argumenten het feit vast te nagelen, dat de bourgeoisie van Nederland niet meer in staat is, haar eigen wetten, haar eigen rechtsbeginselen, haar eigen moraal te handhaven. Onmachtig om het bestaande kapitalistische stelsel in stand te houden, onmachtig om het volk brood en vrede te verschaffen, is zij tevens gedwongen stuk voor stuk haar rechtsbeginselen prijs te geven en haar geheele bestaande rechtsorde te ondergraven. Genoodzaakt om het vrije, particuliere kapitalisme steeds meer te vervangen door een van staatswege gereglementeerd bedrijfsleven, is de bourgeoisie er nog slechts op uit om desondanks haar heerschappij en haar voorrechten te handhaven. En bij dat streven vernietigt zij de eens door haarzelf als heilig beschouwde burgerlijke vrijheidsbeginselen en democratische burgerrechten, nu die niet meer passen bij het collectieve kapitalisme, dat het particuliere kapitalisme steeds meer vervangt. De volledige vernietiging van deze rechten en vrijheden door middel van een afschuwelijke terreur, hun vervanging door de centralistische almacht van den staat — ziedaar het fascisme. De politiek der Colijn-regeering bereidt dit fascisme voor en iedere reactionnaire maatregel brengt het een stap nader.

Het is een der meest ernstige politieke dwalingen der sociaaldemocratie om in de Colijn-regeering een bolwerk te zien tegen het fascisme en voor de democratie. Het is een groote politieke fout, maatregelen der Colijn-regeering tegen links te verontschuldigen, omdat zij die ook zou nemen tegen fascistische elementen. Het is een gevaarlijke illusie der sociaaldemocratie, te meenen, dat het tegenwoordige kapitalisme nog langer de democratie zou kunnen handhaven en dat socialisten dit tezamen met burgerlijke democraten zouden kunnen doen. Wij zien hoe de democraten voortdurend de democratie verraden en wij begrijpen, dat zij dit moeten doen, doordat zij vasthouden aan het kapitalistische stelsel en wijl de sociale onrechtvaardigheid van het kapitalisme niet is te vereenigen met een wezenlijke democratie. Daardoor worden de democraten de doodgravers der democratie.

Politieke gelijkheid zonder sociale gelijkheid is bedrog. Zij is geen democratie, maar demagogie. De onmisbare voorwaarde voor wezenlijke democratie, in den zin van de vrije zelf-regeering van het volk, de voorwaarde voor maatschappelijk recht en maatschappelijke vrijheid, dat is het socialisme. Men versta ons wel: niet de organisatie van een staatskapitalisme a la Rusland; niet een mengelmoes van particuliere en genationaliseerde bedrijven a la De Man. Dat kan slechts leiden tot grooter slavernij.

De wezenlijke ontwikkelingsgang van het menschdom is gericht op grooter vrijheid. In de lijn van die ontwikkeling beweegt zich slechts het vrije raden-socialisme. En de verwezenlijking daarvan is slechts mogelijk op den grondslag van de politiek-economische zelf-organisatie der arbeidersklasse, d.w.z. op den grondslag van het anarchosyndicalisme.

HET PETITIONNEMENT

Wederom hebben SDAP. en NVV. een petitionnement georganiseerd. In een manifest worden de verzoeken genoemd, die men tot de regeering wil richten om het lot der werkloozen te verzachten en te verbeteren. De regeering moet spoedig maatregelen treffen om aan den grooten nood der werkloozen een einde te maken.

Wat zal de moderne arbeidersbeweging echter doen wanneer de regeering het petitionnement naast zich neerlegt? Natuurlijk niets. En dit wetende, zal de regeering het naast zich neerleggen. Alleen wanneer er strijdwil achter zoo'n beweging zat, zou zij er rekening mee houden. Maar die ontbreekt. En daarom is dit heele petitionnement een schijnvertooning, waarbij maar onjuiste illusies worden gewekt.

Het zetten van een handteekening is trouwens verduiveld gemakkelijk. Maar wat beteekent het? Voor enkele jaren zijn millioenen handteekeningen voor ontwapening naar Genève gezonden. Wat heeft het gebaat? De moderne arbeidersbeweging heeft zelf de ontwapening prijs gegeven en dat illustreert het beste de holheid van zulke papieren acties.

Voorwaarden om iets te bereiken zijn: een beginsel en daadwerkelijke strijd op den grondslag van het beginsel. Maar déze methode is goedkoop, té goedkoop voor eenig socialistisch doel!

NOG EENS: KROMMENIE

J) Ik ben nog een antwoord schuldig aan De Arbeid, welk blad in zijn nummer van 10 October ingaat op mijn artikel over de staking in Krommenie.

De Arbeid meent, dat het zelf-optreden van arbeiders bij stakingen niet iets speciaal syndicalistisch is, dat dit door het NAS. herhaaldelijk is gesteund en dat dit niets te maken heeft met de vraag, of een vakcentrale federalistisch, dan wel centralistisch is georganiseerd en of zij al dan niet connecties onderhoudt met een politieke partij. Ten slotte vindt De Arbeid het inconsequent, dat wij als voorstanders van organisatie opkomen voor eigen leiding.

Ons antwoord kan kort zijn. Het zelf-optreden der arbeiders is een door de syndicalisten steeds gepropageerd beginsel. Dit sluit niet uit, dat nietsyndicalistisch georganiseerde arbeiders zelf gaan optreden. Zij handelen dan syndicalistisch en tegen den geest der centralistische organisaties. Als syndicalisten juichen wij dat natuurlijk van harte toe. Het NAS. heeft zulke conflicten wel ondersteund. Prachtig! Verbaast ons niets, daar het NAS. van huis uit een syndicalistische en ook federalistische organisatie is, waarvan wij het vooral betreuren, zij het en passant en volstrekt niet bewust deze beginselen zoozeer over boord heeft gegooid, dat men thans in De Arbeid syndicalisme en federalisme bestrijdt en het opneemt voor centralisme en connecties met een politieke partij, hetgeen het einde van de onafhankelijkheid der vakbeweging beteekent.

Dat zelf-optreden van arbeiders in strijd is met centralisme, dat het volgen van de centrale leiding inhoudt, is duidelijk. Dat connecties met een uit den aard der zaak centralistische partij tot centra¬

lisme leidt evenzeer. Trouwens, het NAS. heeft niet altijd alle acties van onderen op gesteund; het aanvaardt ze ook hoogstens als feit en niet als beginsel. Door het NAS. zijn, evenals door de OSP. partieele acties integendeel in het algemeen principieel veroordeeld en dit ligt in de lijn van de politieke partij — die in het ziele- en gemoedsleven van leiders van NAS. en RSP. in één persoon natuurlijk niet is te scheiden van de vakbeweging. Want de politieke partij streeft er immers naar den proletarischen strijd onder haar leiding te brengen. Ten slotte dit: syndicalistische organisatie sluit eigen leiding niet uit, maar propageert ze. In Nederland met zijn vele vakcentrales, die geen strijd willen, is strijd onder eigen leiding de beste mogelijkheid. De consequentie daarvan is syndicalistische organisatie, ook al opdat de eigen leiding in werkelijkheid geen leiding worde in handen van een politieke partij!

MOSCOU-MANIEREN

J) Op het congres van onze Federatie van arbeiders (sters) in de Kleedingindustrie hield kam. Madlener een inleiding over een wezenlijk radenstelsel, waarvan redelijkheid en zedelijkheid de grondslagen moeten vormen. Een der afgevaardigden kwam in debat en verdedigde de toestanden in Rusland. Zijn betoog werd door den inleider zakelijk beantwoord. Alles gebeurde op kameraadschappelijke wijze.

Maar nu komt enkele dagen later De Tribune met een verdraaid „verslag" van de discussie, waarin de „utopische" syndicalisten eens lekker in de maling worden genomen. Dit verslag kan van niemand anders dan van den debater afkomstig zijn. Deze is klaarblijkelijk geen syndicalist, maar partij-communist.

Het zijn fraaie manieren! Manieren die de arbeidersbeweging vergiftigen en het karakter der arbeiders bederven. Op het congres was en bleef de debater de vriendelijkheid in persoon, gaf hij zich uit voor syndicalist, geestverwant, en verzweeg hij zijn communist-zijn. Dat is huichelarij kameraad, en daarmede dien je noch de arbeiders, noch fiet communisme, noch jezelf. Zoo'n houding past politie-spionnen, maar is beneden de waardigheid van een revolutionnair.

HET PARLEMENTARISME IN WEZEN EN TOEPASSING

De gemeenteraad van Amsterdam heeft den handschoen opgenomen tegen de regeering. De regeering toch heeft den amsterdamschen Raad nadrukkelijk verklaard, dat zij met de tegenwoordige loonregeling van het gemeentepersoneel der hoofdstad géén genoegen zal nemen en dat deze in overeenstemming moet worden gebracht met de rijksregeling, wil men niet dat de Regeering haar beschouwt als een exces. De gemeenteraad legde deze waarschuwing naast zich neer.

Dacht men soms de autonomie, het prestige van de hoofdstad hoog te houden ? Wat een illusie ! Wat een politieke demagogie van de sociaal-democraten ! Straks zal de regeering uit een ander vaatje gaan tappen en zeggen tegen het gemeente-personeel: Deze „loonregeling" hebt gij maar te aanvaarden ! Zullen de sociaaldemocraten het personeel dan tot verzet opwekken ?

Arbeiders ! Ziet gij dan niet dat het parlementgewauwel heeft afgedaan ? Niet in het parlement ligt uw kracht, maar in de buiten-parlementaire strijd en actie van de bedrijven. Het zijn de syn-

Er zijn teekenen, welke er op wijzen, dat de arbeiders den ernstigen toestand, waarin zij verkeeren, gaan begrijpen. Te Amsterdam heeft het gemeentebestuur 400 arbeiders ontslagen uit de gemeentelijke arbeidsreserve. Vrijwel door alle organisaties was drang uitgeoefend op B. en W. om geen gevolg te geven aan dit massa-ontslag. De heeren deinzen nergens meer voor terug. De door ons reeds meermalen aangeduide overmoedigheid der regeerders, overmoedig door de lamlendigheid en achterlijkheid der arbeidersklasse, neemt hand over hand toe.

Door verschillende medewerkers is er in De Syndicalist op gewezen, dat met de aanslagen op het levenspeil der arbeiders geheel de arbeidersklasse zich bezig moet houden. Dit geldt zoowel voor werkende als voor werklooze arbeiders, voor arbeiders in het particulier als in het overheidsbedrijf. De groote moeilijkheid echter is, de arbeiders aan het verstand te brengen, dat tegen de tactiek der uitbuiters, dat tegen de methode van werkgevers en regeerders, om de arbeiders groepsgewijze aan te vallen, er maar één mogelijkheid is tot afweer en tegenaanval, en deze mogelijkheid is de solidariteit der arbeiders: een al omvattende arbeiderssoiidariteit.

De GAR.-arbeiders zijn in beweging gekomen, zij zijn reeds in botsing gekomen met de beschermers van het geweld, dat zijn de geüniformde heeren, die nog pas in een nota aan den Raad bekend hebben gemaakt, dat zij niet tegen loonsverlaging kunnen, omdat zij niet tusschen de arbeiders kunnen wonen. Maar daar trekken de GAR.-arbeiders zich niets van aan, zij hebben de koppen bij elkander gestoken, zij kozen een eigen strijdleiding en hebben de arbeiders uit de bedrijven opgeroepen tot een massale demonstratie op Woensdag a.s. in Bellevue. Dat is een begin van positieve actie en de arbeiders in en buiten de overheidsbedrijven moéten daar aandacht aan schenken. Op een vergadering van onze kameraden werd deze week een vrij belangrijk bedrag beschikbaar gesteld voor de actie der GAR.-arbeiders, zonder dat wij ons er mee bezig hebben gehouden wie en van waar deze GAR.-arbeiders kwamen. Zij willen strijden, zij willen niet onopgemerkt van slecht betaalde arbeiders overgaan naar den bedelstaf. Hun strijd is en moet onze strijd zijn, alle arbeiders hebben het grootste belang bij den afloop van deze eerste daadwerkelijke poging om een einde te maken aan de verdrukking.

Dat de vaste arbeiders wel degelijk te maken hebben met het lot der GAR.-arbeiders blijkt wel uit

dicalisten die dag in, dag uit hun beginsel propageeren „Tegen het Parlement, tegen den Staat." Beide zijn een belemmering om arbeid en menschen te verlossen uit hun kluisters van slavernij en ellende. M.

„VOORLICHTING"

Hoe de bolsjewiki de arbeiders „voorlichten" blijkt weer eens duidelijk uit het door hen uitgegeven blad Anti-fascistische Eenheid. In een artikel over de jongste spaansche revolutionnaire beweging wordt o.a. gezegd:

„Daar de S.d. en Syndicalistische boerenpolitiek, die, toen ze de regeering vormden, aan de eischen der boeren niet voldeed", enz.

Ja, zoo staat het er! Als „de Oude" het hoorde kwam hij terug en zou naar Spanje gaan om met eigen oogen te aanschouwen, hoe anarcho-syndicalisten, anti-parlementairen, tezamen met sociaaldemocraten, een regeering vormen.

Waar haalt men den onzin»vandaan?

Jammer, dat zulke leugens niet bevorderlijk zijn om tot een eenheidsfront tegen het fascisme te geraken. Door zulke artikelen wordt kapot gemaakt wat in Rotterdam mogelijk scheen. Wij anarcho-syndicalisten willen met iederen arbeider samenwerken, wien het ernst is om uit den heerschenden chaos te geraken, maar nooit met volksmisleiders, die het proletariaat maar wat wijs probeeren te maken als het tegen andersdenkenden gaat. W. A. BRUIN.

HOE LANGER HOE MALLER

Hou zee ! De soep is goed !

Reuter meldt uit Berlijn: •

Morgen zullen, naar men weet, de duitschers met den éénschotel-maaltijd genoegen moeten nemen. Dit jaar hebben de autoriteiten de schotels vastgesteld, die moeten worden gegeten. De keuze is tusschen: erwtensoep met worst of varkenskluif, vermicellisoep met vleesch, stamppot van aardappelen en vleesch.

Ook voor de volgende één-schotel-dagen zal het menu officieel worden vastgesteld.

Zal — evenals vroeger het Leger des Heils — de „soep" van het fascisme het éénig goede wezen voor het proletariaat ? M.

Het is inderdaad wel ver met het menschdom gekomen, als de staat al gaat voorschrijven wat je in je eigen huis moet en mag eten. Maar aan den honger in Duitschland een einde maken, dat kan de staat, ook de fascistische staat niet ! — Red.

WAAROM GEEN ASSOCIATIE?

Een GGB.-er wees ons er op, dat één der moderne bakkersorganisaties met ongeveer 7000 leden ruim ƒ 900.000.— kapitaal bezit.

Nu hadden wij hier in Den Haag het bakkersconflict Carels-Hus, waardoor zoowat alle lui van den modernen bond eruit gewerkt zijn. Ware dat geen aanleiding geweest een deel van het kapitaalbezit der arbeiders aan te wenden tot stichting van een eigen bakkerij ? Naast die van De Volharding is er toch plaats genoeg voor een bakkerij van en voornamelijk vóór arbeiders in een stad als Den Haag. Hebben de uitgestooten bakkers niet gedacht aan productieve associatie, waar zooveel geld, door henzelf bijeengebracht, beschikbaar is ? Wie van de bakkers bindt de kat de bel aan ? (Vrije Arbeid)

een mededeeling van wethouder Kropman in de Groene Amsterdammer. Deze schrijft:

Ongetwijfeld heeft de regeering het recht om in te grijpen: art. 126 der Ambtenarenwet geeft haar de bevoegdheid en, gelet op de missive van 20 Juli 1934, valt te verwachten, dat zij van die bevoegdheid gebruik zal maken. Het ingrijpen geschiedt echter met alle élégance, welke deze wetgeving kenmerkt. Immers, de regeering legt niet rauwelings haar wil op! Er zal eerst een „aanmaning" verschijnen aan den raad om de arbeidsvoorwaarden te wijzigen en wel „binnen een te stellen termijn van ten minste drie maanden", zoodat de gemeenteraad nogmaals de gelegenheid krijgt zich over de zaak te beraden. Blijft de raad bij zijn houding volharden, dan wordt het college van B. en W. uitgenoodigd „het noodzakelijk besluit" vast te stellen. En blijft ook het college in gebreke, dan geschiedt de vaststelling dooji, de Kroon.

De geprojecteerde loonsverlaging zal dan zeker niet met 1 Januari 1935 ingaan, — daarvoor heeft de voorzichtige wetgever de termijnen te lang genomen, maar daardoor ook zal de verwachte bezuiniging niet ten volle worden bereikt.

Het ware wel beter geweest, indien Amsterdam dit alles bespaard had kunnen blijven en de raad zelf had gedaan was uiteindelijk door de regeering zal worden opgelegd. Er is, van de zijde van het college, voldoende tegen dezen gang van zaken gewaarschuwd!

Wij moeten den heeren regeerders van stad en land de eer toekennen, dat zij geen bluf slaan, geen groote woorden gebruiken, het niet bij schrijven en dreigen laten, zooals in de meeste arbeidersbladen geschiedt, want zij voegen de daad bij het woord. Men ziet wat de heer Kropman schrijft in de Groene Amsterdammer, welnu, de kaarten worden geschud, de regeering geeft, het gemeentepersoneel is de inzet. Er is een koninklijk besluit genomen, wat hier volgt:

Gelet op artikel 126 der Ambtenarenwet 1929; Overwegende, dat de raad der gemeente Amsterdam in zijn vergadering van 4 October 1934 heeft verworpen het voorstel van B. en W. van 26 September, inzake herziening van de loon- en salarisregelingen en andere regelingen van de arbeidsvoorwaarden voor de ambtenaren en werklieden dier gemeente;

dat de herziening van de loon- en salarisregelingen en van de andere regelingen van de arbeidsvoorwaarden der ambtenaren en werklieden dier gemeente, als in bovengenoemd voorstel vervat, ofschoon nog niet in alle opzichten volkomen beantwoordende aan de eischen, welke mede in verband met de huidige tijdsomstandigheden aan loon- en salarisregelingen van het overheidspersoneel in het algemeen zijn te steilen, desniettemin kan worden aangemerkt als te strekken tot meerdere aanpassing aan het peil van salarissen en loonen, hetwelk door de Kroon redelijk en noodzakelijk wordt geacht;

dat mitsdien door het feit, dat de raad der gemeente Am-

1 NOVEMBER: NABRINK JARIG

Kam. Gé Nabrink is 1 November jarig Stuurt

hem een kaart of brief. Toont medeleven met de door de reactie getroffenen!

Stuurt ook post naar andere gevangen genomen vrienden en vergeet de dienstweigeraars niet! Niet talmen, maar doen!

Naar zijn vrouw ons zooeven bericht, is kam. Nabrink van Assen overgeplaatst naar de gevangenis te 's-Hertogenbosch.

IWH'HHIWI—■—BW

sterdam bovengenoemd voorstel heeft verworpen, zonder daarvoor in de plaats te stellen eenige regeling, welke aan vorengestelde eischen voldoet, ten aanzien van de loon- en salarisregelingen en de regelingen van de andere arbeidsvoorwaarden van de ambtenaren en werklieden der gemeente Amsterdam, een toestand is ontstaan, welke onbevredigend is te achten, zoodat een nadere voorziening noodig is: waarin — herhalen wij — de raad wordt aangemaand, om binnen een termijn van drie maanden, gerekend den dag, waarop dit koninklijk besluit ter kennis van den raad zal zijn gebracht, met intrekking van zijn besluit van 4 October 1934, waarbij het voorstel van B. en W. werd verworpen, regelingen ter zake vast te stellen, als in dit voorstel vervat.

Wij hebben een paar regels vet laten zetten in deze mededeeling van de Kroon, overgenomen uit de N.R.C. van Zondag 21 October j.l. Daaruit kunnen de arbeiders zien, dat het nog niet met deze voorgestelde en afgestemde loonsverlaging is afgeloopen. Wij herhalen, wat reeds zoo dikwijls door ons is aangegeven, het gaat niet om tijdelijke bezuinigingsmaatregelen, het gaat er om, de arbeidersklasse zoodanig neer te drukken, dat het kapitalisme weer in volle glorie met de zegekar over de verslagen massa heen kan rijden. Tot het uiterste zal de bourgeoisie doorzetten en de vernedering der arbeidersklasse zal grooter zijn, naarmate zij zich weerloos en zonder verzet, de keel heeft laten dichtknijpen.

Wij hebben de vorige week geschreven, dat B. en W. te Rotterdam niet wilden treden in een vergelijking met de salarissen van het rijkspersoneel. Wij hebben reeds voordien het rijkspersoneel er op gewezen, dat de stilte rond hun salarieering nog volstrekt niet wilde zeggen, dat er niets zou gebeuren. Op de rijksbegrooting voor 1935 wordt weliswaar niet gesproken over een nieuwe loonsverlaging, maar er zijn nog andere wegen om het rijkspersoneel neer te drukken. Het gaat meer geruischloos, maar niet minder erg. Het nieuwste is nu weer de herclassificatie in de bezoldigingsregeling voor rijksambtenaren.

Door deze herclassificatie zou voor enkele honderden gemeenten de standplaatsaftrek aanmerkelijk verhoogd worden; die voor de ambtenaren op jaarwedde van 0 pet., 4 pet. en 8pct. zou gebracht worden op 0 pet., 4 pet., 8 pet. en 12 pet., terwijl de standplaatsaftrek voor de ambtenaren op maand- en weekloon zou worden verhoogd van 0 pet., 6 pet. en 12 pet. tot 0 pet., 6 pet., 12 pet. en 18 pet. De 12 pet. voor de jaarwedden en de 18 pet. voor de maand- en weekloonen zouden gelden voor de vierde klasse.

De nieuwe regeling zou ingaan op 1 Januari 1934. Slechts voor de gemeenten, die van de tweede naar de vierde klasse moeten verhuizen, is in een overgang in twee étappes voorzien.

Dat laat aan duidelijkheid weer niets te wenschen over. Het is een verlaging van het inkomen van 8 pet. tot 12 pet. toe. Een groot aantal gemeetiten zullen per 1 Januari 1935 gebracht worden van de 2e naar de 3e klasse en dan zes maanden later, dus op 1 Juli 1935 van de 3e naar de 4e klasse. Het personeel krijgt dus 1 Januari 1935, naar gelang het jaargélders of weeklooners zijn, 4 of 6 pet. verlaging en op 1 Juli d.a.v. nog eens 4 of 6 pet. wat dus zeggen wil, dat de salarissen en loonen met 8 pet. tot 12 pet. naar beneden gaan. Als ex-wethouder Wierdels te Amsterdam hierover aan het praten kwam, zou hij, evenals hij het gemeentepersoneel in de maling nam bij de toepassing der pensioenspremiekorting, zeggen: dat is geen loonsverlaging maar een inkomstenvermindering. De heer Walrave Boissevain heeft op een vergadering van den Vrijheidsbond te Amsterdam uitgeroepen, dat hij met zijn hooggeprezen mede-wethouders Amsterdam zou blijven besturen, „als het kan mét den Raad en als het moet zonder". Deze zonderlinge uiting van vrijheid wordt geslikt of het de gewoonste zaak van de wereld is. En dan roepen de trawanten van dien Boissevain nog wel, dat zij de arbeiders tot zich moeten zien te trekken, üit deze brutale overmoedigheid spreekt duidelijk de zwakheid der grootste arbeiderspartij, van de SDAP., want niet uit dit gezegde van dien bourgeois alleen blijkt wat de vrijheidsbondsche heeren willen; dat blijkt duidelijker uit de reeks der gebeurtenissen van den laatsten tijd, waarbij de liberalen de aanvoerders zijn in den strijd der kapitalistische klasse tegen de arbeidersklasse. Het NVV. is nu bezig met een petitionnement onder de arbeiders. Afgescheiden nog van het feit, dat de regeering zich nog nooit wat heeft aangetrokken van de reeds talrijke petitionnementen door SDAP. en NVV. verzonden, is de verhouding van regeering tot volk thans zoo, dat zelfs de roomsche en christelijke arbeiders in opstand komen. Het heeft geen zin een auto vol papier naar Den Haag te sleepen, de arbeiders van die groote partij zullen zelf in actie moeten komen, zij zullen hun leiders moeten toeroepen, dat niet het hanteeren van de pen, maar het neerleggen van hamer en spade de beslissende factor in den strijd tusschen kapitalisme en socialisme zal zijn.

De arbeiders in overheidsdienst zien waar wij aan toe zijn.

Wat is er al niet prijs gegeven en ziedaar, de regeering zegt het duidelijk, het is nog lang niet genoeg.

Daarom is het thans meer dan noodig, dat de arbeiders hun leiders aansporen maatregelen te treffen, welke meer indruk op de bourgeoisie maken dan een petitionnement.

Zoo dit achterwege blijft, zullen de arbeiders zelf hun strijd moeten organiseeren. De Arbeid geeft wel af op een redactioneel artikel in De Syndicalist jegens deze strijdmethode, maar de vraag 's> sturen de leiders het zelf daar niet heen? De arbeiders zullen op hun eigen kracht moeten vertrouwen!

Daarom moeten zij hun strijd zelf organiseeren!

DE GAR.-ARBEIDERS IN VERZET

DE REGEERING DREIGT DE GEMEENTEN