Inderdaad geen succes. Voor versterking en verbreeding van de Willemsbrug te Rotterdam heeft een inschrijving plaatsgevonden, waarbij is gebleken dat een tweetal Duitsche ondernemingen tot de hoogste inschrijfsters behoorden. ; De volledige lijst der inschrijvingen laat : ons het volgende zien : J. Th. vac der Cammen, R’dam ƒ 12'.897 Dikotter, R’dam „ 144.200 Corn. Swarttouw, Schiedam . . „ 175.000 ! Dortrhunder Union „ 181.895 N.V. B. v.d. Hoff, Schiedam „ 189.850 Goudriaan, Delft „ 191.300 ! N.V. Kloos, Kinderdijk .... „ 202.300 i N.V. Braat, R’dam ....... „ 219.975 | Nederl. Staalindustrie, R’dam . „ 225.450 | N.V. van Kooten „ 232.500 | N.V. Pletterij, Delft „ 232.900 Krupp. Reinhausen „ 239.940 Aug. Klönne, Dortmund .... „ 243.000 ’ In „De R.-K. Werkgever” van 30 Jan. j.l. wijdt de heer L. v.d. Hoff aan deze inschrijving een kort stukje waarin hij opmerkt dat berichten, als over deze inschrijving inde biaden zijn gegeven, vaak misbruikt worden door hen, die meenen dat uit zulk een overzicht blijkt dat onze industrie er nog niet zoo slecht voor staat. Vaneen succes kan volgens de heer Van der Hoff dan pas gesproken worden, indien zal vaststaan dat f 121.897 de kosten en het risico van het werk zullen dekken. ★ ★ ★ Indien we nu de beide buitenlandsche firma’s, welke met resp. f 239.940 en f 243.000 tot de hoogste inschrijvers behoorden, buiten beschouwing laten, blijft dit onornstootelijke feit bestaan dat alleen tusschen de hoogste en de laagste Nederland,- sche inschrijvers een verschil van niet minder dan f 111.000 bestaat. Laat nu de firma van der Cammen te laag hebben ingeschreven (hetgeen ook de heer van der Floff niet durft te beweren) dan is er toch nog een geweldig verschil tusschen deze firma en de „Dortmunder Union” van niet minder dan f 60.000. Nu de buitenlandsche concurrentie aan ’t afnemen is, gaande Nederlandsche ondernemers voort met elkander op de meest felle wijze te beconcurreeren. Dat daarbij inde eerste plaats de arbeiders het gelag betalen, behoeft geen nadere toelichting. Zoolang dit systeem van elkander het leven onmogelijk "te maken onder de Nederlandsche firma’s voortduurt, kan in werkelijkheid niet van succes gesproken worden. x Het grootsche „plan”. In ons blad van 19 Januari j.l. schreven we een artikel „Praalhanzerij”, waarin we eendoor het N. A. S. uitgedacht systeem van controle over de productie bespraken. Wij wezen daarbij voornamelijk op de vertoonde malligheid dat men een dergelijken ingrijpenden maatregel met geuren en kleurén inden vorm vaneen hoofdartikel in „De Arbeid” gepubliceerd had, waardoor de werkgevers reeds te voren waren gewaarschuwd. Niet alleen dat zij dus wisten wat het N. A. S. voornemens waste doen, neen, ook den heelen opzet en wijze van uitvoering had men hun in z’n naïveteit geopenbaard. Diverse organen hadden er dan ook reeds ruime aandacht aan geschonken en de ondernemers gewaarschuwd. Ons blijkt thans dat ook „De Werkgever”, orgaan van de Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers en van het Centraal Industrieel Verbond, zijn aandacht aan deze zaak gewijd heeft. Na een gedeelte uit het artikel uit „De Arbeid” te hebben geciteerd, schrijft de – redactie van het werkgeversorgaan; „En nu volgt onomwonden een uiteenzetting van de bedoelingen van het N. A. S., welke zoo duidelijk worden weergegeven, dat wijden schrijver niet dankbaar genoeg kunnen zijn voor zijn waarschuwing. Want een gewaarschuwd man telt nog altijd voor twee en onze leden, die aan het hoofd van groote industriëele ondernemingen staan, kunnen er zeer zeker hun voordeel mee doen. Wellicht vinden zij er aanleiding in „eenige” maatregelen er tegen te nemen!” De communistische dwaasheden van „De Arbeid” worden hier wel heel sterk in ’t ootje genomen. Wij voor ons zijn nog altijd van meening dat het N. A. S. het geheele „plan” zelf niet ernstig genomen heeft. ’t Is alleen geweldig stom om ’t zóó inde gaten te laten loopen. Subsidie voor P. Smit’s Scheepsbouw-Mij te Rotterdam. Inden Rotterdamschen Gemeenteraad is de vorige week een voorstel van het Gemeentebestuur gebracht om aan een Scheeps- i

bouw Mij. in Rotterdam een zeker bedrag aan subsidie te geven tot uitvoering van een prder uit het Buitenland, met; bedoeling om daardoor in het verlies, wat deze Scheepsbouw Mij. zou lijden, tegemoet te komen, waartegenover dan het voordeel voor de Gemeente zou staan, minde" steun aari werklooze metaalbewerkers die daar-nu aan het werk zullen blijven of te werk ge- ! steld worden. | Deze steunverleening is door het Gemeen- j tebestuur van Rotterdam nog al geheimzin- j nig behandeld.' De-Raad is daarmede echter ; niet accoord gegaan, zoodat de zaak nu in openbare behandeling zal komen. Het is I trouwens ook dwaasheid om te meenen flat j een eventueele subsidieverleening door de 1 Gemeente en Rijk, ook al werd het in geheime zitting afgehandeld, onbekend zbu blijven. Bovendien achten wij het van algemeen belang dat hier openbaarheid betraéht • wordt en een groot bijzonder belang vóór de betrokken arbeiders dat het geval aan alle kanten kan worden bekeken. Aan de werklieden en de betrokken vakbonden is reeds sinds half November '23 bekend dat de subsidieverleening bij de Gemeente en het Rijk, voor het verkrijgen van een belangrijken Fins dien order, door P. Smit’s Scheepswerf, aan de orde gesteld was. Het betrof oorspronkelijk twee opdrachten, één van de Finsche regeering voor het leveren van den nu vergunden Ijsbreker voor een som van ruim ƒ 1.500.000 en een Passagiersschip, welke opdracht waarschijnlijk niet is verkregen, voor een Finsche reederij. Volgens ons verstrekte mededeelingen, zou op deze orders een tekort zijn van ƒ 150.000, waarvan 1/3 door de Gemeente en het Rijk tezamen, 1/3 door den ondernemer en 1/3 door de arbeiders moest wórden gedragen. Zooals bekend, worden sinds de g'roote werkloosheid in onze industrie met de metaalbewerkersloonen en werktijdregelingen korte metten gemaakt, doch ,zooals het met de besprekingen over deze zaak geloopen is, dat was echt Rotterdamsch. Gewoonlijk hebben de onderhandelingen te Amsterdamplaats. Deze bespreking zou echter te Rotterdam gehouden worden, naar onze stellige overtuiging om met de betrokken directie en vakbondbestuurders onder leiding van den Metaalbond het speciale Vcin het geval onder oogen te 'zien. Ter conferentie was de directie van P. Smit’s Scheepswerf echter niet aanwezig. Op onze vraag daarnaar kregen wij ten antwoord, dat... de heeren met het overleg mét de vakbonden niet veel ophebben. Dat was het begin. : Tóen kwam de inleiding van den directeur van den Metaalbond. Deze deelde mede, even geheimzinnig als nu bij den Gemeenteraad, dat P. Smit een buitenlandschen order kon krijgen, waaraan veel werk was verbonden, dat als deze order niet werd verkregen, nog eenige honderden arbeiders zouden worden ontslagen en wanneer de order er wel kwam nog een driehonderd arbeiders aangenomen konden worden. De voorwaarde van de Regeering voor steunverleening was, dat de 'arbeiders voor het loon, wat ze nu in 48 uur verdienden, 56 uur zouden werken. Wij zouden daarmee wel ingenomen zijn, meende de heer Schouten, want het was voor de arbeiders beter te mogen blijven werken dan om ontslagen te worden. Op onze vraag of bij dit geval nog te spreken viel over de loonén van de arbeiders bij P. Smit, omdat deze menschen, behalve alle verlagingen die op de werven en fabrieken in R’dam toegepast waren, pas nog een extra verlaging van 5 pCt. hadden moeten aanvaarden en de loonen voor de groote massa aan deze onderneming variëeren van 35 tot de allerbekwaamsten inden Scheepsbouw van 56 ct per uur, werd zonder méér afwijzend beschikt. Als wij er niet voor te vinden waren, dan zouden zé het zonder ons invoeren. Ten opzichte van de werk tijd verlenging werden wij verwezen naar den regeeringsvertegenwoordiger, die dezen eisch gesteld had als voorwaarde voor het verleenen van subsidie. Bij den heer Zaalberg kregen wijde bevestiging van dat laatste, die er tevens bijvoegde, dat besprekingen over het subsidie in hoofdzaak geloopen hadden tusschen de directie van P. Smit’s Scheepswerf en den betrokken Wethouder Nivard te Rotterdam- Hiermede zijnde onderhandelingen over deze zaak met de vakbonden geschetst. De loonen aan deze onderneming zijnde laagste die in Rotterdam betaald worden. Met de nieuwe regeling, die nu eerstdaags wel zal ingaan, wordt er nog eens ongeveer 15 pCt. afgenomen. Als de betrokken arbei ders nu in het genot komen dat ze 56 uur mogen werken, dan zullen hun weekloohcn wel iets hooger zijn dan vóór ,1914, doch dan zullen ze bij de thans geldende kosten van het levensonderhoud al 25 a 30 pdt. onder het peil van 1914 gedaald zijn. Dit laatste is misschien van belang om 1 te weten voor hen die met den heer Treub

redeneeren over de luiheid en hooge loonen van de arbeiders. * j Dat er onzerzijds geen aanleiding geweest is om de aangeboden regeling voor de arbeiders aannemelijk te maken, is waarschijnlijk : voor ieder wel te begrijpen. Ook de Kath. j en Christel, organisaties, die nog tusschenvoorstellen deden, welke zij echter t aar de . prullemand zagen verhuizen, konden geen | vrijheid vinden er zich mee accoord te verj klaren. I De arbeiders zullen, als ze de gelegenheid ■ krijgen om voor hun belangen op te treden, niet gebonden zijn aan eenige overeenkomst j of afspraak van de vakbonden, j Wat de positie van dit bedrijf zelf aanj gaat, is, naar wat er over naar buiten komt, niet schitterend. Door dure uitbreiding van werf en fabrieksgebouwen ia en na den oorlog, zitten ze met hooge lasten en nu er inde laatste jaren weini gloonend werk is, schrijven ze, om toch maar aan den gang te blijven, voor de gekste prijzen op allerlei werk in. Wij konden den laatsten tijd bij geen werkgever in of om R’dam komen of wij hoorden over de lage prijzen, waarvoor P. Smit had ingeschreven op werk wat ze nog nooit maakte. Naar ons is meegedeeld, is deze onderneming thans; zoowat geheel in handen van een groot Duitsch-Hollandsche combinatie en hebben ze zich geheel ingericht tot het maken van kanonnen en ammunitie voor Turkije. Of de Rotterdamsohe Raad aan deze onderneming subsidie moet verstrekken, willen wij biet maar buiten beschouwing laten. Er zullen tegenstanders genoeg gevonden . worden en wij zullen ze niet trachten om te praten. Recht of macht? Van Roomsch-Kath. zijde wordt heel veel afgegeven op het stellen van de machtskwestie. Dat heet het werk van den duivel. Geen strijd, maar bet Roomsch-Kath. s'olidarisme. Dat is je ware. Althans, zoo lazenwe nog inde R.-K. Metaalbewerker ~St. Eloij” van 19 Jan. 1924. Ziedaar: , „Het is niet de broederstrijd, dien we willen, doch de eendracht. Niet de blinde zelfzucht, het groeps- of klasse-egoïsme, doch een op zedelijke beginselen steunende samenleving. Niet den arbeid boven, doch naast het kapitaal. Maar daar dan ook naast en niet onder. Niet het egoïsme, doch het solidarisme! Wij willen gelijk récht éh gezöfide democratie. Slechts uit de innige gemeenschappelijke samenwerking van alle groepen en standen kan de krachtgevende stroom van een levende vernieuwing van het volksen individueele leven inden geest van het ware christendom en edele menschelijkheid ontspringen.” i (Gecursiveerde van ons. Sp.) Nu dachten we zoo: wat zijn en blijven dat daar toch rare schutters. Eerst maken ze een organisatie, dan gaan ze, als ze leden krijgen, met de werkgevers praten en als'de werkgevers niet toegeven en ze krijgen de kans schoon, dan gaan ze staken. Het gaat inden regel wel niet zoo forsch en flink als bij ons, maar dikwijls gaat het dan toch zoo. Kijk maar, hoe zij dat zelf heel goed weten. In hetzelfde artikel vinden we het volgende: „Eenerzijds poogt het kapitalisme in zijn slechtstee vorm met geweld den arbeid te onderdrukken; we behoeven in dit verband slechts naar Twente te verwijzen en wat daar inde textielindustrie voorvalt en anderzijds wordt getracht door ’t radicalisme, aan één stand de alleenheerschappij in handen te geven. En zoo botsen groepen en standen, arbeid en kapitaal telkens tegen elkander. Zoo strijdt men beiderzijds om de oppermacht, om de alleenheerschappij. En wij, wij als christenen staan daar midden in dien vreeselijken strijd, een strijd die ons niet ontgaat, omdat we er ; direct in betrokken zijn.” Maar zeggen zij „Al staan wij er midden in, het is ons niet om de macht te doen. Die machtsstrijd is niet onze strijd. Wij houden ons, ook al zijn we er nog zoo schandalig mee tusschen genomen door onze Roomsch-Katholieke werkgevers, aan ons heerlijk Roömsch-Katholiek solidarisme.” Accoord mijne vrienden, maar dan nooit spreken van machtsvorming of macht. Maar . . . daar komt dé Roomsch-Katholieké Metaalbewerker „St. Eloy” van 2 Febr. 1924 op ons bureau. Van schrik staan we paf. Wat een verandering in 14 dagen tijd. De vakorganisatie is alsnog het eenigste middel, waarmede de arbeiders zich thans kunnen verdedigen tegen hunne belagers; de vakorganisatie is het eenigstë middel waarmede de arbeiders inde toekomst zich een betere maatschappelijke positie kunnen veroveren. ~ Zonder macht, macht en nog eens macht (die slechts door organisatie kan

verkregen worden) blijven, in den-woesl ten oceaan der moderne ontkerstende maatschappij, ook de edelste en best bedoelde pogingen tot handhaving van het Christelijk recht, onvermijdelijk tegen de | rots van het moderne grootkapitaal te pletter slaan.” Deze woorden van Dr. Poels worden door de arbeiders begrepen! In tal van afdeeiingen is men begonnen de propaganda door huisbezoek ter han 1 te nemen. Gelukkig teeken! (Gecursiveerde van ons, Sp.) Ongetwijfeld, een gelukkig teeken ! Samen kunnen we nu werken, die scheidingslijn is weggevallen, aan de machtsvorming van het proletariaat. Arbeiders neemt daar goede nota van !! F. v. SP. Uit de Afdeeiingen. DELFT. De steunbeweging voor de stakende Textielarbeiders liep niet zoo, als wij bij andere conflicten gewend waren. Steeds werd flink op de lijsten, welke door de fabrieken en werkplaatsen circuleerden, geteekend. Thans bij dit conflict ontbrak daar veel, zoo niet alles aan. Natuurlijk werd geteekend door hen, die altijd steunen, zelfs tot bedragen die gezien mogen worden. Trots dat konden wij echter niet komen aan het bedrag dat toch redelijkerwijs van onze afdeeling gevergd mag worden. Daarom is door ons bestuur besloten leden persoonlijk thuis te bezoeken. Zaterdag 2 en Zondag 3 Febr. trokken onze menschen er op uit. Als eerste resultaat daarvan is die dagen een bedrag ingekomen ' dat ongeveer onze raming benadert. Jammer is het dat vele leden onze huisbezoekers teleur moesten stellen, daar door hun reeds bedragen op andere lijsten geplaatst waren. Dat is nu de kwestie, vrienden, waarom het gaat. Als onze menschen zich de moeite getroosten het bij u te komen halen, dan voelt gij wel dat het hen pleizierig aandoet als zij veel ontvangen, wat tevens een aansporing is om het gedurende den strijd vol te houden, week aan week het geld te komen halen. Nu werden door verschillende leden tegen onze huisbezoekers bemerkingen gemaakt. Wij weten dat verschillende onzer leden momenteel niet in ons bedrijf werken, dat zij aan diverse ondernemingen zijn, en daar op de lijsten steunen. Vrienden gij begrijpt wel, dat wij het ais bestuur op prijs stellen met een flink bedrag voor den dag te komen. Dat kan kamera-1 den, als gij allen bij onze huisbezoekers teekent. Wij mogen toch van onze leden verwachten, dat zij dit doen ? Wij dringen er bij hen op aan, dat zij bij onze huisbezoekers teekenen. Het motief dat zij dan op de onderneming te hooren krijgen, dat zij zich 1 aan den steun onttrekken, zullen wij ondervangen. De huisbezoekers krijgen allen gestempelde briefjes bij zich als bewijs, dat gesteund is geworden; dit bewijs kan gevraagd worden. Kameraden, wij hopen en vertrouwen, dat alle leden op* onze lijsten zullen teekenen. De inzet was niet slecht. Als allen nu teekenen, kunnen wij onzen ouden roem, eender beste en solidairste afdeeiingen te zijn, handhaven. Hoog de solidariteit! C. T. DEVENTER. Loonsverlaging Overijsselse!' e Ijzergieterij. Door de Directie van de Overijsselsche Ijzergieterij was ingaande 1 Februari een verlaging van xo pC. aangekondigd, daar de Firma anders genoodzaakt zou zijn het bedrijf stop te zetten. Daarover werd met onze leden vergaderd en besloten de verlaging niet te aanvaarden. Dinsdag 28 Januari ontvingen wij het verzoek aer Directie, om over aeze'verlaging een bespreking met haar te houden I en werd medegedeeld, dat de verlaging voor den tijd van maand werd uitgesteld, 'herder zullen maatregelen worden getroffen, om de organisatie van het bedrijf te veri beteren, waardoor de werktijd zoo productie. mogelijk zal worden gemaakt. Ook zal zooveel mogelijk in tarief gewerkt worden, waardoor het weekinkomen zal stijgen. Van de zijde der organisatiebesturen werd er op aangedrongen, ook aan die arbeiders, welke uit den aard van hun werk niet in tarief kunnen werken, een verhooging van inkomsten te geven. Dit laatste zal door de Directie nader worden overwogen. Ineen vergadering met onze leden werd dit resultaat en de plannen van de Directie besproken en waren onze leden bereid, daaraan hun medewerking te geven. ★ ★ ie Ir. G. J. de Jongh t. 31 Januari werden we getroffen door het bericht, dat Ir. G. J. de Jongh, ho fdinspecteur van den Arbeid, was overleden. Dit overlijden zal zeker ieder, die met dezen zeer eminenten ambtenaar in aanraking is geweest, hebben gevoeld als een groot verlies en niet het minst inde kringen der arbeiders. Steeds en altijd was hij bereid om onze bestuurders te