actie zullen kunnen worden aanvaard, maar dit wil nog niet zeggen, dat ze onjuist zijn.

Te groot vertrouwen wordt nog in partijvorming gesteld, verovering der staatsmacht voorgestaan in plaats van de overname van de productieregeling en de blinde woede nog te gemakkelijk afgeleid in even heldhaftig als hopeloos gevecht. Te noodzakelijker is daarom nu met alle kracht de syndicalistische strijdwijze en gezindheid tof gemeengoed der gansche arbeidersklasse te maken.

L. M.

ARBEID LOON PRODUCTIE

De Vereeniging van Gasfabrikanten in Nederland heeft te Leiden haar jaarlijksche algemeene vergadering gehouden. Bij die gelegenheid heeft de voorzitter, de directeur der gemeentelijke gasfabrieken te Amsterdam, een rede gehouden over den achteruitgang van het gasverbruik. Spreker wees er op, dat niettegenstaande de kosten aan grondstoffen en loonen sterk waren gedaald, de kostprijs van het gas dezelfde bleef. Hij had er nog aan kunnen toevoegen: Wij verslechten de arbeidsvoorwaarden van het personeel zooveel mogelijk, wanneer er maar één cent af kan, zijn wij er als de kippen bij, om die cent er niet bij te laten. Natuurlijk zorgen wij er voor, dat in de hoogere bedrijfskringen geen schade wordt aangericht, zelfs doen wij daar een schepje bij door het toekennen van nieuwe titels, maar overigens zal het aan ons niet liggen, als het er om gaat, de arbeiders met zoo weinig mogelijk af te schepen. Ongetwijfeld zou de vergadering, onder applaus, accoord zijn gegaan met zulk een redeneering, maar toch gaat de productie achteruit. Hoe komt dat ? Wordt er minder gekookt, is er minder warmte noodig ? Volstrekt niet, want iederen keer, dat een paartje het raadhuis verlaat en een eigen home inricht, wordt er meer gekookt en is er meer warmte noodig. Er is momenteel een wedstrijd in het huizen bouwen en de ramen zitten er nauwelijks in, of de bewoners dringen reeds naar binnen. Toch gaat de productie achteruit. De Voorzitter op bovenbedoelde vergadering, noemde als een der oorzaken, de concurrentie. Een der scherpste concurrenten is de olie. Olie?! Zeker olie, want in duizenden arbeidersgezinnen wordt het potje weer met behulp van petroleum klaar gemaakt. Er zijn ook meer nieuwe uitvindingen gedaan op het gebied van verwarming door petroleum. Is het geriefelijker het eten te koken en de kamer te verwarmen door petroleum ? Geen sprake van ! Integendeel, uit het oogpunt van hygiëne is petroleum nadeeliger dan gas. Olie kost 5 cent per liter, althans te Amsterdam en niet zonder reden juichen de aandeelhouders der petroleummaatschappijen; de winst is enorm, hoewel de olie goedkoop is. De voorraden zijn onuitputtelijk groot, op de winplaatsen werken en leven de menschen in slavernij, de maatschappijen in Ned. Indië maken hier geen uitzondering op. Beter honderd liter verkoopen met een winst van één cent, dan tien liter met een winst van 3 cent per liter. De olie stroomt, de maatschappijen worden bij den dag rijker, arbeidersgezinnen zitten in de stank en de gasdirecteuren klagen, dat de productie achteruit gaat.

Reeds een paar jaar geleden richtte het Syndicalistisch Arbeids Secretariaat Amsterdam zich per adres tot het gemeentebestuur om verlaging van den gas- en electriciteitsprijs te verkrijgen, voor gezinnen met inkomens beneden ƒ 3000.— per jaar. Toen was er reeds meer dan genoeg aanleiding de tarieven van gas en electriciteit te verlagen, echter, met volkomen negatie, zoowel van links als rechts — de SDAP. was toen nog verantwoordelijk met 3 roode wethouders — werd het verzoek van het SAS. afgewezen. De gevolgen hiervan zijn door de voorzitter van de vereeniging van gasdirecteuren in Nederland de vorige week te Leiden uiteen gezet. Nu is gas een product, dat door olie voor een groot gedeelte kan worden vervangen en het verlies, toegebracht aan de gemeentelijke gasfabrieken, komt als winst terecht in de zakken van de aandeelhouders der petroleum-maatschap-

pijen. Met andere bedrijven gaat dit minder goed. De prijs van de stroom, die vooral voor verlichting wordt gebruikt is evenmin naar beneden gegaan als die van het gas. Ook in dit bedrijf wordt het personeel als uitbuitings-object gebruikt, wordt de schroef om het lagere personeel steeds vaster gedraaid. Deze enorme druk op den kostprijs van het electrisch licht zou den verbruiker ten goede moeten komen, als de economie gezond was. Maar het gebeurt niet, omdat ook hier de verhoudingen ziek en ongezond zijn. Voor sommige groepen van het trampersoneel is het loon zelfs met 23 % omlaag gegaan.

Loon, aldus de directeur van dit bedrijf te Amsterdam, is een der voornaamste factoren, welke den prijs der ritten bepaalt. Welnu, niet alleen is het loon enorm gedaald, maar ook zijn honderden arbeiders afgevoerd naar de reserve. De prijs per rit blijft echter elf cent en het publiek kankert, ja net zoo hard als in de dagen, dat het personeel eentamelijk loon verdiende en het personeel op voldoende getalssterkte stond. Onbehoorlijk is nu het loon en zijn de werktijden en de methoden van werken voor het personeel, maar de passagier merkt er niets van, noch in prijs, noch in snelheid is er wat bij gewonnen. Wel gieren de trams door de straten en doe je verstandig, je zelf eerst vast te sjorren of een levensverzekering af te sluiten als je gaat „trammen", maar het tarief is nog elf cent.

De reinigingsman moet zijn boterham eten in een portiek of op den kruk van zijn kar gezeten. Handen wasschen ?, kun je begrijpen, vreet maar, en gauw ook en dan maar weer vegen I vegen 1 Gauw, gauw, met een fransche slag. Vraag eens aan den directeur van dezen dienst, of hij zijn lunch ook op de leuning van een brug of stoep nuttigt. Zoo kunnen we doorgaan. Wat voor de hierboven aangehaalde bedrijven geldt, is ook van toepassing op andere bedrijven. Trots de enorme verlaging van de productiekosten voor de bedrijven, blijft de prijs van het product voor de verbruiker dezelfde. Deze geweldige indirecte lasten drukken geweldig zwaar op de bevolking, dit de ellende der allerarmsten, haalt het petroleum-kapitaal winst en zoo wordt het volk uitgebuit. Er komt geen einde aan, want de groote geld-octopus, het kapitalistisch monster is niet te verzadigen.

Voor hen, die dit niet vooruit konden zien en begrepen, zal het nu steeds duidelijker worden, dat al het zalvend gepraat over bezuiniging, dat wij allen ons deel moeten bijdragen tot herstel, dat de lasten door ons volk gelijkelijk gedragen moeten worden, dat het bedrog en leugen is, wat het volk wordt voorgehouden. De ware leuze is: de arbeidersklasse terug ! Terug naar een kommervol en onmenschelijk bestaan, omdat dit de eenige mogelijkheid is voor het herstel van het kapitalisme.

Zeker, ééns zal dit kapitalistisch stelsel te gronde gaan, maar wie de arbeiders wijs maakt, dat het op z'n laatste beenen loopt en dat het spoedig beter zal worden, bedriegt de arbeiders of doo~r onwetendheid of door bewuste gemeenheid. Wat wij hier boven schreven over de productiekosten, geldt ook voor de huur der arbeiderswoningen. Ook daar is geen sprake van verlaging. Het is lang niet zeldzaam, dat iemand een derde deel van het inkomen, soms zelfs de helft daarvan, moet betalen voor woninghuur. En al het geschreeuw en geschetter in de bladen, lappen de

BELANGRIJK

Ons volgend nummer zal voor een groot gedeelte aan Erich Mühsam, zijn leven, zijn werk en zijn dood, worden gewijd.

Het wordt dus bijzonder geschikt voor de colportage. uestelt daarom nog heden bij Fr. Spoor, Bestevaerstr. 146, A'dam. Werkt met onze brochures: Nederland-Slavenland — Een tweede 1914?

«'■■Ml—■ i—ij min I. liaa

huiseigenaren aan hun laars. Huur ! huur, geld, geld ! Anders er uit !

Alleen door strijd, door een ononderbroken strijd, zal het mogelijk zijn, op een eenigszins behoorlijke wijze, het dagelijksch brood te ontwringen aan het kapitalisme. Iedere verzwakking of onderbreking van dien strijd, beteekent nog langer honger en ellende. Door dien voortdurende strijd zullen de arbeiders gestaald worden voor den beslissenden strijd tegen het kapitalisme. De vooruitzichten van het overheidspersoneel zijn inmiddels zeer somber. Te Amsterdam is de \y2 % korting weer naar het georganiseerd overleg terug gewezen. De regeering neeft n.l. imperatief (dat is gebieaend) gesteld, de heffing van premie voor het pensioen van 8]/2 op 10 % te brengen. Het raadslid Pothuis had een motie ingediend, waarbij de Raad er zich voor uitsprak deze kwestie weer naar het G. O. te verwijzen. Dit wil echter volstrekt nog niet zeggen, dat de l/2 % korting zonder meer geheel wordt afgewezen. Tegelijkertijd komen B. en W. met de begrooting voor 1935. In een persconferentie heeft het dagelijksch bestuur van Amsterdam de mededeeling gedaan, dat bijna \/2 millioen op de salarissen van het gemeentepersoneel gekort zal moeten worden, willen B. en W. de begrooting van 1935 sluitend kunnen maken. Hoe dikwijls hebben wij niet gehoord, dat de loonen niet als sluitpost der begrooting gebruikt mogen worden. Maar trots deze verzekering, wordt sedert geruimen tijd het eerst aan de loonen getornd om de begrootingen sluitend te maken. Om dit bedrag van 1]/2 millioen te bereiken, zal het loon weer met 5 % naar beneden moeten, waarmede wij natuurlijk nog lang niet aan het einde zijn, want de oorzaken, waarom weer korting op de loonen moet worden toegepast, blijven bestaan, ook na die korting. Eén dezer oorzaken is, dat de crisislasten in een steeds grooter omvang op de gemeente gaan drukken. Hierdoor komt de burgerij der groote gemeenten voor de lasten, terwijl de werkloosheid toch een kwaad is voor geheel het land.

Zoo gaat het ook met de crisis in de land- en tuinbouwbedrijven. Vergissen wij ons niét, dan worden hiervoor 200 millioen gulden per jaar door de regeering bijgepast, wat niet ten voordeele der verbruikers is. Niet de producten worden goedkooper, maar het geld komt in de zakken der tuinders en reeds rijke boeren.

Nu kan men zich blind houden voor het gevaar, dat het overheidspersoneel spoedig in een dergelijke toestand komt als. voor 40 jaren, de slagen zullen het desniettemin even gevoelig treffen. Daarom doet het overheidspersoneel verstandig, deel te nemen aan den strijd van iederen dag. Het moet naast de werkloozen gaan staan, het moet strijden met de arbeiders uit het particulier bedrijf. Zóó alleen is het gevaar te keeren. Er is geen andere weg.

Gaan wij arbeiders elkander wegen, of ieder zijn plicht doet, ja wij weten het !, er zullen vele te licht worden bevonden, ook onder hen, die de weegschaal hanteeren.

Het is de laatste weken wel bewezen, hoe wij arbeiders op elkander zijn aangewezen. Waar blijven jullie nu I Wat hebben jullie nu gedaan I Wij hooren het de arbeiders elkander toeroepen en het element haat ontbreekt hierin niet. Deze haatgevoelens vinden bij de meesten voedsel en het gevoel eeuwig een uitgestootene te zijn, veroorzaakt door het eindelooze stempelen.

Ga jij nu eens stempelen en laat ons nu eens werken 1 In deze roep van arbeider tot arbeider klinkt het naamlooze leed, de ellende en ook de machteloosheid. Het zou echter alleen een verschuiving der ellende zijn. En tot de opheffing ervan kon het niets bijdragen. De werkende arbeiders, niet een groep daaruit I, neen alle werkende arbeiders zullen met alle niet werkende arbeiders moeten gaan inzien, dat het gaat om het gemeenschappelijk zijn, of het niet-zijn. Want de werkende arbeiders, zij voelen het dagelijks meer en meer, gaan de weg van het paupersbestaan op. Ten slotte zal het hetzelfde zijn, of men werkt of niet werkt. Wij moeten onze tekortkomingen erkennen en zien te herstellen, allen moeten wij dat doen, met of zonder werk.

Er is maar één macht, die ons, arbeiders, redden kan, en dat is de economische macht, dat is: allen aan het werk of niemand aan het werk !

Wie hier aan twijfelt, of dit mogelijk is, is een zwakkeling en een lafaard.

Dat mogen wij niet zijn, nog veel minder worden ! Daarom, strijdt met ons !