Het lijkt ons overbodig om na het noemen van dezen naam verdere opwekking tot het bezoeken van deze bijeenkomst te doen. . i De entreeprijs is 20 eent per persoon. ■ I DE CORK. Een Belgies onderzoek naar het Taylorstelsel. (Vereenvoudigde spelling.) IV (Slot.) 7. Demokratie inde werkplaats. Taylor verstaat hieronder een verandering van de gewone hiërarchieke leiding (dus de verschillende trappen van voorman, baas, meesterknecht, ingenieur, enz.) ineen „funktioneel. bazenstelsel”, waarbij iedere baas slechts voor een bepaald doel is aangewezen : voor het instellen van het werk, voor aandrijving tot het vereiste tempo, voor het onderhoud der werktuigen, enz., waarbij dus (op een grote fabriek) ieder werkman 8 bazen hebben kan. Waar nu het loon van iedere werkman afhangt van zijn bekwaamheid en vlugheid buiten verband met de andere arbeiders (ten minste zo poogt Taylor bet voor te stellen), en hij voor elk bezwaar zich tot een op dat punt bevoegde baas en bij verschil tot de direktie kan wenden, beschouwt Taylor hiermede de klassenstrijd opgelost en alle vakorganisaties en gezamenlijke actie overbod’g. Ook de demokratisering in het bedrijf acht hij hiermede voldoende benaderd. Lonen en taak zowel als de verhouding van meerderen en minderen zijn immers alle „wetenschappehk juist” vastgesteld en geregeld. Op dit punt nu, leert het onderzoek van De Man, heeft Taylor wederom een slechte kijk op de werkehkheid gehad. Hij bez’et de mensen, zegt De Man, van inoenieursstandpunt en denkt dat menselike verhoudingen te regelen zijn als machines en werktuigen. Hii houdt geen rekening met psychologiese faktoren, met karakters, met de geest onder de arbeiders, enz. Tavlor’s wetenschap is te sro( voor toepassing op mensen. Hef funktioneel bazenstelsel wordt dan ook zelden toegepast en waar het ingevoerd was, is het veelal weer verlaten moeten worden. Door autbmatiese gehoorzaamheid en het breken der solidariteit wordt geen demokratie bereikt. Een demokratiese toestand, zegt de Amerikaanse arbeidsleider Erev, is: „die industriële toestand die het recht der arbeiders, op collectieveuiting van hun wil bij het bepalen van het arbeidscontract erkent en accepteert; zij is de prakfiese toepassing van het princiepe, dat het bestuur van de werkplaats, evenals het bestuur van de natie, gebaseerd moet zijn on het goedvinden der bestuurden'.” (Pag. 262.) Aan dit ideaal is men nog ver af, maar het geelt de richting aan waarin de industrie gaat. Ook in dit opzicht kan men zeggen, dat het Tavlorisme eerder voorbijgestreeft dan mislukt is. Men erkent, dat het probleem der arbeidsvermeerdering niet mechanies maar psychologies bereikt moet worden. Van wel honderd industriëlen hoorde De Alan, dat de methode van „efficiency” is, de arbeiders goed te betalen en goed te behandelen. Hef laatste schijnt zelfs het belangrijkste. In deze van hoge lonen striiden de vakvereentg in gen sterker dan ooit voor rechtvaar- Het verkeer en de mensehelijke vindingsgeest. . Waar wij tot nu gezien hebben, dat de vindingsgeest zich aan de eischen van het steeds groeiende verkeer en transport te water en te land (spoorwegen) wist aan te passen en de middelen daarvoor te vinden, rest ons nog het verkeer langs wegen zonder rails. Zeker vanaf den tijd dat de mensch, niet meer tevreden om in „’t zweet zijns aanschijns” zijn behoeften en arbeidsvoortbrengselen van en naar elders te dragen of door dieren te laten dragen, den wagen construeerde en verbeterde. Zeker, vanaf dien tijd was de menschelijke vindinggeest bezig om dat voertuig niet te laten trekken, maar bet door eigen kracht te doen verplaatsen. Reeds een 30 eeuwen geleden waren de toenmalige technici bezig om dat vraagstuk op te lossen. Volgens den Griekschen geschiedschrijver Heliodarus hadden de Atheners omstreeks 1000 jaar voor onze jaartelling voor tempeldoeleinden een voertuig gebouwd, dat noch door paarden, noch door eenig voorspan getrokken werd, maar van binnen een hefboomstelsel had, dat door slaven in beweging werd gebracht en aldus den wagen vooruit en achteruit dreef. In mechanisch opzicht lijkt dat wel wat op onze hedendaagsche automobielen (zelfbeweeglijke) voertuigen, hoewel hiér de slaven de plaats der motorische kracht innamen.

dlge behandeling der werklieden als vrije mensen. De Man vertelt,; „Ik herinner mij een konstruktiewerk-r i plaats .... waar de produktie per arbei- I der onlangs aanmerkelijk gestegen was, zonder dat dé arbeidsverhoudingen veranderd waren, uitsluitend doordat de vroegere „manager” vervangen was door een man, die meer naar de zin van het vrijheidsgevoel der arbeiders was .... De vorige manager was naar mijn weten een , beter ingenieur en, over’t geheel een meer „gentlemanlike” en sympathiekeerman; maar hij had de . ongelukkige «rewoonte zich elegant te kleden en met een bloem in zijn knoopsgat door de werkplaats te wandelen. De nieuwe vertoonde zich niet anders dan in hemdsmouwen, zonder overigens zijn handen meer aan het Werk te slaan dan znn voorganger, en behandelde alle arbeiders met volmaakte '’ovialiteit; hii verving wat hem mocht ontbreken aan techniese kundigheden dooreen diengaande en vruchtbare studie der personeelliist, waardoor hii binnen enkele 'darren alle arbeiders bil bun voornaam noemen kon. Toen hii • eindelek het stadium bereikte, waarin hij ze bij hun bijnamen noemde, volgde CO.n dokniirn vnri pLriteh- . rk t zich uitte ineen belangriike prodnktievermeerdering. Deze geschiedenis van een bloem mag triviaal schijnen, maar zij too'nt WUf lopp 1-1 *■ * Ó -no o •ZS c, <=» om niet te zeggen demagogiése, psychologie bereiken kan.” Een ander hela.ngriik psychologie?, mint is een rechtvaardige en lovale b^h',nd''ling; de Amerikanen noemen dit met een sportterm „fair spel”. Liet type van patroons, die het autokratiese regime koppig willen doorzetten, is aan het verdwijnen. In streken waar dè vakbeweging stmk is, heerst meest?] georganiseerd overleg(collective bargaining). In andere streken1 z.ijn andere vormen van overleg over arbeidsvoorwaarden zich aan het ontwikkelen. Een winkelzaak in Boston heeft de gehele organisatie en discipline toevertrouwd aan een koöperatie van het personeel. Deze regelt ook geheel zelfstandig het premiestelsel, de werktijden, en heeft vrije 'beschikking over de zalen der Mij. (restau- ; rapt, leeszaal, kóncert- en dansz?èl. enz. 1 Het personeelcomiteè raadpleegt de.direktie alleen als hèf dit noodig oordeelt. De Man wijst er echter hierbij op, dat dergelijke verhoudingen alleen te vinden zijn in bedrijven die met Amerikanen werken. On de fabrieken, zoals er in Amerika zeer veel zijn, vooral onder de heel grqie, waar voornamelik metmmigïanten.gewerkt wordt, heersen nog onbeperkt de oude autokratiese toestanden. De geest der demokratie vindt onder Amerikanen een gemakkeliker voedingsbodem dan in Europa, daar de slagboom van het onderscheid der standen ginds, waar het opklimmen tot een hogere klasse nog tot de mogelikheden behoort, nog niét zo algemeen gevallen Is. De scheiding evenwel tussen Amerikanen en emigranten van allerlei naties, waaronder kleurlingen, die meestal hét minste en meest ongeschoolde werk verrichten, is zeer scherp getrokken, ook onder de arbeiders De eis van gelijkberechtigdheid, die onder de Amerikaanse arbeiders begint té’ leven, vindt daardoor niet overal tegenstand, vooral waar de ondernemers ervaren dat de betere geest onder de arbeiders aan hun bedrijf ten goede komt. Een nauwkeuriger beschrijving geeft de Romeinsche geschiedschrijver Capitolin u s. Deze verhaalt, dat, toen de Rotneirische keizer Com modus in 193 na Chr. was vermoord en zijn opvolger Per t ina x de nalatenschap van den vermoorde publiek liet verkoopen, men1 onder de voorwerpen eenige voertirigèn vaneen eigenaardige constructie vond. Deze voertuigen reden zonder voorspan, maar werden door middel vaneen vernuftig • samengesteld mechanisme gedreven. In ’t binnenste van den wagen brachten slaven door draaien öf trappen., een, met de wagenwielen verbonden, tandradstelsel in beweging. Buitendien waren deze voertuigen vaneen inrichting voorzien, welke Ca pitol i n u § „fter montana horasone monstrantia”, hetgeen ongeveer: weg- en tij dme ter beteekent, noemde. Natuurlijk was dat meettoestel nog primitief en bestond daarin, dat na elke afgelegde mijl een steentje ineen inden wagen bevestigd metaal vat viel. Desniettemin moet dat toestel tot een zekere hoogte aan zijn doel beantwoord hebben. Volgens deze beschrijving stelde dus deze, vaneen afstandaanwijzer voorziene wagen zonder voorspan niet meer of minder dan eene antieke „t axara et e r”-k oe t s voor. Groot kan natuurlijk de prestatie en snelheid van deze voertuigen nauwelijks zijn geweest en ook wel meer als curiositeiten, dan voor practisch bruikbaar werk hebben gediend. Toch zijn zij niet alleen een bewijs van vergevorderde wagenbouwkunst

~Een stille revolutie” noemt De Man deze verandering inde mentaliteit,, die ook inde publieke opinie duidelik waar te nemen is. Het recht van de arbeiders als mens wordt steeds meer erkend, de koliektieve arbeidsovereenkomst komt steeds meer inde plaats voor Taylor’s „verlicht despotisme”. I Het Taylorisme, altans het volledige, is met vakbeweging en demokratie slecht te , rijmen. Het is dan ook een feit, dat het – bij georganiseerde arbeiders nooit is ingevoerd. Het stelsel werkt op hen als een rode lap op een stier, j; Eender konklusies van de Amercan | I' Federation of Labour (1913) luidde: „Geen tyran, geen slavenmeester heeft j ooit getracht zijn slaven ineen kmdhie te j j brengen, die meer tegen de algemene opj vattingen van individuele vrijheid strijdt | I als die, welke het Taylorsysteem wil brengen.” De derikteur vaneen der belangrijkste machinefabrieken, die niet gefavloriseerd, maar we 1 wetenschappelijk geoutilleerd is, maakte tot De Mande oomerking: ~Een svsteem van organisatie dat de arbeiders in het hoofd zet, dat zij er belang bij hebben de invoering tegen te werken, is een slacht nvstnnm hoe uistekend het overigens moge ziin.” Dat de georganiseerde arbeiders gelijk hadden met hun felle oppositie is foegegeven zowel door de erm'A*-.~V-rr mste "h het Kongres in toit investeld. welke onder erkenning van de goede in het selsel voor zover het betreft verbetering van werktuigen en werkmethoden, afkeurde datgene waartegen nok de vakbeweging opkwam : het gebruik van het c;Lor,ppi-wfrl' Hc dt^td1 Hr'T.srir'line in het stelsel en al de methoden die tot overspanning leidden. Eveneens deed de ook door tegenstanders zeer gewaardeerde studie van T roxie. welke na een zeer onrwrtödig en uitvoerig onderzoek, ypnrlpr hhTdeh'nos mee te gaan met inde felheid van de sfriid soms overdreven kritiek' van.de vakbeweging, het wezenlike van haar bezwaren volkomen toe.gaf. Verder wiist De Man nog op de aktie der arbeiders en de on deze enquêtes ge' volgde „Tavenner Bill” (van 19161 de wet d>e alle tijdopnamen met stopwatch of dergelüke benevens alle premie-sfelsels in de openbare bedrijven in Amerika verbidt. Deze wet maakte een pinde aan de toepassing van sommige methoden van bet Taylorstelsel. welke onder sterk protest van de vakarbeiders plaats had gevonden ■’n de igrfg’HewerkrL . van ien Rock-Tsland em bij de postenden. De konklusie, waartoe De Man voor België komt, is, dat een wetenschappelik' bedrijfsbeheer, mits met zorg geschift, goede methoden kan bevatten voor de vermeerdering van de produktie zonder het arbeidersbelang te schaden. Het meeste evenwel verwacht bij ter bevordering van dit grote belang vaneen doordringen van wat hij genoemd heeft de „stille revolutie”, van de geest van demokratie, die de arbeiders als gelijkberechtigden erkent en met hen overlegt; verder van korte werktijd en goede lonen; het inzicht moet komen, zegt De Man, dat slechte lonen slechte arbeiders maken ; en het principe „besparing op onkosten, niet op lonen” moet overal post vatten.” De arbeiders moeten anderzijds tot deze verlaging van onkosten medewerken door loyaal de voorwaarden van het collectief contract na te komen en der Romeinen, maar ook van belang voor de kennis, in hoeverre reeds toen het probleem van den voorspanloozen wagen werd opgelost. Ook inde middeleeuwen treedt de gedachte aan zeifrijdende voertuigen weder op. Vooreerst als vraagstuk inde hoofden der geleerden. Zoo schrijft b.v. Roger Ba c o n, de beroemde natuurkundige in zijn werk „De nullitate magiae” (Van geen tooverij) woordelijk: „Het is mogelijk wagens te bouwen, die zich „zonder paarden of dergelijk gedierte, door innerlijke kracht en met veel grooter snelheid dan gewone wagens voortbewegen!” Een verklaring, waarin de gedachte aan zeifrijdende krachtvoertuigen wel nog als gissing, maar toch duidelijk wordt vooruitgezien. Inde werken van bijna alle natuurkundigen van dien’tijd (Leonard da Vincis, Leibnitz, Newton e-a.) duikt dezelfde gedachte op. In 1515 verscheen o.m. een prent: „De triomftocht van Keizer Maximiliaan”, waarin zich een voorstelling van zulke wagens bevindt, die, z.a. inde nog goed onderhouden voorstelling duidelijk te zien is, door de rijdende personen zelf, dooreen gecompliceerd, inde wagenwielen grijpend krukken- en raderensysteem worden voortbewogen. Een voorstelling, die. wel is waar ! enkel het product der inbeelding van den i befreffenden teekenkunstenaar was, zonder ooit , toepassing gevonden te hebben, maar wel werden ongeveer een eeuw later dergeiijke voertuigen werkelijk gebouwd. Het

de verklaring van de Am. Fed. of Labour over te nemen : ~de georganiseerde arbeid verzet zich niet tegen besparing van arbeid en de verhoging van de produktie voortvloeiend uit verbetering van machines en een fabrieksorganisatie die de werkdadigheid bevordert.” 1 Ook een verbeterde en uitgebreide sociale wetgeving moet deze geest over de industrie vaardig doen worden. Voor de vakbeweging, ook de Nederlandse, schijnt ons uit deze gegevens de moraal gemakkelik te trekken. Immers, j dat het Taylorstelsel, altans in zijn voor i de arbeider verderfelike strekkingen, wei( nig ingang heeft gevonden in Amerika, | blijkt dnidelik voor Ven met gerin» 'teel te | danken aan de felle kritiek en de waakzaamheid van de georganiseerde arbeiders. I Zij hebben de toepassing van het stelsel bestreden waar het moest, echter nog' veel meer voor k o m en. Gedachtig aan het oude spreekwoord ~voorkomen is beter dan genezen” blijft: deze taktiek ook aan de Nederlandse vakbeweging aanbevolen. De acht-urendag zit de werkgevers dwars. Ligt het niet voor de hand dat ook zii uitzien naar een aandrijfssvsteem ? In elk geval: men zij op znn hoede. Th. v.d. W. Voor de Vrouwen. De vrijheid in het kapitalisme. Er wordt tegenwoordig erg geschermd met het woord „vrijheid”. Vooral de woordvoerders van den nieuwbakken Vrijheidsbond, willen de vrijheid om ongehoorde winsten te maken ten koste van do gröote massa, hoog houden. Dat hun vrijheid dat beteekent, bewijst ' nu wel weer zonneklaar de broodprijsverhooging in Amsterdam. In Amerika liep de marktprijs van het meel omhoog. Als dt kippen zijnde bakkers er bij om het brood met 2 cent te verhoogen. Men zal zeggen: ze kunnen toch niet met verlies werken ? Neen, dat kan zeker niet; maar dat uas ook nog niet noodig voorloopig Als gisteren de marktprijs opliep in Amerika, wordt morgen nog geen brood gebakken van dat. duurdere meel in Amsterdam. Eer het zoover is, zal de prijs mogelijk al weer gedaald zijn. Er zijn althans deskundigen, die beweren, dat de stijging haar rorzaak vindt in speculatieve doeleinden. Zoo gaat het in onze samenleving. Als de marktprijs omlaag gaat, merken we van de verlaging niet zoo gauw iets. Men leze daarover maar eenS het artikel in „Het Volk” van' partijgenoot Wibaut. In Amsterdamwas eenige gemeentelijke bemoeiing met de broodvoorziening, hetgeen goede diensten aan de burgerij bewezen heeft. Maar die bemoeiing bestaat niet meer. ’t Is gesneuveld op voorstel van een vrijzinnig-democraat, geholpen door de andere burgerlijke raadsleden. Als het er nog was, zou het de verhooging voorloopig hebben tegengehouden. Dan zouden ae vrouwen aan ’t einde der week meer geld in hun huishoud-portemonnaie hebben dan nu. Maar dan was ook aan bakkers, tusschenhandel en groothandel, een zoet winstje ontgaan. In die vrijheid mogen ze niet worden 'beknot. Daarom, weg met alle overheidsbemoeiing. Leve de vrijheid. Deze de particuliere winstmakerij! Zouden de arbeidersvrouwen zoo dom zijn, om bij de eerstvolgende verkiezingen, waaraan ze voor ’t eerst kunnen deelnemen, de vrijwas de passersmid en wagenmaker Joh. Hautzsch te Neurenberg, die omstreeks löljd eenige voertuigen in bedrijf bracht, welke algemeen bewonderd werden en door twee, in het achterstel van den wagen verborgen dienaren werden gedreven, die door middel van krukken een tandrad in beweging zetten, dat wederom door een hefboom op de wagenwielen werkte. Volgens de goed onderhouden prent van zulk een wagen, die rijk versierd was, had het geheel het voorkomen vaneen zelfrijdend voertuig; zelfs het stuurwerk werd gedaan döor een staande spil, Welke, evenals bij moderne auto’s, op de voorste wagenas .werkte. lp 1649 maakte Hautzsch, omstuwd door autoriteiten en een talrijke volksmenigte, met dat voertuig een proefrit door de straten van zijn vaderstad. Ook een landgenoot van Hautzsch, de verlamde .horlogemaker Stephan Fars 1e r uit Altdo’rf bij Neurenberg, bouwde zich een soortgelijk zelf rijdend voertuig, dat voor ziekenwagen diende en eveneens veel waardeering vond, zoodat Neurenberg de faam toekomt in haar boezem den eersten automobiel geherbergd te hebben. Zelfs vaneen soort oorlogsaulomobiel meldt de geschiedenis van dat tijdvak. Het ging ook daarbij om een zelfrijdend voertuig. De constructeur, een Belgisch schilder, volgde dezelfde, bij de reeds beschreven voertuigen vermelde constructie. (Wordt vervolgd.)