§4ste JAARGANG ZATERDAG 5 MAART 1927 No. 10

De Ifletaalbemerfcer Weekblad m den Algemeenen nederlandseben metaalbewerkersbond.

u . " T REDACTEUR: G, VAN DER HOUVEN | Arbeiders aller Landen I ______________________ . J Kennis is macht, Vereenlgt Uj I Adres van Redactie en Administratie: Hemonylaan 24. Amsterdam I Eenheid kracht *1 T Telefoon 26175 -■■■ 11 ■ ’ï

ABONNEMENT: .. . , , „ „ . . ,_. . ADVERTENTIËN ...... stukken van algemeenen aard moeten alterlyk Maandags, _ . . ._ __ Bij vooruitbetaling per jaar. . . , 11,60 D . . j Gewone advertentiën ..... per regel f 0.30 v D... ... . . , Bondsnieuws en advertentiën Woensdagsmorgens . , „ .. r ° voor Buitenland verhoogd met porto. . ° ° Aanvragen voor personeel . 0.20 losse nummers 0.03 Zlja lr‘&e omen Afdeelingsadvertentiën ...!!•!•• 0.20

OPLAAG 27.400 Officiëele Mededeelingen. Deze week wordt het contributiezegel op Ide 10a week in het Bondsboekje geplakt. * * 1 + 1 WAARSCHUWING. Wij raden een ieder in zijn eigen belang dringend aan nimmer tot landverhuizing naar overzeesche landen te besluiten, zon* der eerst inlichtingen en raad te hebben gevraagd aan de Nederlandsche Vereeniging Bezuidenhoutscheweg 97, ’s=Gravenhage. Deze Vereeniging verstrekt alle hare in* lichtingen volkomen belangeloos. Dat belooft wat. Onder de diverse organen, welke van werkgeverszijde verschijnen, is er geen zoo reactionnair en conservatief als het blad »,De R.K. Werkgever”, officieel orgaan : Van de georganiseerde roomsche werkgevers ln ons land. In brutaliteit doen de heeren op hun terrein voor de roomsche arbeidersleiders niet onder. Bijna geen week gaat er Voorbij zonder dat ineen of meer artikelen ' geageerd wordt tegen de sociale wetgeving, tegen de 48-urige werkweek en „hooge” loonen. Den 2 ren Februari heeft het bestuur van de R.K. Vereeniging van Werkgevers inde Metaalnijverheid vergaderd en in het lijf°rgaan dier vereeniging vinden we prompt een kort vervolg van hetgeen behandeld is. Allereerst citeeren we er het volgende uit: „Besproken werd de houding aan te nemen ten opzichte van de voorstellen eenerzijds van de twee confessioneele metaalbewerkersbonden, anderzijds van den modernen metaalbewerkersbond i.z. het collectief arbeidscontract. De vergadering was van oordeel, dat deze zaak voor wat de besprekingen met den R.K. Metaalbewerkersbond betreft in verband moet worden gebracht met het mede onder verantwoordelijkheid van dien bond uitgebrachte „rapport” van het R.K. Werkliedenverbond. Het bestuur was van meening, dat eerst die kwestie op bevredigende wijze moet zijn opgelost, voordat er sprake kan zijn van het in overweging nemen van voorstellen omtrent een collectief contract. ( In ieder geval werd het noodig geoordeeld, de op 28 Februari te houden vergadering van het R.K. Verbond van Werkgeversvakvereenigingen af te wachten.” De kwestie inzake het bekende rapport, daarin de toestanden beneden den Moerdijk zoo treffend geteekend zijn, moet dus £erst uit den weg geruimd worden. Dat belooft wat voor den R.K. Metaalhewerkersbond. Zoo tusschen de regels door 1 *s te lezen dat onze roomsche collega’s eerst °P het zondaarsbankje zullen moeten komen Mvorens den weg geopend te vinden om te kunnen praten. 1 0f ze dat zullen doen ? Geen twijfel aan ibeste vrienden.;

Invloed in het Zuiden heeft de R.K. vakbeweging wel wat gehad, maar deze is, dank zij haar lamlendigheid en de „hooge” ontwikkeling die den arbeiders in ongerept roomsche streken eigen is, tot een minimum ingeslonken. Overdreven voorgesteld, zoudt ge denken ? Geen kwestie van. Een anonieme vuilschrijver, van wiens medewerking de redactie van ~St.-Eloy” zjch sedert eenigen tijd verzekerd heeft, is ons dat de vorige week komen bevestigen. Als deze demagogisch-leugenachtige, zichzelf achter een schuilnaam verbergende smeerpijp, schrijft dat de menschep in Noord- en Zuid-Holland voor 50 pCt. sterker georganiseerd zijn dan in het Zuiden en dat bovendien in het Zuiden nog 39 pCt. van de georganiseerden niet tot de katholieke vakbeweging behoort, zullen we dat nu eens zonder onderzoek van hem aannemen. Ze zullen derhalve den gang naar Canossa moeten maken. Een troost voor hen is, dat de R.K. werkgevers op hun terrein even groote grasduiners zijn als de R.K. bond op het onze. .Want hoe de roomsche werknemers en dito werkgevers elkaar inden grond der zaak ook haten, met hun wederzijdsch geloof hebben ze daarnaast ook met elkander gemeen dat ze elk op eigen terrein anderen de kastanjes uit het vuur laten halen. De R.K. Werkgeversvereniging volgt den Metaalbond zooals de R.K. Metaalbewerkersbond het ons doet. ’t Gaat schoorvoetend, niet van harte gemeend, maar het gaat toch. Enfin, misschien komt alles nog terecht als ze genadiglijk en volgens de regelen der kunst boete doen. Dat beroerde rapport ook! ’t Zou zoo heerlijk achterbaks gehouden zijn als ’t mogelijk geweest ware. Nu hebben de roomsche werkgevers een ongezochte gelegenheid om de bespreking over het ingediende ontwerp nog wat uitte stellen. Dat komt vooral in hun kraam te pas waar zij eerder voor loonsverlaging dan voor verhooging, eerder voor verlenging van werktijd dan voor verkorting te porren zijn. Dat moge uit het volgende blijken; ~De vergadering nam kennis van het rapport der Duitsche arbeidsinspectie over de regeling van den werktijd inde Duitsche metaalnijverheid in October 1926. Uit dat rapport blijkt, dat de groote meerderheid der ondernemingen en der arbeiders langer dan 48 uur per week werk verrichten en dat veelal als motief geldt, dat de buitenlandsche concurrentie het drukken van den kostprijs door middel van overwerk noodzakelijk maakt. Het bestuur is van meening, dat deze Duitsche sociale dumping zoolang Nederland volhardt bij: zijn stelsel van eenzijdig vrijen invoer óf de Nederlandsche industrie zal vermoorden, óf tot de consequentie zal leiden, dat ook hier te lande op massale wijze overwerkvergunningen gegeven zullen moeten worden, terwijl ten slotte verlaging der loonen

evenmin uitgesloten moet worden geacht. Het bestuur achtte de wijze, waarop de huidige Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid het verleenen van overwerkvergunning voor de metaalnijverheid telkens weer bemoeilijkt, niet in het belang van de bestrijding der werkloosheid en van de industrie in het algemeen.” ’t Zijn toch altijd de ondernemers met de meest achterlijke bedrijven die om bescherming schreeuwen en daarnaast om werktijdverlenging en loonsverlaging. Blijkbaar ofn reeds bij voorbaat te verklaren dat het ontwerp-contract weinig sympathiek begroet wordt, hebben de heeren zich als in voorgaand citaat uitgelaten. Duitschland is het zwarte schaap. Maar dezer dagen werd ons nog vanuit Berlijn de vraag gesteld hoe het mogelijk was, dat een Hollandsche firma op een voor Berlijn bestemd werk kon inschrijven voor een prijs die ver beneden de inschrijving vaneen Berlijnsche firma ging. De Hollandsche firma, die genoemd werd, vrij goede loonen betaalt en 48 uur werkt, kon dus zeer goed concurreeren tegen een onderneming in het land der „sociale dumping”. De toch al vrijgevige minister Slotemaker de Bruine wordt hier ten tooneele gevoerd als de man die het verleenen van overwerkvergunningen bemoeilijkt. Van menschen met zulke opvattingen kan men zich een denkbeeld vormen hoe zij tegenover het ingediende ontwerp-contract willen staan. Dat durft godbetert nu nog over loonsverlaging te spreken, terwijl ze toch al de slechts betalende werkgevers uit het gansche land zijn. Dat opent wel een prachtig perspectief. Houdt den gang er in. De jubileum-festiviteiten zijn nu zoo langzamerhand in onze afdeelingen achter den rug. In iedere afdeeling, groot of klein, zijnde leden bijeen geweest en door verschillende onzer voormannen toegesproken. Overal is er op gewezen hoe onze voorgangers onder buitengewoon moeilijke omstandigheden het eerste zaad hebben uitgestrooid. Toen nog geen door de wet begrensde werktijd. Geen 48-urige, maar evenmin een 56-urige werkweek. Na ontzettend lange arbeidsdagen tegen onbegrijpelijke hongerloonen gaven de ouderen zich voor het werk dat op hen wachtte. De – sprekers hebben daarop gewezen en in verband daarmede de jongeren, die als ineen opgeschud bed zijn gekomen, opgewekt er een voorbeeld aan te nemen. Willen we onzen Bond groot maken, d. w. z. grooter, machtiger vooral dan hij thans is, dan moeten alle krachten worden ingespannen, dan mag geen poging onbenut blijven om dat doel te bereiken. Geen lid is er of hij kan een steentje bijdragen om den groei en ontwikkeling van onze organisatie te bevorderen. We hebben altijd bij de opwekking tot

het dienen van de propaganda een gevleugeld woord gebezigd. De leden moesten er geen gewoonte van maken om steeds maar eiken avond achter de kachel te blijven zitten. De beeldspraak raakt wat uit den tijd. Meer modern is het om de kachel door de radio te vervangen. Ze zitten nu achter de kachel en (of) achter het radio-toestel en zijn met geen stok de deur uitte slaan. En weer anderen gaande wéreld beschouwen als een groot voetbalveld of als een enormen dansvloer. Deze soort gaat er wél uit, maar loopt in de verkeerde richting. Van onze leden mogen we eischen dat ze wat tijd en gelegenheid overlaten om hun vakbond te dienen. Dansen, voetballen, den ether „beluisteren”, alles goed en wel. ’t Is op z’n tijd nuttig en aangenaam, maar ’t moet geen levensdoel worden, want dan gaat het den verkeerden kant uit. Niet voor ons genoegen hebben we vakbonden gesticht, hebben we ons vereenigd ineen lichaam waarvoor we week aan week financiëele offers moeten brengen. De harde noodzaak dwong ons naar het wapen van de vakbeweging te grijpen. Daarom is onze beweging nooit te vergelijken met alle andere organisaties die ontspanning of vermaak beoogen. Maar dat legt ons ook de verplichting op om alles te doen wat mogelijk is om anderen te bewegen ons streven te steunen. Dat wordt lang niet voldoende begrepen, ,met het gevolg dat vele leden, die in staat zijnde propaganda te voeren, dit uit gemakzucht nalaten. Twee dingen vragen thans onze aandacht, ledenwinst en het welslagen van ons petitionnement voor het minimumloon. Lezer, wat doet gij om beide zaken te bevorderen ? We staan inde naaste toekomst voor ernstige beslissingen en offers van velerlei aard zullen mogelijk gebracht moeten worden. De organisatie-gedachte moet meer dan tot dusverre doordringen in alle lagen van onze metaalbewerkerswereld. Nog' duizenden moeten er toe gebracht om evenals wij hun financiëele aandeel inde kosten van ons werk bij te dragen. Dat gaat niet vanzelf. Een deel van uw vrijen tijd moet voor onzen Bond zijn, een deel van uw werkkracht moet gij de organisatie wijden. Gaat aan ’t werk en zorgt dat we groeien. Zorgt dat we straks, als we met de resultaten van ons actie-werk tot de arbeiders moeten gaan, een metaalbewerkerspubliek tegenover ons vinden dat ingelicht is omtrent onze bedoeling en hetgeen we beoogen. Dat is een taak die gij te vervullen hebt. ’t Is een bondsbelang en het bondsbelang is uw eigen, uw persoonlijk belang. leder drage dus een steentje bij voor het gemeenschappelijke doel dat we najagen. leder drage zorg voor versterking van het lichaam waarop we allen onze hoop en vertrouwen gevestigd hebben. Werkt voor onzen Algemeenen Neder* landschen Metaalbewerkersbond 1