delen, probeert de vakorganisaties op sleeptouw te nemen, in hen een versplintering teweeg te brengen, hetgeen koren op den molen der andersdenkenden is. Het brute optreden der ondernemers wordt ten sterkste afgekeurd en de arbeiders worden opgeroepen, met het oog op de concentratie van het kapitaal, aan den op- : bouw £ier organisatie van metaalbewerkers j mede te werken, die de noodzakelijke onder- j stelling vaneen succesvollen afweer en een ! doelbewust voorgaan voorstelt. Ook bij het volgende punt der congres- j agenda: ~De economische crisis en haar * gevolgen”, waarover kameraad Hampi eveneens een referaat houdt, wordt een resolutie aangenomen, waarin de grondoorzaken der tegenwoordige crisis onderzocht en bepaalde middelen, om haar uit den weg te ruimen, verlangd worden. Buitenlandsche politiek is de verhindering eener gewelddadige regeling van alle twistpunten, die thans overal bestaan, alsmede een veroordeeling der bezetting van het Roergebied. De bereidwilligheid der Duitsche arbeidersklasse, om voor den wederopbouw der verwoeste gebieden te zorgen, werd .vastgesteld en een oplossihg der twistvragen vejiangd door den Volkerenbond, dis vaststellen moet, of, in welke mate binnen welken tijd Duitschland de verplichtingen tot den wederopbouw vervullen kan. Als binnenlandsche politiek Vtordt een verlaging der het geheele economische leven kwellende fcolenbelasting en der transporttarieven, alsmede een controle op de ondernemingen en handelsmaatschappijen, vooral op de speculatiemanoeuvres der banken en tenslotte een verhoogde voorzorg voor de werkloozen, geëischt. Verder verlangt het congres een grootere' deelname der arbeiders door medezeggenschap in het productieproces. Veroordeeld wordt de leerstelling, dat met een kunstmatig tot stand gebrachte revolutie de arbeiders gediend kunnen zijn,' daar de revolutionnaire werkzaamheid van het proletariaat niet op het verwachten van gunstige toevalligheden, maar op voortdurend opvoedings- en organisatiewede berust. Bij hePvijfde punt der congresagenda: ~De sociaal-politieke wetgeving”, waarover secretaris Kadlec refereert, wordt de aanvulling vaneen aantal onvoldoende sociaalpolitieke wetten, als de ongevallenverzekering, arbeidsinspectie, ziekteverzekering enz. geëischt. Bijzondere nadruk werd gelegd op dê vordering tot directe doorvoering van de ouderdoms- en invaliditeitsverzekering, de vacantiewet en de wet op de verplichting tot naleving van collectieve contracten, die reeds lang tóegezegd, doch nog steeds niet doorgevoerd zijn. Met alle energie verklaart het congres zich tegen alle pogingen om den acht-urendag uit den weg te ruimen en verklaart, dat de metaalbewerkers alles moeten doen, om cleze door de reactie bedreigde wet der arbeiders te behouden. Het laatste punt der congresbesprekingen, een referaat over de bedrijfsraden, dat •door kameraad redacteur Durrdr gehouden werd, vatte de tot heden verkregen ervaringen der bedrijlsraadswetgevmg in. een aantal eischen “tezamen. Er wordt verklaard dat de Bedrijfsraden slechts dan hun plichten vervullen kunnen, v/anneer zij uitvoerende lichamen van de vakorganisaties zijn. Volgens dezen grondslag moet een rijksbedrijfsradencentrale voor de metaalindustrie opgericht worden, welker voorschriften de bedrijf sraadisleden op te volgen hebben en die in voortdurende verstandhouding met decentrale leiding van den Bond werkt. Gevorderd wordt een verhoogde bescherming voor ontslag der bedrijfsraadsleden en hun plaatsvervangers, die ook uitte breiden is tot de candidaten voor den bedrijfsraad gedurende den verkiezingstijd. De werkzaamheid van de bedrijfsraden is in meerdere mate als tot neden toe nit te breiden tot bet medezeggensrecht bij het aannemen en ontslaan der arbeiders. De door de wat over de bedrijfsraden mede geschapen scheidscommissies moeten het recht verkrijgen over alle uit de arbeidsverhouding, in ’t bijzonder uit het niet naleven van collectieve contracten ontstaande moeilijkheden, te beslissen. Inde groote bedrijven met meer dan 500 arbeiders moet het bestaa’nde aantal bedrijfsraadsleden verhoogd worden. Daar het hoogste bestuursgerecht als toevluchtsinstantic voor de beslissingen van de scheidscommissie fungeert, wordt ’t benoemen vaneen bijzonderen senaat voor de regeling van deze kwesties bij dit gere ht verlangd. Het is vanzelfsprekend, dat aan het congres, in aanmerking nemende de verlaagde foonén, alsook de ekonomische crisis, een aantal voorstellen waren gedaan om de contributie te verlegen. Na kennisname van het kasverslag, en overtuigd zijnde, dat juist in dezen tijd van voortdurende afweerstakingen niet een verzwakking, doch integendeel een versterking der bondsfinanciën noodig is, werden al deze voorstellen verworpen en het bondsbestuur gemach-

tigd, wanneer de economische verhoudingen en de behoeften van de organisatie het toelaten, een vermindering der contributie," benevens begrijpelijkerwijze ook eenzelfde der ondersteuningen, door te voeren. Eveneens werd het bondsbestuur opgedragen, te overwegen of niet een apart strijd; fonds, door vrijwillige betaling van b.v. j 1 kroon per week en dat dan een verj hoogde stakingsondersteuning met zich zou | brengen, ingevoerd kan worden. I Een ander besluit draagt het bondsj bestuur op de tot heden reeds gevoerde | besprekingen met de nog buiten de eenheidsorganisatie staande bonden inde metaalindustrie, met het doel fusie, voort te zetten. Dit geldt ook vooral voor de besprekingen met de tweede groote Metaalbewerkersorganisatie van het lagd, den Internationalen Metaalbewerkersbond in Komotau, die thans ongeveer 35.000 leden telt. Daarop volgden de verkiezingen van het bondsbestuur, dat eenstemmig herkozen werd. Tot bondsvoorzitter werd opnieuw kameraad Jakubka gekozen. Nadat kameraad Domes uit Weenen namens de buitenlandsche gedelegeerden voor de gastvrijheid bedankt had, werden de verhandelingen op Maandag S Februari, ’s namiddags, gesloten. Het congres heeft de hem opgelegde taak geheel vervuld. Hij' was een verheugend teeken van de eenheid der metaalbewerkers inde Tsjech, republiek: en het is te hopen, dat het door het congres verrichte werk zijn uitwerking in verhoogde propaganda- en organisatiewerkzaamheden inde afdeelingen dan ook niet zal missen. ï*f===r ~ TROUW AAN DEN BOND SOLIDARITEIT! IJVERIGE PROPAGANDA WIE DEZE DRIE ZAKEN FLINK EN NAAR BESTE KRACHTEN BEHARTIGT, DOET ZIJN PLICHT. -> » 1 £■}' -1"1 1 – —l——7} – * ... I ■■■■lTO Buitenland. BELGIë. Evenals bij ons is ook bij onze zuidelijke buren de reactie in vollen gang om den arbeiders Het weinige, wat ze gedurende de laatste jaren wonnen, vooral ten opzichte van den maximalen werkdag, te ontfutselen. Gedurende de eerste weken van het nieuwe jaar zijnde aanvallen op den achturendag verscherpt. Volgens de Belgische wet moeten uitzonderingsconcessies eerst aan de beradende instanties van het „Ministerie van Arbeid”, den „Floogen raad van Industrie en Handel” en den „Hoogen raad van Industrie en Arbeid” tot onderzoek voorgelegd worden. Alleen inde laatstgenoemde instantie zijnde vak- en arbeidersorganisaties vertegenwoordigd. Gedurende de laatste maanden hadden deze beide instanties een overstelpend aantal aanvragen om uitzonderingsconcessies te behandelen. Er werd vooreerst gepoogd de achturenwet aan te vallen door gebruikmaking van de door de wet toegestane uitzonderingen. Zoo bepaalt b.v. de wet van Juni 1921 0.m., dat uitzonderingen toegestaan kunnen worden voor seizoenbedrijven en voor industrieën, welke aan bederf blootgestelde stoffen verwerken, evenals voor continuebedrijven. Uitzonderingen kunnen bovendien toegestaan worden voor arbeiders, die een vertrouwensppsfrbekleeden. Deze siinksche manier om de uitwerkingen van de achturenwet te verkleinen, kon echter maar onbeduidende resultaten afwerpen, want de arbeidersgedelegeerden inden „hoogen industrie- en arbeidsraad” bleven tegenover de kapitalisten afwijzend en waakten over stipte toepassing der wettelijke bepalingen. De ondernemers moesten dus pogen de voornaamste bepalingen der wet te doen vervallen. Ineen zitting van 18 Nov. 1922 hield de „Hooge Industrie- en Handelsraad”, welke uitsluitend uit vertegenwoordigers der ondernemers bestaat, zich bezig met de achturenwet voor handelsondernemingen en stemde ten slotte toe ineen voorstel dat wijziging der wet eischt. De rapporteur sprak zich beslist uit voor opheffing van den achturendag. Om redenen van uitvoerbaarheid, welke enkele gedelegeerden geldend maakten, dat bij geheele afschaffing al te sterke tegenstand der arbeidersbeweging te j vreezen was, wérd ten slotte dat compromisvoorstel het resultaat der besprekingen. | Nu is echter bij het parlement zelf een wetsontwerp ingediend tot afschaffing van den achturendag voor den duur van twee jaren. Daarmede is de rechtstreeksche, onverbloemde aanval tegen de arbeidersklasse geopend. Het moet nog Wijken, of de onder-

t | • [ nemers en de burgerlijke partijen voldoen- | ; den moed hebben om het hoofd te bieden aan het leger der georganiseerde arbeiders, , welke reeds door hun machtige, in bijna alle Belgische steden gehouden , manifestaties • j bewézen hebben, dat zij bereid zijn den toe- | ■ | geworpen handschoen' op te nemen en een j j hardnekkigen strijd te voeren. ■ I * S (1 i FRANKRIJK. Hoewel wij ons niet verdiepen zullen in i i gissingen over den politieken achtergrond j der bezetting van het Roergebied, meenen ! i wij toch, dat het voor onze makkers niet van j : belang ontbloot is ook na te gaan, welk eco- I nomisch belang Frankrijk bij deze bezetting i j heeft. De vraag is dus: „Wat wint Frankrijk | j hoever is zijn droom voor vervulling vat- | I baar? Dooreen definitieve „Roerbezet- ! I ting” ? j Dgze voor ons allen (in verband met de ; i Europeesche malaise)' belangrijke vraag \ ; wordt door de „Rheinisch-Westph. 'Zg.” in '■ | een economisch-politieke taxatie beantwoord • ; en hopen wij. dat vriend redacteur ons eeni- j ge ruimte daarvoor beschikbaar stelt. i Het handelt zich vooreerst om kolen, j erts en ij ze r. Frankrijk zou jaarlijks in I :’t geheel 176 millioen ton steenkolen win- | nen (in 19x3 werden in Fransche mijnen j 40 rmllidèn ton, in Duitschland 190 millioen ! ton gedolven); bruinkolen in ’t geheel 35.8 | millioen ton. Erts: Van 12 milliard ton i S ijzervoorraden in Europa zouden tezamen 1 | 10 milliard ton in Fransch bezit konien. j | Daarbij zou dan nog het bezit, aan erts in j | zijn Noord-Afrlkaansche koloniën komen, j | De Europeesche ertsdelving van Frank- I j rijk zou op 50 millioen ton jaarlijks geschat j I kunnen worden. Ijzer: Van So millioen j | ton jaarlijks inde wereld geproduceerd | ruwijzer, zou Frankrijk 21 mill. kunnen produceeren, terwijl het in 1913 5.3 mill. ton produceerde. Bij ruwstaal is het evenzoo; 77 mill. ton wereldproductie, 20 mill. ton Fransche productie (1913 = 4.4 mill. ton). | Aan walswerkproductie zou Frankrijk 16.7 I mill. ton jaarlijks scheppen, tegenover 3 i mill. ton in 1913. De geheel e situatie zou dus worden: Het vergroote Frankrijk zou jaarlijks (zonder ’ koloniën) een totaalproductie hebben van: zou toekomstig hebben 'had in 1913 Steenkolen 176 mill, ton 40,1 mill. ton Bruinkolen 35,8 „ „ 0,8 „ „ Ijzerertsen 50 „ „ 21,5 „ „ Ruwijzer 21 „ „ 5,3 „ „ Ruwstaal 20 ,> „ 44 ~ ~ De productie van Frankrijk aan kolen* erts en ijzer bedroeg dus in 1913 rond 72 mill. ton en zij zou inde toekoms* na definitieve bezetting van het Roergebied, Rijnland en het Saargebied, 302.8 mill. ton bedragen. Inde belangrijkste ruwstofgebieden dus ongeveer het drievoud. ■ In welke verhouding zou nu de toekomstige productieve kracht van Frankrijk tot de wereldeconomie (of wereldhuishouding) ' staan? In 1913 werden op de geheele aarde 1342 mill. ton steenkolen opgedolven; als Frankrijk van de Duitsch-Fransche kolenproduc-* tie, welke in 19x3 230 mill. ton bedroeg, in toekomst alleen 176 mill. ton en Duitschland dan nog ongeveer 22 mill. ton dolf, was het natuurlijk met de onafhankelijkheid der nog Duitsch blijvende industrie gedaan. Deze zou wezenlijk een aanhangsel der Fransche economische macht zijn. Inde Europees.che economie zou Frankrijk het tweede paard inde steenkolen-wedren hebben. Engeland dolf in 1913 292 mill. ton steenkolen en verbruikte 192 mill. ton, voerde dus 100 mill. ton uit. Frankrijk zou (inc.l. bruinkolen) rond 210 mill. ton kunnen delven en daarbij een geweldig groot overschot aan kolen verkrijgbaar, ook als men het hooge verbruik voor de geannexeerde Duitsche gebieden in rekening brengt. Fransche steenkolen -worden nu al naar België, Hongarije, Italië, Oostenrijk, Spanje en Zwitserland vervoerd. Met de ijzerproductie gaat het evenzoo. Voor Engeland zou Frankrijk een gevaarlijker concurrent worden dan Duitschland was. Engeland produceerde in 1913. 10.4 mill, ton ruwijzer, Duitschland 19.3 mill. ton. Frankrijk kan inde toekomst alleen met België 24 mill. ton produceeren en daar- I mede zelf met Amerika (31 mill. ton in 1913) i concurrentie aanbinden. * Deze mogelijkheden zijn van tamelijk i retiele natuur en laten zich zelfs nog belang- j rijk aanvullen, vooral als men de toekom- | stige ontwikkeling der Noor d-A f r i- | ka ansche koloniën van Frankrijk I in aanmerking neemt. \ Deze complexen, vele malen grooter | | dan Frankrijk, tellen 53 millioen inwo- I j ners. Na de inbezitname van Togo en é 1 het grootste deel van Kameroen, is | Frankrijk over bijna geheel Noord-West- | Afrika van den Kongo tot aan de Middel- j landsche Zee meester geworden. Bovendien | ligt het buitengewoon waardevolle gedeelte | van dat reuzengebied Algrië, Marokko | en Tunis, het tweede Frankrijk ■— met zijn | ;

| rijke oogsten aan graan, wijn, vruchten, zijn uitgèbreide erts- en kolenbeddingen, maar 27 uren van Marseille verwijderd. Dat koloniale rijk is in klimmende mate in staat Frankrijk van alle levens- en genotmiddelen j te voorzien en met bijna alle ruwstoffen I (exclusief aardolie en hout), welke de Fran: sche industrie benoodigt, te verzorgen. Als , dat nog niet het geval is en Frankrijk inj tegendeel een zeer belangrijken invoer van ; katoen, wol, vellen, metalen enz. uit de j Vereen. Staten, Egypte, Australië, Indië | enz. heeft, wordt dat.bepaald door de gei ringe ontwikkeling der proj ductieve krachten der Franse h c koloniën; De mogelijkheid is echter niet uitgeslo; ten, de groote behoefte der Fransche indusi trie b.v. aan katoen door aanplanting in j Inda-China, Marokko, Algirië en het riviergebied van den Niger, te voorzien. Eveneens | zijnde natuurlijke voorwaarden aanwezig | om de behoefte aan wol door uitbreiding der j schapenfokkerij in Madagaskar en West| Afrika volledig te bevredigen. { Wij zullen de „Rhein. Westph. Zg.” niet ! verder volgen bij haar gissingen, evenmin i ons verdiepen in koffiedikkijker ij. Zeker is j echter, dat, als het probleem van de Fran' sebe industrieelen gelukt en de Fransche arbeiders even verdeeld en onmachtig blijven, , de hegemonie van het Fransche kapitalisme ■ noch door Engeland, noch door Amerika te keeren is. Of daardoor tevens Europa in ’t | geheel in ’t moeras der ellende zal verzin; ken en niet tevoren een uitweg te vinden zal • zijn. betwijfelen vrij. Hopen wij het beste | van de kracht der organisatie. A. J. i J 1- – Ingezonden. (Buiten verantwoordelijkheid van de redactie.) Nationale Vrouwendag. | In Amsterdam, Arnhem, Dordfecht, Gro-I Heerlen, Hengelo, Eeeuwarden, | Rotterdam, Tilburg, Vlissingen, Zaandam, Zwolle, Assen, (onzeker), zullen op den Nationalen Vrouwendag groote openbare vergaderingen gehouden worden. In sommige plaatsen, o.a. Utrecht, gaat er een straatdemonstratie aan vooraf. Deze meetings zijn bedoeld als demonstraties. Het zal daarom plicht van alle afdeelingen zijn om vrouwelijke afgevaardigden uit de clubs of uit de federaties en afdeelingen naar deze plaatsen te zenden, op van de meeting. Als voorbereiding voor den Vrouwendag dringen wij aan op een ruime verspreiding van het Vrouwenblad der Partij en op het werken en verkoopen van „De Proletarische Vrouw”, die ter gelegenheid van de* Vrouwendag met een mooie plaat zal verschijnen. Werft overal abonnè’s voor ons blad! De leuzen voor den Vrouwendag zijn; Tegen de reactie! Tegen den oorlog! Vóór- ’t socialisme! Het kan een prachtige inzet voor de verkiezingen zijn. De eerste maal, dat alle vrouwen er aan mee kunnen doen. Partijgenooten, helpt krachtig mee den Vrouwendag op 11 Maart te doen slagen. Voor den P>ond van Soc. Dem. Vrouwenclubs: L. TILANUS, Secretaresse. Rectificatie. In het artikel: „Een afwijzing en een erkenning” in ons blad van 17 Febr. j.l. zijn weer twee zetfoutjes geslopen. Gelieve in ’t citaat, overgenomen uit de „R.-K. Vakbeweging”, 2en regel, te lezen inplaats „stakers”, stokers” en verder inplaats van: „Op 8 Febr., in No. 31 van haar orgaan”, in „No. 32 van haar orgaan”. adyertentienT” Heden overleed onze trouwe Bondsmakker G. WEIJNEN te Gameren. Dat hij rust in vrede is de wensch der afdeelingen. Zalt-Bommel. HET BESTUUR, Afdeeiing Delft. Ledenvergadering op DONDERDAG 1 MAART 1923, ’s avonds 8 uur, in „ONS HUIS'. BESPREKING: DE NIEUWE METAALBOND’ REGELING. Inleider: C. OOSTERHOORN, Hoofd i^stuurder. Aller opkomst dringend noodzakelijk. HET BESTUUR. Alleen toegang cp verteon van Bondsboekje. Botatiednik „Toomitsang”, Keizersgracht 375. A’dam,