33STE JAARGANG ZATERDAG 29 MEI 1926 No. 22

De IfletaalDemerfcer

Weekblad van den Algemenen nederlandscfteti lfletaalbewerkersbond.

■I – i Arbeiders aller Landen. Vereenigt Uj

REDACTEUR: G. VAN DER HOUVEN Adres van Redactie en Administratie: Hemonylaan 24, Amsterdam Telefoon 26175

Kennis is macht, Eenheid kracht r

ABONNEMENT: Bij vooruitbetaling per jaar... J I ï I f 1.50 Voor Buitenland verhoogd met porto. Losse nummers 0.03

Stukken van algemeenen aard moeten alterlijk Maandags, Bondsnieuws en advertentiën Woensdagsmorgens zijn ingekomen

ADVERTENTIËN Gewone advertentiën ..... per regel f 0.30 Aanvragen voor personeel .•••*..» 0.20 Afdeelingsadvertentiën 0.20

OPIiAAG 25.850 Officiëele Mededeelingen. Deze week wordt het contributiezegel op de 22e week in het Bondsboekje geplakt. * * Wij maken de leden attent op de advertentie van het ziekenfonds ~ Voorzorg voor= komt Zorg”, voorkomende in dit nummer. Ë] 'lg TROUW AAN DEN BOND! SOLIDARITEIT! IJVERIGE PROPAGANDA! WIE DEZE DRIE ZAKEN FLINK EN NAAR BESTE KRACHTEN BEHARTIGT, DOET ZIJN PLICHT. «1 ' ~ ' ' Het einde van de staking in Engeland. De algemeene werkstaking in Engeland behoort weer tot het verleden en zooals steeds bij zeer groote conflicten het geval was, ontbreekt het ook nu niet aan nabetrachtingen, waarbij, al naar gelang van het standpunt der schrijvers, de resultaten van den strijd worden beoordeeld. De uitersten raken elkander steeds en zoo kunnen we ook nu weer constateeren dat uiterst rechts en uiterst links het met elkander roerend eens zijn dat de slag verloren is. Wij meenen dat het wijlen Cornelissen was die eens gezegd heeft dat geen enkele staking als verloren mag worden beschouwd. Zonder nu zoover te gaan, zijn wij van oordeel dat de groote strijd in Engeland zeker niet zonder succes beëindigd is. Voor hen, die steeds verkondigd hebben dat de algemeene werkstaking d e redding voor het proletariaat zou beteekenen, moet het verloop in Engeland een desillusie zijn. Diegenen echter, die de hanteering van dit alleruiterste economische wapen altijd wat sceptisch bezien hebben, zullen allicht met wat grootere objectiviteit het eind-resultaat bezien en waardeeren. De menschen zijn met hun oordeel altijd heel spoedig gereed en vooral onze „revolutionnaire” vrienden spelen in dat opzicht haantje de voorste. De algemeene werkstaking wordt iederen dag als het panacé voor alle kwalen aanbevolen. Geen strijd is er, in welke industrie ook, of men weet met de allergrootste stelligheid te verzekeren dat uitbreiding over de geheels linie noodzakelijk is. Geeft men aan dat drijven geen gehoor, dan wordt het resultaat van het Conflict volgens het gegeven advies afgemeten. . Is er heelemaal geen resultaat, dan komt dat omdat men niet de algemeene werkstaking gewild heeft; is er wél resultaat, dan volgt steevast het argument dat met de algemeene Staking méér zou zijn ,

Nu men in Engeland gedaan heeft wat onze revolutionnaire betweters zoo na aan het hart lag en de resultaten niet zijn volgens de verwachting, nu is natuurlijk de algemeene werkstaking v-e-r-r-a-d-e-n. Dat het zoo zou loopen, wisten we wel te voren. De leiders vaneen beweging, wier invloed zoo goed als niets te beteekenen heeft, weten het altijd zoo te draaien dat het gelijk aan hun kant is. * * * Wij constateeren slechts dat momepteel nog niets omtrent de resultaten van den strijd kan worden vastgesteld. De arbeiders zijn niet zegevierend naar hun arbeid teruggekeerd. Dat staat wel vast. Maar dat wil geenszins zeggen, dat zij verloren hebben en dat de regeering gewonnen heeft. Blijkens „Het Volk” van 21 Mei j.l. heeft Mae-Donald ineen rede zich als volgt over den afloop uitgelaten : „Door de wijze van optreden der regeering bij de onderhandelingen was er maar één ding wat de vakbeweging kon doen en dat was een sympathiestaking op groote schaal af te kondigen. Sir Herbert Samuel (de voorzitter der koninklijke kolen-commissie) bood de regeering vóór de onderhandelingen zijn diensten aan, maar ze werden geweigerd. De algemeene raad van het T. U. C. (het Vakverbond) echter ging naar Sir Herbert Samuel toe en vroeg hem om een interpretatie (uitlegging van het verslag der kolenkommissie. De Raad werkte tot inden nacht en verkreeg een interpretatie, die hij beschouwde als een goeden grondslag voor onderhandelingen. Men was van oordeel dat de staking gedaan had wat noodig was en hief haar op. Sommige menschen. vragen of de algemeene staking een succes was. Ik antwoord daarop met een wedervraag. Was de positie der regeering na de staking dezelfde als er voor? Natuurlijk niet. Als de heer Baldwin aan het einde der week vóór de staking gedaan had wat we hem , een en andermaal vroegen, zou er in het geheel geen staking geweest zijn; hij deed het. binnen twee dagen na de opheffing der staking.” Wat Mac. Donald hier zegt, geeft vrijwel weer hetgeen wij zelf omtrent de resultaten gedacht hebben. Dit groote conflict zal zijn uitwerking niet missen. Door sommige schrijvers is 1903 weer op het tapijt gebracht. Zoo er één strijd is, waarvan gezegd kan worden dat hij verloren werd, dan was het deze. Maar het spoorwegpersoneel heeft later de gunstige gevolgen van het gepleegde verzet ondervonden. Zou men, hieraan herinnerend, ook maar één oogenblik durven volhouden dat de Engelsche arbeiders zich hun optreden zouden betreuren ? De Engelsche regeering moge al haar zin hebben gekregen dat de staking onvoorwaardelijk is opgeheven, zij heeft desniettemin een ernstige waarschuwing ontvangen. De correspondent van de „Nieuwe Rotterdammer”, die zich persoonlijk op het terrein van den strijd bewogen heeft.

schreef in het weekblad ~De Vrijheid” 0.m.: ~De arbeiders hebben voorwaarden gekregen die van dien aard zijn, dat er nooit in ernst van staking sprake zou hebben kunnen zijn, als zij van den beginne af aangeboden waren. Dat hebben zij dan toch bereikt, al is dit dan ook ten deele gelukt door de sympathie van de gematigde elementen inde regeering voor de betreffende eischen der mijnwerkers.” Als een man, die toch weinig sympathiek tegenover den strijd van de arbeiders staat, een dergelijke uiting doet, mag daaruit geconcludeerd worden dat de strijd niet voor niets gestreden is. * * ♦ De R.-K, „Volkskrant” concludeert, dat het besluit tot opheffing een erkenning van de leiders inhoudt dat hun optreden onrechtmatig was. Zoo’n conclusie kan alleen door de redactie vaneen R.-K. „arbeidersblad” genomen worden. Nu moeten we bij alles, wat de roomsche bladen schrijven, met één ding rekening houden. Die redacteuren schrijven altijd voor eigen parochie en altijd voor menschen wien ’t verboden is andere bladen te lezen. Daardoor hebben zij de gelegenheid de grootst mogelijke nonsens aan hun lezers voor te zetten. De menschen lezen toch niets anders en kunnen derhalve de onwaarheden en halve waarheden toch niet confroleeren. De redactie vindt het zoo allemachtig jammer, dat er in Engeland geen roomsche en christelijke organisaties zijn die daar als strijdbrekers hadden kunnen optreden. De ervaring, thans weer opgedaan, toont de noodzakelijkheid vaneen scheiding en de inrichting van eigen, christelijke vereenigingen aan”, zoo beweert onze „Volkskrant”. Dat is wat anders dan hetgeen de heer Serrarens eenigen tijd geleden bepleit heeft. Deze heer heeft den roomschen arbeiders in Engeland den ernstigen raad gegeven *in de algemeene vakbeweging te blijven. In elk geval blijkt, ook uit hetgeen „De Volkskrant” thans schrijft, dat de Engelsche vakbeweging op het principe van den klassenstrijd is opgebouwd. Dat wist trouwens iedereen, behalve de redactie van „St. Eloy”, wel te voren. De redactie van „De Volkskrant” constateert intusschen dat „in Engeland zelf uit de arbeidskringen geen stem tegen den misstap is opgegaan”. De arbeiders zelf hebben in Engeland uit eigen aandrift dus geen behoefte aan een aparte katholieke of christelijke vakbeweging, ’t Zal nu de vraag zijn of de Kerk in Engeland precies als'hier voor jaren terug reeds geschiedde, van bovenaf de splijtzwam zal brengen. Wij hebben zoo ’t vermoeden dat zij verstandiger zal zijn omdat zij dan, evenals hier, duizenden arbeiders van de kerk zouden vervreemden. Want de groote bewuste massa in Engeland zou stellig niet dulden dat de kerk de zijde der kapitalisten koos, zooals zij dat hier gedaan heeft.;

Uit ons Verslag. Contributiebetaling in verhouding tot de loonen. Meermalen hebben we er reeds op gewezen, dat de daling van de loonen zich inde contributie, die onze leden betalen, weerspiegelt. Ons verslag bevat o.m. een overzicht waaruit dit heel duidelijk blijkt en ’t is wel van belang het onder de aandacht van onze lezers te brengen. Hieronder laten we het desbetreffende deel uit ons verslag volgen: Benevens de staten van den zegelverkoop enz. van het geheele zegelaantal, plaatsen wij hierbij weder een overzicht van den zegelverkoop alleen van de werkende leden. De bedoeling hiervan is de factoren, die de waarde van het zegel kunnen drukken, uitte schakelen. Immers bij groote werkloosheid en langdurige stakingen worden veel Eenheidszegels verkocht. Het overzicht hier bedoeld geeft nu alleen de gemiddelde waarde van het zegel weer, zooals zij door de werkende leden wordt genomen. Precies is hiervan nu af te lezen hoe de gemiddelde zegelwaarden en dus ook het loon van jaar tot jaar zich verhoudt; Gemiddelde betaalde contributie door werkende leden In 1922 In 1923 In 1924 In 1925 Afdoe linden: Cts. Cts. Cts. Cts. Amsterdam , . . 88.8 87.4 85.4 83.7 Arnhem ....... 80.9 79 3 76.2 75.7 Delft 82.8 80.8 77.1 76.5 Deventer. ...... 7t.2 68.6 66.6 65.4 Dordrecht ...... 78.1 74.3 72.3 71.4 Den Haag 89.4 88.3 86.6 84.2 Haarlem 80.3 79.8 77.2 75.4 Leiden ....... 77.1 76 74.6 73.2 Botterdam . , ... 86.6 83.6 80.6 79.3 85.5 82.4 80.4 79.5 Utrecht 81.9 79.5 77.1 76 Overige afdeelingen . . 76.6 73.7 71.2 7*2.1 Beschouwen wij deze cijfers goed, dan zien wij in alle afdeelingen sinds 1922 een regelmatigen teruggang. Dit beteekent een geregelde verschuiving naar een lagere contributieklasse. WAARSCHUWING. Wij raden een ieder in zijn eigen belang dringend aan nimmer tot landverhuizing naar overzeesche landen te besluiten zonder eerst inlichtingen en raad te hebben gevraagd aan de Nederlandsche vereeniging „Landverhuizing”, Bezuidenhoutscheweg 97, te ’s Gravenhage. Deze vereeniging verstrekt alle hare inlichtingen volkomen belangeloos.