31STE JAARGANG ZATERDAG 26 JANUARI 1924 No. 4

De Itletaalbemerfcer

COee'tötóö m den Hlgenteenen nederiandscben mctaalbcwerkersbond.

4 =.- — J- .J, REDACTEUR: G. VAN DER HOUVEN Arbeiders aller Landen , Kennis Is macht, Vereenigt U- Adres van Redactie en Administratie- Hemonylaan 24. Amsterdam Eenheid Vracht T ' r* — 1 “ Telefoon 26175 1 — 1 1 — –

ABONNEMENT; _ , , , . 4 AD VERTENTIEN D.. ... . btukken van algemeenen aard moeten a! terl ij t Maandags, _ , Bij vooruitbetaling per jaar. . ~, , ï f 1.50 n , . , t ... ~, , J ° Gewone advertentiën . .... per regel f 0.30 . , , Bondsnieuws en advertentiën W oensdagsmorgens . * * * 6 Voor Buitenland verhoogd met porto, .. in„ekomen Aanvragen voor personeel 0.20 Lc>;se nummers . 0.03 zijn mge-omen Afdeelingsadvertentiën .«SSSSSi ,0.20

OPLAAG 24 400 Ofüciëele Mededeelingen. Deze week wordt het contributiezegel op de 4s week in het Bondsfaoekje geplakt. * * • Wij maken de leden van de afdeeling Rotterdam attent op dein dit nummer voorkomende advertentie. Professorale lompheid. Voor de Amsterdamsche vereeniging ~Hou’ en Trouw” heeft oud-minister Treub op 14 Januari j.l. een lezing gehouden over de groote beteekenis van Indië Voor ons land en daarbij o.m. gezegd, dat de Scheepsbouw hier te lande in-groote mate van Indië afhangt. Bij dit gedeelte van z’n betoog vond Treub tevens gelegenheid zijn meening te zeggen nopens het geval van het nieuwe schip'voor de Mij. „Nederland”, waarvan de bouw aan een Fransche onderneming gegund was, \olgens het .. verslag van de gehouden bede, zooals wij dat vonden in. het, „Hatidelsblad”, heeft de oud-excellentie het volgende gezegd: In het voorbijgaan maakt spr., die zelf commissaris is van de Maatschappij Nederland, een opmerking over de bestelling vaneen schip voor die maatschappij in Frankrijk. Dat dit moest gebeuren, was zeker treurig, maar toen het eenmaal Bleek niet anders te kunnen om het groote prijsverschil, ' zóu het ’t werk geweest zijn van den „zachten heelmeester”, om tóch de Nederlandsche industrie te beschermen ; de arbeiders moeten maar eens leeren, zegt spr. met verheffing van stem, dat het verke ‘s, zoo weinig mogelijk te leveren voor, hef, loon dat men ontvangt, en de Regeering moet maar eens inzien, dat arbeidsschuwheid en luiheid niet stelselmatig aangewakkerd moeten worden de les moge hard zijn, maar zij moest er zijn en moet maar eens helpen, (Applaus.) De heer Treub. heeft bovenstaande beschuldiging niet alleen zoo even terloops en met stemverheffing, maar ook onder applaus van het saaragestroomde bourgeoisiepubliek uitgesproken. Natuurlijk- is er geapplaudiseerd. Als je Weet af te geven op de „luie” arbeiders (nu We alweer • zoo’n jaar of 5 van November Ï9lB verwijderd zijn, kan je zonder je naam te verliezen een dergel ijken terra wel Weer gebruiken), is het succes te voren ver-Zekerd en vooral bij het soort van menschen dat Treub als,een halfgod verheerlijkt. Volgens de mededeelingen van den heer Treub heeft dus de meerderheid van het college van Commissarissen van de Mij. „Nederland” de opdracht aan het buitenland vergeven, om daarmede een les toe te dienen aan de Nederlandsche arbeiders. Nu Jtroet men bij beschouwing van het bovenstaande ra ’t oog houden, dat het oorspronkelijke prijsverschil tusschen de Nederland-Sche ondernemingen en de Fransche zóó 'groot was, dat onze arbeiders niet alleen

hard maar zelfs zonder loon zouden hebben moeten werken om een calculatie mogelijk te maken, die tegen den Franschen prijs opwoog. Deze eenvoudige rekensom was den heer Treub natuurlijk evengoed bekend als ieder ander en daarom waren z’n woorden, welke op deze affaire betrekking hadden, niet alleen misleidend, maar ook huichelachtig. Deze geleerde spreker heeft tegenover zijn bourgeoisiepubliek het meest grove boerenbedrog gepleegd dat zich maar denken laat, maar dat heeft het ülustre gezelschap niet verhinderd op kudde-manier te applaudiseeren. Dat wij met onze meening niet alleen staan wordt bewezen dooreen interview, dat de Rotterdamsche correspondent van „de Telegraaf” heeft gehad met den heer Verloop, directeur van het Etablissement „Feijenoord”. Een verslag van dit interview vonden we in „De Telegraaf”, avondblad van 22 Januari j.l. Wij lezen daarin 0.m.: „Zoolang we alle factoren, die deze zaak bcheerschen, niet kennen”, aldus de heer Verloop, „is het moeilijk daarover eén vaststaand oordeel uitte spreken. We kunnen onze meening alleen in het algemeen formuleeren. Wat de boot van de „Nederland” betreft, zien we uit de cijfers, dat het verschil in prijs tusschen een Nederlandsche werf en de Fransche onderneming, die de order heeft gekregen, grooter is dan het geheele arbeidsloon door de werf aan den bouw te besteden. Dus al was het Loon hier op nul, dan nog sou de Nederlandsche werf duurder zijn geweest dan Frankrijk, De bouwprijs vaneen schip wordt be• heerscht door drie factoren; ten eerste door het loon, ten tweede door den prijs van het materiaal en ten derde door de algemeene onkosten. Van winst is onder de gegeven omstandigheden inden scheepsbouw geen sprake^ Uit het loon kunnen we het groote prijsverschil niet verklaren, hoewel door de valuta de loonen hier natuurlijk vee! hooger zijn dan die, welke in Frankrijk betaald worden. In dit verband wil ik echter wel zeggen, dat onze arbeiders zeer meegaand zijn en blijk geven we! te beseffen welke moeilijke tijden de Nederlandsche scheepsbouw meemaakt.” (Cursiveering van ons, Red. Metaalbew.) Is het aan te nemen dat de heer Treub minder goed kan rekenen dan de heer Verloop ? Of hebben we hier te doen met een geval van de spreekivoordel ijk geworden professorale verstrooidheid? Het ware voor dezen eminenten spreker en z’n uitgelezen auditorium te wenschen, dat zij eeiis een paar maanden op een scheepswerf (en dan natuurlijk als sjouwerman, want voor iets anders zouden zij in ’t geheel niet bruikbaar zijn) geplaatst werden. Dat zou hun kermis van zaken omtrent luiheid en arbeidsschuwheid zeker ten goede komen en vooral als hun proefmaanden tusschen 1 December en x Maart lagen. Het geval van dat schip voor de Mij. „Nederland” is in alle kringen ruim bespro-

ben en natuurlijk gooit men de schuld op de arbeiders. Meneeren met bontjassen en chique kleeren, die niet het minste benul hebben van wat er inde industriëcle wereld oingaat, weten met pauselijke onfeilbaarheid te vertellen dat er werk genoeg zou komen, als die beroerlingen van arbeiders maar wat beter wilden aanpakken en wat harder en vooral langer wilden werken. Deze betweters, waarvan de groote hoop zich geheel ten boste van de door hen geminachte arbeiders verrijkt, zijn er niet mee békend dat, behoudens dan de Ned. Scheepsb. Mij., zoo goed als alle scheepsbouw- en reparatie-inrichtingen 55 k 56% uur per week .werken. Tot nog toe is er echter slechts één enkele onderneming geweest, waar vrij voldoende werk was en die eene onderneming was de Ned. Scheepsbouw-Mij., waar de werktijd nog. . . 48 uur per week is. Een man als ex-minister Treub heeft zich nu verlaagd om in navolging .van den een of anderen rijk geworden makelaar in koffie cl zooiets, z’n élite-auditbrium den meest onbenuiligêti kletspraat als economische wijsheid op te disschen. Deze „democraat met de zwarte vrijheidsdas” is er dus wél op vooruit gegaan. * * * » Dal deftige, geleerde en machtige college ' van commissarissen heeft dus (volgens den heer Treub dan altijd) aan een duizend arbeiders werkgelegenheid ontnomen om hen een gevoelige les toe te dienen. Van twee één, d6f de heeren zijn te stom geweest om te begrijpen dat het prijsverschil door geen enkele loondaling of werktijd verlenging waste compenseeren, of het geheele verhaal is pure fantasie of bedrog. Toen het pas bekend was, dat de opdracht naar Frankrijk zou gaan, is het geval aanvankelijk doodgezwegen. Later, toen de buitenwacht zich er mee is gaan bemoeien, hebben de heerèn van de Mij. „Nederland” eenige motiveering van hun besluit aan de pers verstrekt, maarde zaak is er daarmee nietbduidelijker op geworden. Naarmate de „verklaringen” loskwamen, werd de kwestie steeds meer onbegrijpelijk en ingewikkèldér. 't Is gegaan, zooals wij reeds 14 dagen geleden als «onze veronderstelling hebben geschreven. De ware oorzaak, dat deze opdracht naar Frankrijk móést, is niet opgebeldfcfd en ze zal ook niet opgchelderd worden. Men heeft het groote publiek eenige kanten van de zaak laten zien, maar één- kant houdt men verborgen en zij die in staat zijn dien éénen kant te laten zien, zullen het niet doen. verklaring, door den heer Treub gegeven, "doet echter de deur dicht. Niet alleen dat de onwaarachtigheid er boven op ligt, maar bovendien heeft hij nog gepoogd om stemming jegens de arbeiders te maken, terwijl hij wist, in ieder geval weten kon, dat het arbeidsloon niet de oorzaak van het prijsverschil uitmaakt. Het voorval zou inderdaad een gevoelige les moeten zijn voor de arbeiders. Hier is een buitengewoon sterk staaltje van machts-

misbruik te zien gegeven en ondubbelzinnig is aangetoond waartoe het privaat bezit van kapitaal en productiemiddelen leidt. Met Professor Treub zeggen wij: De les is hard en met hem hopen wij, dat zij zal helpen. Maar dan in dezen zin, dat de arbeiders er kracht uit putten, om ten volle mee te werken aan den ombouw van ons huidig productiesysteem. Want sterker dan in het geval van de bouworder van de Mij. „Nederland” is misschien nog nimmer het kapitalistisch wanbeheer tot uiting gekomen. Waartoe een gedachtenwisseling over emigratie leiden kan. De aanhoudende economische crisis met als gevolg de geweldige nasleep van werkloosheid, heeft thans de vólle aandacht van een aantal leidende figuren inde indus-i trieele en handelswereld ten onzent. Aan werkioosheidsondersteuning gaan rettsarhtige sommen zoo gered1 als renteloos verloren en het uitzicht is weinig hoopgevertd. Daar komt nog bij, dat de Nederlandsche bevolking een jaarlijkschen aanwas van circa 100.000 zielen ondergaat. Waar moet dat heen, zoo vraagt men zich af. Het is dé Maatschappij voor Nijverheid en Handel, welke zich thans ernstig mei dit probleem is gaan bezig houden en rils uitvloeisel daarvan de emigratie zal gaan bevorderen. Als gevolg van haar bemoeiingen is thans een stichting „Emigratie Centrale Holland” tot stand gekomen, waarin ec.i aantal mannen met klinkende namen de leiding zullen hebben. Het d0.,; stichting wordt als volgt omschreven: a. om het toenemend aantal werkloozen te verminderen door het organiseeren der emigratie naar die landen, die, blijkens ingesteld onderzoek, meer levenskansen bieden dan Nederland zelf, en waar de emigranten thans en inde naaste toekomst meer kans hebben óp een menschwaardig bestaan. b. om de belangen der emigranten en geemigreerdén te behartigen en te blijven behartigen. We zijn dus nu door het wereldgebeuren al zoover gekomen, dat een deel van ons volk en dan natuurlijk niet het slechtste, het lieve vaderland den rug zal moeten tóekeeren om elders te yinden wat de nationale grond niet geeft. Het zijn uiteraard de meest ondernemer,- den en over initiatief beschikkenden, welke de emigratie aandurven. Dit is oorzaak dat er ook tegenstanden; van emigratie onder de bourgeoisie gevonden worden. Men vreest de „afrooming” van ons volk. De besten en meest intelligenten zullen naar den vreemde gaan, zoo vreezen en met de minder goeden zullen we blijven zitten. Tegen deze stelling opponeert de redactie van het „Tijdschrift der Ned. Mij. vóór Nijverheid en Handel” op de volgende' wijze;