koperdraad moet zijn voorzien. Bij een defect smelt dan de zekering door en al is dit niet het geval, kan de betrokken persoon toch zonder gevaar den schakelaar, motor e.d. aanraken, daar de stroom den makkelijksten weg door het goed geleidend koperdraad naar de aarde neemt. Is men b.v. met een electrische handboormachine, welke vaneen aardleiding is voorzien, aan het werk en ontstaat er tijdens dien arbeid een defect aan de machine of inde meeste gevallen aan het snoer, dan zal de Stroomloop te vergelijken zijn met den loop van het water, als in het volgende figuur is aangegeven ;

Hierbij is A. de foevoerleiding (stroomvoerende draad), M. een reservoir (de boormachine), B. en C. afvoerleidingen, waarbij B. te vergelijken is met den goed geleidenden aarddraad en C. met het menschelijk lichaam. Het is duidelijk dat bij het ontbreken van de aardleiding de figuur een geheel ander beeld zal geven. De stroom kan dan alleen door het lichaam de aarde bereiken, buis C. moet in dat geval veel wijder geteekend worden, terwijl B. vervalt. Ik hoop hiermede duidelijk gemaakt te hebben waarvoor de aardleiding dient en raadt ieder metaalbewerker aan toe te zien dat de aardleidingen aan door hem gebruikte electrische toestellen (op licht- of kracbtleiding aangesloten) niet ontbreken en in goeden staat verkeeren. En nu ten slotte een wpord aan de electriciens. Wat eigen bescherming betreft dit: Werk als het maar eenigszins mogelijk is niet onder spanning, als het niet anders kan neem dan de noodige voorzorgsmaatregelen. Gebruik zoo mogelijk gummihandschoenen en (of) gummischoenen. Mij voldoen heel goed de z.g. „Cres”- schoenen. Maar bedenk als deze door en door nat zijn bieden ze ook geen voldoende isolatie. Geloof nu niet, wel tegen een spanning van 120 of 220 volt te kunnen. 'Jok voor u kunnen de omstandigheden Ongunstig zijn. Dit blijkt weLuit het groote aantal getroffenen onder het deskundig personeel. (Zie verslag vorig artikel). 80, , verdien heeft de practijk geleerd, dat een onwillekeurige aanraking meestal nadeehger gevolgen heeft dan een willekeurige. Stel u verder goed op de hoogte met uw vak, vooral wat de theoretische zijde betreft. En hiermede kom ik tot de bescherming van anderen. Breng ieder, voor zoover in uw vermogen ligt, op de hoogte met de gedragingen van den electrischen stroom. Wijs hen op de gevaren en maak vooral geen geheim van hét vak uit vrees dat ieder electricien gaat worden. De tijd eischt dat ieder mensch meer van de electriciteit weet dan op het oogenblik het geval is. Bijna ieder gaat er dagelijks mee om. Bedenk dat bij een foutieven of slordigen aanleg anderen gevaar loopen. Zet geen spanning op de ringen van coups, fittingen en de messen van hefboomschakeiaars. Wtssel bij een eventueele aardsluting van den stroomdraad (in het met nulleider) de draden niet om ten einde zoo de storing te „verhelpen”. Hierdoor kunnen gemakkelijk ongevallen ontstaan, daar er altijd spanning op de lamp blijft staan, ook bij het uitstaan van den afsluiter. Vergeet niet of laat niet na een aardleiding aan te brengen, ook al oordeelt de klant of werkgever het niet noodig. In het laatste geval met het G.E.B. in overleg treden ! Wees vooral voorzichtig bij den aanleg van prof-leidingen en looplampen. Maak geen slechte of ongeïsoleerde lasschen. Laat in ieder geval de koperen huls der gloeilamp niet onbeschermd. Beter nog, gebruik voor tijdelijke verlichting bajonetlampen. Het groote' mintal bouwvakarbeiders door den electrischen stroom getroffen hebben dit voor een deel te danken aan onvoorzichtigeeletriciens en voor een ander deel aan onvoldoende controle op de bouwwerken en verbouwingen. Ik zou nu nog even op de looplanmpen terug komen. leder electricien weet hoeveel verschillende mormels hiervan inden handel zijn. leder jaar vermeldt het verslag een nantal ongelukken hiermede veroorzaakt. Met is daarom van groot belang aan te dringen op het gebruik vandoor de arbeidsinspectie goedgekeurde veiligheidsmoplampen. Voor machinefabrieken, wasscherijen nz. is het nog beter het gebruik van transformatoren aan te bevelen, waardoor de ‘Ooplampen 10, hoogstens 20 volt spanning hebben en ongevallen bij die spannin-

gen bijna tot de onmogelijkheden behooren. Tot slot er nog even op gewezen, dat het van veel belang is op de hoogte te zijn met de toepassing van kunstmatige ademhaling. Dit toch is het eerste wat bij het voorkómen vaneen ernstig ongeval gebeuren moet. Ik wil nu eindigen inde hoop mijn bescheiden deel te hebben bijgedragen in het • voorkomen van ongevallen. De medewerking vart mijn vakgenooten kan in deze dé rest doen. METAALBEWEHEUSM ZIJT GE IN UW HART VOOR= STANDER VAN EEN PERSOONLIJK MINIMUMLOON EN WILT GE MET ONS HET EINDE ZIEN NADEREN VAN DEN RECHTELOOZEN TOE= STAND WAARAAN HET INDIVIDU IS ONDERWORPEN? LAAT DAN NIETS OF NIEMAND U, WEERHOUDEN OM ONS PETITIONNEMENT TE TEEKENEN. Uit de Afdeelingen. AMSTERDAM, (v. Z.) Tino Folgar zingt! Ons Muziekcorps „Kunst en Strijd” geeft Zondagavond 13 Maart een concert in „Bellevue”, waar als solist optreedt Tino Folgar, lyrisch tenor van de Italiaansche Opera. Vóórziet u zoo spoedig mogelijk van toegangsbewijzen, welke a 50 cents per stuk verkrijgbaar zijn op ons kantoor: 2e Jan v.d. Heijdenstr. 101 en voor zoover de voorraad strekt, bij onze boden. Koopt zoo spoedig mogelijk! ♦ * * De Gemeente-Arbeidsbeurs (met inbegrip der met het Gemeentebureau voor Beroepskeuze verbonden Jongeliedenafdeeling) boekte over de maand Januari 1927 voor het Metaalbedrijf 2892 aanbiedingen van werknemers, 478 aanvragen van werkgevers en bracht 216 plaatsingen tot stand. Op ’t einde der maand stonden nog als niet geplaatst ingeschreven 2392 werkzoekenden tot genoemd bedrijf behoorend. ROTTERDAM. (Vs.). J.l. Zaterdagmiddag was de 2e cursus georganiseerd door de Arbeidsinspectie over bedrijfsveiligheid. Na nog enkele woorden gewijd te hebben aan het acetyleengas, waarbij hij vooral sterk liét uitkomen dat bij het verbinden van voorstuk en handgreep aan de toevoerslangen goed moest worden nagezien of er misschien een lek was bij de verbindingsnippel, omdat dit tot gevolg kan hebben en ook vaak heeft, dat de zuurstof in plaats van naar het mondstuk naar den ontwikkelaar stroomt, ging de inleider over tot het behandelen van de bedrijfsgevaren bij de machines. Het kwam ons voor dat de personen, welke uit het bedrijf aanwezig waren, zich bij het behandelen dezer stof wel eens schuldig gevoeld zullen hebben en zeker de personen die voor de veiligheid verantwoordelijk zijn. Er werden diverse korven vertoond voor de bescherming van riemen en riemschijven, benevens zeer gemakkelijk afneembare beveiligingen voor de tandwielkasten aan draaibanken, die men inde practijk helaas wel eens minder doelmatig ziet. De inleider wees er dan ook op, dat een bescherming niet alleen de gevaarlijke machinedeelen moest beveiligen, doch vooral zeer practisch bevestigd moest zijn, opdat de arbeider niet inde verleiding kan komen, om, daar het weder aanbrengen der beveiligingen zooyeel tijd vraagt, deze er maar af te laten. Nog werd ons een zeer doelmatige brug boven de voetaanzetbeweging bij scharen en stoomhamers beschreven en later ook op een „plaatje” vertoond. Deze brug was in sommige bedrijven aangebracht om te voorkomen dat vallende voorwerpen of soms ook wel werklieden op een zeer ongelukkig moment de schaar of den hamer in beweging brachten. De practijk was daar om te bewijzen, volgens den inleider, dat nog vaak ongelukken op deze wijze vookomen. De spreker kwam nu tot den amarilslijpsteen, het gereedschap dat al zooveel , half-blinden en onvoltallig geyingerden in |

het leven had geroepen. Ook zijn ér meermalen ernstige kwetsuren voorgekomen als gevolg van het stukspringen van den – steen. Hierbij wees hij er op, dat elke steen, die met een grootere omtreksnel■ heid draaide dan 10 M. per seconde, moest voorzien zijn vaneen bevéiligingskap, terwijl de snelheid nóóit hoóger mocht zijn dan 25 M. per seconde. Vóör een nauwkeurige berekning dezer snelheid werden formule’s gegeven. De beveiligingskap rnag nooit van gietijzer zijn, doch van gietstaal of smeedijzer, moet zoodanig verstelbaar zijn, dat de steen aan de voor■ zijde nooit meer dan J Engelschen duim [ van de kap verwijderd behoefde te zijn en * moest bij voorkeur van gegolfd materiaal zijn gemaakt, omdat daardoor de meeste kans bestaat dat de stukken bij het uiteenspringen van den steen niet wegvliegen. Het spreekt vanzelf, dat de zeer dringende waarschuwing om niet te slijpen zonder bril en op een steun die, al was het ook slechts enkele m.M., te ver van den steen stond, niet achterwege blèef. Een voor de cursisten zeer leerzame en als zij de gegeven wenken ter harte nemen oók zeer nuttige namiddag. SLIKKERVEER. (J. W.) De Inter= nationale Scheepsbouw Maatschappij „de Maas”. Neen lezer, wij willen niet schrij, ven overeen strijd die daar gevoerd zal worden, maar wij willen u iets vertellen , vaneen actie die daar is gevoerd. | Zooals men zich zal herinneren is daar inde maanden September-October 1926 een staking geweest, die in hoofdzaak gevoerd werd voor een- loonsvèrhooging van 5 cent per uur. Deze staking eindigde doordat de loohen met 3 cent per uur werden verhoogd. Bij een andere firma aldaar, n.I. De Groot en Van Vliet, werd ongeveer tegelijkertijd een actie gevoerd, waardoor de loonen zonder strijd met 3 cent per uur zijn verhoogd en de toezegging verkregen dat de loonen in Januari 1927 opnieuw zouden worden verbeterd. Het spreekt wel van zelf dat deze actie en toezeggingen zeer sterk onder den invloed stonden van de staking aan „de Maas”. Toen wij dan ook in ’t begin van dit jaar bij de laatstgenoemde firma kwamen om de toezegging in munt om te zetten, werd daaraan grif voldaan en de loonen opnieuw verhoogd en wel met 2 ct. per uur. Dat nu „de Maas” weer aan de beurt kwam, lag voor de hand en dus dienden wij daar een verzoek in ons een conferentie toe te staan, waarin onzerzijds o.m. bepleit zou worden de loonen te verhoogen. De directie wilde blijkbaar eerst haring of kuit. hebben van de meening van het personeel en organiseerde een stemming over de vraag of zij (de directie) overleg zou plegen met onze organisatie of v?el met de fabrièkskern. Deze stemming was niet geheim, maar persoonlijk, doordat de fabrieksloodjes moesten worden gedeponeerd in- twee verschillende bussen, zopdat dus de directie direct kon zién wie van haar personeel was voor overleg met de organi! satie en wie voor overleg met de fabriekskern. De uitslag dezer stemming was dat 336 voor overleg met onze organisatie en 80 voor overleg met de fabriekskern waren. Daarna had de conferentie plaats en na 2-J uur confereeren waren we zoover gevorderd dat de directie het geven van loonsverhooging in overweging wilde nemen en bepaalde dat over 14 dagen opnieuw de zaak onder de oogen zou worden gezien. Die 14 dagen waren 23 Februari j.l. om en vond dus de vervolgconferentie plaats. In deze conferentie werd toegezegd de loonen met 2 cent per uur te verhoogen en enkele andere gewenschte verbeteringen zouden nader worden bekeken. Deze conferentie duurde circa 3 uur. Hiermee is dus de actie ’t vorig jaar ingezet tot verhooging der loonen voor 100 pCt. geslaagd en treedt, wanneer de zaken zich aan deze onderneming ontwikkelen zooals nu na deze beide geslaagde acties mag worden verwacht, een periode van rust in. Met „rust” bedoelen wij hier, dat wij eerst zullen trachten bij de andere werkgevers te Bolnes, Slikkerveer en Rid| derkerk een soortgelijke positie te verkrij; gen als wij nu hebben bij De Groot en | v. Vliet en bij „de Maas”. Ook daar is heel ! veel op te knappen en te verbeteren. Wij j denken aan Bakker en Zn., aan W. Smit, aan Boele’s scheepswerven en anderen. Onzen vrienden aan „de Maas” en bij De Groot en Van Vliet roepen wij toe; „Weest paraat”. n Houdt hoog onze organisatie aan de ondernemingen waar gij werkt en helpt uit alle kracht mee caze organisatie te versterj] ken bij de andere werkgevers in uw om| geving.

Zoo ooit bewezen is dat alleen door organisatie verbetering is te verkrijgen, dan is het zeker door de hier gevoerde: acties. WINSCHOTEN. (J. B.) De op Zaterdag 19 Februari j.l. gehouden feestavond ter herdenking van het 40-jarig bestaan van; onzen Bond en het 15-jarig bestaart van de afdeeling is uitstekend geslaagd. Nadat de voorzitter met een kort openingswoord de vergadering had geopend en een vertegenwoordiger van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling het doel en streven van dit Instituut had uiteengezet, werd: door den pianist „De Internationale” in-: gezet, welk lied door allen werd meegezongen. Toen was hét woord aan onzen vriend Walther, die den toestand van de metaalbewerkers van vóór 40 jaren en de arbeidsT voorwaarden der metaalbewerkers op heden schetste, waarbij hij er bij de aanwezige' vrouwen op aandrong de mannen zooveel mogelijk ter zijde te staan als deze door het bestuur werden opgeroepen voor huisbezoek enz. Tot slot wekte spr. op krachtig voor de organisatie te blijven werken,; waarop een stevig applaus volgde. De humorist J. Emmen zorgde er voor dat de. lachspieren van de aanwezigen in beweging kwamen. Met een prettig bal werd deze zoo schitterende feestavond gesloten. Uit Rusland. Onderstaand artikel, dat we uit het „Populair-Wetenschappelijk Bijvoegsel” van „Het Vólk” overnamen, vonden we van genoegzaam belang om het onder breeder kringen te brengen. „Het Volk” komt helaas niet onder ieders bereik en op deze wijze kunnen we derhalve aan het artikel, dat van de hand van Horréus de Haas is, meer bekendheid geven. * •¥■ M. MOSKOU. Door G. HORREUS DE HAAS. I. De boeiende „reisindrukken” van p.g,- Matthijsen hebben ons opnieuw meegenomen naar Sovjet-Rusland. Het beeld dat zij gaven van daarginds leek nog niet zoo kwaad. „Wenn man’s so höt, mócht ’s leidlich scheinen.” Maar volgt er „doch immer steht er schief darum” toch deugt het er met mee. Reeds waarschuwt ons Matthijsen zélf: de verwaarloosde kinderen die hij zwerven ziet; dé woningtoestanden; „iedere halfweegs valiede arbeider in óns land woont beter”; de levensstandaard en de loonen: de Hollandsche arbeider is er beter aan toe. Maar, aan de andere kant; „is wat de Sovjet-overheid doet voor ieder die getroffen of bedreigd wordt door maatschappelijk leed, dagelijksch blijk van moederlijke zorg”, terwijl, al moet zij genomen worden misschien met eenige korreltjes zout, toch niet „al te ver van de historische werkelijkheid” kan afgeweken zijn de film, die de scherpe tegenstelling uit-, beeldt tusschen „de ellende in het verleden en de zegeningen van het heden”. Is zóó het beeld inderdaad juist geteekend ? Het antwoord op die vraag wordt andermaal gegeven ineen boek dat voor mij ligt. De titel is: „La Russie sous Régime Communiste” (Paris Novelle Librairie Nationale 1926), een verzamelwerk, waaraan, onder direktie van M. Fedoroff een vijf-en-twintigtal medewerkers van verschillende denkwijze onder hen socialisten —• hebben bijgedragen. Dit boek is een kritische bespreking van het bekende rapport der Britsche Arbeidersdelegatie, die aan het einde van 1924 Rusland bezocht. Haar rapport wordt waardeloos geoordeeld en weerlegd; de Engelschen werden, zonder in staat te zijn een werkelijk beeld van de Russische toestanden te krijgen, door hunne kommunistische gastheeren al te gebrekkig en averechts ingelicht; nu zullen de kenners van Rusland, hier aan het woord, ons de feiten mededeelen overeenkomstig gegevens aan officieele Sovjet-organen zelve ontleend. Het hier genoemde werk is bij mijn Weten nog niet in onze pers besproken; ik wil in het kort van den inhoud hier een en ander mededeelen. Waar hier tegenstanders aan het woord zijn mag men eene eenzijdige teekening vreezen, die ook hier en daar wel blijkt, maar waar telkens verwezen wordt naar officieele feiten en cijfers, krijgt men toch een beeld met trekken, waarvan de juistheid vaststaat of redelijkerwijze' niet schijnt te kunnen worden ontkend. Wie hef meent te kunnen moge het probeeren, mits dan na bestudeering van het voorgelegde materiaal, dat hier uitteraard niet kan weergegeven worden.