32STE JAARGANG ZATERDAG 28 FEBRUARI 1925 No. 9

De IftetaalfceKierfcer

weekblad ban den /SEgemcenen ncderlandscbcn metaalbewwkcrsbond.

j- Arbeiders aller Landen Vereent gt Ui

REDACTEUR; G. VAN DER HOUVEN Adres van Redactie en Administratie: Hemonylaan 24, Amsterdam —— Telefoon 26175

Kennis Is macht. Eenheid kracht

ABONNEMENT: Bij vooruitbetaling per jaar. , . • ï S . f 1.50 Voor Buitenland verhoogd met porto. Losse nummers , 0.03

Stukken van algemeenen aard moeten uiterlijk Maandags, Bondsnieuwa en advertentiën Woensdagsmorgena zijn ingekomen ♦

ADVERTENTIËN Gewone advertentiën ..... per regel f 0.30 Aanvragen voor personeel 0.20j Afdeelingsadvertentiën ..!!!!!•• 0.20

OPLAAG 34.400 Offlciëele Mededeelingen. Deze week wordt het contributiezegel op de 9s week in het Bondsboekje geplakt. • • • Wij maken de léden van de afdeelingen DEN HAAG en UTRECHT attent op de in dit nummer voorkomende advertentiën. Een Witte Raaf. Onze lezers zullen zich de correspondentie van de afdeeling Breda in ons blad van de vorige week nog wel herinneren, ’t Ging over den ouden Jan de Rooy, die 2 Februari j.l. met 49J dienstjaren bij de firma N, V. Machinefabriek „Breda” op 70-jarigen leeftijd werd ontslagen. De man mocht niet blijven om z’n 50-jarig jubileum te vieren. Eenige medearbeiders wekten hun collega’s op om te zorgen dat Jan de Rooy per Augustus a.s. toch een souvenir kon worden aangeboden. Een werkgever uit de naaste omgeving van Rotterdam heeft dit gelezen en onze afdeeling Rotterdam voor dit doel een bedrag van ƒ 5.— toegezonden. Als bijzonderheid is dit wel vermeldenswaard. Apostelen van de Eenheid. Het bondsbestuur heeft in zijn vergadering van 10 Februari j.l. de leden van de afdeeling Utrecht: P. Krielen, J. W. van Wijk en W. van IJsselmuiden op grond van artikel 10 onzer statuten geroyeerd. Dit royement is op verzoek van het bestuur der afdeeling uitgesproken en de ledenvergadering van 11 Februari heeft daaraan met algemeene stemmen haar goedkeuring verleend. \ De oorzaak dat het bondsbestuur gemeend heeft genoemde drie personen te moeten royeeren, was gelegen in het volgende : Gedateerd 6 Februari verscheen te Utrecht een strooibiljet, uitgave van het „Comité van Actie Utrecht” en gericht tot „alle georganiseerde hand- en hoofdarbeiders”, waarin o.m. wordt geconstateerd, dat de bestuurders van de verschillende organisaties iedere onderlinge samenwerking onmogelijk maken, dat de leiders uit hun slaap gewekt moeten worden fen waarin opgewekt wordt tot meer activiteit om over de hoofden der bestuurders tot eenheid te geraken. Het strooibiljet was namens het comité onderteekend dooreen 9-tal personen, vogels van diverse pluimage, w.o. ook een roomsch-katholiek en een christelijk georganiseerd arbeider, een aantal syndicalisten en verder door de 3 hierboven met name genoemde leden van onzen Bond. De 'geheele inhoud van het biljet was zeer tendentieus en ademde een buitengewoon onorganisatorischen en vijandelijken geest. Het bondsbestuur achtte de handelingen van onze leden ontoelaatbaar en sprak in Volle overtuiging het royement uit. De betrokken leden, welke ieder voor Zich met het besluit van het bondsbestuur

in kennis gesteld zijn, hebben beroep gedaan op den bondsraad en dit college zal dus nader hebben uitte maken, of het royement al of niet moet worden bekrachtigd. De vraag is echter of het geroyeerde drietal dit beroep wel ernstig gemeend heeft. Van personen, als de genoemde drie leden, welke met hun in beroep komen toch zeer duidelijk te kennen geven dat zij op het lidmaatschap van den Bond prijsstellen, mag men verwachten dat zij zelf medewerken om hun terugkeer mogelijk te maken.' Zij zijn geroyeerd op grond van art. 10 der Statuten, waarin het volgende wordt bepaald: „Het bondsbestuur heeft de bevoegdheid leden te royeeren op grond van wanbetaling of van handelingen strijdig met statuten, huishoudelijk reglement of bondsbesluiten, of in het algemeen met de belangen van den bond en de arbeidersbeweging.” De betrokken leden zullen dus tegenover den bondsraad, indien zij hun royement ongedaan gemaakt willen zien, moeten duidelijk maken dat hun handelingen niet in strijd zijn met de bondsbelangen. Wij zullen hieronder laten zien op welke wijze deze heeren daarmee bezig zijn. Blijkbaar uitermate verbolgen over het op hen toegepaste royement heeft het „Comité van Actie Utrecht”, waarvan één der geroyeerden voorzitter is, een tweede strooibiljet uitgegeven. We missen daarbij de onderteekening van, H. Mulder (modern), Ni j hof (christelijk), Berkenfeld (katholiek) en Misseler (onafh.), alle namen van personen, welke wèl op het eerste biljet voorkwamen. Blijkbaar is de fluctuatie in het comité nogal vrij groot. De onderteekening bevat nu de namen van onze drie geroyeerde vrienden, verder van twee „onafhankelijken” en twee nieuwelingen, wier herkomst ons niet gemeld wordt. Het „Comité van Actie Utrecht”, dat zich ten doel stelt „over de hoofden der leiders heen de eenheid te bereiken”, wordt dus gevormd door drie geroyeerde leden van onzen Bond, twee syndicalisten en twee... anderen, zullen we maar zeggen. ’t Is vanwege de uitgifte van dat tweede strooibiljet dat we besloten het royement in ons blad te vermelden en wel in ’t bijzonder met het oog op het volgènde gedeelte dat wij woordelijk overnemen: Wij brengen in herinnering, de staking van Werkspoor te Amsterdam. Terwijl Werkspoor Zuilen (Utr.) rustig doorwerkte, weergevende de lauwe, nare geest der Modern georganiseerden, niettegenstaande de loonen en toestanden op de fabriek te Zuilen veel en veel slechter waren als te Amsterdam op de fabriek Werkspoor, moest v.d. Born, voorzitter Utrecht, Algemeene Nederlandsche Metaalbewerkersbond, toch verklaren, niet tot een staking te moeten adviseeren. Was er voor dien tijd voldoende Actie ; gevoerd te Utrecht, om de arbeiders tegen de daar bestaande toestanden op te

wekken tot verzet en strijd, dan hadden zeker de arbeiders niet gedupeerd geweest. Daarbij komt nog dat door de schandelijke lage loonen bij Werkspoor en andere fabrieken te Utrecht door de regeering de loonen voor productief werk zijn verlaagd van 45 cent per uur tot 42 cent per uur. Is het dan desorganiseerend als wij daar verandering in willen brengen? Echter de hoofdbestuurder v.d. Born stond niet vrij, omrede de Alg. Ned. Met. bond aandeelhouder is van de fabriek Werkspoor te Zuilen (Utr.) voor een bedrag van f 25.000; terwijl wij het standpunt innemende tot een organisatie te behooren, welke de klassenstrijd voert, onze kameraden opwekkende tot activiteit, om daardoor te komen tot eenheid in de strijd, worden onze kameraden geroyeerd.1) Men zal na lezing van al het vuil, dat in bovenstaand citaat over ons uitgestort wordt, wel tot de erkenning komen, dat het beroep tegen het royement op den Bondsraad niets dan comedie is. Deze heeren hebben het opzettelijk op een royement laten aankomen en gaan, ofschoon daartegen in beroep komend, voort met onzen bond te bekladden op een wijze, welke geen tegenstander hen kan verbeteren. Om te voorkomen dat het door deze heeren rijkelijk gezaaide onkruid verder voortwoekert, zij hier het volgende medegedeeld. Onze Bond heeft indertijd 5 aandeelen ad f 1000.— (in totaal dus f 5000.—) in de onderneming „Werkspoor” aangekocht. Ten overvloede zij er de aandacht op gevestigd, dat „Werkspoor” te Amsterdam en „Werkspoor” Zuilen één onderneming is. We hadden dus geen aandeelen uitsluitend in „Werkspoor” Zuilen, zooals de modderaars schrijven. Zonder deze leugen was het geheele fantastische verhaal incompleet. We hadden dus voor f 5000.— aandeelen inde onderneming „Werkspoor”. Ze zijn destijds met een bepaalden opzet aangekocht. Wij doen niets zonder reden en ook bij dezen aankoop zat dus een bepaald doel voor, waarover we hier niét wenschen uit te wijden. Het edele trio, dat geroyeerd is, beweert nu, dat onze Bond niet vrij stond vanwege die f 5000.— aandeelen en dat daarom aan „Werkspoor” te Zuilen niet gestaakt mocht worden. ’t Verhaal is niet onaardig bedacht, ’t Is alleen maar zoo jammer dat deze beschuldiging nu pas openlijk uitgesproken wordt. Intusschen zij hier opgemerkt dat de staking „Werkspoor” te Amsterdam in Mei 1924 ontstaan is mede en voornamelijk door onzen invloed en dat tijdens den duur van de staking, uitsluitend met het doel om deze niet te doen mislukken, aan alle gehuwde ongeorganiseerden uit onze eigen middelen steun verleend is. Hieruit kan men zoo ongeveer conclul) Uit dezen onlogischen zin blijkt overigens, dat de schrijver het liegen minder verleerd heeft dan z’n Nederlandsche taal. Red.

deeren, welke invloed die 5 aandeelen hebben uitgeoefend. Ja, maar Zuilen dan, zal men allicht opmerken. Ons antwoord is dat door ons in samenwerking met de andere bonden wanhopige pogingen gedaan zijn om het personeel van Zuilen inden strijd te betrekken. Het „trio” schrijft dat „Zuilen rustig doorwerkte, daarmee weergevende de lauwe, nare geest der Modern georganiseerden.” Om al dezen klestpraat te karakteriseeren, het volgende. Alle organisaties te Utrecht' hebben elk voor zich met eigen leden een beslissing inzake al of niet staken aan de fabriek te Zuilen genomen, met het resultaat dat 80 procent van alle georganiseerden zich vóór den strijd verklaarde. Daarna is onder leiding van de samenwerkende bonden met de ongeorganiseerden op Zaterdag 3 Mei vergaderd. Deze vergadering was slechts dooreen 100-tal ongeorganiseerden bezocht. Medegerekend een aantal dat niet aanwezig was, maar schriftelijk zich over al of niet staken uitsprak, was het resultaat, dat van de ongeorganiseerden zich 91 verklaarden vóór sta-, ken en 50 tegen, terwijl 13 blanco stemmen werden uitgebracht. Als men nu nagaat, dat op dit tijdstip te’ Zuilen ongeveer 950 man boven 18 jaarj werkzaam was, waarvan 440 georganiseerd, dan kan ieder op z’n vingers narekenen dat slechts de helft van dit personeel tot staken bereid was. Onder die omstandigheden hebben de gezamenlijke besturen geen ultimatum kunnen stellen. Later heeft wel een enkele afdeeling (gieterij) toch aan de staking willen deelnemen, maar daartegen hebben wij ons verzet, omdat dit voor het welslagen van den strijd te Amsterdam van alle beteekenis ontbloot was. Resumeerende kunnen we met feiten en cijfers aantoonen, dat niets nagelaten is om ook het bedrijf te Zuilen stil te leggen en dat dit ook wel zou gelukt zijn als de geest onder het groote aantal ongeorganiseerden even goed was geweest als onder onze leden,; waarvan het „trio” intusschen beweert, dat’ onder hen een „lauwe nare geest’’ heerschte. We kunnen hiermede gevoegelijk van het liegend en verdachtmakendl Utrechtsch drietal afstappen. Wij hebben stellig een goede greep gedaan om deze menschen buiten onze organisatie te plaatsen. Menschen die bij ons komen om herrie en keet te maken, zetten we onverbiddelijk buiten de deur. Daar! kunnen zij schelden, razen en verdachtmaken zooveel hen lief is, maar in eigen huis dulden wij zulke heeren niet. 3.. ■ ■ --=5 TROUW AAN DEN BOND SOLIDARITEIT! IJVERIGE PROPAGANDA! WIE DEZE DRIE ZAKEN FLINK EN NAAR BESTE KRACHTEN BEHARTIGT, DOET ZIJN PLICPIT. ■T " ‘ 1— ""i* ’