33STE JAARGANG ZATERDAG 2! AUGUSTUS 1926 SSo. 34

De Tfte taalt) e mcckblad m den Algcmccncn nederlandschen metaalbewerkersbond.

» – —— . 1 REDACTEUR: G. VAN DER HOUVEN „ . . Arbeiders aller Landen ~ Kennis is macht, Vereenigt U. Adres van Redactie en Administratie: Hemonylaan 24, Amsterdam Eenheid — ——-—-————- Telefoon 26175 1 ——" "ï————— 1 """ T

ABONNEMENT • ~ , ADYERTENTIËN Ey vooruitbetaling per jaar, f ~50 «takken van algemeenen aard moeten u.ter 1,, k Maandags, Gewone advertentiën . ... per regel (0.30 Voor Buitenland vcrh o o g d me t por l o. Bondsmeuws cn adverteren Woensdagstnorgens Aanvragen voor personeel 0.20 Losse nummers 0.03 Zljn I*lge 'omen Afdeelingsadvertentiën ......... 0.20

OPLAAG 25.750 Offieiëele Mededeeiingen. Deze w&ek wordt het contributiezegel op de 34a week in het Bondsboekje geplakt. Oproep om steun voor de Engelsche mijnwerkers. De geschiedenis betreffende de weigering van het N.,V. V. om een steunactie ten behoeve van de Engelsche mijnwerkers in het leven te roepen, mogen we als volkomen bekend veronderstellen. Niet 0$ formeele, doch op louter organisatorische gronden was het Verbond we! genoodzaakt om niet ten behoeve vaneen buitenlandsch conflict af te wijken vaneen gedragslijn, die tot dusver steeds gegolden heeft voor conflicten in het eigen lar d. Het moge te betreuren zijn, dat daardoor de strijd van de mijnwerkers niet den steun genoot waaraan zoo groote behoefte was, onze schuld was dat niet. Het Engelsche Vakverbond heeft nu wél gedaan wat het tot dusverre naliet. Het heeft de hulp van het I. V. V. ingeroepen en dit lichaam heeft nu de aangesloten centrales verzocht, met den grootst mogelijken spoed steunbewegingen in het leven te roepen. Het N. V. V. heeft met bekwamen spoed aan den oproep voldaan en onmiddellijk in overleg met de hoofdbesturen al die maatregelen getroffen die noodig zijn om de steunbeweging zoo goed mogelijk te doen slagen. De vergadering met de hoofdbesturen nam besluiten die in het hieronder volgend persbericht worden vermeld: De buitengewone hoofdbesturenvergadering, die het N. V. V. gisteren Heeft gehouden in verband met de steunbeweging voor de Engelsche mijnwerkers, onderschreef zonder eenige uitzondering het standpunt tot dusver door het Verbondsbestuur ingenomen, n.l. dat een steunbeweging niet mogelijk was, zoolang het Engelsche Vakverbond zich daartoe niet tot het I. V. V. had gewend. Op voorstel van het Verbondsbestuur werd besloten tot en met 28 Augustus de steunbeweging te doen loopen over de schijf van de hoofdbesturen en wel door middel van steunzegels. Daarna zal de steunbeweging door de bestuurdersbonden worden overgenomen, waarbij gebruik wordt gemaakt van steunlijsten. De vergadering machtigde ten slotte het N. V. V. onmiddellijk een bedrag van f 35.000 aan het I. V. V. te doen toekomen, op rekening van de opbrengst der zegels, voor welk bedrag de hoofdbesturen zich garant stelden. De steunzegels, die tot en met 28 Aug. a.s. verkocht zullen worden, hebben een 'vaarde van 25 cent. Onze Bond moet voor zijn deel voor 24000 van zulke zegels garant zijn. Dat is voor een bedrag van f6OOO. Het is dus zaak dat al onze leden minstens één zegel koopen. Zij, die daartoe ook maar Wen in staat zijn, dienen meer dan één

zegel te koopen. Daarbij bedenke men dat het conflict, indien het Engelsche Vakverbond vroeger om hulp zou verzocht hebben, reeds weken te voren offers van ons zou hebben gevraagd. Juist daarom is het onze plicht om het niet bij aankoop van één zegel te laten. De gelegenheid om de Engelsche mijnwerkers te steunen is er nu. Zijn alle berichten daaromtrent juist, dan zijn er duizenden die het inde afgeloopen weken hebben betreurd dat zij niet in staat gesteld waren hun solidariteit tegenover de Engfelsche kameraden te betoonen. Welnu, kameraden, ieder doet dan zijn volle plicht, ieder steunt met gulle hand, opdat de wereld getuigenis gegeven zal worden dat de modern georganiseerden vooraan staan als ’t geldt daadwerkelijken steun te verleenen. Men koope tot en met 28 Augustus de zegels en na dien teekene men de steunlijsten van het N. V. V. R .... •—IK – TROUW AAN DEN BOND! SOLIDARITEIT! -:-m IJVERIGE PROPAGANDA! WIE DEZE DRIE ZAKEN FLINK EN NAAR BESTE KRACHTEN BEHARTIGT, DOET ZIJN PLICHT. ■ ~T- —" B Een motie. De volgende motie werd ons door de afdeeling Rotterdam ter plaatsing aangeboden : Op de 1.1. gehouden huishoudelijke vergadering van de afdeeling Rotterdam van den Alg. Ned. Metaalbewerkersbond kwam onder meer ook het mijnconflict in Engeland ter sprake. Na discussie, waaruit bleek,, dat de leden gaarne inde gelegenheid gesteld zouden worden hun strijdende kameraden te helpen, werd de volgende motie aangenomen ; ~De afdeeling Rotterdam van den Alg. Nederlandschen Metaalbewerkersbond, in huishoudelijke vergadering bijeen op 10 Augustus 1926; kennis genomen hebbende van de houding van het 1. V, V. en het N. V. V. inzake steunverleening aan de Engelsche mijnwerkers, neemt aan dat dit standpunt volkomen organisatorisch is, doch betreurt ten sterkste, dat deze groote strijd van de Engelsche mijnwerkers niet gesteund kan worden door de groote massa’s modern georganiseerden, die met dezen strijd sympathiseeren, dooreen meeningsverschil onder de bestuurders der Engelsche vakbeweging.” Onderschrift: We ontvingen deze motie te laat om in ons blad van de vorige week te kunnen opnemen. Ofschoon inmiddels de steunbeweging in vollen gang is, meenden we alsnog deze uitspraak van de afdeeling plaatste moeten inruimen.

Wij hopen, dat onze leden allen gerangschikt mogen worden onder degenen, die met den strijd der Engelsche mijnwerkers sympathiseeren en . . . dat zij er naar zullen handelen. RED. Niets nieuws onder de zon. Toen hier te lande de. eerste pogingen gedaan werden om tot een langeren arbeidsdag te komen ten einde door goedkoopere productie tot concurreeren op de buitenlandsche markt in staat te zijn, hebben we er telkens op gewezen, dat werktijdverlenging op dien grondslag slechts voordeel zou opleveren indien men in ’t buitenland het slechte voorbeeld niet zou navolgen, ’t Is inderdaad zoo geloopen, dat inde meeste landen waarmede wij hebben te concurreeren, het slechte voorbeeld niet gevolgd is. Dat is voor de voorstanders van werktijdverlenging een meevallertje geweest. Dat we er de onderkruipers van Europa mee zijn geworden, is voor de heeren, die zich zoo bijzonder op hun nationaliteitstrots laten voorstaal), blijkbaar geen bezwaar. In het land van Mussolini is men nu ook er toe overgegaan om maatregelen te treffen, waarbij sommige industrieën met sterke buitenlandsche concurrentie een verlenging van den werktijd wordt toegestaan. Precies op dezelfde motieven als hier gebezigd zijn, heeft Mussolini het besluit tot werktijdverlenging verdedigd. – Buitenlandsche journalisten zijn door hem ingelicht en ook daaruit blijkt, dat de dictator behoefte gevoelde om z’n handen in onschuld te wasschen. Maar nu de treffende overeenkomst tusschen wat hier gebeurde en in Italië. Niet zoodra vernam het buitenland van den Italiaanschen maatregel of prompt staan de beschermers van de fabrikanten gereed om met een beroep op wat daar plaats vond, eveneens op werktijdverlenging aan te dringen. Voor wat ons land betreft heeft de R.-K. heer Blomjous alreeds vragen tot den Minister gericht, waarbij hij met een beroep op Italië maatregelen voor de textielindustrie wil genomen zien. Inde groote pers vonden we daaromtrent het volgende bericht: DE ARBEIDSDUUR IN ITALIË. Vragen van den heer Blomjous. De heer Blomjous heeft aan den Min. van Arbeid, H. en N. de volgende vragen gesteld in verband met de nieuwe regeling der arbeidstijden in Italië, waarbij ing. 1 Juli 1.1. werkgevers daar te lande gerechtigd werden den arbeidsduur der werknemers met een uur per dag te verlengen. 1. Heeft de Ministe| kennis genomen van de motieven, die tot verlenging der arbeidstijden in Italië geleid hebben, n.l. om de productie van sommige industrieën te vergrooten door de kosten per eenheid te verminderen ? 2. Weet de Minister, dat de eerste-Mipister van Italië, de heer Mussolini, ineen interview met een redacteur van de „Daily Mail” de textiel-industrie met

name genoemd heeft, als zijnde eender takken van de Italiaansche nijverheid, welke wegens buitenlandsche concurrentie deze arbeidsverlenging noodig heeft? 3. Is de Minister bekend met het feit, dat de Italiaansche textielindustrie vooral de laatste jaren ten gevolge harer goedkoope productie tot grooten bloei is gekomen en meer en meer op de wereldmarkt als zeer ernstige concurrente, ook van de Nederlandsche textielnijverheid, optreedt, zoodat vooral orders in stapelartikelen, tegen de concurrentie van Italië in, op de wereldmarkten veelal niet dan met verliezen kunnen geboekt worden ? 4. Onder verwijzing van datgene, hetwelk reeds in het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer bij de algemeene beschouwingen in het jaar 1921 omtrent den invloed vaneen vijf uren langere arbeidsweek op den kostprijs van textielgoederen geschreven is, verzoekt de heer Blomjous den minister dringend hem mede te deelen of de minister zich er volledig rekenschap van geeft, dat door de. officieel gesanctioneerde verlenging van den arbeidstijd in Italië de vermindering van den kostprijs per eenheid van de producten der nijverheid vele procènten zal bedragen en daardoor de mededinging van Italië met de voortbrengselen der Nederlandsche nijverheid weder zal stijgen. 5. Indien de Minister met ondergeteekende mede van oordeel is, dat deze nieuwe factor er toe zal bijdragen de concurrentiekracht der Nederlandsche nijverheid, met name die der textielindustrie weder te verzwakken en daardoor de ellende, welke de werkloosheid inde gezinnen der arbeiders brengt, moet toenemen, is Z. E. dan bereid dit te verhinderen door het nemen van maatregelen, waardoor ook in Nederland de berekening van den kostprijs per eenheid van de producten der nijverheid kan dalen zonder den levensstandaard der arbeiders aanzienlijk lager te doen worden? Wat de heer Blomjous thans vraagt iri verband met Italië werd ook door de Engelsche brandkastenbeschermers aan hun regeering gevraagd toen in Nederland werktijdverlenging inden scheepsbouw werd toegepast. In Nederland vreest men nu nadeel van de concurrentie die Italië onze textielindustrie zou kunnen aandoen en men weet niets beters dan een maatregel aan te bevelen die het kwaad slechts kan verergeren. De heer Blomjous had b.v. de regeering kunnen verzoeken om bij de Italiaansche regeering op intrekking van het besluit tot werktijdverlenging aan te dringen. Daaraan denkt deze aartsreactionnair natuurlijk niet. Italië werkt langer, dan wij ook, dat is het parool van den heer Blomjous en dp zijnen. Op die manier kan de eerste de beste botterik den industrieel uithangen. Als er moeilijkheden dreigen, dan: loonsverlaging of werktijdverlenging voor de arbeiders invoeren. Om tot dergelijke snuggerheden te komen behoef je ’t buskruit niet uitgevonden te hebben.