Telkens en telkens weer worden tientallen belastingschuldigen opgeschrikt, als de post hun in plaats vaneen verblijdend familiebericht, een aanmaning bezorgt, afgezonden door het kantoor van den Rijksontvanger, vermeldende de dreigende mededeeling, om binnen da'gen de verschuldigde belasting te betalen; bij verzuim wordt ingevolge de Wet enz. . . . kosten dezes f 0.25. Hoe, zoo zal menigeen zich dan afyragn, kan ik toch in ’t vervolg voorkomen, dat ik die ~extra belasting” betaal; immers pas heb ik het aanslagbiljet ontvangen of men stuurt mij al een aanmaning. Het beste, wat aan belastingschuldigen geraden kan worden is dit: Leest wat op de achterzijde van het biljet gedrukt staat, waarvan het hierna volgend wel het voornaamste is. De belasting is invorderbaar in zooveel gelijke termijnen als er na de maand, die inde dagteekening van het biljet is vermeld, nog maanden van het belastingjaar overblijven. Nemen we als voorbeeld de Personeele Belasting; het belastingjaar gelijk aan kalenderjaar, loopt van 1 Januari tót 31 December. Op het biljet staat als datum b.v. 25 April 1925; de belasting vervalt dus in 8 termijnen, op 31 Mei de iste termijn, op 30 Juni de 2de termijn, enz. De ontvanger heeft de bevoegdheid de belasting te bevorderen zoodra er weer een termijn vervallen is. Inden regel wacht hij tot de 3de termijn vervallen is, teneinde den menschen gelegenheid te geven alvast een gedeelte te betalen. Staat als datum op het biljet b.v. 10 Mei 1925> dan wordt gewoonlijk pas vervolgd na het verstrijken van den termijn, in dit geval na 31 Juli. Wacht men dus langer met het betalen vaneen gedeelte van den aanslag, dan ,is het ontvangen vaneen aanmaning het onvermijdelijk gevolg. Ditzelfde geldt ook voor de Grondbelasting ; deze beide belastingen behooren dus 31 December geheel te- zijn aangezuiverd, zoo de dagteekening niet later is dan April, op straffe van boete, inden vorm vaneen aanmaning ad f 0.25, daarna enz. Een afwijking van bovenstaande bestaat alleen in ’t geval de dagteekening vermeldt een latere maand dan de zevende van het belastingjaar, b.v. 20 Augustus 1925; alsdan vervalt de belasting in 5 gelijke termijnen, den 3o«i September de ie termijn, en zoo vervolgens, de laatste in dit geval, 31 Januari 1926. Vervolging wordt dan dus ingesteld na ’t vervallen van den zen termijn, i. c. 31 October 1925. In bijzondere gevallen, als b.v. bij faillissement, wordt van deze algemeene regelen afgeweken. Nog dient te worden opgemerkt, dat de verplichting tot betalen niet wordt opgeschort door het indienen van bezwaarschrift of verzoekschrift. Voor de Rijksinkomstenbelasting gelden dezelfde bepalingen, doch, omdat het belastingjaar daarvan anders loopt, lijkt het mij beter die belasting bij gelegenheid apart te bespreken. " SIJMEN B. DORDRECHT- We deelen onzen leden mede, dat Dordrecht, voor wat onze uitkeeringen uit de werkloosheidskas betreft, vanaf 4 Jan. j.l. inde eerste gemeenteklasse is gekomen. Verschillende uitkeeringen worden hierdoor verhoogd, doch deze verhoogingen houden ook verband met de contributieklasse waarin men betaalt. Het is noodzakelijk dat men zich hieromtrent vergewist, anders zullen teleurstellingen niet uitblijven. Men drage dus zorg, steeds inde juiste klasse te contribueeren. Nog al vaak blijkt, ook bij uitbreken van conflicten, dat er ineen te lage contributieklasse wordt betaald. Het gevolg is dan lagere uitkeering dan anderen, welke in hetzelfde bedrijf evenveel verdienen. In zoo’n geval wil men dan gaarna meer betalen, doch dan is het voor deze gelegenheid te laat. Laat ieder van onze leden ’ dus eens nagaan of hij aan het bovenstaande voldoet. * * ♦ Het is gebleken dat meerdere werkgevers, om aan betaling van de Kerstdagen en Nieuwjaar te ontkomen, alle menëchen, die ze maar eenigszins enkele weken konden missen, vlak voor de feestdagen hebben ontslagen. Ook zijn er enkele firma’s die door aanname van personeel per dag zich aan de verplichting, hun door den Metaalbond opgelegd, onttrekken. Het spreekt vanzelf dat zulks nooit bij het invoeren van de betrokken regeling de bedoeling kan zijn geweest. In dit verband is ’t gewenscht, dat aan fabrieken, waar dit voorvalt, men dit ter kenis van het bestuur brengt, opdat wij ten volle met den omvang van dit euvel op de hoogte .worden gebracht;

; Het bestuur van onze afdeeling zal tevens gaarne mededeeling ontvangen of er op de , diverse fabrieken met ingang van het nieuwe jaar promoties zijn toegekend voor de volwassenen en vooral of er periodieke verhoogingen zijn toegestaan voor de jongeren. In dit verband willen wede ouderen er op wijzen, dat het zeer gewenscht is om zich wat meer met de jongeren bezig te houden, want ht aantal adspiranten van onze afdeeling is schrikbarend verminderd. Met het oog op de toekomst is ’t gewenscht, dat wijde jongeren in sterkere mate naar ons toe zullen weten te trekken. * * + Met het oog op een en ander zal spoedig een vertrouwensliedenvergadering worden belegd, om al deze dingen onder de oogen te zien. . Het bestuur wenscht hierbij nog aan de leden een voorspoedig jaar toe en spreekt daarbij de hoop uit, dat de kleine vooruitgang, welken wij in 1925 mochten constateeren, zich in 1926 krachtiger zal voortzetten, opdat ook aan de economische positie van onze leden krachtiger zal kunnen worden gewerkt. v. H. HAARLEM. Het Instituut voor Arbeidersontwikkeling heeft op 16 Januari a.s. een filmmiddag voor-onze kinderen georganiseerd inde Gem. Concertzaal. Het zullen ook voor de ouderen zeer leerzame , films , zijn. De prijs der kaarten bedraagt f 0.15 per stuk. Wij wekken onze leden op er hun kinderen van te laten genieten. Men behoeft geen lid van het Instituut te zijn, doch kan kaarten op ons kantoor, Frans Halsstraat i3ro°d, bestellen. Het doet u tevens kennismaken met ons ontwikkelingswerk. A. Brg. HENGELO. Een zwaar verlies trof onze afdeeling Hengelo door het overlijden van haar secretaris-penningmeester H. J. PEEZE, inden ouderdam van 38 jaar. Een ziekte van ruim een week heeft een eind aan zijn leven gemaakt. In 1907 werd hij lid onzer afdeeling. Na eenige jaren werd hij gekozen als bestuurder, welke functie hij gedurende vele jaren heeft vervuld. De laatste jaren was hij bezoldigd secretaris-penningmeester. Oiize afdeeling verliest in hem dan ook een beste werkkracht, die niet gemakkelijk zal zijn te vervangen. Het werk voor den Bond was hem nooit te veel. De samenwerking met ons bestuurders was altijd • even aangenaam. Een zwaar verlies is het ook voor de geheele beweging. Peeze was jaren bestuurder van den H. B. 8., voorzitter van de afd. der S. D. A. P. en bestuurslid van den Raad van Arbeid. Zwaarder treft het verlies nog zijn jeugdige vrouw en zijn kind van 5 jaar, voor wie hij een trouwe echtgenoot en vader was. Hij ruste in vrede! G. J. B. DEN BOSCH. Door middel van ons vakblad brengen wij onzen leden ter kennis, dat op 26 Januari a.s. door den Bosschen Bestuurdersbond een groote propaganda-feestvergadering wordt gehouden ter viering van het 20-jarig bestaan van het N, V. V. Het doel dezer vergadering moet als-vanzelfsprekend zijn een opwekking tot het vóeren van meerdere propaganda naar buiten. Het is daarom dan ook, dat wij er bij; onze leden ten sterkste op aandringen deze vergadering met hun vrouwen bij te wonen en minstens één ongeorganiseerde mede te brengen. De prijs der programma’s bedraagt 30 cent per persoon en zijn bij het afdeelingsbestuur verkrijgbaar. Voor nie- 1 mand onzer leden behoeft deze prijs dus een beletsel te zijn om deze zeer belangrijke vergadering bij te wonen. Vooruit dus, vrienden, allen daarheen! v. V. * SNEEK. Onze actie vóór doorbetaling der feestdagen bij de firma Hubers gevoerd, is met succes beloond. De uitbetaling der afgeloopen feestdagen bracht in menig gezin een verlichting. Moge ’t nieuw begonnen jaar ook eenige .verlichting brengen inde hoofden van de ongeorganiseerden, die wel steeds de hand ophouden als er voordeelen zijn, doch niet zoo kameraadschappelijk zijn, om ook hun offers te brengen voor een meer geordende samenleving, UTRECHT. Werkloozenuitkeering te Zuilen. Na jarenlang geschrijf en geagiteer, is eindelijk het gedeelte Zuilen, z.g. Nieuw-Zuilen, door den .Minister geplaatst inde 2e klasse. Alhoewel dit een belangrijke verbetering is, kunnen we toch nog niet tevreden zijn, daar wij van meening zijn dat Zuilen inde i«= klasse behoort aangezien de huishuren, belasting, enz. niet lager, ja zelfs hooger zijn dan in Utrecht. In elk geval is de nu gedane stap als aflossing van beteekenis voor een groot aantal onzer leden, dat voortaan geen uitkeering' meer zal ontvangen gelijkstaande

met die van armenzorg. Hiermede is tevens een argument vervallen van de ongeorganiseerden, die blijkbaar liever op de gemeenschapskas parasiteeren, dan mede zelf voor hun toekomstzorg te dragen, door zich bij de organisatie aan te sluiten, daarmede tevens bij eventueele werkloosheid zich voor uitkeering te verzekeren. Kameraden te Zuilen, georganiseerden in onzen, bond, werkt thans mede om het nog te gróote aantal ongeorganiseerde metaalbewerkers te brengen in onze rijen, opdat wij 'met des temeer drang kunnen agiteeren voor opneming van Nieuw-Zuilen inde iste gemeenteklasse. * * * Huisbezoek, Door verschillende omstandigheden kunnen wij eerst binnen eenige dagen met ons huisbezoek aanvangen. Wij rekenen natuurlijk weer op onze trouwe werkers. Ook ontbreken ons nog van eenige fabrieken de namen en adressen van* de on- en verkeerd georganiseerden. Laat nu ieder nog eens nagaan of op de fabriek bij hem makkers zijn, die in onze rijen te brengen zijn, en zoo ja, dan naam en adres aan ons opzenden. Van vrijwel de grootste fabrieken hebben wij alles in orde. Ook namen en adressen van goede werkers zijn zeer welkom. Onze z.g. tegenstanders zitten niet stil, hetgeen bij ons verhoogde activiteit tengevolge moet hebben. Bij de R.K. hebben de huisbezoekers een brochure of handleiding waarin tal van feiten vermeld staan, die of uit hun verband gerukt zijn, of vervalscht zijn. Ook de affaire Barmat en Co., die in Duitschland afgedaan heeft, brengen ze in die brochure nog naar voren, doch wijzelijk zwijgen ze overeen veel grootere zwendelzaak, n.I. de Hanzebankaffaire, waarvoor we niet zoo ver van huis behoeven. Kortom er is heel wat recht te zetten en waarvoor niet eens zooveel kennis noodig is. De feiten en handelingen van onze tegenstanders zijn zoo versch en zoo dichtbij en zoo indruischend tegen de belangen van de metaalbewerkers, dat deze van zelf spreken en pleiten voor aansluiting bij onzen bond. Vooruit werkers, wij hebben slechts uw wil en werklust noodig. * * * Zaterdag 9 Januari zijn bij ons inde Korenbeurs en verder op ons kantoor en bij dén bode, de programma’s voor onzen feestavond op 6 Februari a 45 ets. verkrijgbaar. Medewerking van het gezelschap ~Jan van Riemsdijk”. Voorziet u tijdig van ■ kaarten, vóórdat het te laat is. G. De arbeidskracht en haar verkoop. Ineen vorig artikel (No. 18 van 2 Mei 1925) toonden wij aan dat feitelijk alles, wat tot ’s menschen behoefte dient, eerst door aanwending vdn arbeid waarde ontvangt. Dat dus eigenlijk alles, wat op aarde bestaat, zelfs wat de natuur voortbrengt, eerst door bestede arbeidskracht waarde ontvangt. Dat dus bezitters van grond- en delfstoffen deze eerst door arbeidskracht waarde kunnen geven. Wij hebben verder gézien dat onder redelijke verhoudingen feitelijk ieder, die arbeidskracht bezit, het recht moest hebben van de zonder besteden arbeid waardelooze arbeidsmiddelen (grond- en delfstoffen) te mogen gebruiken voor daaraan te besteden arbeid en dan dat arbeidsproduct, dat gebruiksvoorwerp, tegen andere benoodigdheden te ruilen. Dat zou plaatshebben onder redelijke verhoudingen. Maar ónze 1 samenleving heeft zich anders ontwikkeld. Óm echter hier niet weder de ontwikkelingsgeschiedenis yanaf den grijzen voortijd te herhalen, waarvan iedere phase reden van bestaan had, ook de na de slavenhuishouding ontstane kapitalistische productiewijze, willen wij ons tot de laatste bepalen. De kapitalistische productiewijze onderscheidt zich van de voorafgegane slavenhuishouding dooreen formeele vrijheid der bezitters van arbeidskracht, der arbeidsmenschen. Deze onderscheiding is echter niet door sociaal-menschelijke overwegingen ontstaan, maar eenvoudig een product van grooter doelmatigheid. Arbeidsrecht, sociale voorzorg, veroveringen der georganiseerde arbeidskracht zijn echter niet eigenaardigheden van hét productieproces, maar het resultaat vaneen langen strijd van den georganiseerden arbeid. Het productieproces is geheel en al zonder gevoel. Als kapitalistisch productieproces heeft het als bijzonder doel het kapitaal te vermeerderen. Niet dat daaruit steeds nieuwe gebruiksgoederen voortvloeien, maar dat het doorloopend een nieywe hoeveelheid kapitaal vormt als z.g. waarde-objecten. Het treedt op als voortbrenger van waardeobjecten, doch doet het alleen omdat het hem mogelijk is door verbruik vaneen kleinere warenhoeveelheid een veel grootere te bereiken.

Het kapitalistische productieproces is ook waardebron. Daar wij echter de geestelijke en lichamelijke arbeidskracht als eenige schepster van waarde erkend hebben, is een dezer definities foutief. De arbeidskracht hebben wij na een grondig onderzoek als waardebron erkend. Nemen wij het bewustzijn van nauwkeurig onderzoek van het productieproces als basis, dan moeten wij tot de volgende resultaten komen: Treedt het productieproces als voortbrenger van waardegoederen op, dan ligt zijn waardebron inde vervaardiging van waardegoederen. De waar zelf is de inde stof gestoken arbeidskracht. De waardègoederen (waarde-objecten) zijn dus gewonnen arbeidskracht en het productieproces is dus de verbruiker van arbeidskracht. Zijn waardebron ligt in dat verbruik en groeit naarmate hij meer arbeidskrachten verbruikt. Zijn waardebron is dus geen bijzonderheid van het proces, maar alleen een eigenaardigheid van de arbeidskracht en ontstaat door haar verbruik. De koop der arbeidskracht en haar verbruik zijn dus de inhoud van het productieproces. Daar de arbeidskracht niet van den mensch kan gescheiden >vorden, haar uitgifte aan de tegenwoordigheid van den mensch en den tijd. verbonden is, wordt de mensch voor een , bepaalden tijd mede verkocht. Hij verliest voor den duur van den verkoop der arbeidskracht zijn vrijheid. De kooper bepaalt de manier der uitgifte en heeft belang bij een volledige uitgifte der arbeidskracht. Zoolang de gekochte mensch nog een vonkje kracht bezit, voelt de kooper zich als rechtmatig bezitter van deze kracht. De krachtige mensch wordt gekocht, van. zijn vrijheid beroofd, en de uitgegeven, zwakke mensch ontvangt zijn vrijheid terug. Deze ontvangt hij niet terug om er van te genieten, maar om nieuwe kracht te verzamelen opdat "hij zich opnieuw kan verkoopen. De vrijheid is dus alleen middel' tot het doel; de mensch benoodigt haar om zich tot verkoop, tot uitgifte van geestes- en lichaamskracht voor te bereiden. Zij is eigenlijk maar een formeele vrijheid en het kapitalistische productieproces onderscheidt zich van de slavenhuishouding alleen daarin, dat de mensch zijn eigen slavenhouder is. Het eerste heeft tegenover de , slavenhuishouding het voordeel, dat het alleen krachtige menschen zijn eigen noemt. De zwakke, verbruikte mensch is hem onverschillig.' Zijn opzichters zijn als de slavendrijvers inde uitbuiting der werkkracht. Om het behoud daarvan hebben zij geen zorg. Wij hebben geconstateerd: De waar is gewonnen menschelijke arbeidskracht, in stof vertegenwoordigde menschelijke werkzaarrlheid. Is echter de arbeidskracht een waar? Neen en nog eens neen! Zij heeft niet de bijzonderheid der vorming eener waar; zij is eenden mensch eigenaardige bekwaamheid,’ waardoor hij zich onder-: houdt, zijn leven veraangenaamt en eerst levenswaardig maakt. Als zij verkocht wordt, verkoopt de mensch de bekwaam-1 heid om zijn levensdoel te vervullen en het verkoopen van zijn werkkracht wordt levensinhoud voor hem. Hij leeft om te werken. In het kapitalistische productieproces verschijnt de arbeidskracht op de arbeidsmarkt en ondergaat hier nauwkeurig de schatting eener waar op de warenmarkt zonder echter haar eigenaardigheden te bezitten. De waar heeft het streven zich op de markt in geld om te zetten. Dat streven ontstaat niet uit levensnoodzaak der waar, maar door het streven van den bezitter van waarde-objecten om deze in geld als algemeen erkenden waardevorm om te zetten. Het doel: herschepping van waar In geld, heeft het oogmerk om hpt deel der warenhoeveelheid ineen algemeen erkenden waardevorm te brengen, dat er m ? er uit het productieproces uitvloeit dan er in gestoken is. De ingestoken warenhoeveelheid heeft den vorm eener bepaalde geldhoeveelheid en de verkoop der waar is het streven om den ouden vorm der geldhoeveelheid terug te ontvangen en de warenhoeveelheid, welke ermeer uitvloeit, in geld om te zetten. Dat laatste is de eigenlijke prikkel van het kapitalistische productieproces.- De verkoop der waar is zijn laatste optreden, hij zet het succes om in pr o f ij t. Het proces had plaats door omzetting van geld in waar en waar is geld. De arbeidskracht heeft op de markt het: gelijke streven zich in geld om te zetten dat echter ontstaat uit de levensnoodzaak der arbeidskracht. Zij moet'zich uitgeven, teneinde de middelen voor haar behoud in te ruilen ; zij wil zich inruilen voor geld, om daarvoor de levensnoodzakelijke warenhoeveelheid te ontvangen. Het doel der omzetting van arbeidskracht in geld en van geld in waar is het behoud van het leven. De arbeidskracht wordt, wil zij behouden blijven, tot verkoop gedwongen; de waar laat zich alleen door profijt tot haar verkoop dwingen ; zij is het gewonnen voortbrengsel der tot verkoop gedwongen arbeidskracht. Het productieproces ver-