jAAPnatvsn XII/40 C615')

6?april 1935

WEEKBLAD VAN HET, NEDERLANDSCH SYNDICALISTISCH VAKVERBOND AANGESLOTEN BIJ DE INTERN. ARBEIDERS-ASSOCIATIE TE MADRID

DE SPAANSE INQUISITIE HERSTELD

VRESELUKE FOLTERINGEN DER POUT1EKE GEVANGENEN

ALLE ARBEIDERS IN DE GEHELE WERELD MOETEN TE HULP SNELLEN

'AA.) Tengevolge van de scherpe censuur op de pers, van de gevangenneming van duizenden actieve werkers der revolutionnaire beweging en van de gebrekkige verbindingen tussen de revolutionnaire organisaties onderling — vooral Asturië is zo goed als afgesloten van de arbeidersbeweging in het overige deel van Spanje — is het moeilijk inlichtingen te verkrijgen over de toestand van de gevangenen in Spanje; ook de CNT. was nog niet in staat een volledig verslag uit te brengen over de toestanden in de gevangenissen. Bekend zijn de Verklaringen van de voormalige sociaaldemocratische minister De Los Rios in het parijse blad Populaire over de gevangenisgruwelen in Asturië. De los Rios wordt thans te Madrid naar aanleiding van deZe publicatie vervolgd. Wij zijn thans in staat nieuwe bijzonderheden over hetzelfde onderwerp te Publiceren. De berichten komen uit volkomen betrouwbare bron en werden door ons bekende betrouwbare personen bijeen gebracht.

Er zouden boekdelen gevuld kunnen worden met de beschrijving der gruwelen, die na de Oktoberdagen in spaanse kerkers en gevangenissen door de politie en de soldaten werden begaan. Het aantal politieke gevangenen is op dit ogenblik niet presies vast te stellen. Alle gebouwen in het gehele 'and, die maar enigszins voor gevangenis in aanmerking komen, zijn met gevangenen overvuld. Het totaal van de politieke gevangenen van alle richtingen kan thans — in Januari 1935 — wel op

ongeveer 20 000

Worden geschat. Deze gevangenen zijn bijna overal °p schandelijke wijze ondergebracht. Alles ontbreekt hun, zij hebben geen lakens, geen dekens, 'n veie gevallen zelfs in het geheel geen matrassen, 2odat zij op de koude vloer van hun cellen moeten slapen. Het eten, dat hun wordt verschaft, is van slechte kwaliteit en ongenietbaar, bovendien is het Zo weinig, dat het bijna onbegijpelijk is, dat menselijke wezens daarmee in het leven kunnen blijven, 'n de strafgevangenissen worden wrede disciplinaire straffen toegepast. Voor het kleinste, onwillekeurig geuite gebaar van protest, worden de geVangenen al

op gruwelijke manier geranseld

en bovendien voor onbepaalde tijd in strafcellen °pgesloten.

'n de gevangenis El Dueso werd een kameraad verboord. Dat gebeurde door twee gevangenen, die handelden in opdracht van de directeur. Men gaf deze lieden voor hun werk een bedrag in geld en bovendien beloofde men hun kwijtschelding van straf. De kameraad werd met knuppels doodgeslagen. Bij een onderzoek, dat door de inspectie der spaanse gevangenissen werd ingesteld, bekende ook nog een andere gevangene tegenover de bet het onderzoek belaste ambtenaar, dat men ook aan hem een bedrag van 500 peseta's en de vrijheid beloofd had, wanneer hij onze kameraad zou vermoorden. Hij ging niet in op dit aanbod en had de moed, het aan de inspecteur mede te delen, ofschoon hij kon weten, dat hem hetzelfde lot te ^achten stond als onze dode kameraad. Korte tijd daarna

pleegden twee kameraden zelfmoord,

daar zij het verblijf in de strafcellen en de voortdurende mishandelingen niet langer konden verdragen.Deze toestanden zijn niet anders dan in andere spaanse gevangenissen en men kan op deze banier ongeveer een beeld krijgen van de situatie, ^e manier, waarop tegenwoordig vonnis gewezen Wordt, is waanzinnig en wreed. Dank zij het door de sociaaldemocraten uitgedachte instituut van de spoed-rechtbanken worden de kameraden veroordeeld tot eindeloze jaren gevangenis zonder in de 9e!egenheid te zijn gesteld zich te verdedigen. Hun Qetuigen worden niet gehoord, bezoek door de advocaten aan de beweerde plaats van het misdrijf ^ordt principieel verboden. Bij het uitspreken van ■et vonnis hoort men nooit iets anders dan het proces-verbaal van de politie, dat altijd tot grondslag dient van de vonnissen der spoed-rechtbanken. De krijgsraden werken op dezelfde manier. Zo wordt v9n de rechtspraak een

jammerlijke vertoning gemaakt.

'^ls voorbeeld diene het volgende: 13 kameraden ^'t Alcanjiz stonden terecht voor het verwekken van

opstand en wegens het doden van een guardia civil. De officier eiste tegen een van de verdachten de doodstraf en een gevangenisstraf van 6 jaar tegen elk van de andere kameraden. De terechtzitting had plaats en de officier van justitie handhaafde zijn eis, zonder dat enig bewijs tegen de verdachten werd geleverd. De rechtbank veroordeelde echter alle 13 ter dood. Deze feiten kenmerken de gehele toestand, waarvan zij slechts een onderdeel uitmaken.

Een afzonderlijk hoofdstuk vormt de toestand in Asturië. Eerst nu worden langzaam bijzonderheden bekend over de afschuwelijke slachtpartij, die daar onder de revolutionnairen werd aangericht. De

ofhciele mededelingen over het aantal slachtoffers onder de burgerij als gevolg van de burgeroorlog in Asturië zijn volkomen in strijd met de waarheid. In Asturië, Léon en Valencia zijn op het ogenblik ongeveer 8000 politieke gevangenen. Bovendien worden er nog duizenden gezocht. Talloze onschuldige inwoners zijn vermoord.

Het kleine dorpje Fuenfria bestond voor de Octoberopstand uit 76 inwoners. Toen de troepen het dorp binnenrukten, vermoordden zij de hele bevolking met uitzondering van 6 mensen, die zich nog bijtijds in een put verborgen hadden. Aan deze afschuwelijke misdaad namen niet alleen arabieren, maar ook spaanse soldaten deel. In La Felguera — een van de voornaamste centra van het asturische anarcho-syndicalisme — werden na de gebeurtenissen 28 personen gevangen genomen — onder hen bevonden zich toevallig ook twee aanhangers van de Acción

Popular (de organisatie van Gil Robles) — en naar het dorp Carballin gevoerd. Enkele dagen later werden verschillende bewoners van dit dorp door een inwoner, die getuige was geweest van het lot van deze 28 mensen, naar een bepaalde plaats buiten dit dorp gebracht. Hier vond men de lijken van de 28 gevangenen, welke alle sporen van mishandeling vertoonden en waarvan sommigen duidelijk kenmerken droegen, waaruit bleek, dat men de mensen levend begraven had. Zij hadden mond en handen vol aarde. Toen men de 28 lijken gevonden had, werden zij op een wagen geladen en naar Oviedo gebracht naar generaal Ochoa. Deze beval de lijken weer weg te brengen en verklaarde, dat de soldaten deze daad niet hadden gepleegd.

Voorjaar 1935 — 't is alsof we leven in de dagen van vóór 1914.

Weer een ontwikkelingsgang die naar een wereldoorlog dreigt te leiden.

In het verre Oosten het Pacific-probleem waaruit Japan als een acuut oorlogsgevaar opdoemt. Hier in 't Westen een totaal verminkt Europa-van Versailles dat bijdroeg aan de opkomst van het wereldfascisme.

Agressief-imperialisme daar — fascisme hier — overal nóg hoger opvoering der bewapening en stelselmatige vermilitarisering van volk en maatschappelijk leven. Waar gaat het heen?

Tóch weer naar dat toppunt van waanzinnigheid en misdadigheid dat men Oorlog heet?

Neen — er kan immers geen oorlog bestaan als de mensen het niet willen!

De slavernij van het militarisme moét toch ver¬

wen zijn eveneens bekend geworden. Deze ruwheden werden op de afrikaanse manier gepleegd. Door de soldaten werden vrouwen verkracht, terwijl de woestelingen tegelijk de broeder, vader of echtgenoot aan de stijlen van het bed vastbonden. Daarna werden de getuigen en slachtoffers van zulke daden zonder uitzondering doodgestoken. Gehele families van 9 tot 11 personen werden tegen de muur gezet en met machinegeweren neergernaaid. Onder het voorwendsel, dat zij naar andere plaatsen moesten worden gevoerd, werden vele kameraden door de civiele garde in 'auto's weggevoerd, onderweg geprovoceerd en bij het geringste protest vermoord. Van een dergelijke expeditie, die

uit Zü man had bestaan, bereikten er 8 levend de plaats van bestemming. Öm de gevangenen tot het afleggen van verklaringen te dwingen, werden de folteringen van de inquisitie wederom toegepast, ja, nog overtroffen. De gevangenen werden bewusteloos geranseld, onder de nagels van hun vingers werden scherpe voorwerpen ingeslagen. Van hun tenen werden op ruwe wijze de nagels afgerukt. — Zandzakken v/erden hen op de borst gelegd, tot het slachtoffer zijn longen naar buiten hoestte. Al deze schanddaden werden ten uitvoer gebracht onder het bevel van de bloedhond Doval, de commandant van de guardia civil.

Vele woningen werden geplunderd, waartoe de troepen van hun leiders vergunning kregen. Dergelijke dingen waren niets bijzonders. Op gruwelijke wijzenam men wraak op de arbeiders en dit gaat nog steeds voort. Iedere publicatie van dergelijke feiten werd door de

censuur verhinderd, zelfs in het parlement was het niet mogelijk de verklaringen van De los Rios in het parijse blad Le Populaire te betrekken. Aan het debat werd terstond een einde gemaakt.

De toestand van de gevangenen en van hun gezinnen is verschrikkelijk. Zij bevinden zich in onuitsprekelijke ellende. De gevangenen hebben advocaten nodig, maar de beweging is niet bij machte gehoor te geven aan het beroep dat op haar gedaan wordt. De slachtoffers van de asturische octoberopstand, de gezinnen van de revolutionnairen, die in de spaanse kerkers zitten, doen een beroep op de solidariteit van het spaanse en internationale proletariaat!

dwijnen als de mensen niet meer zwichten voor geweld en leugen!

Zo dachten wij, dienstweigeraars, het en Dr. Nico van Suchtelen in Nederland evenals Lord Ponsonby in Engeland legden daar onlangs op zeer karaktervolle wijze getuigenis van af.

Als dienstweigeraars zijn wij hen daarvoor erkentelijk, deed het ons weer opnieuw geloof en vertrouwen in de mensen stellen.

Reeds in onze jeugdjaren handelden wij naar dit inzicht. Thans voelen wij ons gedrongen dit nog eens onomwonden uit te spreken.

Wij richten ons hiermede niet slechts tot alle mensen persoonlijk — maar tevens ook zeer beslist tot alle organisaties die zich tegen oorlog en oorlogsvoorbereiding verklaren — wetende dat de dienstweigering, zo volledig en massaal mogelijk toegepast, ook de enig mogelijke methode vormt welke uiteindelijk oorlogen kan verhinderen.'

De ouderen weigerden, toen nog van geen wet die vrijstelling verleende voor „gewetensbezwaren" sprake was.

De jongeren onder ons déden daar eenvoudig geen beroep op, omdat zij principieel elke overheid het recht ontzegden: tot moorden te dwingen; bereidwilligheid om vermoord te worden, te eisen!

Deze gemeenschappelijke overtuiging gaat uit boven onze verdere verschillen in wereld- en levensbeschouwing.

Het officiële christendom zowel als het officiële socialisme stelden in 1914 de nationale belangen van Staat, Kerk en Partij bóven de internationale beginselen van Liefde en Solidariteit.

Tegen de ernstig dreigende herhaling van deze ontrouw aan beginselen waarschuwen wij met klem. In een tijd waar zelfs het spreken hierover — ook in Nederland — al meer bemoeilijkt en onmogelijk gemaakt wordt, roepen wij een ieder toe, zich ernstig er op te bezinnen dat voor iedere man, iedere vrouw, iedere jongere zeer spoedig het ogenblik kan aanbreken, dat men kiezen moet tussen kortzichtig eigenbelang en hogere belangen. Dat de vraag tot ons allen komen zal: „Zijt ge bereid desnoods uw eigen leven in te zetten in de strijd vóór het leven?"

Dit Manifest is ondertekend door een 250-tal dienstweigeraars in Nederland.

Sympathiserende dienstweigeraars, die niet konden worden bereikt, worden verzocht zich bij de redactie van dit blad bekend te maken.

NOG MEER FOLTERINGEN

Onze correspondent te Barcelona bericht ons:

Onder het voorwendsel slechts het banditisme te willen bestrijden, heeft de politie te Barcelona opnieuw talrijke militanten van de CNT. gearresteerd. Half Maart werden vier leden van het gevangenencomité van de CNT. en de FAI. te Barcelona gearresteerd, namelijk de kameraden Batlie Jalón, Salfandoro Azcoitia, Valero Vilarrasa en Martinèz Coliado. in de woning van kam. Vilarrasa vond de politie een millloen contributiezegels, geld en valse passen. Van onze kameraad werd nu geëist, dat hij zou opgeven voor wie de valse passen bestemd waren. Toen hij dit weigerde werd hij vreselijk gefolterd.

Valero Vilarrasa, die reeds vele jaren een bekend strijder in onze beweging is en aan herhaalde vervolgingen heeft blootgestaan, kon de martelingen niet langer verdragen en sneed zich de polsaderen open, om een einde aan zijn leven te maken. Hij werd echter in deze toestand aangetroffen en gered. De kameraden zullen voor de krijgsraad komen.

MALLE GEVALLEN

Als de werkgevers de lonen verlagen, is er altijd verzet bij de arbeiders, wat verklaarbaar is. Het verzet is maar in weinig gevallen daadwerkelijk. Toch, wanneer de arbeiders staken, verzetten zij zich tegen een aanslag op hun bestaan. De werkgevers trachten dit verzet te breken door werkwilligen op te roepen. Dat zijn onderkruipers, mensen die het kapitalisme steunen in zijn rooftochten op het bestaan de arbeiders. Mensen die hun medearbeiders verraden en onderkruipen, worden met onderscheiding behandeld, zowel door de werkgevers als door de regering. De liberale staatspartij „De Vrijheidsbond" heeft pas een congres gehouden en bij die gelegenheid is te kennen gegeven: dat een krachtige actie tegen „de toenemende intimidatie bij stakingen" gevoerd moest worden. De voornaamste spreker over dit onderwerp was A. M. Molenaar, de secretaris van het Verbond van Nederlandse Werkgevers. Zowel de christelijke als de liberale pers, de bonden van werkgevers als de rechtse partijen, zijn het er over eens, „dat ieder arbeider het recht heeft zijn arbeid aan te bieden, aan wie hij wil en voor een loon wat hij voor zich voldoende acht". Dit is wel de meest gangbare argumentatie om moreel het onderkruiperswerk goed te praten. Dat deze redenering steun vindt bij de regering blijkt wel hieruit, dat, zo gauw er een conflict is, politie en militairen ter beschikking van de werkgevers staan. Wij behoeven alleen maar te wijzen op de rol, welke de spakenburgers hebben vervuld bij de stakingen der havenarbeiders te Amsterdam en Rotterdam. Iedere arbeider heeft dus het recht zijn arbeid aan te bieden tegen een loon, dat hij voldoende acht. Wie van deze practijk schade ondervindt en een onderkruiper tracht te bewegen, zijn smerig

GETUIGENIS-MANIFEST van DIENSTWEIGERAARS

OPROEP

VAN HET NSV.-BESTUUR

Kameraden!

Onder de indruk van de ontzettende toestanden, waaraan onze gevangen spaanse kameraden zijn overgeleverd, doet h«u NSV.-Bestuur een dringend beroep op de onverwijlde hulp van alle syndicalisten cn anarchisten, van hun organisaties en van hen persoonlijk.

Ieder PAS. moet in een spoedvergadering het initiatief nemen tot de vorming van een plaatselijk comité „VOOR SPANJE" in samenwerking met geestverwante organisaties en personen.

Waar geen PAS. is, verzoeken wij andere kameraden hetzelfde te doen.

Vormt overal comité's „VOOR SPANJE", zamelt geld in en stuurt uw bijdragen aan kam. Otto Vonk, J. de Moorstraat 171, Amsterdam West; Postrekening 119574.

Laat iedere verdere aansporing overbodig zijn,

De feiten, ons door de IAA. medegedeeld, spreken in hun afschuwelijkheid een zo duidelijke taal, dat wij er geen woord aan behoeven toe te voegen.

Amsterdam, 1 April 1935. Bestuur NSV.