stichter vaneen monarchie een deugdelijk en bekwaam man zijn geweest, zijn nakomelingen ontaardden en leden schipbreuk door eigen onbekwaamheid. Daar waar echter z.g. kies-monarchieën bestaan, dus de mogelijkheid gegeven is om nieuwe krachtgn .te kiezen,, zien wijde meest bekwame personen aan het roer, die het staatsschip tusschen de klippen door weten te sturen. Dat de katholieke kerk en het pausdom nog heden bestaan is minder te verklaren door de bijzondere bescherming van Gods band, dan door het democratische herstel der hiërarchie (priesterheerschappij). Elk bekwaam priester kan opklimmen tot de hoogste ambten (althans bij eerlijke opvolging der kerkelijke wetten) ; hij kan bisschop, aartsbisschop, kardinaal, zelfs paus worden. Inderdaad vinden wij inde wereldgeschiedenis talrijke dignitarissen (waardigheidsbekleeders) der kerk, welke aan de meest bekrompen levensomstandigheden ontsproten zijn. Zooals de kerkgeschiedenis ons aantoont, ontsproten de bekwaamste pausen uit de lagere volksklassen. Hun opklimming bewijst duidelijk liet overwicht der ~sociale keur” boven het voorrecht der aan geboorte ontleende erfopvolging. Het euvel wordt nog verergerd, doordat de vorsten van Gods genade ook nog de fout begaan hun standgehooten inde belangrijkste ambten te plaatsen, zoodat een kleine kliek het volk beheerscht. De resultaten vaneen dergelijk stelsel, dat zich o. m, door de eeuwen heen inde kinderkamer der sprookjes en vrome zeden, in Duitschland evenals in geheel Midden- en Oost-Europa, tot voor enkele jaren heeft staande gehouden (al was het iet of wat gemoderniseerd) hebben door den wereldoorlog en de daardoor verwekte oorlogspsychose (met de Europeesohe malaise als gevolg) aan de menschheid gevoelige lessen gegeven. Volgens verklaring van Napoleon Bonaparte, die zelf uiteen eenvoudige Corsicaansche burgerfamilie ontsproot, droeg elk van zijn soldaten den maarsolxalkstaf in zijn ransel. Zijn generaals waren bijna zonder uitzondering als eenvoudige soldaten in dienst gekomen en hadden zich door bekwaamheid omhoog gewerkt. Zij hebben de Oostenrijksche en Pruisische veldheeren en hun legers op de vlucht gedreven. Hetzelfde verschijnsel, waar de nakomelingen van bevoorrechten ontaardden en onbekwaam werden, terwijl nieuwe opkomelingen uit het volk het deugdelijkste presteerden, heeft zich inden loop der geschiedenis steeds weer vertoond en ook tegenwoordig wórdt de stelling bewaarheid, dat deugdelijkheid en geestesgaven niet aan de geboorte en den stand der ouders verbonden zijn. Het is integendeel een bekend feit, dat uit de onderste lagen vaneen bevolking onafgebroken nieuwe genieën omhoog stijgen ; dat echter inde bovenste lagen ontaardig en versuffing ontstaat. Het kaxx nauwelijks aan twijfel onderhevig zijn, dat het wezen van staat of gemeente, dat door bekwame gekozen menschen wordt geleid, beter werkt en beter resultaat bereikt, dan daar waar een bevoorrechte laag van pruikerige waardigheidsbekleeders den schepter zwaait. Zeker, ook bij „sociale keur” kunnen fouten gemaakt worden, want zij is een menschelijke instelling, welke evenals andere menschelijke instellingen haar gebreken heeft, maar er bestaat de mogelijkheid den misgreep te herstellen, door den gekozen waardigheidsbekleeder, waarin men zich heeft vergist, dooreen ander te vervangen. Verder bestaat het groote gevaar inde moderne democratie, dat de kiezers' zich door gewikste lijntrekkers bij den neus laten nemen, maar daartegen kan grondige voorlichting en ontwikkeling der kiezers veel helpen. De staten, die democratisch kiesrecht bezitten, toonen ons met frappante duidelijkheid, waartoe nauwgezet beïnvloeden eener verkiezing in staat is, als zij met geestelijk en zedelijk minderwaardige menschen heeft te doen, welke in domheid en zelfzucht hun stem verkoopen. Maar het zou verkeerd zijn om dergelijke afdwalingen aan het democratische kiesrecht zelf te verwijten) Het systeem zelf is doelmatig, hoewel niet vrij van fouten en tot nu toe is er nog geen, dat in staat zou zijn om het doeltreffend te vervangen. Men moet dus die fouten verwijderen en niet bet stelsel zelf bestrijden. De democratie stelt nu eenmaal grootere eischen aan de menschen dan de autocratie. De autocratie schakelt de massa uit en tracht ze dom en achterlijk te houden, terwijl de democratie aangewezen is op de medewerking der massa en zelfs genoodzaakt is ze te beschaven en ontwikkelen. Op de noodwendigheid eener opvoeding tot democratie kan niet genoeg den nadruk gelegd worden, omdat alleen deugdelijke menschen in staat zijn elke poging om de massa als stemvee te misbruiken, Krachtig terug te wijzen. Gelukkig schuilen in het democratische stelsel zelf sterke opvoedende krachten. Het is verklaarbaar en begrijpe-

lijk, dat menschen, die in staat en gemeente, geen medezeggenschap hebben, zich ook niet bemoeien met wat staats- of gemeentelijke problemen aangaat; dat zij echter, naarmate zij meer medezeggenschap krijgen, geleidelijk steeds meer belangstelling voor openbare aangelegenheden hebben, De onverschilligheid der massa, betreffende alles wat hun persoonlijk belang niet raakt of daar bovenuit gaat, maakt ook, bij ons gelukkig, zij het ook langzaam, plaats voor een steeds sterkere deelname. Dat steeds meer aan de oppervlakte komend verschijnsel doet ons hepen, dat de heden nog veelvuldig aanwezige schijn-democratie inden loop van den tijd voor een wézenlijke democratie zal moeten wijken. Hoe ingewikkelder de toestanden, waarin zich een organisatie (staats-, gemeente-, partij- of vakorganisatie) bevindt, hoe hooger de eischen door deze toestanden aan de leiders dezer organisatie gesteld worden, hoe meer bij sociale keur de persoonlijke gaven en bekwaamheden zelfs boven anciënniteit gewicht inde schaal leggen en volgen daarbij personen, die wel goeden wil en ervaring, maar minder capaciteiten van leiding bezitten gaarne met raad en daad den door sociale keur aangewezen leider ter meerdere welvaart van de organisatie en haar leden. In ’t geheel gezien doet sociale keur,

welker eerste voorwaarde gelijke sociale gelegenheid is, zich voor als het werkzaamste middel om alle deugdelijke krachten aan te moedigen tot medewerking aan de moeilijke taak, die onze samenleving,dus ook onze organisatie, thans tot in verre toekomst te vervullen heeft. Bijna nog meer is in het economische leven een medewerking der breede bevolkingslagen, dus vooral der arbeiders, dringend noodig, wil de kapitalistische huishouding vervangen worden dooreen economisch organisme, dat opgebouwd is op de grondslagen der sociale democratie. A. J. Uit de Afdeeiingen. DEVENTER. Doornebosch is boos. Wij hebben het bij Doornebosch verbruid en dat is niet de eerste keer, zoo ook nu weer. Enkele onzer huisbezoekers zijn bij een lid der Federatie op bezoek geweest en het gesprek kwam al spoedig op de afbraak van het N. A. S. Ons lid maakte den man duidelijk, wat deze voor zijn contributie terug kreeg. Ook de wijze waarop de leiders der Federatie bun leden exploiteeren, bleef niet onbesproken. Hierover was D. niet te spreken en meende, dat wij met deze zaak niets te maken hadden. Wij begrijpen dat D. liever had, dat door onze menschen over deze afbraak werd gezwegen. Daarin moeten wij hem echter teleurstellen. Wij gaan voort, over deze zaak het juiste licht te werpen, met de feiten inde hand den menschen den juisten weg te wijzen en hen op te wekken zich krachtig te organiseeren. Wij zijn overtuigd, dat

de leden der Federatie langzaam maar zeker tot ander inzicht zullen komen. Deze hebben daarvoor al leergeld genoeg gegeven en kunnen de schade, die daardoor voor hen is ontstaan, zeker voorkomen. De contributie die inde Federatie voor afbraak wordt gebruikt, kan bij ons voor opbouw worden besteed. * * * Contributie Vakorganisatie en de belasting. De belasting-ambtenaren hebben mededeeiing ontvangen, dat in ’t vervolg en ook reeds over het belastingjaar 1923/24 de contributie voor de vakvereeniging op liet inkomen in mindering mag worden gebracht. Wij. hebben deze zaak met de belasting-ambtenaren voor onze leden geregeld en van ieder lid de som opgegeven, die zij als contributie betalen. * * * De Firma Nering Bögel, die voor eenige weken een aantal vormers ontslag heeft gegeven, tracht thans van de werkloosheid gebruik te maken en biedt werk aan voor een uurloon van 30 tot 45 ct. Eenige onzer werklooze leden werden door de Arbeidsbeurs daarheen gezonden, maar weigerden te werken voor een loon, dat lager is dan het gemiddeld ter plaatse geldende. Het is daar voor de werklieden niet mogelijk om dit lage uurloon door stukwerk te ver-

boegen. De tarieven zijn zoodanig gesteld, dat de meeste vormers bij hard werken nog schuld maken. Aan een volslagen bankwerker werd een loon van 46 ct. per uur aangeboden, waarvoor deze bedankte. Ook van buiten Deventer komen aanvragen van werkgevers voor vormers. Zoo heeft de fa. de Muinck—Keijzer te Utrecht op haar kosten eenige vormers uit Deventer laten komen. Volgens mededeeiing van de Arbeidsbeurs zou de Firma aan deze werklieden persoonlijk opgave doen van de loonen die zij konden verdienen. Echter bleek, dat de Firma niets anders wist te vertellen, dan dat bij hem loonen van f 20.— tot f 35.— per week werden verdiend. Met geen zekerheid kon zij opgeven, wat door de betrokken werklieden verdiend kon worden. Alles wordt geprobeerd om de loonen naar beneden te halen en men ontziet dan zelfs geen kosten. Het komt ons voor dat het beter was, dat de Arbeidsbeurzen in dergelijke gevallen geen medewerking gaven. Want terwijl er in dezelfde plaats nog een voldoend aantal werklooze metaalbewerkers is, hebben deze pogingen geen andere bedoeling dan voor een koopje personeel te krijgen. DORDRECHT. De loonsverlagingen bij de firma Wed. J. Bekkers en Zn. Deze firma berichtte via den Metaalbond, dat zij een verlaging der loonen met 10 pCt. voor haar bedrijf noodzakelijk achtte en tevens, dat de vergunning om wekelijks 52 uur te mogen werken, diende te worden gecontinueerd. Aan deze overwerkvergunning, waaraan wij voor twee perioden, elk vaneen half jaar, onze medewerking hadden verleend

op grond vandoor de firma aangevoerde argumenten ten behoeve van haar bedrijf, meenden wij onze medewerking nu nie't weer te kunnen verleenen. De duur van overwerken zou hierdoor o.i. te lang worden en eigenlijk meer op continueering van de 52-urige werkweek gaan gelijken, al wordt dan voor de meer dan 48 te werken uren het overwerkpercentage van 25 pCt. betaald. Inde plaats gehad hebbende conferentie deelden wij mede, dat wij niet langer bereid waren onze medewerking aan het verkrijgen van de overwerkvergunning te verleenen en dat wij over de verlaging van de tarieven met een gering percentage zouden willen onderhandelen, mits de uurloonen niet werden verlaagd. Van de zijde van den R. K. Bond werd te kennen gegeven, dat zij wel bereid waren mede te werken tot het verkrijgen vaneen overwerkvergunning en dat zij genoegen wilden nemen met een verlaging alleen van de tarieven met 5 pCt. op 15 Juli. Overeen verlaging van 5 pCt. wilden zij in het begin van 1924 onderhandelen, doch in geen geval eerder. De Chr, Bond deelde mede, dat ook hij bereid was mede te werken tot verlenging der overwerkvergunning en dat hij bereid was op 15 Juli 1923 en 1 Jan. 1924 telkens 5 pCt. verlaging der tarieven te aanvaarden, mits de uurloonen niet verlaagd werden en het fabrieksreglement zóó werd veranderd, dat tarief-tekorten niet op de uurloonen mochten worden verhaald. Flet spreekt vanzelf, dat waar de toestand zoo stond, de Metaalbond met beide handen het voorstel van den Chr, Bond aanvaardde en bij de firma Bekkers zou verdedigen, daar deze nu toch het volle pond kreeg. Onzerzijds hebben wijde Arbeidsinspectie ons standpunt, dat wij tegen verdere overwerkvergunning waren, medegedeeld. Niettemin is de firma de vergunning toch verleend. Hier komt weer duidelijk het fatale van verschillende organisaties in één bedrijf aan de oppervlakte, waardoor de situatie is geschapen, dat een meerderheid, die tegen overwerk is, dooreen minderheid gedwongen wordt daarin te berusten, omdat verzet daartegen over de geheele linie was uitgesloten, want het bleek, dat slechts 1/3 van het personeel inden R. K. en Chr. Bond georganiseerd was. Nu de zaak zóó was geloopen, deden wij nog een poging om, gezien het standpunt van den R. K. Bond, de tweede 5 pCt. weg te werken. Doch hiertoe bleek de Metaaibohd niet bereid te zijn. Wij zijn van meening, dat het bedrijf van de firma Wed. J. Bekkers en Zn., dat één der best geleide Metaalwarenfabrieken is, dat nog voldoende orders heeft en door den goeden naam, die haar producten op de markt hebben hetwelk toch ook voor een deel aan het werk der arbeiders is toe te schrijven, met een tariefsverlaging van 5 pCt. had kunnen volstaan, terwijl voortduring van de overwerkvergunning over nog langeren tijd, den terugkeer naar den 8-urigen arbeidsdag zeer sterk zal bemoeilijken. Wij kunnen dan ook niet anders doen, dan het standpunt van den Chr. en R. K. Bond, dat wij hier zonder commentaar geven, ernstig betreuren. Corr. AMSTERDAM. Over de afgeloopen maand Juni 1923 boekte de Gemeente-Arbeidsbeurs te Amsterdam met inbegrip der met het Beroepskeuzebureau verbonden Jongeiiedenafdeeling voor de afdeeling voor mannelijke beroepen 7952 aanbiedingen van werknemers, 2330 aanvragen van werkgevers en 2041 plaatsingen en voor de afdeeling voor vrouwelijke beroepen 2420 aanbiedingen van werkneemsters, 1829 aanvragen van werkgevers en 1565 plaatsingen. Aanbic- Aan- Plaatdingen vragen singen. Bankwerkers 269 91 105 1) Electriciens 167 15 21 1) Ketelmakers 24 9 10 1) Klinkers 36 x 52) Koper- en blikslagers 34 913 2) Metaaldraaiers 40 25 2) Rijwielherstellers 95 14 17 1) IJzerwerkers 53 10 122) Voorslaanders 8 4 6 2) Vuurwerkers 20 8 8 Tegenhouders 32 7 8 2) Overige beroepen 327 91 40 Totaal 1105 261 250 1) Aantal plaatsingen hooger dan aantal aanvragen, door plaatsing ineen ander beroep. 2) waarvan eenige op aanvraag van vorige maand. PAPENDRECHT. Zoo ergens, dan ondervinden de metaalbewerkers te Papendrecht wel zeer sterk de gevolgen van hun nalatigheid om zich bijtijds te organiseeren.

Wij liebben slechts te kiezen tussoiien de reactie van de ondernemers zich uitend In loonsverlaging en werktljdver-Seoging, ÖFs den opmarsch van de arbeidersklasse naar den nieuwen tijd, d. I. BEDRIJFSORGANISATIE en MEDEZEGGENSCHAP! ... . .* Daarom is het ons aller plicht deel te nemen aan de groote BETOOGSNG op 23 September te Amsterdam