meer mocht werken en dat ik naar buiten moest om rustte nemen, omdat mijn longen aangedaan waren (tuberculose). Ik was dus gedwongen mijn ontslag te nemen en toen vernam ik dan dat ik geen rentekaart had, niet ingeschreven was bij den R. v. A., dus dat ik niet in aanmerking kwam voor rente, uitzending of dergelijke. Van mijn patroon kreeg ik geen ziekengeld of anderszins, dus u begrijpt dat er gauw gebrek kwam. Toch kwam er uitkomst, en wel als volgt: Mijn schoonouders, woonachtig te Twello besloten na onderling overleg om mij en mijn vrouw te helpen door ons voor te stellen met pak en zak Amsterdam voorloopig te verlaten en naar Twello te komen. We zouden dan bij hen in huis kunnen komen wonen en de kost zou zich dan wel redden omdat ze zelf groenten enz. verbouwen, en ik zou dan rust kunnen nemen, indien herstel tenminste mogelijk was. Mijn schoonvader bezit een huisje met tuin en inden omtrek zijn vde bosschen, dus ik kon volkomen rust nemen. Met beide handen grepen we dit voorstu aan, zoodat nu is opgehelderd hoe ik hier in Twello ben. Ook hier ben ik onder dokters behandeling en door middel van „Het Groene Kruis”, waarvan ik lid ben, heb ik een kleine lighal in bruikleen gekregen, die inden tuin is geplaatst en waarin ik dus prachtig kan kuren. Ik hoop dat ik duidelijk geweest ben en dat er met uw hulp nog iets van terecht komt. Ook ontving ik van den R. v, A. een schrijven waarin ik eemge vragen moest beantwoorden. Ik zal van de mij gestelde vragen een afschrift hierbij insluiten. Inmiddels verblijf ik in afwachting, Na kam. groeten, w.g. H. F. VROONS. Zooals uit het antwoord hier blijkt waren wij inmiddels ook al bij den R. v. A. op informatie geweest. Het resultaat hiervan was, evenals de brief van Vroons, ongunstig. Er was een onherstelbaar verzuim gepleegd, hetwelk voor Vroons en zijn gezin onberekenbare schade teweegbracht. Er was geen verzekering en alleen als het mogelijk was alsnog een rentekaart te verstrekken zou slechts voor den duur vaneen jaar navordering kunnen plaats hebben. Wij zonnen op middelen om ons lid alsnog te helpen. Dat is ook nog niet zoo eenvoudig als dat wel lijkt. Want personen ouder dan 35 jaar worden niet inde verzekering opgenomen en evenmin zij die meer dan f 1200 per’ jaar verdienen. Op deze kwestie kóm ik ineen ander artikel nog terug. Wij gingen naar Twello ten einde deze penibele kwestie eens met Vroons persoonlijk te kunnen bespreken en zoo mogelijk onze gedragslijn te bepalen. Een eerste voorwaarde om ons doel te bereiken was, dat de man in staat zou zijn om te werken. Maar aan deze eerste voorwaarde was niet te voldoen, zoodat onze heele opzet mislukte. Bleef nog overeen beroep te doen op zijn werkgevers. Deze toch waren de directe stichters van al het kwaad, hetgeen met opzet moest zijn gebeurd. Immers voor de overige arbeiders werd wel geplakt. Dinsdag 13/ Juli had ondergeteekende eerst een conferentie met den heer Oosterhuis, Alexander Boersstraat 29. Nadat ik de heele geschiedenis had verteld, benevens alle daaruit voortspruitende nadeelen voor Vroons in kleuren en geuren had geschilderd, kreeg ik van dien mijnheer het laconische antwoord, dat die zaak hem niet aanging, want Vroons was in dienst geweest bij zijn compagnon, den heer Van Gelder, Joh. Verhulststraat 166. Vol hoop dat er daar nog een sprankje menschelijkheid aanwezig zou zijn, ging ik daar mijn poging voortzetten. Telefonisch was men reeds van mijn komst verwittigd en ik viel, wat men noemt, met mijn neus inde boter. De heer en mevrouw v. Gelder hoorden mijn pleidooi aan on toen ik geëindigd had met een beroep op hun welwillendheid, omdat Vroons door hun toedoen belang- . rijke schade was toegebracht, kwamen de tongen los. Maar dat konden ze toch niet doen! . Hendrik had toch al zoo’n hoog loon verdiend en nu nog een som te betalen wegens gemis aan Invaliditeitsrente en Ziekenuitkeering, neen, dat ging toch niet. En, vulde mevrouw aan, wat hebben wij niet een hoop goed gedaan aan dien jongen ; zelf had ze hem melk en biefstuk gegeven en als ze dan zegels zouden hebben moeten plakken, dan zouden ze niet dat hooge loon hebben gegeven. Eletgeen mij de opmerking ontlokte, dat dan met opzet niet was geplakt. Inmiddels zette ik mijn poging voort en betoogde dat zij toch in die 5 jaar f 150 in hun zak hadden gehouden door geen zegels te plakken en dat zij bovendien geen ziekenuitkeering hadden gedaan. Zoo, en die melk en die biefstuk dan en hadden zij hem ook nog niet wat toegestopt, toen hij naar buiten ging. Ja, dat was waar ook, toen Vroons ging verhuizen bad hij f 10 gekregen. O, zoo’n ondankbare toch. Jawel, hield ik vol, maar

die f 150 die komen toch Vroons toe. Toen kwamen er een heele hoop jeremiades over de slechte zaken en daar 'kon hij zoo niet toe besluiten, daarvoor moest hij overleg plegen met zijn compagnon. Daarvoor liet ik natuurlijk gaarne de gelegenheid en beloofde over eenige weken terug te zullen komen. t En zoo gingen wij Vrijdag 20 Augustus welgemoed op weg, inde hoop toch iets voor onzen ongelukkigen man te kunnen bereiken. Na het doel van mijn komst te hebben vermeld, zei de heer v. Gelder: „O, die kwestie is met den Rfiad van Arbeid afgehandeld”. Het kwam mij wat ongeloofelijk voor en ik vroeg op welke wijze deze zaak dan geregeld was. Ja, daarover kon hij mij geen inlichtingen geven, dat was nu eenmaal met den Raad van Arbeid afgedaan en als ik er meer van wilde weten,, dan moest ik mij daar maar vervoegen. Ofschoon ik er geen sikkepitje van geloofde, restte mij niets anders dan heen te gaan, in het vaste voornemen zoo spoedig mogelijk bij den Raad van Arbeid mijn licht te gaan opsteken. Als altijd vonden wij daar een open deur en de waarnemende voorzitter, de heer ter Cock, was direct bereid de gewenschte inlichtingen te verschaffen. En wat bleek, de Raad van Arbeid had de firma natuurlijk achterna gezeten voor de overige werklieden, doch inzake het geval Vroons was niets geregeld. Zeer tot onze spijt kunnen wij voor Vroons niets doen, eenerzijds door zijn eigen nalatigheid en anderzijds door den onwil en de karakterloosheid van de firmanten v. Gelder en Oosterhüis. Maar laat het anderen tot leering strekken, dan heeft het althans nog iets goeds gebracht. v. E. Uit de Afdeelingen. AMSTERDAM. De Gemeente-Arbeidsbeurs (met inbegrip der met het Gemeentebureau voor Beroepskeuze verbonden Jongeliedehafdeeling) boekte over dè maand Augustus 1926 voor het Metaalbedrijf 2695 aanbiedingen van werknemers, 390 aanvragen van werkgevers en bracht 205 plaatsingen tot stand. Op ’t einde der maand stonden nog als niet geplaatst ingeschreven 2172 werkzoekenden tot genoemd bedrijf behoorend. **. o Jar •T* Volksuniversiteit. Het nieuwe programma is verschenen. Het bevat 45 cursussen, waarvan 16 in Afdeeling A, 21 in Afdeeling B, 4 werkcursussen en 4 middagcursussen. Inde cursussen worden allerlei onderwerpen behandeld: Natuurwetenschappen, Techniek, Godsdienst, Wijsbegeerte, Zielkunde, Opvoedkunde, Sociale Wetenschappen, Opleiding tot Kunstgenot enz. Het volledig programma is k f o. 10 verkrijgbaar op het Secretariaat der Votfes-? universiteit, Heerengracht 545 en inde kiosken. HAARLEM. Dat wordt nu toch te gek met Chr. Hirs, werkaam als krasseur voorheen bij Ducroo en Brauns en nu bij Figee. Wij hebben hem na allerlei pogingen, om een regeling tof betaling te treffen, ten slotte wegens contributieschuld moeten royeeren. Nu heeft deze vandalist de grove brutaliteit gehad, om volgens zijn eigen verklaring één onzer propaganda-plateh, welke nog niet eens op den muur van zijn eigen huis geplakt was, af te scheuren. Foei, wat een minderwaardig, kleingeestig mensch 1 * * * Onze feestavond, ter gelegenheid van ons I 20-jarig bestaan op j.l. Zaterdag inden ; Schouwburg aan den Jansweg gehouden, | is een groot succes geworden. De secretaris | had voor deze gèlegenheid een gedicht geschreven, hetwelk door hem zelf wérd gedeclameerd en waarvan de aanwezigen diep onder den indruk kwamen. Ook het verdere gedeelte van het program was uitstekend. Een zeer geanimeerd bal sloot den avond. * * * Onze propagandafietsfochten voor het collectief contract, die iederen Zaterdagmiddag in September worden gehouden, verwekken groot opzien inde stad en blijken een uitstekende propaganda te zijn. Wij wekken echter nog meer leden op, deze tochten mede te maken. Zaterdagsmiddags te half vijf bij de „Centrale” i verzamelen 1 * * * I De ledenvergadering van Vrijdag 24 September in het Blauwe Kruis aan de Oude Groenmarkt te houden, staat in verband met onze in te zetten plaatselijke actie voor het collectief contract. Wij wekken onze leden op deze vergadering in grooten getale te bedoeken, y. d- : Winden zal een inleiding houden.

ROTTERDAM. Overzicht der werkzaamheden van de vakafdeeling Metaalbedrijven der Gemeentelijke Arbeidsbeurs, over de maand Augustus 1926. Aanvragen van werkgevers: 150 volwassen, 37 jeugdige arbeiders; aanbiedingen van werkzoekenden: 941 volwassen, 79 jeugdige arbeiders; plaatsingen van werkzoekenden: 161 volwassen,, 24 jeugdige arbeiders; voldane aanvragen van werkgevers: 135 volwassen, 22 jeugdige arbeiders, UTRECHT. De vorige week werden wij opgeschrikt door de mededeeling, dat bij de firma Frans Smulders een ketel-ontploffirrg had plaats gevonden, waarbij de arbeider Middelkoop onmiddellijk werd gedood, de baas Karssenburg zóó zwaar gewond werd, dat hij later eveneens overleed en nog een andere arbeiders licht gewond werd. Het geval moet zich als volgt hebben afgespeeld. De firma moet een aantal benzinetanks maken en de naden dezer tanks werden tot dusverre autogenisch gelascht. De ketels hebben een lengte van ongeveer 3 M. bij een middellijn van pl.m. 95 c.M. De ketel, waarmede het noodlottig ongeval plaats vond, was echter electrisch gelascht. De beproeving geschiedde niet met water, doch met lucht. (De ketels moeten onder een spanning yan § atmosferen beproefd worden). Toen de spanning op ongeveer 5 atmosferen gebracht was, werd een lek geconstateerd. Men moet toen de onvoorzichtigheid begaan hebben om op den ketel te gaan slaan, met. het gevolgd dat deze met groote kracht uiteen sloeg. Aangezien dit soort ketels naar onze meening niet valt onder de bepalingen van de Stoomwet, zal er wel geen voorschrift omtrent de beproeving gevolgd zijn. Naar onze meening echter zou het voorzichtigheidshalve de voorkeur verdiend hebben, indien niet. met lucht doch met water geperst was. Door de Justitie is direct een onderzoek gelast, waarbij o.m. de heer Roosenschoon, voorzitter yan den Bond van Smedenpatroons, als deskundige fungeert. AfgewJftht zal moeten worden of de resultaten van het onderzoek t.z.t. zullen worden gepubliceerd. Ter geruststelling van de arbeiders lijkt ons dat wel gewenscht. Het is ons bekend, dat de firma Smulders lage loonen betaalt, terwijl de tarieven inde betrokken afdeeling evenmin gunstig te noemen zijn. Er is steeds een jachten om het werk gereed te maken en de vraag is gewettigd of den arbeiders wel voldoenden tijd. is gelaten om zulk uiterst verantwoordelijk werk volgens den eisch te verrichten. ’t Gebeurt maar al te vaak dat naar goeden raad van de arbeiders niet wordt geluisterd. Van bovenaf wordt alles geregeld en bevolen. De arbeiders, zoo is de gedachtengang, weten er toch niets vanaf. Wij hopen, dat dit ontzettende ongeluk althans dit goede tot gevolg zal hebben, idat voortaan niet alleen ook naar goede raadgevingen van de arbeiders zal worden geluisterd, maar ook dat het tegenwoordige zenuwsloopende tariefstelse) plaats zal maken voor een behoorlijke regeling. ♦ * * 19-September-Demonsfratie. Het grootste gedeelte van onze leden ontvangt „De Metaalbewerker” reeds op Vrijdag. Zij, die nog geen spoorkaartje voor Den Haag gekocht hebben en ons blad nog tijdig ontvangen, worden alsnog aangespoord zich tijdig vaneen plaatsbewijs te voorzien. Allen moeten medewerken om de demonstratie schitterend te doen slagen. * * * Ledenvergadering. Onze ledenvergadering, welke gehouden zal. worden op Vrijdag 24 September a-s. in het N. V. Huis, moet door al onze leden bezocht worden. De inzet van onze propaganda en actie moet klinken als een klok. Zij is ook voor Utrecht beslist noodzakelijk, omdat wij als 4e stad van het land wat de loonen inde metaalindustrie betreft zoowat onder aan Staan en verbetering daarin dringend noodzakelijk is. _ Op deze vergadering moet tevens voorzien worden inde ontstane bestuursvacature, doordat J. H. Hesse, als niet meer werkzaam zijnde inde metaalindustrie, zijn bestuursfunctie ter beschikking heeft gesteld. Onze Metaalbewerkersharmonie „Kunst en Strijd”, directeur P. v.d. Plurk, zal haar gewaardeerde medewerking verleenen. Allen dus naar deze hoogst belangrijke ledenvergadering I G.

Het cartel der Europeesche zwaarijzerindustrie. Door PAUL UFERMANN. (Slot). De Saarkweslie, Engeland en de overige Productielanden. Het Saargebied speelde bij de besprekingen een groote rol. Deze kwestie is intusschen verrassend snel opgeiost. De invloed van de Duitsche ijzersmelterijen is daar weer overal vergroot. Slechts bij enkele ondernemingen is de meerderheid van het kapitaal in Fransche handen. Bovendien zijnde Saarwerken bijna alle aangesloten bij het Duitsche Ruwstaalsyndicaat en de Duitsche afzonderlijke verbonden, zoodat zij een bestanddeel van het Duitsche aandeel vormen. Het invoeraandeel der ondernemingen in Lotharingen en Luxemburg naar Duitschland werd op deze manier opgelost, dat voor deze het vroegere afzetgebied voor een deel behouden bleef. De beide gebieden hebben het recht 6| pCt. van de totale productie naar Duitschland in te voeren en wel Lotharingen 3-75 pCt. en Luxemburg 2.73 pCt. Engeland werd met de gevoerde onderhandelingen voortdurend op de hoogte gehouden. Voorloopig is er vaneen aansluiting van Engeland geen sprake. De voorzitter van den Bond van Engelsche Ijzer- en Staalmdustrieelen, Sir William Larke, heeft echter verklaard, dat het continentale ijzerblok heel goed de eerste stap naar een internationaal cartel zou kunnen zijn Engeland meende op zijn natuurlijke afzetgebieden, de Dominions, te kunnen steunen. Verder profiteert Engeland indirect,, omdat het evengoed aan de jmijsverhooging inde concurreerende landen deelneemt. Al naarmate het staalcartel -vastere vormen aanneemt, zal de aansluiting van Engeland vroeg of laat beslist volgen. Amerika ziet deze aaneensluiting natuurlijk niet graag, want er vormt zich daardoor in Europa een macht, die in beteekenis niet veel bij de „United States Steel Corporation” zou achterstaan. Amerika moet besloten zijn. den concurrentiestrijd tegen het nieuwe instituut energiek te voeren. Toch zal zich ook dit verschilpunt binnen niet al te ver afliggenden tijd ten goede oplossen. De drie kleine ijzerlanden; Polen, Oostenrijk en Tsjecho-Slowakye zijn er direct bij gehaald. Voor hen moet een aandeel van 8 pCt. verzekerd zijn. Overigens zijn deze drie landen reeds door belangengemeenschappen met eender groote mogendheden verbonden. Zoo beheerscht Duitschland voor een groot deel de West-Poolsche groot-industrie, het voormalige Opper-Silezië. Het Fransche grootkapitaal beheerscht de Oud-Poolsche Ijzersmelterijen (Sosnovice) en is eveneens in Opper-Silezië vertegenwoordigd. In Tsjecho-Slowakye zijnde ondernemingen aldaar (Wittkowitz, Pragèr Eisenindustrie, Bergund Hüttengesellschaft enz.) gedeeltelijk door het bankiershuis Rothschild met de E'ransche grootindustrie nauw verbonden. In Oostenrijk behoort de Alpine Montangesellschaft, de grootste onderneming, van de Duitsche Staaltrust, de „Vereinigte Stahiwerke A.G.”. Over het toetreden der „Alpine” tot het Duitsche ruwstaalsyndicaat wordt onderhandeld. De „Böhler-Stahlwerke” zijn voor het grootste deel Duitsch. De „Holdingges* llschaft” in Zürich is sterk geïnteresseerd bij de staaltrust. Tusschen Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije bestaat een nauw cartel -erbond. Over het toetreden van eenige ijzerwerken in Hongarije wordt onderhandeld. Me: Polen moeten ook overeenkomsten in voorbereiding zijn. Zoo bestaan hier verbindingen onder elkaar en talrijke draden gaan reeds naar het nieuwe cartel. Zweden produceert gedeeltelijk kwaliteitsstaal en zou voor aansluiting minder in aanmerking komen. Nochtans zal ook dit land van de maatregelen van het ,blok” niet verschoond blijven, De moeilijkheden in Frankrijk en België. Deze beide landen meenden nog bedenkingen te moeten maken, zoadat de definitieve afsluiting nog niet tot stand kwam. Oorzaak hiervan was hoofdzakelijk, dat in deze landen géén vaste organisatie der industrie bestaat. Cartels inden zin zooals in Duitschland bestaan, zijn daar, zooals bekend, niet. Het „Comitée des Forges” is met het Duitsche ruwstaalsyndicaat in geen enkel opzicht te vergelijken. In België is het individualisme onder de industrieelen nog zeer groot. Nu moeten deze landen in het dwangbuis der internationale machtsorganisaties geperst worden, wat natuurlijk niet zonder wrijvingen zal geschieden. In Frankrijk bestaan bovendien nog tegenstellingen tusschen de groepen zelf. De Oost-Fransche industrie staat met de Duitsche door uitwisseling van erts en kolen in voortdurende verbinding en zitten verder nog aan de vroegere gemeenschap vast. Vandaar hier de grootere geneigdheid